• No results found

Archeologisch vooronderzoek te Melsele-Boerenpoort

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologisch vooronderzoek te Melsele-Boerenpoort"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

rcheologisch vooronderzoek te

M

elsele

-B

oerenpoort

A

rcheologische

d

ienst

W

AAslAnd

s

int

-n

iklAAs

(2)

2 inhoud

Inhoud

Samenvatting 3 1. inleiding 4 2. Administratieve fiche 5 3. Situering van het onderzoeksgebied 6 4. Methodologie 9 5. Archeologische voorkennis en vraagstelling 9 6. Archeologische resultaten 10 6.1 Inleiding 10 6.2 Proefsleuf 1 10 6.3 Proefsleuf 2 11 6.4 Proefsleuf 3 11 7. Conclusie

12 Bijlage: Cd-RoM

(3)

3

SaMenvatting

SamenvattIng

Op dinsdag 24 mei 2011 werd te Melsele (gemeente Beveren, Oost-Vlaanderen) een archeologisch onderzoek uitgevoerd op de kadastrale percelen Beveren, Afdeling 9, sectie D, nrs. 114A, 114E en 116A. De totale oppervlakte van het onderzochte terrein bedroeg 2090 m².

Door middel van drie proefsleuven en een aanvullend kijkvenster werd 15,27 % van deze zone archeologisch onderzocht. Hierbij kwam slechts één greppel uit de metaaltijden aan het licht. Deze werd gekenmerkt door een heterogene grijze tot donkergrijze vulling, en had een ZZW/ NNO-oriëntatie. Verdere sporen werden niet aangetroffen.

(4)

4 inleiding

1.

InleIdIng

In 2011 wordt de inplanting van een parking ter hoogte van de Grote Baan te Melsele gepland. Naar aanleiding van de geplande aanleg werd een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd door de Archeologische Dienst Waasland (ADW).

Het proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd door projectarcheoloog Thierry Van Neste (ADW), David Janssens (ADW) en Dries D’Hollander (ADW). Wetenschappelijke begeleiding voor het project werd voorzien door archeoloog Jeroen Van Vaerenbergh (ADW).

Het project werd uitgevoerd op 24 mei 2011. De verwerking van de gegevens werd aangevat op de volgende dag.

(5)

5

adMiniStRatieve fiChe

2.

admInIStratIeve fIche

code

adw

ME-BP ‘11

bouwheer

gemeente Beveren vergunningsnummer 2011/182

naam

aanvrager Thierry Van Neste naam

site

Melsele-Boerenpoort aard

van

het

onderzoek Proefsleuvenonderzoek

begin

vergunning 23/05/2011 einde

vergunning

29/05/2011 totale

oppervlakte 2090 m2 provincie

Oost-Vlaanderen gemeente Beveren deelgemeente

Melsele

kadastrale

gegevens

Beveren, Afdeling 9, Sectie D, nrs. 114A, 114E en 116A coördinaten

212204,551205 – 144052,618456

212204,551205 – 144129,084342

144129,084342 – 144052,618456

212144,176950 – 144129,084342

bodem

Scb, Pdc en Pep

(6)

6

SITuERING VAN HET ONDERZOEkSGEBIED

3.

SItuerIng van het onderzoekSgebIed

Het terrein bevindt zich te Melsele (gemeente Beveren, Oost-Vlaanderen) op de percelen Beveren, 9de Afd., sectie D, nrs. 114A, 114E en 116A. De totale oppervlakte ervan bedraagt 2090 m². In het noorden wordt het onderzoeksgebied begrensd door de aanwezigheid van appartementen, gelegen langsheen de Grote Baan (N 70). In het westen wordt deze grens gevormd door de afsluiting van het aanpalende perceel, alsook de Rudolf Esserstraat. In het zuiden en het oosten ligt de grens in een weiland waar geen fysieke afsluiting van het terrein aanwezig is.

De noordelijke helft van het onderzoeksterrein wordt doorsneden door een relatief brede gracht die op het moment van het onderzoek droog stond (fig. 1). Ten noorden hiervan is enkel braakliggend terrein terug te vinden. Het grootste deel van het terrein ten zuiden van de gracht wordt ingenomen door weiland. Enkel in het westen ligt een deel van het onderzoeksgebied braak. Op dit deel staat tevens een elektriciteitscabine. Het uiterst westelijke deel wordt ingenomen door een tuin.

