• No results found

Apparatuurbeschrijving bij het project helderheidsdynamica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Apparatuurbeschrijving bij het project helderheidsdynamica"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Citation for published version (APA):

Theelen, L. J. C. (1984). Apparatuurbeschrijving bij het project helderheidsdynamica. (IPO-Rapport; Vol. 450). Instituut voor Perceptie Onderzoek (IPO).

Document status and date: Gepubliceerd: 18/01/1984

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Rapport no. 450

Apparatuurbeschrijving bij het project Helderheidsdynamica

(3)

De optische tafel Inleiding

De tableaus Het lichtkanaal

Het combineren van de drie lichtkanalen De lichtbronnen

De aansturing van de glimlichtmodulatiebuisjes De temperatuurseffecten bij de

glimlicht-modulatiebuisjes De stuurkasten

Inleiding

De gebruikte stuurkast, voorwaartse regeling Opzet van de lichtterugkoppeling

Experimentopzet Stimuli De lichtversterker of photomultiplier 3 3 4 4 7 9 12

u

14 17 17

Onderdelen van de lichtversterker 20 De gevoeligheidsbepaling van de lichtversterker 20 De spectrale gevoeligheid van de lichtversterker 23 Gestandaardiseerde opstelling voor het ijken 35 Computersysteem 137, de minicomputer P851M

De situatie op 1 februari 1984 37

De systeemsoftware voor P851M 41

Computerprogramma's voor de verwerking van 43 experimentgegevens

Verdere uitbreidingen 44

Gedachten voor de invoer van de gegevens van 53 experimenten

Opzet programma's voor de groep De Ridder/Theelen 54 De laseropstelling

Inleiding 57

Apparatuur 57

Toekomstige verfijningen en uitbreidingen 61

Literatuurlijst 62

Verzendlijst 66

Figuren en tabellen

(4)

Temperatuurstabilisatie van de lampjes 10 Blokschema van de voorwaartse regeling 13

Blokschema van de lichtterugkoppeling 15

Gebruikte stimuli bij het project helderheids- 18 dynamica

Schematische opbouw van experimentopzet 19

Meting van de spectrale gevoeligheid 24

Tabel van de gevoeligheid als functie van de 26 hoogspanning

Tabel van de straling uit de monochromator als 28 functie van de golflengte

Tabel van de gevoeligheid als functie van de golf- 30 lengte

Tabel van het quotient van de variabelen en de 32 standaardinstelling

Tabel van de CIE-ooggevoeligheidskromme 34 Gestandaardiseerde opstelling voor de ijking van 36 de luminantie

Opbouw van de P851M-minicomputer 39

Userfile voor de ijkgegevens 45

Userfile voor de experimentgegevens 46

Computerprogramma IJKINR 47

Computerprogramma DATVRR 49

Computerprogramma UPHOTR 51

Programmadocumentatie 56

Opwekking van hoge lichtintensiteit met drie lasers 58 Mogelijk alternatief voor drie kanalen 59

(5)

Dit rapport bevat de technische gegevens van de apparatuur die gebruikt wordt bij het project helderheidsdynamica. In rapport 453 van H. de Ridder vindt u de tot nu toe gevonden resultaten van de uitgevoerde experimenten.

Het toegepaste instrumentarium wordt hier beschreven, in het algemeen zeer schematisch.

De moeilijkheden worden vermeld en de oplossingen genoemd voor zover die gevonden zijn.

Ter sprake komen:

- de optische tafel, die de lichtstimuli opwekt - de lichtbronnen en de stuurkasten

- ijkapparatuur

- opwekking van de stuursignalen

- het computersysteem dat gebruikt wordt voor de verwerking van de resultaten; daarbij behoort de programmatuur. Verder gedachtes over hoe verder, dit vooral in verband met volledige automatisering

- toekomstige lichtbronnen, dit om grote lichtintensiteiten op te wekken.

Verder bevat het rapport tabellen die verband houden met de ijkapparatuur en een literatuurlijst.

(6)

- 3 -INSTITUUT VOOR PERCEPTIE ONDERZOEK Den Dolech 2 - Eindhoven

Rapport no. 450

PT/an 84/02 18.01.1984

Apparatuurbeschrijving bij het project Helderheidsdynamica

L.J.C. Theelen

De optische tafel

Inleiding

Bij de visuele experimenten wordt gebruik gemaakt van een optische tafel, waarop de lampjes en lensjes gemonteerd zijn die nodig zijn voor de experimenten.

Het spreekt vanzelf dat een stabiele mechanische constructie een eerste vereiste is voor een goede reproduceerbaarheid van de experimenten.

Daaraan voldoet het geheel: de eigenlijke tafel is van zwaar staal. Op de tafel kan op een vaste plaats een hoofdsteun bevestigd worden. Deze is weer van alle kanten instelbaar. Ook moeten alle onderdelen verplaatst en verwisseld kunnen worden. Daarom zijn er vele instelmogelijkheden:

De tableaus

Er zijn twee tableaus, die onafhankelijk van elkaar ver-schoven kunnen worden. Zo kunnen verschillen in oogafstanden van de proefpersonen opgevangen worden.

De proefpersoon kan de twee beelden over elkaar schuiven door de hoek tussen de twee tableaus te variëren. Twee even grote velden zullen dan fuseren. Dit geldt echter alleen als de

twee lichtvelden op ongeveer gelijke hoogte waargenomen worden. Het is overigens zaak dit zo nauwkeurig mogelijk in te stellen. Een zwarte metalen kap kan over de tableaus geschoven worden, zodat er geen ongewenste lichtverstrooiing is.

(7)

diafragma-systeem. Door middel van 2 prisma's en enkele spiegels worden de beelden van deze drie lampjes, over elkaar geprojecteerd, naar buiten gebracht.

Omdat de proefpersonen bijziende of verziende kunnen zijn, is er een oculairvatting, waarin maximaal 3 lensjes passen. Zo kunnen ook andere afwijkingen gecorrigeerd worden. Proef-personen die geen bril dragen moeten een oculair gebruiken van ongeveer 3 dioptrieën om ongeaccomodeerd naar de stimulus te kunnen kijken. Hiervoor is een doos met lensjes beschikbaar waaruit gekozen kan worden. Ook een prismatische afwijking kan gecorrigeerd worden.

Een kunstpupil van 2 mm corrigeert verschillende pupilgroottes. Ingebouwd in de kunstpupil (die afneembaar is) is een richt-systeem, waarmee tijdens de experimenten gecontroleerd kan worden of de proefpersoon goed naar de stimuli kijkt.

Het lichtkanaal

Elk lichtkanaal bestaat uit een lamphouder, lenshouder en een diafragmahouder.

In de lamphouder past een glimlichtmodulatiebuisje.

In de lenshouder past een lensje van het Spindler und Hoyer-systeem.

In de diafragmahouder passen 1 of 3 plaatjes van 50 bij 50 mm (dia-formaat). Daarbij kan nog een dun metalen plaatje in een gleuf geschoven worden. Hierin komt-vaak het echte masker

(diafragma).

In de houder kunnen neutraalgrijsfilters geschoven worden, maskers en/of afdekplaatjes.

Elk van de drie houders is weer in de 3 richtingen verstel-baar. Ze zitten alle drie op een dubbele rail en kunnen daarop gefixeerd worden m.b.v. imbusschroefjes. Bovendien zijn ze nog ongeveer 10 mm in x- en y-richting in te stellen.

Het combineren van de drie lichtkanalen

(8)

LE

spiegel masker prisma 1 \ oculair

RE

---

-

r

filter

-

-

-1

1

-

-

-

-

---

---- --- -terugkoppeling

---.-1---

- -

--

- -

-

-

-

♦ lens

[J

g.m.-buisje

..-

-

~---®

stimulus

-

---

-

--

fixatie omgeving

schematische opbouw van het rechtse tableau

(9)

Deze laatste bevat een diafragmahouder voor maar één plaatje van diaformaat. Daarvoor in de plaats kan echter een electro-mechanische sluiter gemonteerd worden, zodat de lichtweg van buitenaf geopend en gesloten kan worden. Dit kanaal wordt ook zoveel mogelijk als stimuluskanaal gebruikt.

Het voorste kanaal wordt standaard als omgeving gebruikt en de achterste bevat een masker voor een fixatiepuntje. Overigens kan dit te aller tijde gewijzigd worden. Ook kunnen de drie kanalen onafhankelijk van elkaar alle als stimulus gebruikt worden.

De drie kanalen worden via twee spiegels en twee blokprisma's samengevoegd. Het totaal wordt via een spiegeltje op het

oculair geprojecteerd.

Het licht van het bovenste kanaal gaat door 1 prisma en via 2 spiegels.

Het licht van het onderste kanaal voor gaat door 2 prisma's en 1 spiegel.

Het licht van het onderste kanaal achter gaat door 1 prisma en 2 spiegels.

