• No results found

Halffabrikaten van koper en koperlegeringen : een analyse van produktie en afzet in mondiaal perspektief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Halffabrikaten van koper en koperlegeringen : een analyse van produktie en afzet in mondiaal perspektief"

Copied!
70
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Halffabrikaten van koper en koperlegeringen : een analyse

van produktie en afzet in mondiaal perspektief

Citation for published version (APA):

Sannen, A. (1984). Halffabrikaten van koper en koperlegeringen : een analyse van produktie en afzet in

mondiaal perspektief. (EUT - BDK report. Dept. of Industrial Engineering and Management Science; Vol. 15).

Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date:

Gepubliceerd: 01/01/1984

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be

important differences between the submitted version and the official published version of record. People

interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the

DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page

numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Eindhoven

University of Technology

the Netherlands

Department of

Industrial Engineering

& Management Science

Halffabrikaten van koper en koperlegeringen :

Een analyse van produktie en afzet in

mondiaal perspektief

door

Ad Sannen

Report EUT/BDK/15

ISBN 90-6757-015-X

Eindhoven, 1984

(3)

HALFFABRIKATEN VAN KOPER EN KOPERLEGERINGEN :

EEN ANALYSE VAN PRODUKTIE EN AFZET IN

MONDIAAL PERSPEKTIEF

door

Ad Sannen

Report EUT/BDK/15

ISBN 90-6757-015-X

Eindhoven, 1984

Eindhoven University of Technology

Department of Industrial Engineering & Management Science

Eindhoven, Netherlands

(4)

CIF-GEGEVENS FfONINEKLIJKKE BIBLIOTHEEK. DEN HAAG, Sannen . Ad

an~.t f~e Halffabrikaten van koper en koperlegeringen

: een,

van produktie en afzet in mondiaal perspectief

f door "'a - cRep o r t

Sannen . - Eindhoven : University of Technology .

/ EUT, Eindhoven University of Tech n olag,. , Depar'traEr :t, c : Industrial Engineering & Management Science + E4'I„*-;i`-' Met lit . opg .

ISBN 90-6757-015-X t}5I 540

9 1 5 0 381 .5 UDC C658 .5+ó5t3 . 8 7 :bh q

. .S Trefw . : kopermarkt / koperindustrie .

(5)

SAMENWERKINGSORGAAN KHT/THE

ONDERZOEKSPROJEKT VERWERKING VAN KOPER IN ONTWIKKELINGSLANDEN

HALFFABRIKATEN VAN KOPER EN KOPERLEGERINGEN Een analyse van produktie en afzet

in mondiaal perspektief

Ad Sannen

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN AFDELING DER BEDRIJFSKUNDE

VAKGROEP TECHNISCHE PRODUKTIESYSTEMEN

(6)

Voorwoord .

Ontwikkelingslanden die een bepaalde grondstof in grote hoeveelheden exporteren hebben er baat bij wanneer verwerkte in plaats van ruwe grondstoffen kunnen worden ge@xporteerd . Dit geldt ook voor koper één van de belangrijkste zgn . non-ferro metalen. De meeste koperexporterende ontwikkelingslanden (Zambia, Zaire, Peru, Chili)

exporteren nu al op grote schaal geraffineerd koper in plaats van uitsluitend de ruwere grondstoffen zoals het zgn . koperconcentraat of het blisterkoper. In het recente verleden is in de ontwikkelings-landen de verdere verwerking van koper in snel tempo gegroeid . De exporten van halffabrikaten op basis van koper of koperlegeringen zijn echter nog van beperkte omvang . Het is dan ook dit segment van de koperverwerkende industrie waarop het onderzoek zich koncentreert, waarbij het primaire doel is te onderzoeken of, en zo ja welke half-fabrikaten, op

ekonomisch en technisch verantwoorde wijze in de genoemde landen geproduceerd kunnen worden om met name de exportgerichte industrialisatie te stimuleren . Gedacht wordt aan produkten als draad, buizen, staven, profielen en platen uit zowel koper als koper-legeringen . Waar in dit onderzoek over verwerking van koper wordt gesproken, wordt dus steeds bedoeld de produktie van halffabrikaten voor export naar regionale en verder afgelegen markten .

Het onderzoek wordt uitgevoerd door zowel medewerkers van de Technische Hogeschool Eindhoven (afdeling Bedrijfskunde) als van de Katholieke Hogeschool Tilburg (ekonomische fakulteit) en wordt gefinancierd door het Samenwerkingsorgaan van deze beide instellingen . Het idee achter deze samenwerking is dat in onderzoek waarin de verwerking van grondstoffen en de lokatie daarvan bestudeerd worden, technisch-bedrijfskundige specialisaties hand in hand dienen te gaan met ekonomische inzichten .

Het onderhavige rapport is slechts een eerste aanzet tot het bereiken van de bovengenoemde onderzoeksdoelstelling . Het is het resultaat van een verkenning in de bedrijfstak koperverwerking, met speciale aandacht voor de ontwikkelingslanden . In volgende rapporten zullen de belangrijke subsektoren van de koperverwerkende industrie diepgaander geanalyseerd worden in het licht van de onderzoeksdoelstelling .

Hoewel het in het onderzoek gaat om de produktie van halffabrikaten, zijn waar nodig, relaties gelegd met enerzijds mijnbouw en raffinage en anderzijds met eindverwerking .

Ik dank dr . Jan Vingerhoets (KHT), ir. Toon van de Ven (THE), ir . Pierre Cuijpers (THE) en drs . F .Keyzers (Lips United B .V.) voor hun waardevolle kommentaren op een eerdere versie van dit rapport . Verder bedank ik Jo Meerding (student-assistent) voor het verzamelen van grote hoeveelheden statistische gegevens, die ook in latere onderzoeksfasen van pas komen, de N .V .Pope te Venlo en LD Metaalbedrijf B .V. in Drunen voor hun medewerking, en last-but-not-least Stance en Leonie voor het typewerk .

Ad Sannen Eindhoven november 1984

(7)

-1-INHOUDSOPGAVE Voorwoord

1 . Inleiding 1 2 . De wereldkoperíndustrie

2 .1 De fysieke struktuur van de koperindustrie 4

2 .2 De wereldkoperindustrie in cijfers 7

3 . De koperverwerkende industrie : een overzicht

3 .1 Algemeen 13 3 .2 De fabrikage van blanke koperdraad 14 3 .3 De fabrikage van geëxtrudeerde-getrokken en gewalste 16

halffabrikaten

3 .4 Sekundaire smelters en non-ferro gieterijen 20 4 . De sekundaire koperstroom 22 5 . Horizontale koncentratie en vertikale integratie in de 25

koperindustrie

6 . De markt voor semi's van koper en koperlegeringen

6 .1 Marktbepalende faktoren 26 6 .2 Ontwikkeling van de koperverbruiksintensiteit 2 7 6 .3 Kopermarkt in relatie tot technologie 29 7 . De kopermarkt in ontwikkelingslanden 31 8 . Exportmogelijkheden van semi's uit ontwikkelingslanden 36 9 . Konklusie 40 Geraadpleegde bronnen 41 Bijlage 1 Enkele statistische gegevens van de wereldkoperindustrie Bijlage 2 Verbruik van messingsemi's en voorbeelden daarvan

Bijlage 3 Voorbeelden van gietwerk en warmperswerk in Cu-legeringen Bijlage 4 Belangrijke ondernemingen in de koperindustrie

Bijlage 5 CRU long-term model of the copper market

Bijlage 6 Invoer van semi's in het Midden-oosten en Noord-Afrika

43

50

53

56

62

63

(8)

-2-1 . Inleiding .

Halffabrikaten op basis van koper, hierna kortweg semi's genoemd, zijn technisch hoogwaardige produkten die op een geavanceerde wijze gefabriceerd worden . Het zijn veelal produkten die door middel van een nauwe samenwerking tussen producent en konsument ontstaan zijn in de eerste verwerkingsfase tussen geraffineerd koper en eindprodukt . Rond 700 bedrijven in de koperverwerkende industrie (KVI) van de westerse industrielanden en Japan produceren zo'n 10 .000 produkt-varianten waaronder allerlei soorten plaat, strip, staaf, buis en draad .

Naast zuiver koper (ongelegeerd) dat hoofdzakelijk toegepast wordt in de elektrotechniek bestaan deze produkten uit de voornaamste koper-legeringen, messing (koper plus zink) dat toegepast wordt voor gegoten, geperste en gewalste produkten, en brons (koper met tin) dat voornamelijk wordt gegoten tot harde korrosie- bestendige vormen .

In de praktijk worden er meer dan 100 verschillende soorten koper en koperlegeringen toegepast,die ieder weer leverbaar zijn in verschillende vormen . De KVI produceert voor een deel standaardprodukten van hoge kwaliteit zoals bijvoorbeeld kontinu gegoten draad (zie 3 .2) maar ze produceert ook op maat voor bijzondere toepassingen en is er daarom aan gewend snel te reageren op nieuwe ontwikkelingen in de industrigle omgeving .

Onderzoek en ontwikkeling, klantenservice en kwaliteitsgarantie zijn daarbij belangrijke aspecten .

De KVI is over het algemeen gevestigd in de industriecentra, dus in de buurt van de verbruikers . Dit betekent korte levertijden, goedkope vrachttarieven en een direkte kommunikatie tussen leverancier en afnemer .

Het rapport *) beschrijft in hoofdstuk 2 eerst in het kort de fysieke struktuur van de koperindustrie, waarbij de nadruk wordt gelegd op het verschil tussen de primaire en de secundaire koperstroom, en geeft daarna een beeld van de wereldkoperindustrie voornamelijk aan de hand van produktie- en verbruikscijfers .

In hoofdstuk 3 passeren de drie hoofdkategorign van de koperverwerkende industrie de revue : de koperdraadfabrikage, de fabrikage van de gegxtrudeerde getrokken en gewalste semi's (buizen, staven, profielen, platen, band en strip) en als laatste de non-ferro-gieterijen (bronzen- en messinggietstukken) .