Fig. 1. De toestand van het onderzoeksgebied met weergave van de planning van de parking.

De hoogte binnen het onderzoeksterrein varieert tussen 7 m TAW in het zuidwesten en 5,5 m ter hoogte van de gracht die het gebied doorsnijdt (fig. 2). Vanaf de zuidelijke grens van het gebied helt het terrein zacht af in de richting van de gracht (fig. 3).

(7)



SITuERING VAN HET ONDERZOEkSGEBIED Het braakliggende terrein ten noorden van de gracht wordt gekenmerkt door een sterk glooiend reliëf, wat vermoedelijk veroorzaakt werd door een ophoging ervan bij de bouw van de aanpalende appartementen. In het oosten ligt het terrein beduidend lager (5,6 m) dan in het westen (6,8 m).

Fig. 2. Hoogte van het maaiveld.

Fig. 3. Schematische weergave van het onderzoeksterrein, gezien vanuit het noordoosten.

Het gehele terrein wordt gekenmerkt door eenzelfde bodemgesteldheid. De moederbodem bestaat uit lemig zand tot lichte zandleem (fig. 4, C) en rust op een tertiaire zandbodem die overal op erg geringe diepte terug te vinden is (substraat). In de bovenste lagen van de moederbodem is op verschillende plaatsen een ijzerafzettingshorizont zichtbaar (fig. 4, Bir).

(8)

8 SITuERING VAN HET ONDERZOEkSGEBIED Deze wordt gekenmerkt door een oranje tot roestige kleur waarin nog duidelijk vlekken van de gewone moederbodem zichtbaar zijn. Bovenop de moederbodem is steeds een dikke ploeglaag terug te vinden (fig. 4, Ap). Deze is zichtbaar als een erg heterogeen pakket met groene, bruine en donkergrijze vlekken. Enkel in proefsleuf 1 werd bovenop deze Ap een heterogeen grijs pakket aangetroffen (fig. 4, 2). Vermoedelijk gaat het hier om een ophoging van de terreinen. Hoewel in de bijzondere voorschriften gesteld wordt dat de profielen van de sleuven tot 60 cm in de moederbodem dienen te gaan, was dit nergens op het terrein mogelijk vanwege de watertafel. In proefsleuf 3 werd gepoogd om deze diepte toch te halen, maar vanwege de vochtigheid van de bodem stortte dit profiel reeds in alvorens het gefotografeerd kon worden.

Fig. 4. Profielen van de sleuven (hoogte in m TAW).

Fig. 5. Locatie van het onderzoeksgebied op de bodemkaart van Vlaanderen (bron: Bodemkaart Vlaanderen).

(9)

9

Methodologie

4.

methodologIe

Teneinde de archeologische waarde van het onderzoeksgebied te bestuderen werden drie proefsleuven aangelegd. Vanwege de aanwezigheid van een spoor in de derde proefsleuf werd hier een kijkvenster aangelegd. Het graven van de proefsleuven gebeurde middels een rupskraan met platte bak. De teelaarde werd steeds naast de proefsleuven gedumpt.

De proefsleuven werden met behulp van een totaalstation ingemeten door de ADW. Deze metingen werden uitgevoerd in het Lambert ’72-stelsel. Overeenkomstig met de bijzondere voorschriften werden aangetroffen sporen opgeschaafd, digitaal gefotografeerd en gecoupeerd. De profielen werden telkens op schaal 1/20 ingetekend en beschreven. Het gerecupereerde vondstenmateriaal werd ingezameld per spoor en voorzien van een vondstcode. De verwerking van de gegevens gebeurde daags na het terreinwerk. De meetgegevens, alsook de tekeningen, werden verwerkt in ArcGIS 9.1. Het resulterende kaartmateriaal wordt steeds geprojecteerd volgens de secante conische conforme projectie van Lambert 721.