De spiegels en de prisma's kunnen een beetje gedraaid worden en vastgezet met 2 schroefjes. Bovendien kunnen de prisma's gekanteld worden door middel van 2 imbusschroefjes.

Met al deze instellingen is het mogelijk:

- De beelden even groot te maken.

- Ze op elkaar te laten vallen.

- Ze precies door het oculair naar buiten te projecteren.

(10)

- 7 -De lichtbronnen

De aansturing van de glimlichtmodulatiebuisjes

We willen graag een lineair verband tussen de aansturing en de lichtopbrengst van de glimlichtmodulatiebuisjes (in het

ver-volg lampjes genoemd). Dus bij een tweemaal zo grote spanning aan de ingang van de stuurkast moet de gemeten lichthoeveel-heid ook tweemaal zo groot zijn.

Helaas is dat zonder maatregelen nooit het geval. De lampjes hebben de eigenschap dat bij grotere stromen (ongeveer 25 mA) de lichtopbrengst sterk toeneemt. Ook bij kleine stromen is de relatie niet lineair, in het aanloopgebied zelfs

exponentieel. Daarbij komt dat bij lage stromen (de literatuur zegt beneden 10 mA) het licht roodachtig is. Hier is het- oog minder gevoelig en eigenlijk zou dit ook gecompenseerd moeten worden door een neutraalgrijsfilter op te nemen in de licht-weg, zodat de stroom boven die 10 mA genomen kan worden.

In de praktijk blijkt echter dat het licht dan ook rood- of geelachtig lijkt.

Een ervaring uit de praktijk is ook dat deze effecten, die op meerdere plaatsen beschreven zijn, veel minder invloed op de metingen hebben dan het effect dat hier uitgebreid

aan de orde komt. Immers we kunnen met deze effecten rekening houden en gepaste maatregelen nemen, zoals het gebied waarin we de lampjes mogen gebruiken beperken en de lichtversterker te voorzien van een filter zodat het geheel gecorrigeerd is naar de ooggevoeligheidskromme.

Het ongewenste effect is dat de inwendige temperatuur van de lampjes bepalend is voor de lichtopbrengst. Als het lampje lang op bijvoorbeeld 15 mA gebrand heeft, zal de opbrengst aanmerkelijk groter zijn dan als het vanuit

O

mA uitgestuurd wordt met dezelfde ingangsspanning van de stuurkast.

Dit effect is eigenlijk nog nergens beschreven.

De resultaten van de experimenten waren vaak te verschillend. We hebben aangenomen dat er verschillen zijn hij het waar-nemen van lichtflitsen van dag tot dag, maar de variatie kan niet zo groot zijn. De resultaten van experimenten met dezelfde waarnemingen binnen een experiment moeten bij zo'n gedachten-gang beperkt blijven tot verschillen van enkele dB.

(11)

Eerst werd gedacht dat ze niet meer gemaakt werden, want

Sylvania kon ze niet meer leveren. Het typenummer van Sylvania is Rll31C. Na wat zoekwerk bleek dat ze nog verkrijgbaar zijn via (tenminste) twee fabrikanten:

English Electric Valve Company, Chelmsford CMl 2QU, UK maakt ze nog met als typenummer XL670.

(12)

- 9

-De temperatuurseffecten bij glimlichtmodulatiebuisjes

Bij de visuele experimenten worden al van oudsher op het Instituut voor Perceptie Onderzoek zogenaamde glimlicht-modulatiebuisjes gebruikt. Ze geven een helder wit licht bij voldoende grote uitsturing. In het begin waren nogal wat experimenten nodig om tot goede resultaten te komen. Bij de ijking waren er ook nogal wat variaties bij dezelfde uit-sturing, maar we schonken daaraan nog niet zoveel aandacht, omdat we niet wisten of de lichtversterker met bijbehorende meter niet de foutenbron was. Overigens waren de afwijkingen bij de ijkingen op verschillende dagen niet echt groot, wel de fluctuaties onder gelijke voorwaarden binnen een ijking.

-Bij de experimenten waren er ook verschillen: op een dag kon in een experiment de hoeveelheid licht - voor zeg een

drempelmeting - nogal versch~llen. Dat resulteerde in af-wijkende dB-standen bij verder identieke metingen.

Na verloop van tijd begonnen we de lampjes steeds meer te

verdenken: ze gaven duidelijk meer of minder licht onder verder gelijkblijvende omstandigheden. De oorzaak was echter niet zo gemakkelijk vast te stellen. Na verloop van tijd werd duidelijk dat de inwendige temperatuur van de gasontlading in het buisje de hoeveelheid licht bepaalde die er op dat moment uit kwam. Dat wil zeggen dat de "geschiedenis" bepaalde hoeveel licht er dan uit kwam. Was het lampje daarvoor ver uitgestuurd met een lange flitsduur, dan was de inwendige temperatuur al fors opgelopen. De tijd daarop levert het buisje aanzienlijk meer licht dan bij dezelfde aansturing en bij een lange tijd van uitdoving.

Toen zijn we gaan experimenteren om de temperatuur van de buisjes op een constant niveau te houden.

Als eerste proef werden de lampjes met ongeveer 15 mA continu uitgestuurd. Als de stimulus aangeboden werd, werd het buisje zeer kort afgeknepen en werd een electro-mechanische sluiter geopend. Als de stimulus afgelopen was, werd de buis weer afgeknepen; daarna kon de sluiter weer dicht. Direct daarna werd het buisje weer op zijn continu niveau gezet.

(13)

1

1

lampje opgewarmd door constante stroom

-idem met variabele afkoelingsd~ur

-1

1

sluiter opîl

LJ

[

.

___,__

,

-temperatuurstabilisatie van

qe

lampjes

... 0

(14)

- 11

-resultaat. Daarom werd geprobeerd het afknijpen nadat de stimulus aangeboden was, in duur te variären. De gedachte was dat bij een grote uitsturing de temperatuur toch nog te veel opgelopen was.

Naar gelang de gebruikte dB-stand werd de dooftijd verlengd.

Een hoge dB-stand bij een korte flitsduur leverde een tamelijk korte dooftijd, wel afhankelijk van de dB-stand. Bij een lange

flitsduur moest de dooftijd naar evenredigheid verlengd worden.

Duidelijk is dat de dooftijd dus afhankelijk is van de flits~ duur en de gewenste dB-stand. Daarom werden tabellen gemaakt waarinwe konden opzoeken welke dooftijd behoorde bij de

flits-duur en de dB-stand.

Een onelegante manier, maar het werkte voortreffelijk. De

dooftijd werd berekend uit het product van de flitstijd en van de uitsturing. De met de lichtversterker gemeten waarde werd als een relatieve maat gebruikt.

De hoeveelheid energie die boven het continu niveau uit kwam, bepaalde dus de dooftijd. Tamelijk snel daarna is de licht-terugkoppeling ingebouwd en hebben we deze manier van werken verlaten. Waar geen terugkoppeling toegepast is en waar met pulsvormige signalen gewerkt wordt, kan dit met succes worden gebruikt.

De resultaten van de experimenten waren zoals boven vermeld zeer goed bij deze manier van werken. Dat bleek ook uit de goede reproduceerbaarheid van de ijkingen. We mogen daaruit concluderen dat de lichtversterker en de meter naar behoren werken en dat met de glimlichtmodulatiebuisjes goede resultaten

te bereiken zijn als er rekening gehouden wordt met de eigenaardigheden van de gasontladingen.

Eveneens is gebleken dat de eigenschappen van het oog niet noemenswaardig veranderen in het tijdsbestek van enkele weken en waarschijnlijk ook niet in het bestek van veel langere duur.

Om kort te gaan: we kunnen nu zeer nauwkeurig experimenteren

en afwijkingen in de experimentresultaten zijn praktisch zeker niet te wijten aan apparatuurfouten.

(15)

De stuurkasten

Inleiding

In de visuele groep zijn verschillende "generaties" stuur-kasten in gebruik die een stuurspanning omzetten in een stroom voor de glimlichtrnodulatiebuisjes.

De eerste generatie bevatte slechts buizen, deze wordt niet meer gebruikt.

De tweede bevatte halfgeleiders en een buis in de eindtrap. Deze wordt door ons nog wel toegepast, maar slechts ter sturing van de fixatielarnpjes.

De derde generatie bevat slechts IC's en een eindtransiator om de hoogspanning van 300 V naar het lampje te sturen.

Ik wil even stilstaan bij deze generatie die we nu in gebruik hebben.

De gebruikte stuurkast, voorwaartse regeling

Deze stuurkast bevat globaal:

- een ingangscircuit

- een analoog-digitaal-omzetter die het signaal kan quantiseren

op 256 niveau's, dat wil zeggen door middel van 8 bit

- een geprogrammeerde ROM

- een digitale vermenigvuldiger, die de 8 bits van de ROM

en deAD-converteromzet naar een ~nder digitaal signaal

- een digitaal-analoog-omzetter die op zijn beurt het signaal

weer bruikbaar maakt voor

- de eindtransistor.