Aan de sekundaire koperstroom is een apart hoofdstuk gewijd evenals aan de horizontale koncentratie en de vertikale integratie in de koper-industrie (4 en 5) . In hoofdstuk 6 komt de markt voor halffabrikaten aan de orde waarbij veel aandacht geschonken wordt aan de substitutie van koper door andere materialen en nieuwe technologign . Daarna komt in hoofdstuk 7 de koperverwerking in ontwikkelingslanden aan de beurt . Nagegaan wordt in hoeverre ontwikkelingslanden al verder verwerken en waar die verwerking van afhankelijk is . Tot besluit wordt iets gezegd over de exportkansen van semi's uit ontwikkelingslanden ; kansen waarover de literatuur zich nogal sceptisch uitlaat . Gekonkludeerd wordt echter dat nader onderzoek hiernaar geboden is .

*) De noten in het rapport zijn opgenomen aan het eind van ieder hoofdstuk .

(9)

-2 . De wereldkoperindustrie

2 .1 De fysieke struktuur van de koperindustrie

In de koperindustrie worden in het algemeen twee hoofd-materiaalstromen onderscheiden : de primaire stroom, die uitgaat van kopererts, en de secundaire stroom die voornamelijk schroot verwerkt . *1) . In figuur 1 zijn beide stromen weergegeven .

In de primaire stroom wordt het erts, dat tussen de 0 .4 en 2,0% koper bevat, eerst verwerkt tot koncentraat door de kopersulfide-deeltjes te scheiden van het gesteente in zgn . flotatietanks . Het koncentraat bevat reeds 20-40% koper *2) . Via het smelten in smeltovens ontstaat dan de zgn . "kopermatte", een mengsel van kopersulfide- en ijzersulfide . De matte wordt vervolgens naar convertors gevoerd waarin het ijzerzulfide en kopersulfide worden geoxydeerd tot koper, ijzeroxyde (FeO) en Zwaveldioxyde (S02) .

Het ijzeroxyde vormt een vloeibare slak en kan worden afgetapt . Het overblijvende produkt heet "blisterkoper" en bevat 98-99,5 % koper *3) . Het raffineren van het blisterkoper gebeurt in vlamovens . Het zgn . vuur- geraffineerde koper wordt veelal in de vorm van anodes gegoten, die dan door middel van elektrolytische raffinage omgezet worden in kathodekoper van een hoge zuiverheidsgraad .*4) .

Deze kathodes vormen het voornaamste uitgangsmateriaal voor de KVI (naast schroot en legeringselementen) . De sekundaire stroom is, zoals gezegd, gebaseerd op de recycling van koperschroot, dat weer onderverdeeld kan worden in nieuw schroot, dat vrijkomt in de KVI en bij de eindverwerkers *5), en oud schroot dat afkomstig is van finale gebruikers bij het einde van de gebruikscyclus van koperhoudende produkten . Gelegeerd koperschroot wordt door sekundaire smelters in de vorm van "broodjes" gegoten, en verkocht aan non-ferro gieterijen die er de typische gieterij-produkten van maken . Ook deze gieterijen worden in dit rapport onder de KVI gerangschikt .

Ongelegeerd koperschroot kan weer in de primaire stroom terechtkomen door het samen te laten gaan met primair koper in primaire smelters en raffinaderijen . In de produktiecijfers van geraffineerd koper (bijlage 1) zit dus altijd een bepaald percentage koper uit de sekundaire stroom . Dit is vooral het geval in de geindustrialiseerde landen ; de ontwikkelingslanden produceren immers maar weinig schroot .

Figuur 2 geeft een enigszins gedetailleerder beeld van de KVI met tevens de produktiecijfers van de westerse wereld voor 1980 erin vermeld (ontleend aan bijlage 1) . De produktie van semi's is verdeeld in koperlegeringen, semi's van zuiver koper en gieterijprodukten (brons en messing) .

De belangrijke rol van de secundaire koperstroom komt in deze figuur goed tot uiting . Zo is te zien dat de produktie van koperlegeringen voor meer dan een derde op basis van schroot gebeurt . Gieterijen werken uitsluitend met schroot, maar in de produktie van semi's uit zuiver koper speelt schroot een veel geringere rol (slechts ca .10% op het totaal) .

Voordat we overgaan tot een nadere beschrijving van de KVI zullen eerst enkele cijfers over de wereldkoperindustrie de revue passeren .

(10)

end use ~, c opper

markets bearing goods

new[scrap (small lots)

secondary stream

~--- ~

ij copper alloy copper alloy I copper alloy

obsolete ! scrap scrap secondary ingots foundries ~ cast ing s dealers smelters

i (ingot- ~ copper ! maker)

products ~ ~ (old scrap) L--- --- -- -- cvppLr me-taïsa ra~-

-

---mining

copper - ore low primary stream concen-tration copper

concentrate smelting refining

t

! t

ref . I semi- manuf . I

copper fabr, wrough ~

I

:::::EH

I

L --- J

new scrap (big lots)

Fig . 1 . The copper proces

(11)

Figuur 2 Globale struktuur van de koperverwerkende industrie (cijfers 1980 X 1000 T) from smelters primary refined prod

SP42

el alloy metals

y68

900

JL

too

It

900

~ooo

ingots

SECUNDARY smelters 5,00 ~ secundary refined prod . 1201 stocks . ~ . .~ .~ ;y . 111572.

:80

production Cu semis _J~.,.~ .r.,,.._ . ., .. ~ 300 wire 73 .0 7 rod 3 .0 plate 10 .5 tube 13 .5 MANUFACTURERS semis in

new scrap out +

END USE MARKETS

bg

SCRAP DEALERS production Cu alloy semis wire 3 .0 % rods 25 .5 % plates 16 .5 % tube 4 .5 %

:5,

refined consumption

'8

W, -7

20,0

end products electrical 51 % construction 13 i transport 13 % mech anical 16 % consumer go ods : '-T? o c 3do

(12)

-6-2 .-6-2 . De wereldkoperindustrie in cijfers .

Om een indruk te geven van de betekenis van koper, is tabel 1 opgenomen die een overzicht geeft van de produktie en het verbruik van de belangrijkste non-ferro metalen in de wereld . Koper komt na aluminium op de tweede plaats met een verbruik in 1982 van ruim 9 miljoen ton*6) . Tabel 1 . Produktie en verbruik van de belangrijkste

non-ferro metalen in de wereld .

Produktie Verbruik 1981 1982 1981 1982 Verande-ring in Mill .t in % in Mill .t . in % Aluminium 15,69 13,99 -10,8 14,59 14,25 -2,3 Koper 9,67 9,50 - 1,8 9,53 9,06 -4,9 (raff .)

Lood 5,37 5,27 - 1,9 5,27 5,27 -0,0

Nikkel 0,70 0,62 -11,4 0,66 0,63 -4,5

Tin 0,24 0,22 - 8,3 0,21 0,20 -4,8

Totaal 37,86 35,55 - 6,1 36,34 35,37 -2,7

Bron : Metall, dec . 1983 .

Bijlage 1 geeft voor de afgelopen drie decennia een gedetailleerd beeld van de ontwikkeling van de koperindustrie per werelddeel en per land . Hieruit valt duidelijk af te lezen dat hoewel West-Europa en Japan over relatief weinig eigen mijnbouwkapaciteit beschikken, ze wel enige smelterkapaciteit en vooral geraffineerde- en halffabrikaat-produktiekapaciteit bezitten . Voor de VS, Canada en de USSR zijn de verschillen minder of afwezig omdat deze landen praktisch zelf-voorzienend zijn in alle stadia van de koperproduktie . Het voornaamste verbruik van koper vindt in de industrielanden plaats, terwijl sommige koperproducerende ontwikkelingslanden zoals enerzijds ZaYre en Zambia en anderzijds Chili en Peru een zeer gering tot gering eigen verbruik hebben . Deze landen verwerken wel het grootste deel van hun ruwe koper tot blister en/of geraffineerd koper en exporteren dit vervolgens naar de industrielanden .

Tabel 2 vermeldt enkele geaggregeerde wereldcijfers van de koper-industrie en figuur 3 geeft voor de periode 1960-1983 aan hoe het geraffineerd koperverbruik in de OECD zich ontwikkeld heeft . Gedurende de 60'er en begin 70'er jaren groeide het koperverbruik met bijna 5 % per jaar, en ging gelijk op met de industrigle produktie in de OECD landen die toen op gemiddeld 5,5% lag . (Frame, 1983) . Na de zware terugval in '74/'75 ten gevolge van de olie-krisis bereikte het koperverbruik in 1979 zijn voorlopige top van meer dan 7,5 miljoen ton en nam daarna af, voornamelijk ten gevolge van de ekonomische krisis . De trendlijn in figuur 3 van na de oliekrisis geeft nog slechts een gemiddelde groei van het koperverbruik te zien van 2% en reflekteerde daarmee ook de geringere groei van de industriele produktie in de OECD die tussen 1973 en 1981 gemiddeld op 2,3% per jaar lag . Het koperverbruik blijkt dus sterk samen te hangen met het nivo van de

(13)

-7-industriële produktie . We zullen straks zien dat ook de aard van de industriele produktie een rol speelt .

,

A

I

is

, ~

1

YT

j aar

k

-8o 83

Fig . 3 . Geraffineerd koperverbruik 1960-1983 in de OECD . Trendlijnen 1960-1973 en 1973-1983 .

Bron : Frame, 1983 .

Tabel 2 . Enkele wereldcijfers van de koperindustrie (X1000 ton koperinhoud)

49/51 59/61 69/71

79/81

82

Ertsproduktie 2 .485 4 .108 6 .258 8 .030 8 .214 Smelterproduktie 2 .493 4 .083 6 .216 7 .806 7 .813 Produktie van geraffi- 3 .049 4 .816 7 .394 9 .486 9 .504 neerd *1)

Schrootverbruik*2) 1 .137 1 .508 2 .219 2 .508 2 .334 Verbruik van geraffi- 2 .926 4 .734 7 .160 9 .570 9 .066 neerd *3)

*1) Primair plus secundair geraffineerd koper

*2) Exklusief sekundair geraffineerd koper (exclusief oostblok) *3) Exklusief schrootverbruik

Bron : Bijlage 1 .

Opvallend is de groei van het geraffineerd koperverbruik in enkele van de zgn ." Newly Industrializing Countries" (NIC's) .