5.

archeologISche voorkennIS en vraagStellIng

Op het terrein zelf werd nog geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. In de omgeving bevinden zich wel de kerk van Melsele (CAI: 31846), alsook een archeologische vindplaats in de Pauwstraat2 (CAI: 151104). Op deze laatste site werden in 2010 sporen uit de ijzertijd, middeleeuwen en nieuwe tijd gevonden. Een onderzoek op naburige percelen, uitgevoerd door de ADW in 2009, leverde geen archeologisch relevante sporen op. In 2010-2011 werden ten noorden van het projectgebied, bij de Molenbeek tussen de Elisabethstraat en de kalishoekstraat, sporen van een rurale nederzetting uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen.

Dit onderzoek dient uit te wijzen of ook op deze percelen sporen terug te vinden zijn uit de Romeinse tijd of uit andere perioden. De projectzone maakt eveneens deel uit van het stroomgebied van de Molenbeek.

1 M. Antrop & ph. de MAyer, Theoretische basisconcepten van GIS, Gent, 2005, p. 162-166.

2 J. BruggeMAn & n. reyns, Archeologisch vooronderzoek Melsele (Beveren) - Pauwstraat, Rapporten All-Archeo

(10)

10 aRCheologiSChe ReSultaten

6.

archeologISche reSultaten

6.1 Inleiding In totaal werden drie proefsleuven met een tussenafstand van maximaal 15 m aangelegd. Bij de derde proefsleuf werd een extra kijkvenster aangelegd teneinde een spoor over de volledige lengte te kunnen volgen. Alle proefsleuven werden min of meer parallel met de bestaande gracht aangelegd. De oppervlakte die door middel van deze proefsleuven werd onderzocht bedraagt 319,34 m², of 15,27 % van het onderzoeksgebied. Fig. 6. Locatie van de proefsleuven en het kijkvenster met de aangetroffen greppel. 6.2 Proefsleuf 1 6.2.1 Situering Een eerste proefsleuf werd aangelegd op percelen 114E en 114A, aan de zuidzijde van de aanwezige appartementen. De bodem bestaat uit (licht zandig) leem bovenop een tertiaire zandafzetting op geringe diepte. Bovenop de moederbodem ligt een oude Ap die afgedekt werd door aangevoerde grond. 6.2.2 Sporen In deze werkput werden geen sporen aangetroffen.

(11)

11 aRCheologiSChe ReSultaten 6.3 Proefsleuf 2 6.3.1 Situering De tweede proefsleuf werd aangelegd op perceel 116A tussen de elektriciteitscabine en de gracht, parallel met deze gracht. Vanwege de aanwezigheid van de afsluiting van het weiland kon deze sleuf niet continu doorgetrokken worden. 6.3.2 Sporen Ook in deze werkput werden geen sporen aangetroffen. 6.4 Proefsleuf 3 6.4.1 Situering De meest zuidelijke sleuf werd eveneens op perceel 116A aangelegd. Vanwege de aanwezigheid van een spoor werd in het oostelijke deel een kijkvenster aangelegd. 6.4.2 Sporen Slechts één spoor werd aangetroffen (fig. 6). Het gaat om een greppel met een ZZW/NNO-oriëntatie. De vulling was heterogeen grijs tot donkergrijs. Hoewel deze greppel te volgen is tot in beide wanden van het kijkvenster, kon – naast dit van de coupe – slechts één sleufwandprofiel worden opgetekend, aangezien de profielwand van het spoor in het zuiden verstoord werd door een ploegspoor. Zowel bij het opgetekende sleufwandprofiel als bij het coupeprofiel was er duidelijk sprake van bioturbatie (fig. 7, laag 1 en andere verstoringen). Bij het opschaven werden slechts twee kleine aardewerkfragmenten aangetroffen. Beide waren handgevormd en één fragment vertoonde een lineaire ingekerfde versiering. Op basis van deze fragmenten kan de gracht gedateerd worden in de metaaltijden. Fig. 7. Profielen van de greppel (hoogte in m TAW).

