• No results found

Begeleidingsplan pedagogische begeleidingsdienst 2018-2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Begeleidingsplan pedagogische begeleidingsdienst 2018-2021"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pedagogische

Begeleidingsdienst

Steinerscholen

Begeleidingsplan 2018-2021

Federatie Steinerscholen Vlaanderen vzw

Gitschotellei 188

(2)

2

Inhoud

Inhoud

... 2

Voorwoord

... 4

Deel 1

Algemene beschrijving van de organisatie ... 4

1

Organogram

... 4

2

Personeelsbestand

... 6

2.1 Situatie september 2018 ... 6

2.2 Eigen omkadering ... 7

2.3 Ondersteuning vanuit de koepel Federatie Steinerscholen vzw ... 7

2.4 Expertisedeling met de begeleidingsteams van de scholengemeenschappen ... 7

Deel 2

Organisatie van de PBD ... 8

1

Algemeen beleid

... 8

1.1 Visie op begeleiding ... 8

1.2 Prioriteiten en scherpe doelen stellen ... 8

1.2.1 Inhoudelijke keuzes ... 8

1.2.2 Evenwicht tussen eigen aanbod, antwoord op vragen of doorverwijzing vanuit de toeleidingsfunctie. ... 9

1.2.3 Professionalisering en kwaliteitsbewaking in de begeleidingsdienst ... 10

1.3 Samenwerking ... 10

1.3.1 Samenwerking met andere PBD’s ... 10

1.3.2 Samenwerking met externe experten ... 10

2

Eigenheid

... 11

2.1 Eigenheid van de steinerpedagogie ... 11

2.1.1 Verdieping ... 11

2.1.2 Dialoog en uitwisseling met andere pedagogische visies ... 11

2.1.3 Inspiratiebronnen bij de professionalisering ... 12

2.1.4 Groei en generatiewissels ... 13

2.2 Eigenheid van de ondersteuning ... 13

2.3 Eenheid basis-secundair ... 14

3

Kwaliteitszorg

... 14

3.1 Dynamisch veranderingsmanagement ... 14

3.2 Indicatoren ter beoordeling van eigen kwaliteit en effectiviteit ... 15

Deel 3

Ondersteuningstaken en decretale opdrachten ... 16

1

Kerntaken en opdrachten

... 16

2

De ondersteuning van de pedagogische klaspraktijk

... 17

2.1 Aanvangsbegeleiding van startende leraren ... 17

(3)

3

2.3 De competentiebegeleiding ... 18

2.4 Ondersteuning van taalbeleid ... 19

2.5 Ondersteuning bij de realisatie van het pedagogisch project ... 20

2.6 Gerichte nascholing ... 20

3

De versterking van de interne kwaliteitszorg binnen scholen

... 21

3.1 Professionalisering van de schoolleiding ... 21

3.2 Handboek ‘Schoolbeleid voor onderwijskwaliteit’ ... 22

3.3 Ondersteuning op vraag bij voorbereiding of opvolging van een doorlichting ... 23

3.4 Participatie ondersteuningsinitiatieven Vlaamse regering ... 23

4

Begeleiding van scholen bij onderwijsvernieuwingen

... 24

4.1 Onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen... 24

4.2 Overleg met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus ... 25

Deel 4

Bijlagen... 26

1

Werkingscode

... 26

1 Toepassingsgebied ... 26

2 Aard van de begeleiding ... 26

3 Samenwerking met andere partners ter ondersteuning van de onderwijskwaliteit ... 27

4 Klachtenprocedure ... 27

2

Samenwerkingsovereenkomst competentie-ontwikkeling/inclusievere school

... 28

3

Samenwerkingsovereenkomst taalbeleid

... 29

4

Convenant Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers

... 30

5

Effectiviteitsevaluatie van onderwijsondersteuning

... 34

(4)

4

Voorwoord

De Pedagogische Begeleidingsdienst van de Federatie Steinerscholen vzw wil met dit

begeleidingsplan tegemoet komen aan de decretale kerntaak zoals bepaald in art. 15 § 2 van het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs van 8 mei 2009: “Iedere pedagogische

begeleidingsdienst stelt driejaarlijks een begeleidingsplan op voor de volgende drie schooljaren. De pedagogische begeleidingsdienst deelt dit begeleidingsplan mee aan de instellingen en aan de Vlaamse Regering”.

Het werkveld van de begeleidingsdienst bestaat uit 13 scholen voor basisonderwijs, waarvan

één voor buitengewoon onderwijs, verspreid over 22 vestigingsplaatsen; én uit 3 scholen voor secundair onderwijs, waarvan één voor buitengewoon onderwijs, verspreid over 10

vestigingsplaatsen. Op 1 februari 2018 telden deze scholen samen 455 organieke ambten. In september 2018 organiseren twee vestigingsplaatsen secundair onderwijs in hun eerste graad naast de A-stroom ook een B-stroom. Eén vestigingsplaats secundair onderwijs organiseert naast de studierichting ASO R. Steinerpedagogie een studierichting BSO Duurzaam Wonen en een

specialisatiejaar Bio-Ecologische Bouwafwerking én een andere vestigingsplaats secundair onderwijs organiseert naast de studierichting ASO R. Steinerpedagogie ook een studierichting TSO Hout en

Bouw. Een overzicht van alle scholen is te vinden op de website van de Federatie Steinerscholen

vzw www.steinerscholen.be.

Dit begeleidingsplan houdt rekening met de wijzigende regelgeving, de evolutie binnen onze schoolbeweging, eigen reflecties en mondelinge feedback uit de opvolgingsevaluatie door de commissie o.l.v. dhr. G. Monard op 29 mei 2018.

Deel 1 Algemene beschrijving van de organisatie

1 Organogram

De 16 Vlaamse steinerscholen met hun 32 vestigingen zijn enerzijds verbonden als lid van de Federatie Steinerscholen, anderzijds hebben zij per niveau een samenwerkingsverband in twee scholengemeenschappen. De pedagogische begeleidingsdienst wordt ingericht door de Federatie Steinerscholen en werkt samen met de scholengemeenschappen op de terreinen waar ook zij de scholen pedagogisch ondersteunen.

Voor talrijke beleidsmateries overlegt de Federatie Steinerscholen structureel met partners uit het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO). Vanuit die intense samenwerking groeide het ondersteuningsnetwerk OKOplus.