Brazilig b .v . groeide in 20 jaar tijd (1960-1980) van een koperverbruik van 30 .000 ton naar 250 .000 ton, Mexico van 20 .000 naar 125 .000 ton . Taiwan van 4 .000 naar 85 .000 ton en Zuid-Korea van 2 .000 naar eveneens 85 .000 ton in 1980 (Zie Copper Studies, april 1981) .

(14)

-8-In totaal hebben de niet-OECD landen waaronder hier alle ontwikkelings-landen inklusief de NIC's gerekend worden hun aandeel in het wereld-koperverbruik uitgebreid van bijna 5% in 1960 tot ruim 11% in 1980 (ofwel van 180 .000 ton tot 800 .000 ton, zie tabel 3) .

Het belangrijkste blijven echter nog steeds West-Europa met ruim 2,6 miljoen toen, de VS en Canada met samen ruim 1,8 miljoen ton, Japan met ruim 1,2 miljoen ton en de USSR met 1,3 miljoen ton .

Tabel 3 . De groei van het geraffineerd koperverbruik in de niet OECD landen t .o .v . de OECD (X1000 mT) .

59/60/6 1 69/70/71 79/80/81 groei 70/80 OECD 3 .653 5 .416 6 .482 19,7% Non-OECD 182 (4,7%) 280(4,9%) 804(11,1%) 187 .1%

Totaal 3 .835 5 .696 7 .286

Bron : bijlage 1 .

Uit tabel 2 blijkt dat het verbruik van geraffineerd koper ongeveer gelijk op gaat met de produktie ervan .

Alleen in 1982 is er een verschil van bijna een half miljoen ton door een verminderde vraag naar geraffineerd koper . Het verbruik van geraffineerd koper plus het schrootverbruik is een maat voor de produktie van semi's . Dit is te zien in tabel 4 waar de produktiecijfers voor semi's gezet zijn naast het verbruik van geraffineerd en schroot .

Tabel 4 . Produktie van semi's vergeleken met het verbruik van schroot en geraffineerd koper in 1982 (x 1000 ton) Produktie van Verbruik Ge- Verbruik Totaal

semi's raffineerd schroot verbruik

Europa 3 .804 2 .656 853 3 .509

Japan 1 .731 1 .243 476 1 .719

USA 2 .034 1 .661 698 2 .359

Bron : Bijlage 1 .

De verschillen tussen de eerste en laatste kolom kunnen als volgt verklaard worden :

- In de produktiestatistieken van semi's worden gieterijprodukten niet opgenomen ;

- Het verbruik van schroot vindt echter wel voor meer dan een derde plaats door gieterijen (zie figuur 2) ;

- Er is geen rekening gehouden met het verbruik van legeringsmetalen (zink, tin, lood enz .) ; zie hiervoor ook figuur 2) .

De geschatte totale wereldproduktie van semi's lag in 1982 dus om en nabij de 11 miljoen ton (volgens tabel 2) . De niet-kommunistische wereld nam daarvan 8,4 miljoen ton voor zijn rekening (bijlage 1) bestaande uit ca . 70% ongelegeerd koper en 30 % gelegegeerd koper .

Uit tabel 4 blijkt verder dat West-Europa in de KVI een allesover-heersende plaats inneemt met een produktie van bijna 4 miljoen ton semi's (waarvan Duitsland een kwart voor zijn rekening neemt) . De VS en Japan volgen met resp . 2,0 miljoen en 1,7 miljoen ton semi's in 1982 .

Daarbij kan aangetekend worden dat de drie genoemde regio's voornamelijk voor de eigen regionale markt produceren . Tabel 5 illustreert dit .

(15)

-9-Wat er in de EEG geYmportee rd of vanuit de EEG ge@xporteerd wordt a an semi's ligt in de orde van grootte van 10 % van de produktie . De landen afzonderlijk im- of exporteren relatief wel meer maar deze handel blijft voornamelijk beperkt tot de EEG zelf .

De handel in semi's van de USA en Japan is, zo blijkt uit tabel 5, nog geringer als die van West-Europa . Voor de VS ligt deze op 3-4% van de produktie . Japan importeert nagenoeg niets maar exporteert alleen zo'n

10 % semi's . Het is natuurlijk wel zo dat er bij de export van eind-produkten veel koper deze landen verlaat, maar de hoeveelheden zijn -nauwelijks kwantificeerbaar, omdat ze verdeeld zijn over enorm veel

verschillende produkten .

Tabel 5 . Produktie en handel van semi's in 1980 (x 1000mT) produktie import export

EEG Totaal 3 .360 261 433 waarvan ' BRD 1 .118 216 333 Frankrijk 658 201 213 Itali@ 598 140 95 UK 542 73 113 Belgi@ 338 42 278 Nederland 104 101 48 USA 2 .400 72 103 Canada 232 25 38 Japan 1 .800 3 194 Spanje 166 28 21 Joegoslavig 103 20 34 Brazilié 227 6 Bron : World Bureau of Metal Statistics .

Als we kijken naar de struktuur van het koperverbruik in de gelndus-trialiseerde landen dan zien we dat dit hoofdzakelijk plaatsvindt in de 5 sektoren die genoemd staan in tabel 6 .

Voor het geval Duitsland zijn deze sektoren in figuur 4 nogeens verder uitgesplitst naar de bijbehorende specifieke produkten .*7)

Tabel 6 . Koperverbruik naar sektoren in gelndustrialiseerde landen . Elektrotechnische produkten 51 %

Bouw en konstruktie 13%

Transportmiddelen 13% Machine- en apparaten industrie 16% Konsumptie goederen en diversen 7% 100 % Bron : Perlman en Davies, 1983 .

Tot slot van deze schets van de wereldkoperindustrie iets over de investeringen die gemoeid zijn met de diverse produktiefasen .

In het algemeen gelden de in tabel 7 vermelde investeringsnivo's (vgl . Balon (1983) en UNCTAD (1982)) . Deze zijn uitgedrukt in dollars per ton produktiekapaciteit per jaar . Bij semi-fabrikage zijn extra vermeld de bedragen die gemoeid zijn met het aanleggen van een werkvoorraad koper .

(16)

-10-Figuur 4 .

Copper Consumption by End-Use in theiFederal Republic of Germany (per cent)

1

~-CBEMSGI(. BNGSBBEffIBG BitCTRICITy AM ELECTRICJW PRODUCTS

(54-val— and itttitt9s 28 .1 Ch-1-1 and snqr . plant 11 .9 erense pordere 10 .1 Coppir -it . 6 .5 pe[raq. and aar-n . pit . 6 .5 Prietaon Warln9e 6 .2 electr . parer etau0n 4 .8 pnepe 3 .9 IfaM . tools snd otMr 11Nos .

prowss purp. 3.0 Oxy-aeeteleM-id. puap . 3.6 Stationary int

. -"b-t, enq . 2.1 PouMrinier rire 2.1 S .al1 ars and sporting n . . . 1 .9 erewry plant 1 .6 Pood procaesin9 plant 1 .5 Petrol . and'otl et . pit . 1.4 Mtifrictton bearings 1 .2 Sailing nt11 plant 0 .9 Yster deaalinatlor. Pit . 0 .8 Other 2 .4 I 13 .3 19 .9 15 .3 12 .3 6 .5 6 .3 5 .8 5 .6 2 .6 2 .2 0.2 Tbt.l 100 .0 Mirang ríres Powr cables Mandlro3 irae Tbiacc un. cable Other bles

fbtore and 9nMratnt4 Srltch9eat and Ixubar . Transforeare eirtn9 acceesorlea Teleco~+n . e9olp . fa.p eaPs Total 100.0 CONSTRUCTION (15 .4\) I

Pltaer'a fitt . And b[asa'Y+re 30 .7 IHrestlr aervica tubes 30 .8 Mater heatare 11 .6 eoofin9 S .9 Pastenin9s 4 .5 Lock. and fern . fittings. 4 .3 Wll claddtng IexterMl) 1 .3 Itetal sectlona (rindows,

fraae . . etcea

ert and Ivtl stin9s Potl for 9rauMuts .

1 .2 0.6 proofln9 0.4 wtterinqa And drain P .Pes 0 .3 Wqhtrng conductors 0.1 Tntel 100 .0 Cunswer •My^1~ a 1-W. shtn9 chanes 25.5 I Retra9erators 12 .4 I Cutlery 10 .0

Badio, T9 sade• 1wod1 e9 . 9 .7 ~ vacuwr claaae .w + .1 I M~toM an. nocklea 4 .7

32 .6

100.0 Total

Source : Commodities Research Uni). I tndln Ness Yin k .a

x DOMESTIC fYX06 (5 .5t) 1 T/UtlSPONT 11/1.7t1 r1 I laad transf•-uf vAich : ; eadfators ~ Cabl< narn~•a.•c I Tran Stsrter u••t.•r> ~ tar heaters -h-I Tc•ta 1 'Mt . I Total lutlvays uf .dtit•h . Ele,-trlfa. .att,•u Tranefnrwers Cat.ina P.lecl r . eiutors ioolln9 systens

(17)

Mb-Tabel 7 . Investeringen in de koperindustrie (in dollars per ton geYnstalleerde jaarlijkse produktiekapaciteit) .

investeringen voorraadfinanciering $/ton $/ton Noten

*2) .

*3) .

*4) .

1 . Ertswinning 5000-6000 2 . Smelten 1500-2000 3 . Raffinage 400-600 4 .

Kontinu-giet-installatie 70-100 200 ( 1 maand voorraad)

5 . Buizen produktie 800-1000 500 (2,5 maand)

6 . Walserij

1000-1500

500 (2,5 maand)

Bron : Balon (1983) .

Het verbruik van secundair koper is goed voor 38% van de totale vraag naar geraffineerd koper (zie hoofdstuk 4) .

Koperconcentraat wordt door verschillende koperexporterende landen die onvoldoende eigen raffinagekapaciteit bezitten geëxporteerd naar Japan en Europa . Dit is vaak goedkoper dan te investeren in een smelter of raffinaderij, vooral als de mijn niet al te ver van een zeehaven verwijderd is . Het concentraat kan dan nl.relatief goedkoop verscheept worden als bulkmateriaal . Zie : kirthisingha, 1982 .

Ook blisterkoper is een exportprodukt .