Een 19 inch-rek kan 2 van dergelijke stuurkasten bevatten plus nog de bijbehorende voeding; deze levert de hoogspanning en de spanning voor de electronische schakelingen, nl. -15, +5 en +15 V.

De stuurkast bevat een zogenaamde voorwaartse regeling. Dat behoeft wat uitleg: de gebruikte glimlichtmodulatiebuisjes

(lampje$) hebben geen lineaire karakteristiek, zodat een correctie nodig is. De karakteristiek van elk lampje wordt opgemeten in een gecombineerd apparaat, dat zowel een

(16)

stuur-blokschema van de voorwaartse regeling

timing

bufferversterker

D

(17)

kast als een lichtversterker bevat. In de PROM wordt nu de "inverse" karakteristiek geprogrammeerd, zodat er uiteindelijk een lineair verband is tussen stroom en lichtopbrengst.

Helaas heft het systeem niet de fouten op die door temperatuur-effecten ontstaan zijn. Daarom is getracht het oude idee van een terugkoppeling te verwezenlijken. Vroeger zijn er proeven gedaan met een lichtversterker, maar tot een levensvatbaar produkt is het nooit gekomen. De moderne componenten als fotodiode en IC's geven meer kans op succes.

Een stagiaire van de groep Meten en Regelen van de afdeling der Electrotechniek heeft zich met het probleem bezig ge-houden en een schakeling ontworpen die in gewijzigde vorm nu in de praktijk toegepast wordt.

De voeding van het 19 inch rek is gelijk gebleven, ook de connector waarin het printje gestoken moet worden is niet gewijzigd. Alleen een bestaande connector aan de achterkant is enigszins veranderd. Zo is het mogelijk de beide printjes te verwisselen zonder verder wat te hoeven doen.

Opzet van de lichtterugkoppeling

De lichtterugkoppeling bevat globaal de volgende delen: - een fotodiode met versterker. De diode is gecorrigeerd

volgens de ooggevoeligheidskrornrne; deze is verbonden aan een "snelle" operationele versterker. Het totaal is in een klein metalen kastje ingebouwd. Een deel van het licht wordt afgenomen door een halfdoorlatende spiegel en via een lensje geprojecteerd op de fotodiode. De uitgangsspanning is dus een maat voor de hoeveelheid licht die door het lampje wordt uitgestraald. Dit signaal gaat naar de stuurkast.

- het stimulussignaal wordt aan een bufferversterker toe-gevoerd.

- het uitgangssignaal van de bufferversterker wordt opgeteld bij het signaal van de versterkte fotodiodespanning. Dit wordt doorgegeven aan

(18)

blokschema v~n de Jichtterugkoppeling

terugkoppe !circuit bufferversterker

DVM

naar oscillocoop ,..., UI

(19)

De spanning van de terugkoppeling is negatief, d.w.z. als er meer licht op de diode valt wordt de spanning meer negatief.

In de praktijk komt ongeveer l tot 2 volt uit de terugkoppeling. Met een instelpotentiometer is dat in grootte te variëren.

Zo kan een instelling gevonden worden om een lineair verband te krijgen tussen de ingangsspanning en het uitgestraalde licht. Verdere instellingen zijn nog: een nulinstelling van het terug-koppelcircuit. Als er geen licht op de diode valt moet de

spanning uit de opamp zeer nauwkeurig op nul afgeregeld worden. Ook is er een instelling om het ingangssignaal te verzwakken. Ingebouwd is nog een bufferversterker die het signaal uit de terugkoppeling inverteert en via een BNC-plug naar buiten brengt. Hiermee kan het signaal op een oscilloscoop of

-universeelmeter bekeken worden. Het voedingsdeel bevat verder een digitale meter waarmee de stroom door het lampje afgelezen kan worden. Een instelpotmeter is nodig om dit goed af te

(20)

17

-Experimentopzet

De stimulussignalen worden opgewekt in een moderne versie van het modulaire tijdgeversysteem, zoals dat op het instituut ontwikkeld is. Een centrale klok geeft 1 ms pulsen af die door 10-tellers afgeteld worden. De af te tellen stand kan ingevoerd worden d.m.v. duimelwielschakelaars. Deze tellers kunnen achter elkaar geschakeld worden zodat vertragingen, flitsduren en dergelijke gemakkelijk samengenomen kunnen worden.

Starten gebeurt met een seinsleutel.

Antwoorden gebeurt met een van de drie knopjes die de

betekenis krijgen van ja, nee of herhalen. Het antwoord wordt naar buiten gebracht door een toontje. De toonhoogte krijgt dan de betekenis van ja, nee of herhalen.

De dB-verzwakker wordt bediend door de proefleider. Hij kan ook de omgeving in intensiteit veranderen.

Stimuli

De stimuli ontstaan doordat een masker slechts een deel van het licht doorlaat. De opening bepaalt dan ook de waargenomen grootte. Tot nu toe zijn slechts enige maskers gebruikt voor de omgeving, fixatie en eigenlijke stimulus.

Omdat de afstand van kunstpupil tot stimulusmasker 215 mm is en de opening van het (ronde) gat bekend is kan daaruit de grootte in graden van het gat berekend worden.

De afstand van het masker voor de omgeving is iets groter, nl. 245 mm, zodat ook daaruit de grootte bepaald kan worden. Als voorbeeld: een gat van 3,8 mm in het stimuluskanaal geeft een veld van (ongeveer) 1 graad.

Maskers kunnen snel verwisseld worden. Niet alleen gaatjes zijn mogelijk, maar ook schijfjes, een achtergrond die niet egaal is, etc.

De maskers moeten alleen voldoen aan de eis dat ze van dia-formaat zijn, dus 50 bij 50 mm.

(21)

'

.

'

.

'

fixatie

.

omgeving

stimulus

.

.

·O

O·O

·O

beeld links gefuseerd beeld beeld rechts

gebruikte stimuli bij het project

Helderheidsdynamica

(22)

schematische opbouw van e

_

xperimentopzet

ja

J

nee

_;;;

herhalen _J; startknop met "debouncing" r-,.../ ""-' ""-' ,-..._/ hoog laag midden

[>

-

-€)

samenstelling van het stimulussignaal

~

[>

1---w

fixatie

stimulus

(23)

De lichtversterker die we gebruiken is samengesteld uit ver-schillende onderdelen, te weten:

van het merk Products for Research:

- Refrigerated chamber TE-182TS-RF/ND nummer 8752-80, IPO 3025

(ook genoemd photomultiplier tube housing).

- Shutter PR302 nummer 11347-83.

Filterwiel PR300 met vier gaten voor filters van 50 bij 50 mm nummer 8752-80.

- No dew ring.

- Window: fused silica, doorlaat van ongeveer 240-1600 nm.

- Power supply (voeding voor de Peltier-elementen)

TE-132TS-RF, ook PR201 genoemd, nummer 11004-82 en 10833-82, IPO 3226. van Philips:

- Lichtversterkerbuis XP1002/161.

- Voedingsapparaat PE4839, IPO 1375. van Macam:

- Filter dat de S20-kathode aanpast àan de

ooggevoeligheids-kromme, CIE photopic filter CIE2/S20. van Hercules:

- Een statief model 530, nummer 4748, IPO 1581.

Er is verder nog een tweede power supply voor de koeling en een tweede hoogspanningsvoeding. Aanwezig dient ook te zijn

een hoogspanningskabel en de verbinding tussen de power

supply en de lichtversterker.

De gevoeligheidsbepaling van de lichtversterker

De lichtversterker gedraagt zich als een zuivere stroombron. Dat wil zeggen dat de stroom door de anode evenredig is met de hoeveelheid licht die op de fotokathode is gevallen.

In de dynodes worden de van de kathode losgemaakte electronen vergroot in aantal. De versterking van de lichtversterker is dan ook de verhouding van de uitgangsstroom en de electronen-stroom uit de kathode.

De stroom wordt door een weerstand gestuurd, en de spannings-val daarover meten we met een universeelmeter. Het zal

duidelijk zijn dat de inwendige weerstand van de meter een rol kan gaan spelen.

(24)

- 21

-We kunnen concluderen dat de gemeten spanning afhankelijk is van een aantal factoren, te weten:

De hoeveelheid licht die op de fotokathode is gevallen. Als de diameter van de lichtspot twee maal zo groot wordt

gemaakt bij dezelfde intensiteit, zal de spanning vier maal zo groot worden. Het nutti~ te gebruiken oppervlak van de

fotokathode bepaalt dus ook de gevoeligheid. Bij de door

ons gebruikte buis is de diameter van de kathode minimaal (volgens de specificaties) 44 mm, maar deze wordt door een rond masker van 36 mm enigszins beperkt. Als het gehele oppervlak beschenen wordt, kan onafhankelijk van gevoelig-heidsvarianties op delen van het oppervlak, een ijkconstante bepaald worden. Als slechts een deel gebruikt wordt, is het het beste het gevoeligste deel te zoeken.