(12)

12 ConCluSie

7.

concluSIe

Door middel van proefsleuven en een aanvullend kijkvenster werd het onderzoeksgebied van 2090 m² archeologisch onderzocht. In totaal werd een oppervlakte van 319,34 m², of 15,27 % van het totale gebied, op deze manier blootgelegd. Dit onderzoek bracht slechts één archeologisch relevant spoor aan het licht. De greppel bevindt zich in het zuidoosten van het onderzoeksgebied en kan in de metaaltijden gedateerd worden. Elders werden er geen sporen aangetroffen. Vermoedelijk bevindt zich op het hoger gelegen gebied ten zuiden en eventueel ten oosten van het onderzoeksgebied een archeologisch interessante zone. Het onderzoeksgebied zelf kan echter niet bestempeld worden als archeologisch waardevol. Verder onderzoek van deze zone wordt dan ook niet aangeraden.

(13)

colofon

opdrachtgever

Gemeente Beveren, Stationsstraat 2 te 9120 Beveren project

Archeologisch vooronderzoek te Melsele-Boerenpoort projectcode

a

gentschap

o

nroerend

e

rfgoed

2011/182 uitvoerder

project Archeologische Dienst Waasland (ADW) Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas auteur Thierry Van Neste (ADW) vormgeving Lieve Delestinne (ADW) eindredactie Jean-Pierre Van Roeyen (ADW) met de steun van de Vlaamse overheid, Ruimte en Erfgoed © Archeologische Dienst Waasland, 2011 Regentiestraat 63 9100 Sint-Niklaas telefoon: 03/778.20.50 e-mail: admin@a-d-w.be

(14)

Spoorbeschrijving

Gemeente: Melsele Toponiem: Boerenpoort Jaar: 2011 Projectcode: 2011/182 Code ADW: ME BP '11

(15)

Vorm: Langwerpig Lengte (cm): 2125 Breedte (cm): 86 Diepte (cm): 16

Grijs tot donkergrijs Zand

Aflijning: Redelijk duidelijk

Zichtbaar in profiel: 3.1 Roestvlekken: 0 IJzerconcreties: 0 Houtskool: 0 Bioturbatie: 0 Aardewerk: * Bouwmateriaal: 0 Metaal: 0 Metaalslakken: 0 Glas: 0 Silex/Kwartsiet/Ftaniet: 0 Steen: 0 Hout: 0

Verbrande leem 0 Bot: 0

Verbrand bot: 0 Organisch materiaal: 0

Andere inclusies 0

Interpretatie: Greppel

Opmerkingen: /

Ouder dan: / Jonger dan: /

Datering: Metaaltijden Verfijning 1: Onbepaald Verfijning 2: Onbepaald Vulling Inclusies: Datering Algemeen Deel: Varia

Datum: 23/05/2011 Naam: Thierry Van Neste

Heterogeniteit: Sterk Bijmenging: Ontkleuring: Matig Vondstnummers: Staalnummers: Spoor 1 Structuur: 0 Vlak: 0 Werkput: 3 Zone: 0 Spoor: Pagina 2

(16)

Projectcode: 2011/182 Code ADW: ME BP '11

Fotolijst

Gemeente: Melsele Toponiem: Boerenpoort Jaar: 2011

(17)

Overzicht 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 1

Zone: 0

Fotonummer: 5 Bestandsnaam: DSC_8839.jpg Genomen uit: W

Overzicht 1

Fotonummer: 6 Bestandsnaam: DSC_8840.jpg Genomen uit: W

Overzicht 1

(18)

Putwandprofiel 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 1

Zone: 0

Fotonummer: 1 Bestandsnaam: DSC_8719.jpg Genomen uit: Z

Putwandprofiel(en) 1

Fotonummer: 2 Bestandsnaam: DSC_8946.jpg Genomen uit: Z

Putwandprofiel(en) 1

(19)

Overzicht 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 2

Zone: 0

Fotonummer: 3 Bestandsnaam: DSC_8181.jpg Genomen uit: W

Overzicht 2

Fotonummer: 4 Bestandsnaam: DSC_8182.jpg Genomen uit: W

Overzicht 2 (oostelijk deel)

(20)

Putwandprofiel 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 2

Zone: 0

Fotonummer: 7 Bestandsnaam: DSC_8185.jpg Genomen uit: Z

Putwandprofiel(en) sleuf 2

Fotonummer: 8 Bestandsnaam: DSC_8186.jpg Genomen uit: Z

Putwandprofiel(en) sleuf 2

Fotonummer: 9 Bestandsnaam: DSC_8187.jpg Genomen uit: Z

Putwandprofiel(en) sleuf 2

(21)