Het verder verwerken van koperconcentraat tot blister of kathodes in het mijngebied is lang niet altijd lonend vanwege de hoge investeringen en de

aanzienlijk lagere toegevoegde waarde t .o .v . de mijnbouw . De transportkoste-geven vaak de doorslag . Als de mijn ver verwijderd is van een zeehaven

(zoals in Zaire en Zambia) dan is een volume- en gewichtsvermindering via smelten en raffineren aan te bevelen (zie ook noot 2) .

*5) . Dit schroot gaat voor een groot deel direkt terug naar de KVI, als zgn . omloopschroot . Een ander deel gaat terug naar de

raffinaderij of komt in de schroothandel terecht . (zie verder hoofdstuk 4) .

*6) . Het koperverbruik wordt gemeten als het totale verbruik van

*7),

geraffineerd koper door de KVI .

In deze cijfers schuilt het gevaar van dubbeltelling . Geproduceerde wikkeldraad b .v . komt terecht in o .a . trans-formatoren en elektromotoren die onder de machine-industrie vallen .

(18)

-12-3 . De koperverwerkende industrie : een overzicht . 3 .1 Algemeen

Bij de produktie van halffabrikaten uit koper en koperlegeringen kunnen i .h .a . twee hoofdfasen onderscheiden worden :

a . Het d .m .v . een smelt- en gietproces omvormen van het uitgangsmateriaal (kathodes, legeringselementen en schoon

gesorteerd schroot) tot tussenprodukten als : kontinugegoten staaf, draadknuppels (wirebars), palen (billets), blokken (slabs) of

ringen en gietelingen (ingots) ook wel "broodjes" genoemd . b . Het d .m .v . diverse machinale bewerkingen omvormen van deze

tussenprodukten tot halffabrikaten .

In figuur 5 is dit schematisch weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt in drie kategoriegn :

I . De fabrikage van blanke koperdraad (ongelegeerd koper) t .b .v . de draad- en kabelindustrie ;

II . De fabrikage van geëxtrudeerde/getrokken en gewalste semi's uit zowel ongelegeerd als gelegeerd koper (meestal messing) ;

III . De fabrikage van bronzen en messing gietstukken .

Wordt het totale produktievolume van semi's in de wereld op 100 gesteld dan ligt het aandeel van de drie kategorie@n ongeveer op respektieve-lijk 50, 40 en 10 .

Zoals reeds is vermeld in hoofdstuk 2 komt kategorie III meestal niet in de produktiestatistieken voor .

Figuur 5 . De produktie van halffabrikaten van koper en koper-legeringen .

Uitgangs- Omvorming Tussen Omvorming

Half-materiaal d .m .v . produkt d .m .v . fabrikaat

Kathodes smelten/ recht- walsen -kontinuge-(zuiver Cu) kontinu- hoekige beitsen goten draad I gieten staaf trekken -warmgewalste

(warm) gloeien draad

gieten wirebar -getrokken draad KathodesCu/ smelten 1)billets extrusie -buis

legerings- (semi) piercen -staaf II elementen/ kontinu- trekken -draad

schroot gieten persen -profiel (schoon, zagen gloeien

gesorteerd) 2)blokken/ walsen -plaat

ringen gloeien -band

snijden -strip

schroot smelten ingots smelten -giet-III (schoon, gieten (broodjes) gieten stukken

gesorteerd) .

Dit is ook het geval in de twee volgende tabellen 8 en 9 waaruit een indruk verkregen wordt omtrent het relatieve verbruik en de produktie van de verschillende kategoriegn semi's .

(19)

Tabel 8 . Relatief verbruik van koper- en koperlegeringssemi's in de westerse wereld in 1982 (in procenten) .

Produkt koper koperlegeringen totaal 1 .Draad 49 2 51 2 .Staven en profielen 2 17 19 3 .Plaat, band en strip 7 11 18 4 .Buís 9 3 12 Totaal 67 33 100 Bron : IWCC (in Perlman and Davies, 1983)

Tabel 9 . Produktie van semi's i n de EEG *) in 1980 (x 1000 mT)

produkt koper geleg .koper totaal

x 1000 % x 1000 % x 1000 % ton ton ton

draad 1666 76 74 6 1740 52 staven en profielen 73 3 601 51 674 20 plaat en strip 184 8 346 29 530 16 buis 262 12 130 11 392 11 overige 1 1 24 3 25 1 totaal 2186 100 1175 100 3361**100

*) geproduceerd door meer dan 170 bedrijven met in totaal 90 .000 werknemers

**) is ongeveer 35% van de wereldproduktie van semi's die i n 1980 op 9 .115 .000 ton lag ( exkl . oostblok) .

Bron : Halbzeug report DKI (1983)

3 .2 . De fabrika g e van blanke ko 2erdraad . (Kategorie I)

De meeste koperdraad wordt gemaakt van primair en ongelegeerd koper, hetgeen zoals reeds vermeld ca . 50% van het totale koperverbruik omvat (slechts ca . 2% van het verbruik bestaat uit gelegeerd koperdraad voor mechanische toepassingen) .

Vroeger, maar ook nu nog wel, gebruikten de draadfabrieken zgn . "wirebars" (draadknuppels)*1) als uitgangsmateriaal . Deze moeten verhit worden, tot staven gewalst en vervolgens tot een dikke draad getrokken worden, de zgn . "Hot Rolled Rod" (HRR) . De draden worden aan elkaar gelast en op rollen opgespoeld . De HRR kan weer verder getrokken worden tot de gewenste diameter .

Tegenwoordig is HRR voor een groot deel vervangen door kontinu gegoten koperdraad (Continuous Cast Rod - CCR) waarbij een smeltoven gevoed wordt met kathodes en via gieten, walsen en beitsen een koperdraad van 8-15 mm . doorsnede kontinu wordt geproduceerd . Deze draad wordt opgespoeld op rollen die tot 5 ton CCR kunnen bevatten *2) .

De meeste moderne draadfabrieken gebruiken tegenwoordig deze CCR als uitgangsmateriaal . Daarbij vormt de produktie van ongeisoleerde draad slechts een gering bestanddeel ; meestal worden eindprodukten op de markt gebracht zoals installatiedraad en -kabels, telekommunikatiedraad en -kabels, energiekabel en wikkeldraad . Op deze eindprodukten wordt hier niet verder ingegaan .

De halffabrikaten in deze kategorie zijn enerzijds HRR en CCR en anderzijds de getrokken blanke koperdraad van diverse diameters . Het materiaalstroomschema voor de produktie van blanke koperdraad op basis van zowel CCR als HRR is gegeven in figuur 6 .

(20)

-Figuur 6 Materiaalstroomschema voor de produktie van koperdraad H Refinec copper Melt

JI

Cast Wire Bar

I

Preheat

I

~ I Roll Pickle I Draw & anneal Inspect CCR Continuous cast Copper wire 'Materiaalverlies (schroot)

(21)

-15-De ommezwaai van HRR naar CCR ging in het begin uit van de draad- en kabelindustrie . Deze is nl . gebaat bij uitgangsmateriaal van uniforme kwaliteit zonder lasverbindingen erin . De lasverbindingen zijn nl . de oorzaak van de vele draadbreuken die bij verder trekken optreden

(vooral bij het trekken van zeer dunne draden) .

De produktiegroei van CCR is zeer snel gegaan met een tweejaarlijkse kapaciteitsverdubbeling in de jaren zestig en een vierjaarlijkse

verdubbeling in de jaren zeventig .

De wereldkapaciteit ligt nu al bijna bij de 8 miljoen ton/jaar waarmee ze het grootste koperverbruikssegment is geworden in de koperindustrie (zie tabel 10) .

Tabel 10 : Ontwikkeling van de CCR-produktiekapaciteit 1965-1982 (x 1000

mT) Gebied 1965 1970 1975 1979 1982 1984 USA 214 375 865 1251 1966 1949 West-Europa - 110 791 1804 2300 2322 Japan - 221 616 953 1350 1358 Zuid-Afrika - 70 70 70 102 102 Oostblok - 33 65 356 356 511 Overige - - 101 339 1036 1534*1)

Totaal 214 809 2508 4773 7110 7776

1) Latijns Amerika : 406, Australie 226, Azie (excl .Japan) 895 .

Bron : CRU (in Metall, mei 1980) en Copper Studies, april 1982 en januari 1984 .

Door de snelle groei in de produktiecapaciteit van CCR is er een kapaciteitsoverschot ontstaan, dat nog steeds groeit omdat veel verouderde warmwalsbedrijven die met wirebars werken nog moeten overstappen op CCR . Het kapaciteitsoverschot wordt geschat op ca . 40%

(zie Copper studies, jan .'84) .

Naast de draad- en kabelindustrie zijn ook veel raffinaderijen CCR gaan produceren, vooral in Europa . CCR wordt daardoor in toenamende mate beschouwd als een raffinaderijprodukt en steeds minder als een halffabrikaat .

Een van de grootste CCR producenten ter wereld is Metallurgie Hoboken Overpelt (MHO) in Olen, Belgi@ . In 1978 produceerde MHO, 230 .000 ton CCR (ten opzichte van 15000 ton in 1973, zie CS maart '78), die voor-namelijk ge@xporteerd werd naar andere EEG landen . Het door MHO ontwikkelde "Contirod" procedé is inmiddels over de hele wereld verspreid .

3 .3 De fabrikage van ge8xtrudeerde-getrokken en gewalste halffabrikaten .

Onder deze kategorie vallen halffabrikaten uit zowel ongelegeerd als gelegeerd koper ; resp . 18 en 33% van het totale verbruik (volgens tabel 8) .

De materiaalstroomschema's zijn weergegeven in figuur 7, links voor de ongelegeerde en rechts voor de gelegeerde semi's .