In de huidige opstelling is er geen filter voor de kathode

geplaatst, zodat we geen rekening hoeven te houden met

-gevoeligheidsverroindering. Wel met het feit dat de spectrale gevoeligheid van het kathodemateriaal niet gelijk is aan die van het oog. De S20-kathode is zowel in het infrarood als in het ultraviolet gevoelig, zodat lichtstraling in deze gebieden een bijdrage aan de uitgangsspanning levert. Er kan een filter voor de kathode gedraaid worden die dit corrigeert.

- De versterking in de buis is vooral afhankelijk van de gebruikte

hoogspanning. In ons geval is 1200 V negatief gekozen. De maximale waarde is 1800 V. Bij eerstgenoemde spanning kan als richtwaarde gegeven worden een versterking van 10 A/lm. Bij de laatstgenoemde een versterking van 150 A/lm.

De spanning kan dus hoqer genomen worden als dat gewenst is. Dan zal echter de donkerstroom en dus ook de ruisspanning over de afsluitweerstand toenemen. In de huidige situatie is de gemeten spanning minder dan l millivolt over l mega-ohm, dat betekent dus dat de donkerstroom kleiner is dan

l nanoampere. Daarbij is verondersteld dat de koeling langere tijd aangestaan heeft.

- De hierboven genoemde afsluitweerstand kan ook gebruikt

worden om (zogenaamd) de gevoeligheid te wijzigen. Immers de gemeten spanning is afhankelijk van de stroom die

constant is bij een constante lichtflux. Als we de weer-stand met een factor tien verkleinen zal de spanning ook met die factor afgenomen zijn. Uitgangspunt is tot nu toe een afsluitweerstand van l megaohm geweest. Bij de ijking en de meeste metingen is die gebruikt. Daarbij komt dat een oscilloscoopingang en een ingang van een universeelmeter

(25)

vaak een dergelijke ingangsimpedantie hebben. Dat betekent dus dat de lichtversterker direct op een dergelijke ingang aangesloten kan worden, zonder dat er verdere berekeningen uitgevoerd hoeven te worden.

Als een andere afsluitweerstand gebruikt wordt moet de gemeten spanning omgerekend worden naar de spanning die de lichtversterker afgegeven zou hebben bij een afsluiting van genoemde 1 megaohm.

De gebruikte universeelmeter (PM2528 van Philips) heeft

verschillende ingangsimpedanties, al naar de gebruikte range waarin gemeten worden.

Bij gelijkspanningsmetingen is de inwendige weerstand voor het bereik onder 2,00 V 1 gigaohm, zodat de afsluiting-van 1 megaohm parallel daaraan ook 1 megaohm geeft.

De bereiken boven 2,00 V geven een inwendige weerstand van 10 megaohm. Parallel daaraan een weerstand van 1 megaohm levert een waarde die aanzienlijk lager is! Hiermee moet dus goed rekening worden gehouden.

Er is nog een mogelijkheid om top-top spanningen te meten met de meter. Daarbij is de inwendige weerstand 1 megaohm, dan mag dus geen afsluiting gebruikt worden, als de resul-taten vergeleken moeten worden met die van de ijking. We kunnen dus zeggen dat een verkleining van de afsluit-weerstand hetzelfde effect heeft als het verminderen van de lichtflux door een neutraalgrijsfilter voor de

licht-versterker te plaatsen.

Ook kan de lichtversterker ''gevoeliger" gemaakt worden door bijvoorbeeld een weerstand van 10 megaohm te nemen. Dit is echter door ons niet gedaan.

(26)

- 23

-De spectrale gevoeligheid v~n de lichtversterker

De photomultiplierbuis XP1002 heeft een spectrale gevoeligheid die niet overeenkomt met de ooggevoeligheidskromme. Dit is afhankelijk van de kathode, bij ons de zogenaamde S20-kathode. Andere soorten materiaal geven echter ook niet die spectrale gevoeligheid die voor visueel onderzoek eigenlijk vereist is. Dankzij de medewerking van de heer W. van den Hoogenhof van het Natuurkundig Laboratorium hebben we daarvan nu een idee.·

Hij heeft met een dubbele traliemonochromator de spectrale gevoeligheid gemeten van:

1. een ijkcel die hij zelf als referentie gebruikt, de CV150;

.

daarvan is verder nog de relatieve gevoeligheid bekend in rnA/W

2. de lichtversterker met een hoogspanning van 1200 Ven een opening van 36 mm

3. de lichtversterker met 1500 Ven een opening van 36 mm 4. de lichtversterker met 1200 Ven melkglas voor de buis,

opening ongeveer 44 mm

5. de lichtversterker met 1200 Ven het ooggevoeligheidsfilter van het fabrikaat Macam, opening ongeveer 44 mm

6. de lichtversterker met 1200 Ven een opening van 4 mm. Verder is nog gemeten de absolute waarde van de stroom bij 555 nm. Deze laatste was bij 1200 Ven 36 mm opening 5.5E-4 A. De referentie gaf daarbij aan l.16E-10 A, zodat de ijkconstante onder die condities berekend kan worden op 6 ,80 ..

De afwijking van de door ons zelf bepaalde constante 6,84 is dus niet zo groot. Deze was ook onder andere omstandigheden gemeten.

Van de bovengenoemde 6 metingen ontvingen we 6 meetstroken, horizontaal staat de golflengte uit en verticaal de stroom bij die golflengte. Een motor bepaalde de waarde van de momentele golflengte. De toegepaste monochromator vereist een kleurfilter ter onderdrukking van harmonischen. Tussen 500 en 800 nm is een GGlO-filter genomen en tussen 380 en 500 een WG2.

(27)

!

.

optisch filter ingangsspleet lichtbron uitgangsspleet

monochromator

detector bijv. ijkcel of lichtversterker

(28)

- 25

-Voor de golflengte van 500 nm krijgen we dus twee waarden die niet gelijk zijn, met ongeveer een factor 1,5 verschil; dit verschil wordt weggewerkt bij de verdere berekeningen.

Van deze stroken zijn tabellen gemaakt, oplopend per 5 nm; desgewenst kan dat met een nog groter scheidend vermogen. De 6 kolommen bevatten dus de stroom in amperes; deze liggen alle in de orde van grootte van een miljardste of nog minder. Als eerste wordt het vermogen berekend dat bij die golflengte uit de monochromator komt. Dit is het quotient van stroom en gevoeligheid van de ijkcel. Orde van grootte: een microwatt of minder. Deze waarde kunnen we gebruiken om de gevoeligheid bij de 5 andere lichtversterkersvariabelen te berekenen.

Dan kunnen we ook de gevoeligheidverhouding bij 1500 en 1200 V bepalen. Deze moet golflengte-onafhankelijk zijn, wat ook wel klopt. De gevoeligheid bij 1500 Vis 4,8 maal zo groot als bij

1200 V. Ook is bepaald hoe de verhouding van·de andere 4

variabelen is t.o.v. 1200 Ven 36 mm.

Interessant is het gedrag van het ooggevoeligheidsfilter, het blijkt dat het goed voldoet. Bij hoge en lage golflengtes is de stroom nihil en bij 545 heeft het zijn maximum.

Uit de tabellen en de afgedrukte officiële ooggevoeligheids-kromme is te zien dat de afwijking niet groot is.

(29)
(30)

430 435 440 445 1 450 455 460 465 470 475 480 485 490 495 500

..

.

, .. -.... _... t---, .87 .88 .88 .88 .89 .90 .90 .91 .91 .92 .12E-09 .llE-09 .82E- 10 .78E-10 .79E-10 .81E-10 .83E-·10 .85E-10 .87E-10 .88E-10 + -1 ---: -:=i=:---1'--~:,... __ - -•

---.14E-06 .12E-06 .93E-07 • 89E·-07 • 89E·-07 .90E-07 .92E-07 .93E-07 .96E-07 .96E-07 - ')7 -~E:~~ ::-r::-.::·: : -c:.r::...t..:...-:::: .... -'----t...-:-r--

-

-·-

- - - -· -·--,j.-.:.:-- · · , -...---

-655 1.37 660 1.39 665 1.40 670 1.41 675 1.42 680 1.44 685 1.45 690 1.46 695 1.47 700 1.48 • 74E·-1G .73E-10 .74E-10 .75E-10 .76E- 10 .74E-10 .73E-10 .72E-10 .72E-10 .74E-10 .60E-07 .59E-07 .58E-07 .57E-07 .56E-07 .54E-07 .53E-07 .53E-07 .53E- 07 .54E- 07 .51E-07 .50E-07 .49E-07 .49E-07 .50E-07 .48E-07 .47E-07 .45E-07 .44E-07 .41E-07 ~ t ==r = : t ~ : .~ :-l:::~0

1=::

_:~E~:,:f-:.: :.::

~

::.:::;..é:.::