(5)

5

Vlaamse steinerscholen AV Federatie Steinerscholen raad van de scholen-gemeenschap basisonderwijs raad van de scholen-gemeenschap secundair onderwijs raad van bestuur

stuurgroep stuurgroep coörd. dir. coörd. dir. team medewerkers team medewerkers

team pedagogische

begeleiders

+

secretariaat

PBD-coördinator

feedback intensief overleg rapportering vertegenwoordigers in overleg binnen OKO

team medewerkers

expertisedeling volgens taakgebieden

PBD

externe

experten

(6)

6

2 Personeelsbestand

2.1 Situatie september 2018

raad van bestuur co. dir.

SGBaO co. dir. SGSO

medewerkers SGBaO medewerkers SGSO team pedagogische begeleiders:

 Competentiebegeleiding (0.722 VTE detachering)  Ondersteuning taalbeleid (0.125 VTE detachering)  Vorming en nascholing (0.33 VTE werkingsmiddelen)  Schoolbegeleiding (0.25 VTE + freelance experten,

uit werkingsmiddelen) +

Secretariaat:

 Algemeen (0.2 VTE codo punten)  Communicatie (0.2 VTE codo punten)

PBD-coörd. + schoolbegeleiding + ondersteuning curriculumwerk 0.5 VTE detachering feedback intensief overleg rapportering federatie - medewerkers

PBD

(7)

7

2.2 Eigen omkadering

 een personeelslid voor een halve opdracht (0,5 VTE) via de aan het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO) toegekende verloven wegens bijzondere opdracht (DK art. 17). De PBD-coördinator komt in deze halftijdse detachering.

 een halftijdse betrekking (0,5 VTE) (middels een verlof wegens bijzondere opdracht) voor het project ‘Ondersteuning in scholen en competentieontwikkeling van personeelsleden’ (tot 31 aug 2019). Een convenant legt de opdrachten vast die met deze personeelsmiddelen gerealiseerd moeten worden.

 een achtste betrekking (0,125 VTE) om de opdrachten in de convenant met betrekking tot het taalbeleid te realiseren.

 De ondersteuner van vorming en nascholing (0.36 VTE) wordt met werkingsmiddelen bezoldigd.

 Volledigheidshalve moet nog vermeld worden dat er op het niveau van OKO als geheel een halftijdse ondersteuning is voorzien voor de pedagogische samenwerking tussen de vier partners. Deze samenwerking is als opdracht opgenomen in de Convenant OKO in art 7, meer bepaald de punten 2 en 3.

2.3 Ondersteuning vanuit de koepel Federatie Steinerscholen vzw

Medewerkers van de koepel worden ook ingeschakeld voor het PBD-secretariaat: logistieke werk, boekhouding, materiaalbeheer, redactioneel werk en communicatie behoren tot hun takenpakket. De globale logistieke en materiële ondersteuning vanuit de koepel kan geraamd worden op ongeveer 0,40 VTE.

2.4 Expertisedeling met de begeleidingsteams van de

scholengemeenschappen

De twee scholengemeenschappen hebben elk een voltijdse leidinggevende en enkele medewerkers. In de beheersovereenkomsten van de beide scholengemeenschappen neemt het pedagogisch aspect een plaats in.

Zo kan men stellen dat ongeveer 0.9 VTE vanuit de scholengemeenschap basisonderwijs en 0.2 VTE vanuit de scholengemeenschap secundair worden ingezet voor opdrachten nauw verwant zijn met die van de PBD-begeleiders, vooral op het vlak van de volgende PBD taken: (1) scholen ondersteunen bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit; (2) onderwijsinnovatie aanreiken, stimuleren en ondersteunen; (3) aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen met inbegrip van de nascholing van directies. Daarom werden afspraken gemaakt tot efficiënte samenwerking én expertisedeling gelinkt aan de expertiseaankoop. Het nascholingsaanbod van de verschillende entiteiten wordt op elkaar afgestemd en er wordt bij een aanvraag tot begeleiding nagekeken wie het meest expertise heeft om de begeleiding uit te voeren.

Bovendien is het curriculumwerk quasi volledig bij de scholengemeenschappen terecht gekomen om gevolg te geven aan de opmerking dienaangaande bij de PBD doorlichting in 2013. We hebben het hier over wetenschappelijke studie, visievorming, opmaak en desgevallend indienen van nieuwe eindtermen, leerplannen, leerlijnen en leidraden. Wel gaf de commissie Monard op 29 mei 2018 de aanbeveling dat de PBD kan ondersteunen bij de implementatie van de nieuwe eindtermen en de daaraan gekoppelde nieuwe leerplannen.

(8)

8

Deel 2 Organisatie van de PBD

1 Algemeen beleid

1.1 Visie op begeleiding

Zoals geformuleerd in onze werkingscode (zie bijlage 1) gaat ons begeleidingswerk uit van een visie op de school als lerende organisatie, die haar eigen doelen duidelijk vooropstelt en nastreeft en die het belang inziet van een voortdurend proces van verbetering en de leraar als een professional beschouwt die zijn opdracht uitvoert uitgaande van de eigen opvattingen, expertise en ervaringen, doch met een open houding om te leren. Onze voornaamste werkvormen zijn:

 kwaliteitsdocumenten opstellen en verspreiden;

 contactmomenten organiseren voor uitwisseling en netwerking;

 studie- en onderzoekswerk realiseren en de resultaten ervan communiceren;  nascholing en vorming aanbieden via cursussen en studiedagen;

 scholen en teams begeleiden;

 externe begeleiders en aanbieders engageren om begeleidingsvragen te beantwoorden, die buiten de expertise van de PBD vallen.

1.2 Prioriteiten en scherpe doelen stellen

De meerwaarde van de begeleidingsdienst blijft gelegen in ondersteuning en begeleiding vanuit de specifieke pedagogische en onderwijskundige benadering van het steineronderwijs. Immers, de noodzakelijke bijdragen vanuit het perspectief van de steinerpedagogie kunnen niet door andere begeleidingsdiensten of neutrale organisaties worden overgenomen. Dit wordt toegelicht in hoofdstuk ‘2 Eigenheid’.

1.2.1 Inhoudelijke keuzes

Onze aandachtspunten bij de ondersteuning van de schoolwerking bundelen we in drie focusgebieden:

a. De ondersteuning van de pedagogische klaspraktijk

 Ter ondersteuning van de pedagogische klaspraktijk richten wij een belangrijk stuk van ons nascholingsaanbod vooral op startende leraren.

 Op elk van de vier domeinen van leerlingenbegeleiding bieden wij ondersteuning aan die nauw aansluit bij de typisch steinerpedagogische context.