(22)

-16-Figuur 7 Materiaalstroomschema's voor de produktie van koper- en koperlegeringssemi's (exklusief draad)

I

Extrude Draw'

I

Anneal* & pickle Inspect Copper rod Draw Anneal & finish

I

Inspect Copper tube

-17-Copper alloy scrap, Alloy slab Preheat Hot roll Scalp Cold roll Anneal Alloy flat Finish & inspect Zinc & alloy Preheat Extrude Cold draw Anneal Pickle Finish & inspect Alloy rod,bar

wire & sectio

Alloy billet Preheat Extrude Cold draw Anneal Pickle Finish & inspect Alloy tube

(23)

Bedrijven in deze kategorie verwerken grote hoeveelheden koperschroot (tot 100% van de input) . Er zijn er echter ook die helemaal geen schroot inzetten, maar hun legeringen zelf samenstellen uit nieuw koper, nieuw zink e .d . In deze laatste gevallen gaat het veelal om de produktie van hoogwaardige soorten messingband . (zie ook figuur 2) Bedrijven kunnen hun uitgangsmateriaal zelf smelten en gieten tot tussenprodukt maar ze kunnen deze ook betrekken van een sekundaire smelter . De belangrijkste tussenprodukten zijn de "billets" en "slabs" . "Billets" zijn massieve cylindrische vormen met een diameter van 10-20 cm . en een lengte van ca . 1,5 m . "Slabs" zijn zware blokken van ongeveer 10 m . lang, 1 m . breed en 30 cm . dik .

De meeste bedrijven bezitten hun eigen smelterij en gieterij, waarmee ze ingekocht materiaal smelten, zelf legeringen samenstellen en daarvan billets of slabs gieten . Dit gaat meestal via een kontinu of

semikontinu gietproces .

Veel schroot is daarbij afkomstig van de eigen afnemers . Daarnaast wordt schroot ingekocht via onafhankelijke handelaren (zie ook hoofdstuk 4 en figuur 2) .

De afzetmarkt voor messingssemi's (het rechterdeel van figuur 7 en goed voor eenderde van het totale verbruik van semi's) is door P .Baudlet (in Metall, maart 1981) nader geanalyseerd . Hij geeft een overzicht van het verbruik van messingssemi's in Westeuropa, Japan en de USA in 1979 (zie tabel 11) waaruit blijkt dat er in dat jaar meer dan 2,5 miljoen ton messingsemi's afgenomen werden waarvan 54% uit staaf, profiel en draad, 39 % uit gewalste produkten (band) en 7% uit buis bestond .

Tabel 11 : Verbruik van messingzsemi's in 1979 .

West-Europa Japan VS

looot % looot % looot %

Gewalste produkten 362 32 187 38 443 48

Staaf, profiel,draad 674 61 267 54 419 46

Buizen 78 7 37 8 58 6

Totaal 1114 100 491 100 920 100

Aandeel in % 44 20 36

Bron : Metall, Maart 1981 .

Totaal looot %

992 39

1360 54

173 7

2525 100 100 Figuur 8 Verbruik van messingsemi's 1965-79 i,o jaar P }1

(24)

Uit figuur 8 blijkt dat het verbruik sinds 1965 nogal schommelde, in 1973 een top bereikte en in 1975 (na de eerste oliecrisis) een dieptepunt . Na 1975 is de markt weer iets aangetrokken, maar het nivo van 1973 werd nog niet gehaald . In de struktuur van de vraag is in de afgelopen 10 jaar wel enige verandering gekomen, zoals de tabellen in bijlage 2 aantonen .

De veranderingen per eindverbruikerskategorie lopen nogal uiteen ; zo nam het verbruik van geëxtrudeerde messingsemi's (staf, draad en profiel) in de personenwagenbouw met ca . 11% toe, maar dat van gewalste semi's in dezelfde kategorie met meer dan 30% af . En dit bij een toename van de automobielproduktie van 40% . Voornaamste oorzaken hiervoor zijn de opkomst van substitutiematerialen (aluminium, PVC etc .) en de miniaturisering van komponenten .

De telekommunikatieindustrie (m .n . telefoon) gaf een terugval in het messingverbruik te zien van maar liefst 80%, vooral ten gevolge van de invoering van elektronische schakelverbindingen . Het verbruik in de elektrotechnische industrie is in absolute termen wel toegenomen, maar is toch achtergebleven bij het groeipercentage van deze sector . Ook hier hebben substitutiematerialen en miniaturisering toegeslagen .

In bijlage 2 zijn verder enkele illustraties opgenomen van toepassingsgebieden van de in deze paragraaf genoemde halffabrikaten . De groothandelsfunktie .

Hebben we bij de eerste kategorie halffafbrikaten te maken met een tamelijk uniform produkt, in kategorie II is de variatie aan legeringen, vormen en afmetingen des te groter . De distributie van deze semi's is daarom een stuk ingewikkelder . Ze vindt hoofdzakelijk plaats via 2 kanalen nl . via zelfstandige over opslagkapaciteit beschikkende groothandelaren en via de bedrijfsgebonden verkoop .

Vooral het eerste kanaal heeft in de laatste 20 jaren sterk aan betekenis gewonnen .

Alleen breed gesorteerde en grote magazijnen kunnen op korte termijn voldoen aan de specifieke vraag van een rijk geschakeerde afnemers-groep . Gemiddeld heeft men daarom wel zo'n 2000-3000 afmetingen en legeringen op voorraad liggen, en er zijn zelfs handelaren die meer dan 4000 produkten voeren . Naast koper- en koperlegeringssemi's voert men vaak ook andere non-ferro en roestvrij-stalen halfprodukten .

Als funkties van de groothandel kunnen de volgende genoemd worden : - Buffervoorraad ;

- Transport (van producent via magazijn naar komsument) ;

- Financiering en overname van het risiko van prijsschommelingen ; - Technische en materiaal-ekonomische advisering aan afnemers ; - Voorbewerking via snijden, knippen of zagen op maat .

De groothandel vervult dus een belangrijke brugfunktie tussen de KVI en de afnemers .

Parker (Metal Bulletin, special issue 1974) beschrijft deze als volgt : a) Naar de KVI toe kan de groothandel een kontinue afname garanderen,

zodat die met optimale produktieseries kan werken . De groothandel verlost de KVI van de last van de marketing en verkoop van produkten aan de kleinere afnemers . Bulkafnemers bedient de KVI i .h .a . wel

zelf .

b) De afnemers, en dan vooral de middelgrote en kleine, kunnen een lagere inkoopprijs bedingen als ze grote hoeveelheden tegelijk af-nemen . Dit betekent meestal dat ze een deel in voorraad moeten houden, waarmee weer kosten zijn gemoeid . Parker noemt voor 1974 15% aan rentekosten op jaarbasis voor kapitaal geinvesteerd in metaal-voorraden . Met bijkomende kosten schat hij de jaarlijkse kosten voor het in voorraad houden van koper- en koperlegeringsemi's op meer dan $300 per ton . Men koopt daarom steeds vaker in via de groothandel .

(25)

-19-c) Een belangrijke risikofaktor voor afnemers is de nogal vari@rende koperprijs . Er zijn tijden geweest dat men voor $1800 per ton in-kocht terwijl de prijs een maand later, bij de verwerking, op $1350 lag . Natuurlijk kan dit ook andersom uitpakken maar het blijft een een gok . Het voordeel van de groothandel is dan dat men de dagprijs betaalt op het moment dat het materiaal ook verwerkt wordt .

d) Een verder voordeel voor afnemers om bij de groothandel in te kopen is, dat ze het materiaal exakt op maat en in de gewenste vorm kunnen krijgen . Men hoeft dus niet te investeren in voorbewerkingsmachines, men heeft voldoende aan een beperkte magazijnruimte en men beperkt de hoeveelheid geproduceerd koperafval in het bedrijf .

3 .4 . Sekundaire smelters en non-ferro gieterijen . (Kategorie III)

Sekundaire smelters hebben een tweeledig doel, ze moeten het schroot ontdoen van verontreinigingen en ze moeten nieuwe verkoopbare

legeringen produceren . Veelal worden de geproduceerde messing- en bronzen gietelingen ("ingots" of broodjes) verkocht aan non-ferro gieterijen die er vervolgens produkten van maken als pomphuizen, lagers, machine-onderdelen en ambachtelijke produkten ( zie bijlage 3) . Non-ferro gieterijen gieten naast brons en messing ook meestal aluminium, zowel in zand als in coquilles . Nog tot i n de 60-er jaren hadden deze bedrijven een tamelijk negatief imago, vooral vanwege de slechte arbeidsomstandigheden en de milieuverontreiniging die ze veroorzaakten . Daar is door technische verbeteringen veel aan veranderd

i n de laatste jaren .

Tegenwoordig werken de meeste N-F-gieterijen met enkelstuksfabrikage en kleine series (tot + 100 stuks) . Massafabrikage van de kleinere messingprodukten zoals b .v . water- en gasfittingen, pomp- en ventielhuizen en auto-onderdelen ( T-stukken, ringen, klemmen, ventielen enz .) i s praktisch geheel overgenomen door warmpersbedrijven, die daar-voor messingstaf als uitgangsmateriaal gebruiken ( zie bijlage 3) .

N-F-gieterijen zijn meestal kleine bedrijven ; de produktie i s relatief arbeidsintensief en vereist veel traditioneel vakmanschap ( modellen en matrijzen maken, zandgieten) . Aluminiumlegeringen nemen er steeds meer de plaats i n van koperlegeringen .

Een brancheonderzoek in de Nederlandse non-ferro-gieterijen, en dan met name de zand- en coquillegieterijen ( NEHEM 1981) kwam tot de konklusie dat de markt voor deze bedrijven een geleidelijke daling vertoont, en dat er sprake i s van een aanzienlijke overkapaciteit mede tengevolge van investeringen gedaan ten behoeve van rationalisatie en kosten-beheersing .

Ook Kemper (i n Metall van november 1981) komt tot de konklusie dat er een algemene teruggang gekonstateerd kan worden i n de produktie van gietwerk uit koperlegeringen i n de gehele westelijke wereld, op Itali@

na . Dit i s te zien i n tabel 12 .

Tabel 12 . Produktie van gietprodukten uit koper en koperlegeringen in enkele landen ( x 1000 ton) .

Land 1970 1980

U .K . 73 56 Frankrijk 43 33 Itali@ 68 95 Duitsland 99 87 U .S .A . 341 226 Japan 117 95

Bron : Metall, november 1981, p .1149 .

(26)

-20-De oorzaken liggen voornamelijk in de toepassing van andere, vaak goedkopere materialen zoals kunststof, roestvrij staal en aluminium en

in de toepassing van modernere technieken zoals het warmpersen .