:-:.:+::: ::

:~,:::1,::j:: :':-1-=::-:-=ï::::èl~::: :~: :: 1

::,:ï,,,

J

::':ê:::

r

~:,:

;_:::

!~:::;:

<

:,

::1 :-: - ____ _.:_.,~--- -+---1-:-:... .. _,, __ .:..i..::-.--...-:::-=-t=---..-· .• .::1-=----. ,_. · --, --· · -·-· __ ....:i-:-. --t--::-1----+-·-·t:---r----l----1---1 --- t ---~-- +:-_ ... - ---:1 -

-555 1.02 .97E-10 .95E-·07

~3?=:;::r~

755 1.52 .15E-09 .99E-07

560 1. 04 . 98E-10 • 94E-07

~:.È~E

760 ·1. 52 .15E-09 • 99E-07

565 1.05 .97E- 10 .92E-07 _::::t:-;.:-~.:-::-:~::-: 765 1.52 .14E-09 "92E-07

570 1.07 .96E- 10 .90E-07 ~i::--::.=-'-i::: 7"70 1.52 .13E-09 .86E-07

575 1.09 .96E·-10 .88E-07 -··-··- --·--· 775 1.51 .13E- 09 "86E··07

5fJO 1.10 .95E-·10 .86E- 07 --:::::::. :c_: 780 1.50 .12E-09 .BOE .. ·07

585 1.12 • 94E-· 10 "84E-07 - ·---::.:-·.;-.:.: 785 1.49 .12E--·09 "81E···07

590 1.14 .93E- 10 • 82E-·07 ___ ___ ··- 790 1. 49 . 11 E·-09 . 74E-07

• 78E-07 .·_ ;~~:: :'. .. :f;: ~~~ 1. 48 . 11E-09 • 74E··07

• 76E- 07 ,. : ... :.::.. 1. 47 • lOE-··09 . 68E··07

595 1.16 .9:lE-10

600 1.18 .90E- 10

(31)

TE 30D lu5C ·I •I , .. \ .,. " ,;,•,.\ ,·, ,., ... , '··' .. . ., / - . -. -- --·-• -Jó Mt-i ·--- ----. --- -· ---·--· - - ·---•--· ··· -- .... --·· . -_-

----,-···_

··•.•--•-,----•-··--· ---·--·· --.

1

. . . 1--. _:..::r. 405 410 415 '+20 '+25 430 435 440 445 0.94 0.92 0.90 0.89 0.88 0.88 0.87 0.87 0.87 77.E-12 56. E-·09 78"E·-12 58" E··-09 80.E-12 60.E-09 81"E-12 62.E-09 82.E·-12 64.E-·09 8'+.E- l2 63. E·-09 86.E-12 63.E-09 88.E-:L2 64.E-09

27.E-08 32.E·-·13 92.E·-10 12.E-09

29. E·-·08 :B.E-··13 10.E-O<;.> 12.r::-m1

29 "E····OB 2D.E····13 11.E·-09 30. E·-08 ..,..,4 .. ..

::. -·· 1

...

··

,

1.1"E-09

30. E--OB 36.E-13 11 . E ·-·09 13.E--O<.?

31. E··-08 40.E-·13 12.E·-09 13.E-09

31..E-08 84. E··-1.3 12. E·-·09 13. i=::-••09

31. E--CJ8 18.E-·12 :t. 2. E--oc-,.i l 3. E··-09

31.E-08 12.E·-09 13.E-0-9

13.E-09 l 4. E··-09 ·---, -c:-;.f:-é~ == ·: •• 1 - :-: r 1+60 4"71] . L;75 '+BO <t{35 0.:38

o.oe

D"BB IJ" f:39 Cl .. ·:_;>o Cl" 90 l+9CI D.'?1 <'t?~'j tJ.<11 ~2i(jC) 0 a ~;)2

:-=-

--· ..

J

::r:~::_c:

-- --. . ---... _ " ... . . ll"F- 1.l 82"E····l2 78"E- 12 79.E····:l.2 Dl " E····12 83"E-·12 67"E··-O9 51 "E ···09 -48. E····O? 1~U"E····D? 47. E····O? ;(7" E····D9 :3,4.E··08· 25 .. [ ··08 23 "E·· .. 08 23 "E····fJB

85"E-12 46.E-09 22"E- 08

87"E-:l.2 45.E-09 22.E- 08 88.E-12 45.E-09 22"E-08 32" E····:I. :l 52"E····l l 8Cl.E····11 13 .. E··· 1.D 17 . E·- 10 21 .. :: .... i O ?8"E-··10 11 "E::••··U·? 95.E··-lQ s> :.~ .. [: ··-t D '?C: .. E·--:tO

27.E-10 95.E-10 88.E-10

34 "E····l() 91, .. ::~·-tD C-S.E··-10

39"E-10 94.E·-10 9~.E--10

505 59.E ·10

510 0"94 70.E-12 34.E-09 16"E-08 42.[-10 70"E-10 6~.E- 10

'.5 :I. ~~ ~:~; :? () C'._,'").,.-_C:" ,.) (j" (?l.i ( ) n 9 ~.:Ï O .. ?ó l10.E····:t.2 36.E····U<;' 13~5"E····12 3ó"E····0'7 1.} 1,E .. ·DD 1? .. E:: oc 1?. C · DU óD"E····1Ci ó?:,C····tO

530 0.97 88"E-12 35"E-09 17.E·-08 74"E -10 7~.E-lQ ~J.E-t1J

535 0.98 90 "E-12 35.F-09 :l.7"F- 08 8l ;E·-10 75.E-iO ~2 .E·-10

540 0.99 93"E-12 35 .E-UQ 17 .. [ -00 84.E-10 74"E-:~ f1 .~-1Ll

:;_ • C) '.'.~ l ... 0/ 1. ()(_;, 1. HJ 1. :t. 2 !. " :f. .,'.f :1. " :t (-.., l . l fJ <;),~,,[-···:i:? 9 3"E····:l.2 ?:L"F:····12 (?() .. 1:::···t ? :LA"E····OE 1 ·_3 '' [ ·•··!.J8 t 1 •. !::····O::; lU"C···U;J 86.E- 10 7Z.E-1□ 59 .. ~- 10 -:---r: ., E• .. · :L 1:J · 7 3 ..

!~:

..

..

1 c. :.:: ·:; ., E ·-· 1. C t::; "X i:··· .... ·t ,···, .1•,.) I l ! ••• .!. ••-• 4/ <, E--··J.C1 l+C:,E:---1.0 ·_·32 ., E····.l l]

(32)

-·- -

-

.. ..,_ -- - - --·-• · - ----· .__ . .

-=

6 l '.5 ó2D 1 .. '.:::D 1.

::2

1 "2

~+

l .. 2ó J.2/ 1.2? :3:_; .. [ ····12 HA"F····12 /32 .. [ -··1~'. DD.F····l :~ 7D"E····12 ltl"E····O'? 1/.E--09 l'.'."-. F····D<;' 14 .. [····CJ? 13"E····Cl? 12"E····0'l 1 ?Q ?B" E·-·09 67.E····D? 02. E····O<? 58" E ·-09 2'.2.E·-·10 17.E---:LO 14.E-·11J 1C.E····10 ':t D " E ·•-1 J.

=

ó 3 5 :t • i5 D 7 7 " i::: --1 ? 1 :t. .. E ···· 0? ~i

t, ..

E ••·• D 9 7 0 " C ·-1. 1.

~ 640 1.32 77 .E-12 11"E-09 50.E- 09 56.E-11

,::..:..:.: ó4~; :t.2:t.1 ?ó"F-··l 2 9c) .. [····lCl 1,7"C:····O? 43.E-···1.1 ··- ó 5 0 l " 3 ;':_i 7 !.':i .. [ ···· :t. :~ <? 2 ,, E -·· 1 Cl 4 4 " E ···· 0 9 3 4 • E · · 11 ~ ~ ;:::..:. ....:: .:.:..:..: .:..: --· .:...:..: ..:..:...: 6ó0 /_,,:>5 ó7() ó7~5 6BD é..O!S ó90 /()[I 705 710 ï' 15 '/20 ?:25 ? \Cl ?6L1 ·7c·,1::: / • ... , .. , 1.37 :t..39 1" .t+O 1.41 1 .. '+2 1. 4,, :1. .. AS J.. -4ó 1 "L(? L 4n 1 . /.+ 9 l • 1+ <ï 1" 50 L~H 1 .. '.:'.; l l..52 l " "',J ... '") 1" 52 :!. .. ~';0 l ".,-:,9 71+.E .. ·12 73.E .. ··:1.2 74"E····:1.2

r3..