Putwandprofiel 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 3

Zone: 0

Fotonummer: 14 Bestandsnaam: DSC_8192.jpg Genomen uit: ZW

Putwandprofiel(en) 3.1

Fotonummer: 15 Bestandsnaam: DSC_9193.jpg Genomen uit: ZW

Putwandprofiel(en) 3.1

(22)

Spoor 1

Structuur: 0

Vlak: 0

Werkput: 3

Zone: 0

Fotonummer: 12 Bestandsnaam: DSC_8190.jpg Genomen uit: ZW

Coupe(s) 1.1

Fotonummer: 13 Bestandsnaam: DSC_8191.jpg Genomen uit: ZW

Coupe(s) 1.1

Fotonummer: 14 Bestandsnaam: DSC_8192.jpg Genomen uit: ZW

Relatie putwandprofiel & spoor/sporen 1.2

Fotonummer: 15 Bestandsnaam: DSC_8193.jpg Genomen uit: ZW

Relatie putwandprofiel & spoor/sporen 1.2

Fotonummer: 10 Bestandsnaam: DSC_8188.jpg Genomen uit: Z

Spoor/Sporen 1

Fotonummer: 11 Bestandsnaam: DSC_8189.jpg Genomen uit: Z

Spoor/Sporen 1

(23)

Vondstenlijst

Gemeente: Melsele Projectcode: 2011/182

Code ADW: ME BP '11

Toponiem: Boerenpoort

(24)

Zone: 0 Werkput: 3 Vlak: 0 Structuur: 0

Spoor 1

Vondstnummer: Inzamelaar: Thierry Van Neste

Verzamelwijze: Handmatig Maaswijdte: N.V.T.

Datum: 23/05/2011

Coupe: Laag: a kwadrant/vak: N.V.T. Niveau: N.V.T.

Hoofdcategorie: Aardewerk

Subcategorie: Handgevormd: metaaltijden (onbepaald)

Vorm: Onduidelijk Typologie: Onduidelijk Techniek: Onduidelijk Bakking: Onduidelijk Rand: 0 Wand: 2 Bodem: 0 Greep: 0 Volledig profiel: 0 Onduidelijk: 0 Bouwmateriaal: 0 Metaal: 0 Glas: 0 Lithische artefacten: 0 Steen: 0 Metaalslakken: 0 Bot: 0 Andere: 0 "Andere": N.V.T. Versiering: Kamstreekversiering Opmerkingen: Datering: Metaaltijden Verfijning 1: Onbepaald Verfijning 2: Onbepaald Vondstomstandigheden: Vondsteigenschappen: Aantallen: Datering: Pagina 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met bovenstaande proeven hebben we voor het eerst in Nederland aangetoond dat de bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia solani bij continuteelt bloemkool toeneemt, en dat ondanks

Wat de broeikwaliteit betreft waren er geen verschillen tussen de effecten van NBS en praktijkbemesting op lengte, gewicht, bloemgrootte, het aantal kasdagen, pootlengte en

Doordat de kosten voor het reguliere beheer bij de Nieuwkoopse Plassen gebaseerd zijn op gegevens van één jaar en er bij sommige natuurdoelen niet jaarlijks maatregelen worden

Een verscheidenheid aan rassen die niet alleen de gewenste eigenschappen hebben, maar die ook tot stand zijn gekomen met technieken die passen binnen de uitgangspunten van de

Juist bioraffinage, waarbij de geproduceerde biomassa optimaal kan worden gescheiden in bestanddelen voor een mix van producten zoals voedsel, veevoer, maar ook

De behandelingen waarbij de knollen zijn besmet met Burkholderia en vlak vóór het planten ontsmet in fungiciden (object 4) of fungiciden + 0,5% Jet 5 (object 6) hebben eveneens in

De reële opbrengsten en kosten schommelden op alle particuliere bosbedrijven tussen 1989 en 2002 tussen 240 à 280 euro per hectare bos per jaar; gemiddeld lagen ze op 260 euro per

Alleen invloeden op het bestand worden meegerekend, niet die op het visgebied (in eerdere concepten van EU Regulation stond: human activities affecting the fishing area or the