Noten

*1) . Blokken van ca . 10 cm vierkant en 1 tot 1,5m lang .

(27)

4 . De sekundaire koperstroom . Gluschke et al . (1979) erg aantrekkelijk is substituut vormt voor het Daar komt bij dat industrielanden zonder technologie

stellen dat recycling voor de koperindustrie omdat het sekundaire produkt een perfekt primaire metaal dat uit erts wordt verkregen . recycling de importafhankelijkheid van eigen kopervoorraden vermindert, dat de van het raffineren van schroot veel eenvoudiger is dan het winnen van metaal uit erts, dat de kapitaalsinvesteringen voor schrootverwerking relatief laag zijn, en dat het milieu er minder door belast wordt dan bij de op erts gebaseerde raffinage . Verder ligt er in het schroot een aanzienlijke hoeveelheid energie opgesloten zodat er een belangrijke energie-besparing wordt bereikt t .o .v . de produktie van nieuw koper .*1) .

In tabel 13 zijn de aandelen van diverse soorten non-ferro schroot in het totale verbruik weergegeven . Het terugwinningspercentage van koper blijkt rond de 38% te liggen .

Tabel 13 . Schrootaandeel in het wereldverbruik van non-ferro metalen . Verbrauch davon und Abtallmatenal Einsatz von

Alt-in allen Formen Alt-in Erzeugnissen Alt-in anderen und Abfallmaterial der Hutten und Produkten') insgesamt

Raffinerien

1981 1982 1981 1982 1981 1982 1981 1982 in Mill . t in Mill . t in Mill . t in % Aluminium . . . 15,09 14,71 - - 4,09 4,01 27,1 27,3 Kupfer . . . . 9,79 9,09 1,12 1,16 2.53 2,33 37,3 38,4 Zonk . . . 5,76 5,53 0,45 0,48 0.95 0 .86 24,3 24,2 Blei . . . 4,01 3,96 1,82 1,65 0,19 0,17 50,1 46,0 Zinn . . . 0,19 0.18 - - 0,04 0,03 21,1 16,7 Insgesamt . . . . 34,84 33,47 3,39 3,29 7,80 7,40 32,1 31,9

') Fur Umschmelzmetall, Legierungen, als duekter Schrottemsatz sowie in der chemischen Industne .

Bron : Metall, december 1983 .

In figuur 9 is de schrootstroom in Nederland weergegeven . Hieruit blijkt ook het onderscheid tussen oud en nieuw schroot . Het oude schroot, afkomstig van finale gebruikers, en een deel van het nieuwe schroot vloeit via de kollekterende schroothandel naar de producenten terug .

Nieuw schroot, dat grotendeels bij halffabrikaat-verwerkende bedrijven (metaalprodukten-industrie) vrijkomt gaat voor een deel rechtstreeks terug naar de halffabrikaatproducent die het omsmelt en er weer nieuwe halffabrikaten van maakt . Dit deel noemt men het omloopschroot .

De kwaliteit van oud en nieuw schroot i s nogal verschillend . De samen-stelling van nieuw schroot i s doorgaans bekend en wordt reeds bij het produktieproces verzameld, b .v . in draaierijen, stamperijen en perserijen die o .m . bouten, moeren en schroeven maken .

Oud schroot i s vaak vermengd met andere materialen waardoor het om-smelten bemoeilijkt wordt en er meer scheidingsbewerkingen nood-zakelijk zijn *2) . Dit i s b .v . het geval bij koperkabelafval ; droge kabel moet gescheiden worden van zijn kunststofomhulsel en de vette grondkabel van zijn teer- en loodomhulsel .

De inzameling van non-ferrometalen i s veelal gekoppeld aan die van ferro, omdat het eerste dikwijls vrijkomt bij de sortering van het tweede ( scheiding door middel van magneten) . Het sorteren van non-ferro schroot gebeurt nog grotendeels met de hand, i .t .t . het sorteren van ijzer- en staalschroot dat machinaal gebeurt . De sortering geschiedt

(28)

-22-aanbod finale gebruikers : gezinnen en bedrijven 1 oud schroot aanbod halffabrikaat-producerende en verwerkende industrie nieuw schroot omloop schroot geimporteerd schroot

schroot aanbod uit binnenland via schrootbranche Totaal schrootaanbod (x1000 ton)

ferro 1500-1800 aluminium 60-70

koper 50-60

vooral ferro

voorraad basis en

metaal-produktenindustrie

Fig . 9 . De schrootstroom in Nederland . Bron : NIB, 1980 .

aan de hand van standaard-klassifikaties, die een weerspiegeling vormen van de wensen en verwerkingsmogelijkheden van de industrie .

De schrootbranche wordt weleens beschouwd als een grondstoffen-producerende sektor . Landen die arm zijn aan koperertsen zullen daarom hun produktie zoveel mogelijk richten op schrootintensieve produktie-processen . Voor ertsrijke landen geldt het omgekeerde .

Door middel van handelspolitieke maatregelen probeert men het hergebruik van vooral koper in de EEG zo hoog mogelijk te houden . De uitvoerkontingenten vanuit de EEG worden op een laag nivo gehandhaafd zodat de handel in schroot zich voornamelijk binnen de EEG afspeelt . De export van koperschroot uit Nederland, voornamelijk gesorteerd oud schroot, heeft een waarde van rond de 100 miljoen gulden per jaar en gaat voor meer dan de helft naar Duitsland . Ook Belgig en Noord-Italië zijn afnemers van belang .

Om een indruk te geven van de verschillende prijsnoteringen voor nieuw koper en koperschroot is de West-Duitse marktprijs van 5-10-1983 als voorbeeld genomen (zie tabel 14) .

(29)

-23-Tabel 14 . Prijzen van nieuw koper en messing alsmede die van schroot, in West-Duitsland op 05-10-1983 (DM per 100 kg) .

Nieuw koper en messing Koper messing schroot

"High grade" kathodes 372-380 Koperdraad afval 340-350 "Standard" kathodes 364-380 Ms 58 (staf-einden) 270-285 Ms 58 ( messingsemi's) 342-350 Ms 58 (spanen) 260 Ms 63 ( -idem-) 386-390 Ms 63 300-305 Bron : Metall, november 1983 .

Noten

Dit geldt vooral voor "oud" schroot . Bij "nieuw" schroot moet men immers eerder spreken van verspilling van energie . Men streeft in de KVI en in de eindverwerkende industrie daarom logischerwijs naar een zo groot mogelijke beperking van de hoeveelheid geproduceerd afval .

*2) . In Nederland heeft een twintigtal ondernemingen zich toegelegd op de veredeling van non-ferro schroot . Daarnaast bestaat er één

(30)

5 . Horizontale koncentratie en vertikale integratie in de koperindustrie .

Gluschke et . al (1979) onderzochten de mate van horizontale koncen-tratie op het nivo van de primaire produktie door aantallen producenten te relateren aan hun aandeel in de totale produktie-kapaciteit (naarmate minder producenten een groter kapaciteitsaandeel hebben is de horizontale koncentratie hoger) . De auteurs komen tot de konklusie dat de koncentratie in de mijnbouw relatief laag ligt ; de zeven grootste producenten bezitten 50 % van de kapaciteit (in de nikkelindustrie beschikken twee bedrijven al over de helft van de totale

produktiekapaciteit) .

In de KVI ligt de koncentratiegraad op een duidelijk lager nivo . Hier bezitten de 25 grootste bedrijven ongeveer 45% van de totale produktie-kapaciteit . (Zie bijlage 4 voor een bedrijvenoverzicht en hun kapaciteitsaandeel) .

De vertikale integratie, d .w .z . de mate waarin de verschillende stadia van het koperproces in bezit zijn van dezelfde bedrijven is hoog in de VS en Japan en relatief laag in West-Europa . Toch zijn er ook hier voorbeelden te noemen van voorwaarts en achterwaarts gelntegreerde

bedrijven zoals b .v . de Belgische "Société Général" en de "Norddeutsche Affinerie" (voorwaarts geMntegreerd) en het PUK koncern in Frankrijk en AEG Telefunken en GutehoffnungshUtte in Duitsland (achterwaarts geinte-greerd) .

Bijlage 4 bevat een korte beschrijving van een aantal belangrijke bedrijven waarin o .a . de geaffilieerde bedrijven en dochteronder-nemingen vermeld staan . Voor Belgig is de gehele struktuur van de non-ferro industrie weergegeven, inklusief de participatiegraad van de "Union Minigre (UM)" in de diverse bedrijven .

Een voorbeeld van achterwaartse integratie levert ook Philips waar het de produktie van draad en kabel betreft . Philips heeft via zijn dochterondernemingen verenigd in de NKF groep 90% van de Nederlandse produktiekapaciteit naar zich toe getrokken . In bijlage 4 is tevens de huidige produktiestruktuur en produktallokatie van draad en kabel binnen de NKF groep in Nederland opgenomen .

(31)

6 .

De markt voor semi's van koper en koperlegeringen . 6 .1 . Marktbepalende faktoren .

In hoofdstuk 2, is in algemene termen iets gezegd over het koperverbruik in de wereld. In deze paragraaf wordt iets dieper ingegaan op met name de markt voor halffabrikaten. Om een idee te geven van de faktoren die deze markt bepalen is in bijlage 5 een ekonometrisch model van de kopermarkt weergegeven, dat ontwikkeld is door de Commodities Research Unit (CRU), waarmee men de lange termijn ontwikkelingen op die markt probeert te voorspellen .

In dit model is aan de vraagzijde van belang het nivo van de industri@le produktie in de voor koper belangrijke sektoren als de elektrotechnische industrie, de machinebouw, de transportmiddelen-industrie, de bouw en de konsumptiegoederenindustrie . De vraag naar semi's is een afgeleide van de vraag naar eindprodukten in deze sektoren . Als de vraag naar eindprodukten groeit vanwege een expanderende binnenlandse- of exportmarkt zal 6f de produktie van semi's,

of de invoer daarvan, 6f beide moeten toenemen . Landen als Japan, Brazilië en Mexico hebben gekozen voor importsubstitutie, d .w .z . de invoer werd vervangen door eigen produktie van semi's . Hiertoe voerde men koncentraat in, en verwerkte dat zelf verder (Japan), 6f men voerde geraffineerd koper in (Brazili8) 6f men ontgon de eigen kopervoorraden (Mexico en Brazili@) . In alle gevallen echter was de allereerste voorwaarde het bestaan van een eigen eindverwerkende industrie .