E··· 12 7ó"F····l2 74. E-·12 73 .. [ .. ··:1.2 72"E· .. 1.2 72"E··-12 7t+.E····12 71. E·-12 70 .. [ ·--1.2 68"E-:t.2 ó6"E .. ··12 ó2"E·· .. :1.2 53 .. [ ···1.2 ;_:_>!;=j" [ .. -:t_ 2 UCJ"E···l2 1. 6" F··· l l :L :=:; .. [ ·· .. l l l '.3.E-ll 1.4"E···ll :1.3"E-.. ·l l 1 :·:~ .. L ···· l l 1::: .. i:::-11 12 .. ::::---:1. .!. : :t .. [· .. ·l.l ll"E::···l l 1.0"C···lJ. 85"E .... :I.O 80"E· .. ·:I.D 7•+ .. [ · .. :1.0 '?1.E· .. ·10 6C .. [ ·-l0 ó3. E-·10 56 .. [ .... l.Ci ~5:! .. [ -.. 1{) L1} .. [ · .. ·lD .(+3.E····l O 40.E·· .. :LO 36. E-· .. 10 32. E-··10 32"E .. ··:tO 24"C···:1.D l ? .,E····10 i:!2.F· .. ·11 :!1"1::····1() 3

l, ,

,

C: .... l () 2!::i. E-· .. :1.0 2l~E-·:t.O 17 .. E·--:I.O 13 " E···H l ll"F····:1.Cl c:lï' .. E···l1 ~-:;ó .. [ ··· l l l,"•.,i~:-·•î.1 ::5:::l .. [ ····J.:l ,40" E····09 3l?..E··09 36. E·· .. 09 34. f::>-·O? 32" E····O<? 30.[-0? 2é "L····0'7 24 .. [ .... 09 ?:? " [ .... ()9 20" E-.. ·O? 19" E·-·09 17. E .. ··O? 15. E·-.. 09 15. ["··09 l l"C····D? Bf~ .. E-···10 .t;CJ.E:····lD :l.Cl"E···O<? 12"E····D'? 1. D. F. ... 09 78" E···l 0 ,~4"E .... lCl

,:

,

n

" r

.::-

-.

1.

o

·.-~l)" E ... :!. c., :?t+ .. E·-.. ·:.O J. n .. :~:·•·· J C 26. E···· 1 :l 20. E· .. · 1 l 15 "E··· 11 12.E·•·ll 67" E···-12 1.l'/.E····l2 :.3 3 • E .... :t 2 23. E--1.:? 1 ::,:; . E ··· 12 ll.E···12 /0.E .. ··13 -45.E···:l.3 30.[ .... 13 20"C .. ··13 ~ ww L6Z'0IZ ~'t/

8

-zD r.:· _·1 n ... &....J - ,... • ... , ~!.5"E···-10 3:;.E-··-10 31. E ··· 1 C ~9 .. E-1.0 2'?,,E:····t(J 25"E--1.0 2 7 .. ~::: ··· :!. Cl 2 (J " :~ ·- :!. C) 1?.E:>-1D 17"E~- :L(J

-

=--f· ·-t--:f·:::-:t:::::;:t---::-~ - - . = : --:i:-;:;- >---,-20.E .. ··10 19.E-10 :l8 uE··-10 17.C···:!.C 1 (.; .. r::: , ... 1. C: l~S"E-··tO l4. E:····1.D 1:~n[:· .. ·1.0 11 "E ··· 1 !} 1.0.E-.. ·tC 90.E-·11 82"E-·11 ·_:;,4 "E·-1.1 63"E···11. ~5211E-1t ~]~-:;u[·-11 SCJ"E-·1 1 0:::.7" E·· .. 11 56"E·· .. 11 - +-1 lt" E ·-· 1

e

13 .. !::-:!.D :1.2"E····l.D 1 :!. .. !2:··"10 1C: .. C···1.U 8:2"E·-11 ,5:! .. E- 11 ""-'- C:--11 .. J,., .. ... _ ... 50" E>-·l :t 1(·"{ .. E··-11 +-- --::::::._ --· ==

==-

:::-,..::..

=--=

(33)

1200 V, melkglas 1200 V, 4 mm 1200 V 405 410 ✓+15 420 425 430 435 440 445 450 .684E+OO .684E+OO .675E+OO .681E+OO .687E+OO .660E+OO .637E+OO .633E+OO .615E+OO .626E+OO .330E+01 .342E+01 .326E+01 .330E+01 • 322E+01 .325E+01 .314E+01 .306E+01 .293E+01 .296E+01 .391E-04 "389E--04 .225E-04 .264E-04 .38óE- 04 • 419E·-04 .850E-04 .178E-03 .322E- 03 .696E-03 .112E+OO .118E+OO .124E+OO .121E+OO .118E+OO .:1.26E+OO .121E+OO .119E+OO .113E+OO .113E+OO .146E+OO .1.lt2E+OO • 1116E+OO • 11.i3E+OO • 1..c'+OE+OO .136E+OO .132E+OO .12<?E+OO .123E+.OO .122E+OO 1 - '~:

1

1 : · . --· __ J __ _ f--·-=i-::~ ~ ~

-=È

:::1

=-~·i=-=

:L

=t:-~=:!

-

~

~

=

~ ~

_;_;;-

~

--1~-r~~~~-¾~~f

~==

-

l

:=:f~

q

~:~

!

0

~~

J

i:~

;

:=:

1~:: 455 460 465 470 475 480 485 490 495 500 -505 510 515 520 525 530 535 540 _ i 545 550 t--··- . ..: ... . :...

.580E+OO .283E+01 .145E-02 .109E+OO .116E+OO ":::::::=:::::::

• 536E+OO • 272E+Ol • 256E- 02 .120E+OO .1-20E+OO

~-.::

;~:j~

~;

• 547E+OO • 26BE+01 • 558E·-02 • 11 BE+OO • 118E+OO ~~

:~~tl~

• 542E+OO • 259E+O l • 903E- 02 • 111 E+OO • 108E+OO :-:-: ::: __ ::;:

.541E+OO .259E+01 .146E-01 .108E+OO .104E+OO

'":::":-

:

~

t=

.522E+OO .256E+01 .189E--01 .107E+OO .100E+OO 1

::

::_

-:-

:J::

:

• 510E+OO • 249E+01 • 228E- 01 .103E+OO • 965E·-01 ,::::

:.:J~~

.492E+OO .236E+01 .289E-01 .102E+OO .9.c't2E-01 :.:;

;-:i~~

• 471E+OO • 230E+01 • 356E-01 • 983E-01 • 900E-01 .:.:.: :::--l::

.470E+OO .230E+01 .408E-Ol. .983E-·01 .878E-01

p

·

:

=

~

+

:

i=:---::i:::-:::-i::.::: . . + -r - . --r-· :=1.--;;+:;:::::t=;

-

-:

::r.:=:.

· .

::-:::;--:

-

-'·

:1= ~ -:r-··r·--- ···•j

·

···

----

:-r=-:

ë:::1•· --r:::::::tr=-...

-2:°E!=....t.

~

-

~;: :

_

-

" ~ : r

'

=-

f

r.:t==t::::*·:

.::::ë:;:::::-è -: ~~:: .::.:E: :.1-c::-E; i::.:è:f

'='

:~:-:;

:~

-:

Y =-:;:':

.458E+OO .457E+OO .433E+OO .428E+OO .407E+OO .386E+OO .381E+OO .373E+OO .362E+OO .347E+OO ==-=1=- =r--:1 -i: ==t= ,t- :1-:=·-

:~..r

··-

-

:;J:.:::

-+-- " --+-·· -i-- - - • • =t--+- ·- -- - =~ -::.i::='----1='--'$-==r=--=-i: •. -+ . ,-·,: ~:.::L=

.215E+01 .501E:...01 .959E-01 .81+4E-01

~::..:..:~(J:::::

• 215E+Ol • 564E-01 • 940E-01 • 833E-01

E-:~:

~

~~

.210E+01 .631E·-01 .903E-01 • 779E-01

f-0'=:

~4!

:::

.202E+Ot -- .713E-01 .891E-01 .748E--01 :: .. :.:.:+::

• 192E+01 • 757E--O 1 • 858E-01 ..,.1'">E-01 ~=.:.~ · :::,:=

.187E+Ol .185E+01 .:L81E+01 .l70E+01 .158E+01

,

...

~:

1

:_.:~~

t:::

.816E-01 .838E-01 .69'+E-Ol

·

·

'--·-•

r

-

-.882E·-01 .817E-O:I. .6:,5~--0

1

l

w~

7~

{::

.894E-01 • 78!-3E--01 .6,i9E· 01

L ::

:::1::

• 915E·-01 • 777E-··O:I. • 628~-01 ~:-:

~:_ëJ:::C

• 9Cl5E- 01 • 74 ?E-01 • 6001:.-0:1. 1: .: ::.:i:::

L: : : ~ -~ : : 1 : : :

l::::=i:=.-=t· ____,_.;_:.,___ :.,...,. -:..:..:...~:.:-Ë::=::=i=~=.::i==:..-:+~= i:::::::.t=· :---1==::..ï:.__ _:t: ::(::·· --::;:: .. ~::):::::r.:-:: :: : ! : : : · _:·c: i:: =· :-: : 1. -:

L:::=t:-:. , -+----_--+ , ~:=:.,_=--r::_...:.1:-~. : -::.--_:..t:...=..::t .:.i-:..-:::-.--:. :···.: ·:-..:ï-• =t.:·: __:::·:.t: :·· ---~.::·_: .. :-:..: ..