 Vooral op het gebied van de competentiebegeleiding en de ondersteuning van de

ontwikkeling van taalbeleid in scholen willen wij expertise opbouwen met andere partners en de inzichten en ervaringen integreren in de eigen pedagogische werking. Zeker bij de reeds jarenlange ondersteuning van de zorgwerking in scholen en bij de oprichting van het Ondersteuningsnetwerk OKOplus blijkt hoe waardevol het is als PBD te kunnen

samenwerken met experten in de Parcivalschool (steinerschool voor buitengewoon onderwijs), om vanuit de steinerpedagogische visie met kennis van de (heil)pedagogische mogelijkheden inclusief onderwijs te helpen realiseren.

 Met een reach-out actie gaan begeleiders in zoveel mogelijk lerarenteams in gesprek over de actuele uitdagingen van een steinerleraar.

(9)

9

b. De versterking van de interne kwaliteitszorg binnen de scholen

 Ter professionalisering van de schoolleiding zorgen wij vooral voor opleiding en begeleiding op het vlak van leiderschapscompetenties die sterk vanuit onze eigen visie zijn gekleurd: het horizontale leiderschap binnen een organisatie waarin de stichtende, ondernemende en verenigende component van het bestuur tot hun recht kunnen komen. Voor de meer klassieke facetten van onderwijskundig, financieel, materieel en personeelsbeleid verwijzen we door naar daartoe gespecialiseerde vormingen.

 Om de steinerpedagogische visie op onderwijskwaliteit aan te scherpen en de scholen te ondersteunen bij hun eigen kwaliteitsbeleid hanteren we een eigen handleiding

‘Schoolbeleid voor onderwijskwaliteit’. Met betrekking tot de kwaliteitsverwachtingen van het ROK worden de scholen concrete aandachtspunten en handvatten aangereikt, die de verwachtingen spiegelen aan inzichten van het eigen pedagogisch project. Rond deze handleiding bieden we zowel vraag- als aanbodgestuurde begeleiding aan.

 Scholen worden begeleid naar aanleiding van doorlichtingen.

c. De begeleiding van de scholen bij verschillende aspecten van onderwijsvernieuwing  De PBD volgt vernieuwingen op de voet. Wij noemen hier de modernisering van het

secundair onderwijs, de ontwikkeling van nieuwe eindtermen, de wijzigingen van het M-decreet, de opmaak van gevalideerde toetsen, het aspect studiekeuzebekwaamheid en leerloopbaanbegeleiding.

 Deze materies vragen grondig studiewerk. Opdat de PBD de implementatie van aankomende nieuwe leerplannen met kennis van zaken zou kunnen ondersteunen, is het wenselijk dat de PBD ook betrokken is bij de opmaak van de nieuwe leerplannen1.

1.2.2 Evenwicht tussen eigen aanbod, antwoord op vragen of doorverwijzing vanuit de

toeleidingsfunctie.

a.

Door de frequente contacten met de schooldirecties (via de raden van de

scholengemeenschappen) menen wij een vrij sterk inzicht te hebben verworven in de pedagogische noden van de werkvloer en de behoeftes van de directies aan ondersteuning.

b.

We verhogen de bereikbaarheid van de begeleidingsdienst voor de leraren, met de reach-out

actie (zie deel 3, paragraaf 2.5)

c.

Alle aanvragen tot schoolbegeleiding worden bij de coördinator van de PBD ingediend. In overleg met de leidinggevenden van de scholengemeenschappen wordt gekeken of er ruimte en expertise voorhanden is om de vraag te beantwoorden, wie van de werknemers het best

geplaatst is en welke externe instantie eventueel wordt gecontacteerd om de begeleidingsvraag verder te behartigen. Vanuit de formele PBD-werking worden de scholengemeenschappen wegens hun expertise als bevoorrechte partner bij de uitoefening van onze toeleidingsfunctie beschouwd. Voor organisatorische en bestuurlijke veranderingsprocessen wordt vooral een beroep gedaan op een externe begeleiding.

(10)

10

1.2.3 Professionalisering en kwaliteitsbewaking in de begeleidingsdienst

Deze twee belangrijke aandachtspunten in de organisatie van de begeleidingsdienst worden verder uitvoerig toegelicht in de paragrafen 2.1.3, 3.1 en 3.2. Een efficiënte organisatie moet toelaten om de overhead te beperken. Voor de bestuurlijke opdracht van de PBD is een 0.25 VTE voorzien. (De halftijdse gedetacheerde verricht ook begeleidingswerk).

1.3 Samenwerking

1.3.1 Samenwerking met andere PBD’s

De samenwerking met de andere Vlaamse, maar ook Nederlandse PBD’s is de laatste jaren

toegenomen. Bijlagen 2 en 3 vermelden de twee belangrijke samenwerkingsovereenkomsten met de andere PBD’s (aangaande competentie-ontwikkeling/ inclusievere school én aangaande taalbeleid). Rond het aspect professionalisering rond studiekeuzebekwaamheid (gefocust op de implementering van de exploratietool Columbus) werd namens OKO een project ingediend, dat door PBD’s wordt gevalideerd.

Het meest intensief blijven de contacten met de PBD’s van het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers. Drie recente projecten willen we hier in het bijzonder vermelden:

 de opstelling van een gemeenschappelijk effectevaluatie-instrument voor onze begeleidingsinterventies en aangeboden nascholing;

 de oprichting van een gemeenschappelijk Ondersteuningsnetwerk OKOplus;  het project waarnaar hierboven verwezen wordt rond de exploratietool Columbus.

1.3.2 Samenwerking met externe experten

Een deel van onze werkingsmiddelen gaat naar contracten met expertisecentra.

Enkele begeleidingsopdrachten van de PBD worden aangepakt met hulp van externen. Als voorbeelden:

 Centrum voor Taal en Ontwikkeling, voor de ondersteuning van de scholen bij de uitbouw van hun taalbeleid

 Nederlandse Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen, voor specifieke begeleiding van een lerarenteam in onze BUSO-school, voor vorming, vertaling van buitenlandse

kwaliteitsdocumenten en ontwikkeling van een nieuwe opleidingsmodule voor schoolleiders.  U-consult voor intervisie en schoolbegeleiding (organisatiekunde)

 Voor de uitbouw van een ‘train the trainer’-programma wordt beroep gedaan op experten in het CVO Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk vzw (Gent) en de ArtObe vzw (Lille)

(11)

11

2 Eigenheid

2.1 Eigenheid van de steinerpedagogie

2.1.1 Verdieping

In 1919 werd voor het eerst een school opgericht op basis van de pedagogische inzichten van Rudolf Steiner. Steiners visie op het leven, de mens, de maatschappij en de wereld wordt de ‘antroposofie’ genoemd. Steiner zelf beschouwde zijn levenswerk als een open project waarbij hij anderen vooral wilde aanzetten tot vrij creatief geesteswetenschappelijk onderzoek. De steinerpedagogie als werkingsgebied daarbinnen kan vanuit die visie maar leven dankzij de voortdurende ontdekkings-drang van leraren in de klas én van pedagogische onderzoekers in het wetenschappelijk werk. Zeker in het kader van de internationale viering van het honderdjarig bestaan van de beweging (‘Waldorf100’) wil de internationale steinerschoolbeweging de metamorfose van de oorspronkelijke stichtingsimpuls benadrukken. De basisprincipes en hoofddoelstellingen van de steinerpedagogie worden de laatste tijd dan ook op een aangepaste moderne wijze belicht2.