Een ander aspekt van de markt voor semi's kan gerllustreerd worden door Australi@ en Canada, beide aanzienlijke koperproducenten . De produktie in deze beide landen is aanzienlijk groter dan de binnenlandse behoefte

(i .t .t . de VS), zodat het overschot ge@xporteerd wordt . Deze export bestaat voor het grootste deel uit koncentraat, blister of kathodes maar niet uit semi's . Blijkbaar is dat voor deze landen voordeliger . Waarschijnlijk moet de verklaring hiervoor gezocht worden in de transportkosten en de invoerheffingen (zie ook : Kirthisingha, 1982) . Voorlopig kunnen we er dus vanuit gaan dat de vraag naar semi's bepaald wordt door de binnenlandse afnemers .

Een indikator waarmee het belang van de koperindustrie in een land aangegeven wordt is het verbruiksnivo (in kg) per hoofd van de bevolking .*1) . In het linker gedeelte van tabel 15 is de globale ontwikkeling van deze variabele weergegeven voor verschillende landen . Het blijkt dat er een verzadiging van de markt optreedt bij een koper-verbruik per hoofd van ergens tussen de 9 en de 12 kg . Een belangrijke beTnvloedende faktor daarbij is de koperintensiteit van de export, want het is natuurlijk niet zo dat al het verbruikte koper in het

betreffende land blijft .

Verder is de opkomst te zien van enkele nieuwe industrielanden waarvan Taiwan het belangrijkste is . Een andere maat die gebruikt wordt is de verbruiksintensiteit van koper , waarmee het verbruik van geraffineerd koper gerelateerd wordt aan een of andere macro-ekonomische indikator (b .v . het BNP) . Deze is weergegeven in het rechtergedeelte van tabel 15 en toont een onmiskenbare daling aan in de getndustrialiseerde landen sinds 1960 . Het omgekeerde is gebeurd in de nieuwe industrielanden waar aanzienlijke stijgingen zijn gerealiseerd . Het valt niet te verwachten dat de zich nu industrialiserende landen dezelfde koper-verbruiksintensiteit zullen bereiken als de geYndustrialiseerde . Deze landen kunnen al volop gebruik maken van substitutiematerialen en nieuwe technologie@n die de rol van koper terugdringen . Het maximale toekomstige koperverbruik in de nieuwe industrielanden zou mogelijk

(32)

~26-rond de 6 kg/hoofd kunnen komen te liggen .*2) . De meeste ontwikkelings-landen zitten nu echter nog op een nivo van beneden de 1 á 2 kg/hoofd . Tabel 15 . Koperverbruik per hoofd van de bevolking (in kg) en relatieve

verbruiksintensiteit van koper (tonnen/eenheid BNP) . kg/hoofd Verbruiksintensiteit (1960=100) Land

1960 1970 1980 1970 1980

West Duitsland 9 11 10-12 90 70 Itali@ 4,5 5 6 85 -UK 10,5 9,5 9 70 40 Japan 4 9 13 110 -USA 9 10 10-12 90 80 USSR 3 4 75 Portugal 1 2 -Brazili@ 0,5 0,8 2 150 180 Taiwan 0 - 5 60 130 Korea 0 - 3 130 270 Mexico 1 - 2 130 160 India 0,1

-Bronnen : Gluschke, et . al .(1979) en Copper Studies, dec . 1982 . 6 .2 Ontwikkeling van de koperverbruiksintensiteit .

Welke faktoren bepalen nu de teruggang van de koperverbruiksintensiteit in de gelndustrialiseerde landen? Doorgaans worden de volgende vier kategoriegn genoemd .*3) .

1 . De trend naar besparing op materiaalgebruik in de industrie . Hieronder valt ook de miniaturisering en de revolutie in de komponentenbouw en geMntegreerde schakelingen in de elektronika . 2 . Substitutie door alternatieve materialen met physieke

eigen-schappen die lijken op die van koper zoals aluminium en roest-vrijstaal, maar ook door anderssoortige materialen als

kunst-stoffen (PVC) .

3 . Substitutie t .g .v . nieuwe technologie@n, die het gebruik van koper overbodig maken . Een belangrijk voorbeeld is glasvezelkabel voor telekommunikatiedoeleinden (telefoon) .

4 . Veranderingen in de samenstelling van de industriele produktie van koperintensieve naar een minder koperintensieve produktie .

Een goed voorbeeld van het effekt van met name de eerste groep faktoren levert de elektrotechnische industrie in de VS en Japan . Tussen 1965 en

1980 verdriedubbelde in de VS de output van deze industrie, maar t .g .v . de gedaalde koperintensiteit in deze branche nam het koperverbruik in de branche slechts met 60% toe .

In Japan is deze trend nog sterker . Terwijl de output van de elektro-technische industrie van 1960 tot 1980 met een faktor 16 toenam, daalde de koperintensiteit met maar liefst 75% . Ook in andere sektoren is er in Japan een teruggang in de koperintensiteit te konstateren, al-hoewel minder sterk . In de transportmiddelen industrie daalde de koper-intensiteit sinds 1960 met 55%, in de machinebouw met 45%, maar in de Japanse bouwsektor is de koperintensiteit toegenomen (o .a . door een

toename in de toepassing van koperen dakbedekking) .

Een ander voorbeeld van afgenomen metaalverbruik is te zien in de produktie van koperen buizen, dat tussen 1965 en 1977 afnam met 22% .

(33)

-27-Deze afname was voornamelijk het gevolg van de dunnere wanddiktes (zie fig . 10a) . .pra. M -AbMMwM E M =

Fig . 10a : Hoeveelheid koper per Fig . 10b : Koperintensiteit in de lengte-eenheid buis bouw 1972-1982 USA USA 1965-1980 (inlb/ft) Bron : Metall, november 1983 . Na 1977 is het gemiddeld gewicht van koperen buis per lengteeenheid echter weer toegenomen i .v .m . de toepassing van buizen met grotere dia-meters (voor brandblussystemen en zonne-energiesystemen) . O .a . hier-door wordt toename van de koperintensiteit in de bouw verklaard (fig .

10b) .

Waar het gaat om substitutie van koper door andere materialen en technologie@n springen 3 terreinen i n het oog . Dit zijn :

a) Toepassing van aluminium i n sterkstroomkabel . Aluminium heeft ca . een kwart van deze markt veroverd maar er zit weinig groei in van-wege de hoge aluminiumprijs .

b) Toepassing van aluminium in autoradiateurs ten koste van koper en messing . Enkele autofabrieken waaronder Volkswagen zijn overgestapt op de aluminium radiateur maar het i s onduidelijk of de tendens zich doorzet (het marktaandeel van aluminium radiateurs i n Europa ligt nu rond 15%) .

In 1937 werd er in een 10 PK auto 18-20 kg koper verwerkt, waarvan 9 kg in de radiateur, 4,5 kg i n de elektrische i nstallatie en 4,5-7 kg in andere onderdelen zoals glijlagers, leidingen, moeren, i nstru-menten e .d . Destijds was dat 2% van het gewicht van het voertuig . Tegenwoordig i s er in een Europese middenklassewagen nog maar 8 kg koper verwerkt, ca . 1% van het gewicht . ( Zie Metall, december 1980) .

Figuur 11 laat zien dat het in de laatste 10 jaar met de afname van de koperintensiteit i n de automobielindustrie i n de USA toch nogal meegevallen i s . Naast de konkurrentie van aluminium voor radiateurs, bleek er een toenemende vraag te zijn naar elektronika i n auto-mobielen .

Vooral in het licht van de hoge aluminiumprijs lijkt de koper-i ntenskoper-itekoper-it zich in dit marktsegment te stabiliseren .

c) De toepassing van glasvezelkabel i n de telekommunikatie-sektor zal in de komende 10 jaar sterk toenemen . In 1980 was dit marktsegment nog goed voor 14% van het totale koperverbruik . Verwacht wordt dat rond 1995 het grootste deel van alle telefoonkabels tussen centrales onderling door glasvezelkabel vervangen zullen zijn . Bij huis-telefoonaansluitingen zal dat percentage dan 60 bedragen, zo luidt de verwachting (Netall, januari 1983, p .88) .

(34)

-28-n.

I

I

t

t

I

A

I

Fig . 11 . Koperintensiteit in de automobielproduktie. Bron : Metall, november 1983 .

6 .3 . Kopermarkt in relatie tot technologie .

Een interessante aanvulling op de analyse van de kopermarkt geeft Lyman (in Metall, november 1983) waarin hij de relatie onderzoekt tussen koper en technologie in de USA . Hij begint met de konstatering dat koper op de verschillende markten vanwege haar specifieke eigenschappen toegepast wordt . Dit is te zien in tabel 16 waar het koperverbruik gerangschikt is naar het relatieve belang van de diverse eigenschappen . Deze specifieke eigenschappen van koper worden door de verbruikers op verschillende technologische nivo's benut, waarbij Lyman drie nivo's onderscheidt : het laagtechnologisch nivo, een middennivo en een hoog-technologisch nivo (zie tabel 17) .

Tabel 16 : Koperverbruik naar eigenschap, VS 1982 (in milj . lbs) Mengen Anteile in % Elektrische Leitf~higkeit 2,895 57,0 Korrosionsresistenz 1,114 21 .9 Wármelertfëhigkeit 615 12,1 Konstruktive Eigenschaften 377 7 .4 /lsthetische Eigenschaften 82 1,6

Insgesamt 5,083 100 .0 Bron : Metall, nov . 1983 Tabel 17 : Technologienivo's van het koperverbruik in de VS in 1982 (metaalinhoud in milj . lbs) . Unterer Bereich

Installation und Hetzung (599) Hausleitung (528)

RaumklemaUSierung und Kuhl-techmk (316) Industriearmaturen (77) und -venble (177) Elektrische Haushaitsgerate und -lertung (141) Munzwesen(137)

Leuchten und Lampen (134) Rustungsartekel (97) Hausbauelemente (79) Mittlerer Bereich Betnebsausrustungen(556) Fahrzeugbau (419) Kraftwerke (403) Industriewarmetauscher (55) Instrumente auBer elektri-sche (46) StraBenfahrzeugbau aufier Automobile (33) Schtenenfahrzeugbau (25) Schtffsbau (21) Oberer Bereich Fernmeldetech-nik (682) Industneelektromk (185) Unterhaltungs-elektronik

Gerate, Schneid- und Haushalts-artikel (60)

Verbmdungsklemmen und Verschlusse (53)

(35)

Het valt op dat de basis- en middentechnologiegn het belangrijkst zijn en verder dat er geen sprake is van de dominantie van eén enkel toe-passingsgebied .