-~

;;

±=t~

~

:~

~

~

~

~::

~

~

~

:~f::

l~

;~~~~

i)::~

J

~-

~

;~~

=

~'

t

±

r

J;

~

j

=,

:

:

(

:~i~

:

;

~

:

~

~

~t

:::

f

;

J

~

}

560 .318E+OO .149E+01 .881E- 01 .711E-01 .552E-01

:.j~_:,

:

~/j~

565 • 314E+OO • 152E+Ol • 844E····01 • 693E-01 • 530E-01

?::-,~.F

570 .312E+OO .145E+01 .814E·-·01 .680E·-O:I. .52/+E··-01 1

,::

:

~~=r~;

575 • 295E+OO .136E+01 • 749E·-01 • 659E-01 • 511E····01 +---

i:

-

:::

+--'-'----580 .289E+OO .139E+Ol "683E·-01 .637E-·01 •1i8óE-·01 C

:+:,

585 .286E+OO .131E+Ol .631E·-·01 .620E·--01 - ✓~77E··-0:1. :: ,

590 .270E+OO .123E+01 .576E-01 .613E·-01 •1+5'+E-01. !

595 .268E+OO .124E+D1 .510E-01 .599E-01 .446E-01

-600 .249E+OO .1 :l.8E+O:t. .420E-01 .577E-01 .420E-01 . : i.::

=~=t~~2:=:;~:~L:L::;? ~-=:~-~~~[:;~ ;~t=~=i::.:-::;::-:i ~-::~~:~~

:~-~i.

~:

~~~-~:~7~:~~~:

_ ..

i- . · i::·

~::-_:_:_8=t;=*-:=ÈE= ~-:: ~-=E-=-.-.:

~=:;-.;-

~-~i:-:

_:_~~~~

~j-=-~=

t

~ );;_

~~~: ~:=~; :~~:~:: :-: = _

~i ::~

~ -~ : _ _:L

<~

_

~~;~

~~_:

:~~-

!

---

--

-

-

-

-t==

~-:~~-_ï~==

\

_:~i

~J;

~

~

}F~8~-~

:.:?~~_: ...

~i~~

~_;:.:~-~:~=_;5:~

=

~ ~~=!~:_:

~

:i~i~::·

~::-1;;~~

--~

~

ii

~:i

-:.-~!:-~

-

~i

~/

::; :

_

·:;

~;i

::~:r~ ...

:~t-~-=

-

~=

~~=----

----+-___ - +--- : ~ --

·:p

~

;

-+

~

~

t--

-~-~-:

~~~:t~ :=-~~~ ~-:~:~~-_:-~-

=

~:

~:~

:

~:

~

:: -~ :~

~

;

r

;i:

:

:: :

;

: _-

_;~~~=~

~_:

~~ ~ =:

~

J-: ~

: -:~~

~h:~~ ~

~:

:

t::~

ÈÉ~f:êC-~:

:.:,.fi::-

::=~

~===~;:~?.:!:

~::=:-ë==

f.

:.:-::

:=::-

.:0::~i

~:~::

,:=:

~~'=,

:=::::,=-:

~}

:::-=-:,

\::f=

:

~: <!:::_:

'~C::

>:,::

,: :; :

>L

_

:=~-==

~ ~

r--

_.._

:_

~

~-

~~~~=t_:.:~~ ~~-=:_p

j-:_:0~;:;;_~~~

;~~=~=:-:

;

~~~~~::

:::i;~_)

:=

::i~-~::

.::

.. ~~~

4 : - :

~-=~t~/ ~

=;;~:~

~ : :~~ ~:-~....= =-t~~~:t::::.:.-~:~:_[~::~::-7:::::,

=::-;~=~;:=.:J:-:-::::

~

::i::=:_

:.:~

~

l~_::

:·:::r::-:_· .:::~·~::·:

.:·:.r:~

::-

.

t:":

~tl=~::

.:~:±:

~C:::L

:

·==:

_

::tl:::

8

A4 210x297 mm ~ MADE IN GERMANV

(34)

-~::::~~ :~ ~:.:~r:::: :.: . -:--:._ -=--:=:.:'

.-

:.:-:::r:-=

:_.:-=:..: :-::--• ... ::_.:-_: ...::.:J: :::--

·-:...--=--="===-=----

~

=--:

=--

r:::_...:=::~-~--=,:

~~-.

·:=- :::... ~ -~~=~::.:::.::~~: ~ :~ --· ... . -- ... -· -- ,-· ·• . . -: ·- _..____ .'. ·- · • .. · - . -·· --· ---· .. - . -··--·· ·--·-· ·- --· ·-· -~~:!:::· ~ ~'.·::-:-

·:::.-:~:_:= ::::~~:~:-:: :-

:::.:_~:

:~

::--.:::

:.~~~?::: :=-::'fL:~=--==-=·:::-:::':.:!-:-=::-:::_:::=.: ::~:~~:_::, -:?·:.=: .. :=:.t::-··

=~

:==-=· ---·- ·- - ---·- --·--·- ---•·-·-- - ·· - · - - - ·-•' --- - -~- -- ··- ·-r--- --... ---·-•.---·•-•·• - - -·· - · -••-·--·· t-• 605 610 615 620 625 630 635 640 645 655 660 665 670 675 680 685 690 695 700 705 710 715 720 725 730 735 740 745 750

_

_,_ ==i=-=----t

.:.:.:::t..-c--

-1- -755 760 765 770 775 780 785 790 795 800 .245E+00 .244E+00 .221E+00 .215E+00 .206E+00 .198E+00 .186E+00 .189E+0O .175E+00 .1:L5E+01 .112F..:+01 .1.06E+0l .103E+01 .984E+00 .959E+0O .912E+0O .857E+00 .829E+0O .355E-01 .316E-01 • 2 !':i l E ··-0 1 .215E-01 .159E-01 .l49E- 01 .118E-01 .960E-02 • 758E--02 .559E-01 • 545E-·01 .517E····01 .507E-01 .492E-01 • 480E·-01 .456E-01 .429E-01 .423E--01 • 1+09E-0 1 • t+02E-01 . 38/+E-·01 "369E-01 .3f19E-·01 .331E-01 .3211:.-,Ql .291E-0:t. .282E-01 • • • • • r • , : :~ :: : 'i::. -· · -. - -

--

-

·

1- •

--.::::::..-:::-.:1•·=

=

::__-:::t:=. , =,::i:::::;"-::t~ c-t+J.-:;-.. :~ ::::q_::-+-:j::- - ~.- -"t--·~ -:;.:;:\: :q ...::::,=-::j: C +-:t·: --et: · · . t,. · ;-: ~:_ ::_j:j_;

• 839E-01 • 399E+00 • 231E-03 . 21 0E-01 • 130E-01 =-:-::.

-=-

~

-

:..::'.::

~--:.':~-=E.::!

• 766E-01 • 362E+00 .149E-03 • 192E-01 .119E-01 . __ -..

-

=:+:,_

.706E-01 .331E+O0 .993E-04 .181E-01 .110E-01 ~~

.732E-01 .343E+00 .686E-04 .169E-01 .101E-01

~::~~=::1:.:.:-:

• 585E-01 • 268E+OO • 487E-04 .153E-01 • 877E-02 :::-:_ :;:~[\:

.545E-01 .252E+00 .0O0E+O0 .149E·-01 .832E-02 :'<: .:i·: :

• 499E-01 • 243E+00 • 0O0E+00 . 152E·-01 • 730E-02 :-=,.:..:.: ~•:

• 399E-01 .190E+0O • 000E+O0 . 950E-02 . 551E-02 ~::: .. -->J::: ... -.-~

·-• 323E-01 • 152E+0O • 000E+00 . 732E-02 "l'.i66E--Q2

=::Ld.:..:..:

. 295E-01 .143E+00 • 000E+O0 . 760E·-02 "437E-02 :, ,cc:

J

:::,

- ~

-=

~-

-

l

=1='=

t::

·t.::

~ : t

-

~

:

,

-

-

+ ·

t--::-=-t=

-

t:::~

i=

,

L: _

,

~:, _j::'.~~

1=,-:t,

-

,

,

~=~-:-'_-'

=t:

·

.::J..:.::~

~~u~

~:

.253E-01 .122E+00 .000E+00

• 213E-01 .101E+00 .000E+O0

.185E-01 .847E-01 .000E+O0

.152E-01 .748E-01 .000E+O0

• 128E-01 .581E-01 .O00E+OO

• l.09E·-01 .50DE- 0l. .000E+0CJ

• 819E·-·02 .372E-01 .000E+00

.759E-02 .325E-01 .000E+O0

.592E-02 • 242E·-01 .000E+00

.441E-02 • 206E·-0:t. .000E+00

.679E-02 . 567E--02 .467E-02 .421E-02 • 3141:.··-02 • 275E:--02 . 223E-·02 . 1 <J0E- 02 . 135E··-02 "103E·-02 .385E-02 .30-4E-02 .261E-02 .222E-02 .174E-02 .150E:-02 .112E-02 . <;u+8E-03 .6l3E-03 . ~ï8BE-03 ·--.. ·!·• . ::: · c: T-C--· --,··-· ;_-: <:..:::+:=--: :~: =r=·: .. ·---· ...

~=-~--~-F_:=-~-:.J:-=:-:i===:7 ~--:~:-~\-~:

~

:

-:~:~i~

s

-=-;~::-_:~:-~-t~-~~

~:~~

;

~:.-.

r=:.

:~~r~~~:

-

;:-~i

:~i: :!

:

t :-:: ~

~

~:-l~<: -

--i -- . . ... ____ .

t=:::!::==--~

~=~~t-=-:-=::-;-=t~~7

-

~:;~t-:~~~~~h~~ ~i_:~~-~~=~ :-:_~~~~~~

;-=~~;=:

;;~~

i

-~:-~:

:::;;~·

...

:

:::~:: ...

~~-~:

:···r

·- ::~

,

-~:~\}~-~

-~::~:-.:·

.. :' :1,.: : . ;=.:,-· ;=.:,-· ;=.:,-· • · • · • - - 1 · --~ -=-==i=-_.__:-r-- - __

:~

~

-=;.=::.

:=

~

~-=:

~

~

-

~

.

-:.:

·==

,-::