Deze weg naar verdieping wordt gedragen door degelijk wetenschappelijk onderzoek naar de waarde en waarden van de steinerpedagogie. Er worden onderzoeksvragen gesteld in de stijl van: “Waarom en onder welke omstandigheden is de concentratie van vakken in een modulair periodesysteem pedagogisch interessant?” of “In welke mate komen hoogbegaafde kinderen aan hun trekken in de steinerschool?”. Zo’n onderzoek zorgt voor een scherpere bewustwording omtrent onze identiteit en voor onderbouwde kwaliteitszorg. Meerdere centra zijn begaan met de verdieping van de steinerpedagogie. Zo voert de Hogeschool Leiden (waar een lerarenopleiding en een lectoraat bestaan met focus op de ‘vrije-school’3 pedagogie) het onderzoek naar de waarden en uitdagingen van onze vorm van onderwijs. De intense wisselwerking met de European Council for Steiner Waldorf Education (ECSWE, Brussel), de Pedagogische Sectie van de internationale antroposofische vereni-ging (Dornach) en het wereldwijde International Forum for Steiner/Waldorf Education helpt de PBD haar visie en standpunten aangaande hedendaagse pedagogische vraagstukken breed te funderen.

2.1.2 Dialoog en uitwisseling met andere pedagogische visies

De internationale schoolbeweging is reeds jaren pleitbezorger van een actieve wisselwerking tussen de praktijkervaring binnen scholen en pedagogisch, psychologisch en medisch onderzoek. Een identiteit leeft maar dankzij de dialoog met anderen. De PBD komt via verschillende wegen in gesprek met andere pedagogische visies:

 door haar interactie met andere PBD’s in OKO- en ruimer verband;  door haar betrokkenheid bij het maatschappelijk debat over eindtermen;

 door haar opdracht om pedagogische fundering te geven aan de beleidsstandpunten van onze vertegenwoordigers in Brussel, zowel binnen Vlaamse en federale overlegstructuren als in contacten met het Department Education, Youth, Sport and Culture van de Europese Commissie;

 door haar toeleidingsfunctie naar andere opleidingscentra of centra voor professionalisering en begeleiding.

2

Zie bijvoorbeeld: Elan Leibner (editor, 2017): The Seven Core Principles of Waldorf Education, Chatham: Waldorf

Publications at the Research Institute for Waldorf Education.

3

In Nederland noemt men het steineronderwijs “vrijeschoolonderwijs”. In vele andere landen wordt het

“waldorfonderwijs” genoemd.

(12)

12

2.1.3 Inspiratiebronnen bij de professionalisering

Studie en onderzoekswerk behoren bij de taken van de PBD. Er groeien de laatste jaren intense lijnen van samenwerking, uitwisseling of inspiratie.

 De Hogeschool Leiden biedt ons toegang tot eigentijds pedagogisch onderzoek.

 De Alanus Hochschule in Duitsland zoekt het gesprek met, en de (soms kritische) bevraging van pedagogische wetenschappers van verschillende strekking4.

De PBD Steinerscholen maakt zich, naast studie van bronnen die aansluiten bij de basisprincipes van onze pedagogie, ook vertrouwd met hedendaagse inzichten en referentiekaders omtrent een

veelheid van aspecten binnen het pedagogisch ‘bedrijf’. Wij noemen hier enkele referentiepersonen, instanties en gerespecteerde bronnen waarmee we in nauw contact zijn ter versterking van de kwaliteit op verschillende terreinen van ons begeleidingsaanbod:

 rond onderwijskwaliteit: Gert Biesta, Maarten Simons en Jan Masschelein, Richard Landl  rond organisatiekunde en beleidsvoerend vermogen: Geert Iserbyt, Margarete van den Brink,

Frederick Laloux, Otto Scharmer, Bernard Lievegoed (www.npi.eu) , Herman van Esbroeck, Bertus Benning

 rond conflicthantering: Friedrich Glasl

 rond ontwikkelingspsychologie: Maarten Vansteenkiste, Tomas Zdrazil, Eveline Crone, Jelle Jolles

 rond waarde(n) van het vrijeschoolonderwijs: Aziza Mayo en de onderzoeksgroep van Leiden  rond salutogenetische visie op gezondheidseducatie: Aaron Antonovsky

 rond traumapreventie en -verwerking: Bernd Ruf

 rond hoogbegaafdheid: Frietzen Grünbauer en haar onderzoeksgroep Vrij Hoog, Saskia Snikkers (BVS) die als lid van de kenniskring in Leiden onderzoek verricht op dit terrein  rond burgerschapseducatie: Bo Dahlin

 rond ICT en media-educatie: Paula Bleckmann, Edwin Hübner, Edmond Schoorel, Luc Vandecasteele

 rond beroepsopleidingen: Michael Brater

 rond breed evalueren en portfolio: Martyn Rawson, Thilo Koch (Zie het Comenius Star project European Portfolio Certificate http://ecswe.net/projects/epc/), Urs Ruf, Peter Gallin (Dialogisches lernen www.lerndialoge.ch

), Ariëlla Krijger en Rüdiger Iwan

 rond zingevingseducatie: Christine Gruwez

 rond vreemde talen: Ulrike Sievers, Martin Rawson ( https://courses.e-learningwaldorf.de/courses)

Voor thema’s als media-educatie, breed evalueren, gezondheid/welzijn van leerlingen en kunstzinnig onderwijs wordt in samenwerking met de European Council for Steiner Waldorf Education5 een internationaal project voorbereid, waarbij vooral de bedoeling is om pedagogische aanbevelingen uit wetenschappelijk onderzoek om te zetten naar praktisch bruikbare adviezen in de schoolpraktijk. In kwaliteitsdocumenten, studiedagen, begeleiding en supervisie stralen deze inspiratiebronnen door. De brede dialoog over de steinerpedagogische identiteit biedt een bodem om de scholen te

ondersteunen bij de eigentijdse vertaling van hun pedagogisch project.