De betekenis van het op basistechnologie@n berustende koperverbruik voor een toename van de mondiale vraag moet vooral gezocht worden in de derde wereld landen omdat daar het voorzieningennivo nog erg laag ligt . Het is voor dit nivo van belang dat er sprake is van een "buyers market", waarop miljoenen konsumenten dagelijks aankoopbeslissingen nemen .

Dit is volkomen anders op het middennivo waar over het al of niet over-schakelen op aluminium radiateurs in de autoindustrie, slechts een beperkt aantal mensen belissen . Het gaat dus inderdaad om totaal ver-schillende marktsegmenten . De hoogtechnologische markt is wat dit betreft nog beperkter .

Verzadigingsverschijnselen in het koperverbruik komen vooral voor op het lage- en middennivo, tenminste waar het gelndustrialiseerde landen betreft . Een gestage groei valt te zien in het hoogtechnologische gebied (6-8% in de USA) .

Dit neemt niet weg dat ook op de twee lagere nivo's nieuwe technologie@n of toepassingsgebieden voor koper ontwikkeld kunnen worden .

Tabel 18 geeft aan welke R & D aktiviteiten op dit moment ontplooid worden op de drie nivo's . Deze aktiviteiten zijn sterk markt-georignteerd (vooral op de USA-markt), waarbij het middennivo duidelijk het zwaarst vertegenwoordigd is .

Tabel 18 : Onderzoeks- en onwikkelingsprogramma's van de koper-industrie per technologienivo .

Unterer Bereich Entwickiung Sprnnkleranlagen Solarheizung Gro(3rohre Mechanische Bedachung Nichttragende Aufienwítnde Forschung

Klebebindungen fur Nichttragende Aufienw~nde

Biostatik (Kupferversus Kunst-stofte)

Lochfrafikorrosion bei Nicht-tragenden Au9enw~nden

Mittlerer Bereich Oberer Bereich

Zinkbasistote Geschweilite Kuhlerrohre Elektrofahrzeugteile Energieeffiziente Motoren Kupferwicklung-Transformatoren Index Maschinenbearbeitbarkeit Computergestutzte lager-berechnung Schiftsrumpfumhiiitung Seeplattformumkleidung

Korrosion in Kondensatorrohren KáIteeigenschaften

Schweil3en von Schiifsrumpf- Fotovoltaische Eigen- . umhuliungen schaften

Korrosion im Offshore-Bereich Amorphe Metalle Neue Technologien der

Kiihier-fertigung (Suifidresistente Legierungen)

(durchfluBresistente Legierungen) (bleifreie Schneidmessinglegierurgen)

Bron : Metall, nov . 1983

(36)

-30-7 . De kopermarkt in ontwikkelingslanden .

In hoofstuk 2 is al het een en ander opgemerkt over de toename van het koperverbruik in de ontwikkelingslanden . Dit is, zoals we zagen, (tabel 4) gegroeid tot ca . 11% van het wereldkoperverbruik (exclusief China), een groei die voornamelijk veroorzaakt werd door de NIC's . Perlman (in "Metall", januari 1982) die een analyse maakte van het koper-verbruik in ontwikkelingslanden noemt 4 algemene faktoren die de koperintensiteit van de industriele produktie bepalen :

1 . De struktuur van de industrigle produktie ; 2 . De koperinhoud van de produkten ;

3 . Het substitutiepotentieel door vervangende materialen (b .v . aluminium, plastics) ;

4 . Het technologisch substitutie potentieel (b .v . satelliet versus kabel ; glasvezelkabel versus koperkabel is een mengvorm van 3 en 4) . Voor ontwikkelingslanden is de eerste faktor van het grootste belang vanwege de investeringszwaartepunten in de infrastrukturele opbouw

i .h .b . elektrifikatie en telekommunikatie . Hierdoor is er een grote vraag naar koperdraad voor elektriciteitsdistributie, kabelnetten, en energie-installaties, die in ontwikkelingslanden vaak 60 tot 70 % van het totale koperverbruik omvat .*1) .

Op de tweede plaats is van belang de nadruk op bepaalde vormen van lichte industrie in sommige ontwikkelingslanden zoals Hongkong, Maleisie, Singapore, Zuid-Korea en Taiwan, of op de auto-industrie in landen als Brazili@, Zuid-Korea en Mexico, die daar heeft geleid tot een sterke stijging van het koperverbruik (zie tabel 15) .

In het algemeen ziet men, zo stelt Perlman, dat semi's worden gelmpor-teerd zolang de binnenlandse markt nog niet groot genoeg is om "economies of scale" te bereiken . Wil men toch al in een eerder stadium importsubstitutie dan is deze alleen haalbaar als de staat deze produktie subsidieert . In de op export georignteerde Zuid-Oost Aziatische landen is een ontwikkeling gaande die verloopt via een trapsgewijzigde substitutie van de import van koperen eindprodukten door semi's en tenslotte door geraffineerd koper (kathodes) . In die landen is eerst een eindprodukten-industrie opgebouwd en daarna pas een halffabrikatenindustrie .

Bij deze achterwaartse integratie is het gangbaar om als eerste stap met een koperdraadgieterij te beginnen, vooral in de landen met een eigen draad- en kabelindustrie . Deze kontinu-gietinstallaties staan al in landen als Korea, Taiwan, Indonesi@, Thailand, Maleisig, Mexico, Brazili@, Argentini@, Portugal, Turkije en de Philippijnen . Een aantal van deze landen importeren hiervoor kathodes (geraffineerd koper) . De achterwaartse integratie bij semi's voor niet-elektrotechnische toepassingen gaat in het algemeen veel langzamer . Dit komt door het zeer grote aantal verschillende soorten half-produkten .

Het assortiment dat gemaakt moet worden is over het algemeen te groot en de vraag te klein om produktie van deze semi's te kunnen realiseren . Het kardinale punt is steeds de kapaciteit van deze bedrijven . Zo zijn de ASEAN landen*2) van plan om één centrale produktie op te zetten van een breed spektrum van kopersemi's voor niet-elektrotechnische toe-passingen, omdat de markten in de afzonderlijke landen een dergelijke produktie nooit zouden kunnen absorberen .

Het bovenstaande gaat niet op voor b .v . Brazili@, Mexico en China die wel over een grote binnenlandse markt beschikken .

Perlman's analyse gaat niet verder dan de produktiemogelijkheden voor semi's op basis van de binnenlandse behoefte van ontwikkelingslanden .

(37)

-31-Zijn konklusie is dat veel ontwikkelingslanden er naar streven om zelf-voorzienend te zijn en dat dientengevolge de onderlinge handel in semi's beperkt zal blijven .

Om dat beeld wat genuanceerder te maken is in tabel 19 een overzicht gegeven van het belang van de kopermarkt in 25 ontwikkelingslanden waarvan cijfers gevonden konden worden . In deze groep bevinden zich, naast de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika ook de NIC's, enkele "middle-income countries" en de koperproducerende landen . De lijst is gerangschikt naar de produktieomvang van geraffineerd koper . Het blijkt dat slechts 12 landen een signifikant geraffineerd koper-verbruik ( 10 .000 ton/jaar) hebben, met een totaal van ca . 1 .170 .000 ton . Toch is dit bijna de helft van de produktie van geraffineerd koper in de genoemde ontwikkelingslanden . Waarschijnlijk gaat dit verbruik voor bijna 100% zitten in de produktie van semi's . Ongeveer 60% van het verbruik in ontwikkelingslanden vindt in 3 landen plaats : 30% in China, 20% in Brazili@ en 10% in Mexico .

Tabel 19 . Produktie, verbruik en invoer van geraffineerd koper en semi's (1980) in ontwikkelingslanden (x 1000 t) .

Geraffineerd koper Semi's

Land

produktie import verbruik produktie import j

i 1 . Chili 810 -

40

40

nb

2 . Zambia 607 - 2 2 nb

3 . China (VR)

295

75

370

nb

nb

4 .

Peru

230

-

20

nb

nb

5 . Zaire

144

-

3

3

nb

6 . Mexico 102 - 126 124

-7 .

Z . Korea

79

10

86

68

14

8 .

Brazilië

39

208

250

227

5

9 .

India

25

60

85

85

3

10 . Turkije

22

-

25

27

5

11 . Taiwan

20

65

83

70

26

12 .

Egypte

2*

10

12

12

10

13 . Iran 1* - 3~ -27

14 . Argentinië

-

52

52

nb

nb

15 .

Indonosie

-

12

12

nb

nb

16 . Algerije

-

-~

2

-

16

17 . Israel 13 18 . Irak - - - - 13

19 .

Saoedi-Ar .

-

-

-

-

10

20 . Golfstater.

10

21 . Marokko 8 22 .

Syria

7

23 .

Lybië

6

24 .

Tunesië

-

-

-

-

5

25 . Libanon - - - _ 5

Totaal

2366

1171

J op basis van schroot

Bronnen : World Metal Statistics, bijlage 6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

Navraag op de universiteit leert dat de &#34;wetenschappers&#34; niet echt geïnte- resseerd zijn in milieuinterpretaties aan de hand van forams, en zeker. niet aan die

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

The question arises as to whether the metaphors in Song of Songs in the most prominent and widely read English and Afrikaans Bible translations in South Africa are,

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

[r]

In dit artikel worden in kort bestek de belangrijkste resultaten besproken van een onderzoek naar de middellange term ijnplanning van produktie en afzet.1) De invalshoek van

Based on these find- ings at low temperature, we predict that increasing the doping concentration of the p-type layer to at least one order of magnitude higher than the n-type