augustus 1 2005
73
er vermindering van de ammoniak-emissie uit melkveestallen is in de ja-ren negentig de sleufvloer geïntroduceerd als alternatief voor de roostervloer. De sleufvloer is een erkend emissiearm systeem. Maar de sleufvloer wordt na een aantal jaren zo glad dat de begaanbaarheid een probleem wordt. Opruwen is een op-lossing, maar kan problemen opleveren omdat vergunningverleners bang zijn dat door het opruwen de emissie van deze vloer stijgt.
Om meer inzicht te krijgen in dit dilemma (wel of niet opruwen) heeft het Praktijk-onderzoek metingen op De Marke gedaan. Daar is de ligboxenstal voorzien van een sleufvloer en ook hier is de ervaring dat de-ze te glad werd. Daarom zijn drie verschil-lende manieren van opruwen toegepast: gritstralen, frezen evenwijdig aan de sleu-ven en frezen diagonaal aan de sleusleu-ven.
Begaanbaarheid
Als indicatie voor de begaanbaarheid van het vloeroppervlak is het aantal slipinci-denten bij een draaiende beweging van een koe geteld en is de stroefheid gemeten.
De stroefheid wordt weergegeven in een zogenaamd Lerouxgetal. Hoe hoger dat ge-tal, hoe stroever de vloer. Op basis van de cijfers lijkt het erop dat alle behandelin-gen een duidelijke verbetering van de be-gaanbaarheid betekenen (tabel 1). Op elk proefvak werd driemaal de ammo-niakconcentratie bepaald. De resultaten zijn in figuur 1 weergegeven. Uit deze ge-gevens blijkt dat de ammoniakconcentra-tie in de lucht boven de behandeling grit-stralen en evenwijdig frezen hoger is dan bij de onbehandelde vloer en de diagonaal gefreesde vloer.
De gelijke concentratie bij de diagonaal
ge-freesde vloer en de onbehandelde vloer kan verklaard worden uit het snel afvoe-ren van de urine naar de sleuven. Dit ver-loopt bij de diagonaal gefreesde vloer be-ter dan bij de evenwijdig gefreesde vloer. Ook bij de gestraalde vloer is de concentra-tie hoger. Waarschijnlijk is dit veroor-zaakt door een slechtere afvoer van de uri-ne naar de sleuven. Gritstralen maakt het oppervlak veel ruwer.
Belangrijk is dat deze metingen slechts een eerste indicatie geven en dus niet ge-lijk staan aan een emissiefactor zoals die toegekend is aan de sleufvloer.
Een nieuwe sleufvloer is ook ruwer dan de (te) gladde onbehandelde vloer. Het is daar-om mogelijk dat de ammoniakconcentra-tie bij een nieuwe sleufvloer hoger is dan bij deze oude onbehandelde sleufvloer en meer richting de concentratie van ge-straalde vloer gaat.
Ing. K. Blanken, onderzoeker huisvesting ASG Ir. H. J. C. van Dooren, onderzoeker huisvesting ASG
Diagonaal frezen sleufvloer levert minste ammoniakemissie
Opruwen sleufvloer
Klaas Blanken
Hendrik Jan van Dooren
Voor vragen over dit artikel kunt u aan-staande maandag tussen 12.00 en 13.00 uur telefonisch contact opnemen met de au-teur(s) door te bellen naar: 0320-238238
Diagonaal frezen lijkt op basis van de metingen van de
ammoniak-concentratie de beste methode om een sleufvloer op te ruwen
zonder de emissie te verhogen. Om de emissie op stalniveau
te bepalen, zijn echter aanvullende metingen nodig.
T
V
ragen?
stroefheid
behandeling slipincidenten gemiddeld evenwijdig haaks
onbehandeld 25 39,7 40,1 39,3
gritstralen 5 53,1 51,8 54,4
frezen evenwijdig 5 42,8 39,1 46,4
frezen diagonaal 6 42,8 42,6 43,0
Tabel 1 – Aantal slipincidenten en stroefheid in Leroux per proefvak
Figuur 1 – Ammoniakconcentratie bij de verschillende behandelingen
– Het opruwen van sleufvloeren geeft een duidelijk verbeterde stroefheid en begaanbaarheid.
– Diagonaal frezen lijkt op basis van de ammoniakconcentratie de beste metho-de om een sleufvloer op te ruwen zonmetho-der de emissie te verhogen.