Voor de thema’s taal en competentiebegeleiding verwijzen we naar de specifieke samenwerkingsovereenkomsten met de andere Vlaamse begeleidingsdiensten.

4

Daarvan getuigt bijvoorbeeld de vrij recente publicatie: Jost Schieren (Hrsg., 2016) Handbuch, Waldorfpädagogik und

Erziehungswissenschaft, Standortbestimmung und Entwicklungsperspektiven. Weinheim Basel: Beltz Juventa

(13)

13

2.1.4 Groei en generatiewissels

In de groeiende schoolbeweging blijft er een sterke fierheid over de eigen schoolcultuur. Het ontstaan van nieuwe vestigingen en de intreding van vele nieuwe leraren (en directeuren) zorgen voor een interessante evolutie. De scholen komen voor de uitdaging hun sterktes te behouden en verder te ontwikkelen, maar ook de kans te baat te nemen om eenzijdigheden, blinde vlekken of tekorten weg te werken. De begeleidingsdienst ondersteunt hen bij deze kwaliteitsversterking. Sowieso blijven de eigen eindtermen en leerplannen voor extra begeleidingsbehoeftes zorgen bij beginnende leraren.

2.2 Eigenheid van de ondersteuning

De uitwisseling met deskundigen voedt onze ambitie om onze begeleidingsinterventies steeds meer een eigen waarmerk te geven: in connectie met hedendaagse inzichten, gefundeerd en gesteund door antroposofische expertise. Zonder enige claim op volledigheid, willen we hier enkele aspecten aangeven die onze organisatie, onze werking en onze begeleidingen typeren.

a. De steinerpedagogische visie beperkt zich niet tot de opvoeding van kinderen en jongeren. Zij is geënt op een verfijnd ontwikkelingsbeeld van de mens. De ontwikkeling van de mens gaat op volwassen leeftijd verder. Ook onze lerarenvorming en train-the-trainersessies vertrekken van het antroposofisch mensbeeld. In de houding van de begeleider straalt deze benadering dus eveneens door. Een goede begeleider met doorleefde antroposofische mensenkennis zal met enthousiasme voor creativiteit en authenticiteit, grote eerbied voor individuele ontwikkeling, morele vrijheid en verantwoordelijkheid zijn ‘cliënten’ benaderen en responsabiliseren, vergelijkbaar met de houding waarmee een steinerleraar zijn leerlingen hoort te benaderen. b. Steiners gedachtegoed werkt ook inspirerend in de organisatiekunde. De driegeleding van een

organisatie in (1) haar stichtende, ideële, culturele vrijheidscomponent, (2) haar verenigende, sociale component en (3) haar ondernemende rol is een nuttig perspectief om schoolorganisaties bij te staan en de eigen organisatie gezond te houden. Moderne auteurs (zoals Otto Scharmer en Frédéric Laloux) knopen aan bij deze stroom. Op de vormingsdagen voor besturen en directies zorgde de begeleidingsdienst voor expliciete toelichting en praktische toepasbaarheid van deze organisatieprincipes.

c. De werking van de begeleidingsdienst is gebed in een bepaalde cultuur, die zeer herkenbaar is voor de ‘cliënten’, de leraren(teams) en directeuren. Wij sommen hier enkele kenmerken op van deze cultuur:

 Een sterke waardering van authentieke persoonlijke ontmoeting, doorheen hiërarchische of functionele rollen.

 Brede processen van beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming.  Een visie op leerprocessen in 7 fasen6

 Een kunstzinnigheid die net als de pedagogie ook de vergadercultuur beïnvloedt. Daarmee wordt niet enkel de agendering van samenzang, euritmie, of een creatieve vorm van coaching met plastische kunst bedoeld. Het ideaal leeft om open, creatief

6

In “van Houten, C. (1993). Erwachsenenbildung als Willenserweckung. Stuttgart: Verlag Freies

Geistesleben” vindt men een inspirerende interpretatie van de zeven levensprocessen voor het leren: 1. ademen - observeren 2. opwarmen – verbinden 3. verteren - assimileren 4. uitscheiden (sorteren) - individualiseren 5. behouden – oefenen 6. groei – ontwikkeling van nieuwe

(14)

14

scheppend, in het moment zelf, samen, nieuwe concepten, inzichten en vaardigheden te laten ontstaan en rijpen.

 Zin voor spiritualiteit is nooit veraf. Geregeld komt er een spreuk als inleiding of

afsluiting. Meditatieve omgang met inhouden leidt tot verdieping van de gesprekken en initiatieven. Het ultieme doel van de meest intense begeleidingsmomenten is samen een scholingsweg creëren als lerende organisatie.

d. De eigen pedagogische werking in de scholen vraagt om een gepaste afstemming.

Timperley stipuleerde in 2007 enkele principes voor succesvolle professionalisering in scholen. Hier blijkt één van zijn principes bij uitstek relevant: bood de ondersteuning voldoende kans tot interactie met de begeleider zodat men samen kon kijken hoe de nieuwe inzichten aansluiten bij de bestaande praktijk en/of welke obstakels of weerstand staan integratie van deze nieuwe inzichten mogelijks in de weg?

Kennis van de soms afwijkende eindtermen en eigen leerplannen voor de Vlaamse steinerscholen en enige notie van de pedagogische principes die internationaal in de steinerpedagogie gehanteerd worden vormen vaak voorwaarden voor een geslaagde

begeleiding. We hebben in de afgelopen jaren geregeld externe expertise ingeroepen, maar keer op keer stellen we vast dat die experten wel weten hoe het er in de reguliere scholen aan toe gaat maar niet hoe de praktijk in de steinerscholen leeft. Zo eindigen vele van die bijeenkomsten in een wederzijds leren: de externe begeleider ontdekt dat het in de steinerscholen toch anders ligt, de steinerschoolleraren kunnen af en toe met bepaalde zaken wel vooruit. Om het op te lossen heeft men in de SG SO wel eens een duo gemaakt: een externe begeleider en een interne begeleider bereidden de begeleiding samen voor. We konden ook beroep doen op een externe expert die vertrouwd is met de antroposofie. Dat werkte zeer vruchtbaar.