~~~;

:

?~~-.::

r-=:

~~i;::~

--

_---=~:

:--·r.: ~; :·~~~: ~ :~:= ;~~~=

:-:::;f~-4~

~ -=-t=.: .-=t.::::~~-=--~- ~---=-_:.1=::1::::-_=~

:

t

-~_:~;~

::=f--~ ..:..:'~::.~~ :' _

_g:

~-=

:C:!.:.V=

:::,+-.

;_

:::c.ï:

:~ij:::~:~

;

;j,;

~~

~-~;[

'°~

'~==-F~"'

,+~~

8

A4 210,297 mm ~ MADE IN GERMANY

(35)

----· --- --- --- -405 .482E+01 .164E+OO '+ 10 .500E+01 .173E+OO 415 .483E+01 .184E+OO 420 .485E+01 .178E+OO 425 .469E+01 .172[+00 430 .492E+01 .191E+OO 435 .493E+01 .1.90E+OO 440 • '+83E+01 .188E+OO 445 .476E+01 .184E+OO 450 .473E+01 .18:1.E+OO 460 .507E+01 .224E+OO 465 .490E+01 .216E+OO 470 .478E+01 .205E+OO 475 .479E+01 .200E+OO 480 .490E+01 .205E+OO 485 .488E+01 .202E+OO 490 .480E+01 .207E+OO 495 .488E+01 .209E+OO 500 .489E+01 .209E+OO 505- .469E+01 .209E+OO 510- .470E+01 .206E+OO 515 .485E+01 .209E+OO 520 .472E+01 .208E+OO 525 .472E+01 .211E+OO .213E+OO .208E+OO .216E+OD .210E+OO . 20'+E+OO .206E+OO .207E+OO .204E+OO .200E+OO .195E+OO .224E+OO .216E+OO .199E+OO • 192E+OO .192E+OO .189E+OO .191.E+OO .191E+OO .187E+OO .184E+OO .182E+OO .180E+OO .175E+OO .175E+OO . 572E····04 "569E .. -04 . 333[-··04 .388E-04 "562E·-04 . 635E--04 .133E-03 .281E-03 .524E-03 .111E-02 .250E-02 .478E-02 .102E-01 .167E·-·.01 • 270E .. -01 .362E-01 • 447E--01 • 587E--01 • 756E-·01 .868E-01 .1.09E+OO .123E+OO .146E+OO .167E+OO . . 186E+OO . ···---- · -·-. -· -. .

.

.

-- -· .. -· -. . ---· -·· .. -·. -. . --·-. --- ---•· . ----·. -.. . . ---. ·-. -. --. - -.427E-03 . 42!:'iE·-03 "2461:::-03 • 289E-·CJ3 .422E-03 • 4~i8E-03 • 929E·-03 . 195E·-02 .352E-02 .761E-02 . l.58E-01 .280E-01 .610E-01 .987E-01 .160E+OO .207E+OO . 2'+9E+OO .316E+OO .389E+OO • 41+6E+OO • 5-':8E+OO .616E+OO .690E+OO .779E+OO "827E+OO • • ••• 1 • • • -_-.

,.

·_ 530 • '+84E+01 • 217E+OO-

t::·--

~--

-1

--535 • 486E+01 • 214E+OO

f;.i-:

::~r::

.180E+OO .211E+OO .892E+OO

.177E+OO .231E+OO .964E+OO

540 • 485E+01 • 21 :I.E+OO .174E+OO . 240E+OO . 9'77E+OO :!::~( :::j~:=

545 .470E+01 .2:1.5E+OO .173E+OO .253E+OO .100E+01 C'."7"'..:-:-_- = r

550 .455E+01 .2:L5E+OO .:l.73E+OO .261E+OO 989E+OO '!:::

.::

~t:::

=;.:..:...:. ' " -1· ·~-+ ,- .µ..._.,~ - - __ , - +··""' · +--,--·

-

-

"·t·--·

:

· .. ,-

..

-+ .. -· ... -,... t~::

~~~~-:-:~

g=:

:t=·

-+·

-

-1-~ r.J]=( ...

.:::Ë=±-::.---:::l-:"~

fü:

~

¼

~-

=-J

===J~c:-:.-

i

>J::=:

:':J:'"'= :::.1:=::

:' =1,:_:-=

:,,:r:,:

:

:

:==-~

V'

::

·r

: ::

T:,:

< T:,~:

F_:-:~~-~~~~,:t:::-::;_:

:~-xr~

-

~~-t-~~

=

Ë~

J

::::-

~

-

~

1

;

-=

:i~~c~=:

f~~

:;

.

;~:ti~ii~i1~

~=

i;~~

l

~~~i-i

:

:~;iii~

-

~

~

jji

555 .470E+01 .216E+OO .169E+OO .266E+OO .977E+OO r~~·~

~d;=~

560 .469E+01 .224E+OO .174E+OO .277E+OO "963E+OO !:·:: :.:::t-.:

r - · . '---,

565 .484E+01 .221E+OO .l.69E+OO .269E+OO "922E+OO t-•• · · :._::~:::

570 .465E+01 .218E+OO .168E+OO .261E+OO .890E+OO t- · · --~· _,

t

~-·

--·=Ë

575 .461E+01 .223E+OO .173E+OO .254E+OO .819E+OO !:", .. :r::·:

580 .481E+01 .220E+OO .168E+OO .236E+OO • 71+6E+OO 1, ... . : : r:..: :·

r-·- •

.•• -· r--- -·

585 .458E+01 .2l7E+OO .167E+OO "221E+OO .690[ +00 ' .

590 .456E+01 • 227E+OO .168E+OO .213E+OO .630E+OO : ..

1:::: .. :i-:.

595 • 1+63E+01 .224E+OO .166E+OO . 190E+OO • 5;j7E+OO

600 .474E+01 .232E+OO . 169E+OO .169E+OO .459E+OO ·•--·

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de boerschoeika’s naar een bal gaan en de rode Assepoester thuis blijft om de boel af

Beantwoord deze vraag door met twee voorbeelden aan te tonen of dit ideaal geheel, gedeeltelijk of helemaal niet gerealiseerd was?. • in de Brezjnevperiode (1964-1982) sprake

4p 5 † Noem twee van deze activiteiten en leg telkens uit welk verband er bestond tussen deze activiteit en het modern imperialisme.. Het modern imperialisme in Indonesië kwam

What tensions between the project team and the external stakeholders do local context managers experience in Dutch water management and sustainable energy projects and

Door veranderingen in de ionconcentraties, maar ook door plotselinge veranderingen in de selectiviteit voor ver- schillende ionen kunnen de membraanpotentiaal en de elek-

“Maar waarom gebruikt hij zijn talent niet ergens anders voor?”.. “Omdat zijn familie al tot de geestelijkheid behoorde en hij kreeg zijn opleiding

• één argument waarmee je duidelijk maakt dat deze prent een onjuist beeld geeft en • twee argumenten waarmee je duidelijk maakt dat deze prent wél een juist beeld geeft..

De hoofdvraag waarop het onderzoeksprogramma zich zou moeten richten is: wat zijn de mogelijke gevolgen van de kwetsbaarheden die samenhangen met de digitalisering van