2.3 Eenheid basis-secundair

Door de verhoogde interactie van de PBD met beide scholengemeenschappen (basis en secundair) aangaande begeleidingswerk, inrichting van nascholing en visie op curriculumwerk durft de PBD beweren dat er een groeiende afstemming en continuïteit in de werking ontstaat. De formele structuur van het Vlaamse onderwijs had die samenwerking wat gehypothekeerd. De

begeleidingsdienst neemt vanuit haar opdracht én vanuit de inherente ontwikkelingspsychologische visie van de steinerpedagogie die doorstroomgedachte echter steeds als leidraad. Beleidsmatige en pedagogische uitdagingen in één niveau worden nu weer meestal gedeeld met verantwoordelijken binnen het andere niveau. In initiatieven zoals de competentiebegeleiding en de oprichting van het ondersteuningsnetwerk is dit resultaat zeer zichtbaar.

3 Kwaliteitszorg

3.1 Dynamisch veranderingsmanagement

Zoals dhr. G. Monard het ook op 29 mei 2018 opmerkte, bevindt onze organisatie zich in transitie: er is veel in beweging, met generatiewissels en initiatieven die nog verder uitgewerkt moeten worden.

(15)

15

Via een U-proces7 vanuit ‘adventum-denken’ (“Welke mogelijkheden tekenen zich af, en hoe kunnen we in die richting evolueren?”) realiseert de schoolbeweging een dynamisch

veranderingsmanagement. De PBD ondersteunt heel sterk dit proces. Doelstellingen bij dit traject zijn onder meer:

- optimalisering expertisebundeling en –inzet in PBD en scholengemeenschappen;

- voorbereiding van enkele persoonswissels, zowel in het begeleidingswerk enerzijds, maar ook in het vertegenwoordigend werk binnen de overlegorganen van de overheid anderzijds; - professionalisering vanuit eigen inspiratiebronnen;

- borging van kwaliteit.

Deze professionalisering gebeurt in nauwe samenwerking met de internationale Steiner Waldorf beweging (bijvoorbeeld de in Duitsland ISO/DIN gecertificeerde methodische kwaliteitsontwikkeling8 of het project “Wege zur Qualität”9).

De PBD wil niet alleen de samenwerking met de begeleiders van de

(steiner)scholengemeenschappen versterken, maar ook met de PBD’s van andere koepels, in eerste instantie binnen het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers.

3.2 Indicatoren ter beoordeling van eigen kwaliteit en effectiviteit

De PBD verhoogt de inspanningen om de effecten van haar interventies in kaart te brengen10. De verzameling van kwantitatieve data kunnen we in meer detail uitwerken: het aantal scholen dat we bereiken, het aantal leraren in verhouding tot het geheel die onze nascholingen volgen. Wie bereiken we vooral (beginners, ervaren leraren, leidinggevenden, teams, besturen…)? Welk percentage van onze interventies gaat naar: doorlichting, implementatie van een vernieuwing, taalbeleid, implementeren leerplannen, ICT-beleid, veranderingsprocessen, conflicthantering, beleidsvoerend vermogen, kwaliteitszorg, competentieontwikkeling, intervisie enz.?

Om de effectiviteit van haar acties en interventies te beoordelen gaat de PBD verder uit van de volgende waarnemingen:

a. Doorlichtingsverslagen van de inspectie bevestigen de impact van onze ondersteuning in specifieke begeleidingstrajecten.

b. Samen met de andere OKO-partners ontwikkelden we een beknopt evaluatie-instrument dat helpt om na afloop van een begeleiding/vorming in kaart te brengen hoe verregaand de impact was binnen de school. Bij de opstelling van dit instrument werd beroep gedaan op de bronnen die de evaluatiecommissie in 2014 had gesuggereerd. 11,12

c. Gesprekken bij lerarenteams en directievergaderingen over de verwachtingen omtrent de PBD en de resultaten van de werking van de PBD moeten frequenter worden georganiseerd, zodat er meer voeling ontstaat met het effect van het PBD-beleid.

d. Vergelijking van de jaarrapporten met het begeleidingsplan levert op zich ook evaluatie-materiaal.

7 Zie o.a. Otto Scharmer& Katrin Kaufer: “Leiden vanuit de toekomst”, Van ego-systeem naar eco-systeem, Christofoor2013

8Landl, R. / Peters, P. / Röhler, A. (2016), Qualitätsentwicklung an Waldorfschulen - Entwicklung und Evaluation eines zertifizierten Verfahrens, Frankfurt am Main: Peter Lang Verlag, ISBN 978-3-631-67143-6

9 Te volgen op http://www.wegezurqualitaet.info/home

10 Mondelinge aanbeveling van de commissie Monard op 29 mei 2018

11

principes voor succesvolle professionalisering uit Timperley e.a. (2007; zie ook Denis & Van Damme, 2010) en op de ‘Five

levels of Professional Development Evaluation’ van Guskey (2000)

(16)

16

Deel 3 Ondersteuningstaken en decretale opdrachten

1 Kerntaken en opdrachten

In het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs van 8 mei 2009 worden de kerntaken voor de pedagogische begeleidingsdiensten opgesomd. Bij de uittekening van onze geplande ondersteuningsfocussen verwijzen we naar opdrachten uit deze opsomming.

Art. 15. § 1. De pedagogische begeleidingsdiensten hebben de volgende opdrachten:

1° de onderwijsinstellingen in kwestie ondersteunen bij de realisatie van hun eigen pedagogisch (…) project (…);

2° de onderwijsinstellingen (…) ondersteunen bij het bevorderen van hun onderwijskwaliteit, (…) en bij hun ontwikkeling tot professionele lerende organisatie door :

a) netwerkvorming te bevorderen en netwerken te ondersteunen; b) leidinggevenden te ondersteunen of te vormen;

c) de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden te ondersteunen binnen een school (…) en

instellingsoverstijgend met bijzondere aandacht voor beginnende personeelsleden, personeelsleden met specifieke opdrachten. Daarnaast dient prioritair aandacht besteed te worden aan de competenties in het kader van het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;

d) het beleidsvoerend vermogen van instellingen te versterken; e) de kwaliteitszorg van instellingen te ondersteunen;

3° op verzoek van het bestuur van de instelling de instelling ondersteunen en begeleiden bij de uitwerking van de aangegeven actiepunten na een doorlichting;

4° onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen;

5° aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen met inbegrip van de nascholing van directies;

6° met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus overleggen over onderwijskwaliteit en de kwaliteit van de leerlingenbegeleiding;

7° participeren aan de aansturing of opvolging van ondersteuningsinitiatieven georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Regering die als doelstelling het ondersteunen van instellingen, leerkrachten of begeleiders hebben.

(17)

17

2 De ondersteuning van de pedagogische klaspraktijk

2.1 Aanvangsbegeleiding van startende leraren

decretale opdrachten Art. 15 §1.2° en 5° Motivering

Opdat de aangeleerde inzichten en handelwijzen zouden beklijven is er wisselwerking nodig tussen het nascholingsaanbod en de begeleiding van de beginnende leraren13. Vanaf 2018-2019 wordt in dit kader volop ingezet op het principe van ‘train de trainer’.

Doelen

 Heel wat modules uit ons nascholingsaanbod hebben tot doel om startende leraren op weg te helpen om moderne didactische vaardigheden te verwerven en de steinerpedagogische visie in de eigen klaspraktijk te concretiseren. Hier en daar verwijzen we expliciet naar andere

initiatieven in binnen- en buitenland.

 Onder het motto ‘de onderzoekersgeest, de kunstenaarsziel en het vakmanschap wekken’, nodigen we ervaren leerkrachten, mentoren en begeleiders uit om hun agogische vaardigheden te verruimen, nodig om jongere collega’s te inspireren.

2.2 Leerlingenbegeleiding

decretale opdracht Art. 15 §1.2° Motivering

De PBD wil de scholen ondersteunen bij de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van hun eigen beleid aangaande leerlingenbegeleiding, waarin aandacht gegeven wordt aan de eerste niveaus van het zorgcontinuüm (brede basiszorg en verhoogde zorg voor leerlingen die het nodig hebben). De vier begeleidingsdomeinen die hierbij algemeen worden vernoemd krijgen elk hun aandacht. Doelen:

 Leren en studeren: in ons vormingsaanbod besteden we expliciete aandacht aan de

pedagogische vaardigheden om een aangepast leerklimaat te creëren (bijv. ‘de zomerdriedaagse voor beginnende leraren’, opleiding voor leraren in de basisschool rond specifieke thema’s zoals ‘kwintenstemming in de kleuterklas’ of leerlijnen, didactische vorming voor leraren in het secundair onderwijs: ‘kijk op de eigen klaspraktijk’).

 Psychisch en sociaal functioneren: ook dit aspect blijft in de picture, bijvoorbeeld door

nascholingsaanbod op het vlak van traumaverwerking, en rond ‘liefde en seksuele voorlichting’.  Preventieve gezondheidszorg: heel de steinerpedagogie heeft als intentie de gezonde jonge

ontwikkeling zo breed mogelijk te ondersteunen. Sommige moderne aandachtspunten, zoals de impact van de digitale media, komen expliciet aan bod:

 Zowel voor ouders als leraren richten we vorming in om een sterke pedagogische houding en handelingspraktijk te ontwikkelen die de kinderen en jongeren helpt om hygiënisch en

(18)

18

bewust om te gaan met de technologische mogelijkheden. Acties op niveau van de klasgroep met betrokkenheid van de ouders zijn nodig in dit verband.

 Bijzondere aandacht wordt besteed aan het gevaar van het verslavend effect en de sociale risico’s

 De PBD biedt opleiding aangaande indirecte media-educatie, de ontwikkeling van

competenties die bijdragen aan een autonome, wilskrachtige omgang met digitale media. Zo’n indirecte media-educatie begint op heel andere terreinen dan het directe gebruik van digitale technologie. Bewustzijn rond de relevantie van deze indirecte media-educatie wordt gestimuleerd.

 We vertalen een Duitse infobrochure voor breed publiek.

 Leerkrachten worden geïnformeerd over wenselijk pedagogisch handelen vanuit inzichten die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek.

 Voor de opleiding van mediacoaches, gesteund door nieuw wetenschappelijk onderzoek, worden handleidingen vertaald.

 De onderwijsloopbaan:

 Op basis van de expertise die opgedaan wordt in het kader van het

professionaliseringsproject rond studiekeuzebegeleiding gefocust op de implementatie van de exploratietool Columbus gaat de PBD via een roadshow in gesprek met de scholen en lerarenteams van de derde graad secundair onderwijs rond studiekeuzebegeleiding en de relatie klassenraad/exploratie-instrumenten.

 Omdat vanuit OKO ook deelgenomen wordt aan trainingen die grotere koepels op het vlak van onderwijsloopbaanbegeleiding inrichten, kunnen wij expertisegroei verwachten op dit vlak, ook voor het lager onderwijs.

Voor de basisscholen moet het zorgplan deel worden van de leerlingbegeleiding

 Actie: dit doel onder de aandacht brengen door hier met de directies over te spreken. Goede voorbeelden aanreiken – supervisie van directies over dit thema.

 Actie: scholen begeleiden om de omvorming te maken in het schoolwerkplan en te implementeren in de school.

2.3 De competentiebegeleiding

decretale opdracht Art. 15 §1.2° Motivering:

De competentiebegeleiders helpen de scholen optimaal om te gaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zoals algemeen voorgeschreven doen zij dit op drie manieren: (1) door informatie te verschaffen over het M-decreet (2) door ondersteunende tips te geven aan leraar en school (3) door de samenwerking van scholen en leraren te stimuleren en de expertiseontwikkeling in het ondersteuningsnetwerk te bevorderen.

Sinds de oprichting van het ondersteuningsnetwerk OKO+ is de rol van de Parcivalschool,

steinerschool voor buitengewoon onderwijs, prominent. Deze school is de uitvalsbasis van een team ondersteuners. De competentiebegeleiders versterken het team en helpen enkele beginnende ondersteuners professioneel te groeien, onder meer op het vlak van heilpedagogische inzichten van waaruit specifieke ontwikkelingsvragen kunnen worden ondersteund.

(19)

19

Doelen:

 Professionalisering van de competentiebegeleiders via uitwisseling en intervisie: zij nemen deel aan vorming en overleg binnen OKOplus.

 Door frequent contact tussen de competentiebegeleiders en zorgverantwoordelijken in de scholen kunnen specifieke hiaten of vragen beantwoord worden.

 Professionalisering van de ondersteuners  vormingen in de heilpedagogie

 bijzondere aandacht voor het versterken van de ondersteuners in de adviserende rol t.o.v. de leerkracht. Dit is voor hen een andere doelpubliek dan kinderen.

 het omvormen van deze ondersteuners naar kindgericht naar klas en teamgericht werken blijft een aandachtspunt. Als middelen gebruiken we hiervoor vorming en intervisie.  Versterking van de competenties van lerarenteams

 op het vlak van de heilpedagogie, algemeen en specifiek voor bepaalde beperkingen, met aandacht voor het kind, de leerkracht en de werking van het team

 intervisie met casussen van inclusief onderwijs  versterken in het maken van handelingsplannen

2.4 Ondersteuning van taalbeleid

decretale opdracht Art. 15 §1.2° Motivering:

Om de onderwijstaal Nederlands in scholen te versterken en om vandaaruit leerlingen met meer succes de schoolloopbaan te helpen doorlopen ondersteunt de PBD Steinerscholen mee de intenties van de internettensamenwerking rond taal.

Doelen:

Naast de doelen die geformuleerd staan in de samenwerkingsovereenkomst van de PBD’s van de internettensamenwerking, zet de PBD Steinerscholen voor de komende jaren nog in op volgende doelen:

 ondersteuning bij het formuleren van visienota’s rond taal ter ondersteuning van scholen: visie op leesplezier, vakgericht taalonderwijs, begrijpend lezen, meertaligheid en basisgeletterdheid Nederlands;

 ondersteuning bij de implementatie van nieuwe eindtermen en leerplannen Nederlands;  participatie aan de projectgroep internettenoverleg taal én daaraan gekoppelde

engagementen/deelname studiedagen vanuit de samenwerkingsovereenkomst Taalbeleid Nederlands (met klemtonen op samenwerking, expertise-uitwisseling, professionalisering, …);  begeleiding rond taal i.s.m. de taalcoördinatoren van de verschillende scholen.

(20)

20

2.5 Ondersteuning bij de realisatie van het pedagogisch project

decretale opdracht Art. 15 §1.1° Motivering:

De eerste Steiner/Waldorfschool is gesticht in Stuttgart in 1919. Vandaag zijn er 1.100 steinerscholen en bijna 2000 steinerkleuterscholen in zo’n 80 landen over de hele wereld. De beweging groeit sterk. Internationaal is er afgesproken niet alleen het honderdste verjaardag te vieren maar om de

gelegenheid te baat te nemen om het steineronderwijs verder te ontwikkelen in het licht van de eigentijdse uitdagingen. Daar hoort ook het bewustzijn bij dat we deel uitmaken van een wereldwijde beweging die tegelijk een overal herkenbare visie uitdraagt en zich inpast in zoveel verschillende culturele contexten.14

Doelen:

 De reach-out-actie, die in het schooljaar 2017-2018 is opgestart, loopt verder, waarbij begeleiders in gesprek gaan met lerarenteams om samen te kijken waar de grootste lokale groeikansen liggen om steinerschool te zijn in de hedendaagse tijd. Internationale

identiteitsteksten zijn een hulpmiddel voor reflectie.

 Op de lerarendag in oktober 2019 richt de PBD verschillende workshops over tal van

onderwerpen zoals de pedagogische autoriteit, de sociale cohesie in het lerarenteam, relatie met de ouders, meditatie als versterking voor de leerkracht, communicatievaardigheden.

 Ook het nascholingsaanbod biedt ieder jaar modules aan die bepaalde facetten van het pedagogisch project op de voorgrond plaatsen. (zie ook deel 2, hoofdstuk 2 Eigenheid)

2.6 Gerichte nascholing

decretale opdracht Art. 15 §1.5° Motivering:

Nascholing blijft één van de prioriteiten van de PBD. De schaal waarop we werken biedt een grote kans tot effectiviteit en dit voordeel willen we ten volle benutten. Het evenwicht tussen vraag en aanbodsturing wordt bewaakt door de interactie met de scholengemeenschappen basis en secundair.

Doelen:

 Hierdoor kunnen we kort op de bal spelen en hebben we de kans om ons vormingsaanbod goed af te stemmen op de noden die leven in de scholen en bij de leerkrachten in de klaspraktijk. De coördinerende directeurs zorgen er immers voor dat de noden gehoord worden en brengen ze op het vormingsoverleg, dat het grootste deel van de vormingen vervolgens op deze noden afstemt. De sterk interactieve cultuur binnen de federatie zorgt er dus voor dat enerzijds de PBD in hoge mate voeling heeft met de pedagogische noden binnen de scholen en dat anderzijds de scholen een vrij goed beeld hebben op welke begeleidingsexpertise men bij de PBD beroep kan doen.

14 www.waldorf-100.org

(21)

21

 Naast de vormingsmodules voor startende leraren worden ook professionaliseringsdagen

ingericht voor ervaren leraren, mentoren en directeurs. De PBD gaat op deze wijze in op de vragen van ervaren leraren die ook nog zelf verdiepende vorming willen krijgen voor hun pedagogisch werk in de klas15.

3 De versterking van de interne kwaliteitszorg binnen

scholen

3.1 Professionalisering van de schoolleiding

decretale opdrachten Art. 15 §1.2° en 5° Motivering:

De complexiteit van de leidinggevende functie komt steeds meer onder de aandacht. De PBD Steinerscholen richt daartoe bijzondere opleidingsmodules en begeleiding in voor schoolleiders, waarbij zowel theoretische inzichten als praktijkervaringen centraal staan. Daarbij focust de PBD op díe aspecten van het schoolleiderschap die sterk beïnvloed zijn door de typische context binnen de steinerscholen.

De begeleiding bij de dagdagelijkse uitdagingen van de schoolleiding maakt deel uit van de aanvangsbegeleiding van beginnende directeurs en is vooral een aandachtspunt van de

scholengemeenschappen. Vooral in de scholengemeenschap van de basisscholen is de traditie ontstaan om de starters op geregelde tijdstippen te verenigen zodat zij aan de hand van praktijkgetuigenissen en enige supervisie collegiaal kunnen leren.

Specifieke doelen van de PBD:

 Bewustwording van persoonlijke leiderschapsstijlen. Alle schooldirecteurs krijgen de kans om met behulp van ingekochte testen hun energetisch gedragsprofiel te ontdekken. Bedoeling is ook om aan de hand van deze individuele profielen inzicht te verwerven in groepsdynamische

processen. Enkele directeurs hebben zich opgegeven om de accreditatie-opleiding te volgen die hen zal toestaan met dit instrumentarium coachend te werken in de schoolteams.

 Intervisiegroepen beogen versterking van de leidinggevende competenties.

 Op overlegvergaderingen tussen leidinggevenden, maar ook bij begeleidingsvragen vanuit een specifieke school, wordt vaak een bepaald facet van ons handboek ‘Schoolbeleid voor

Onderwijskwaliteit’ (zie 3.2) in de praktijk gezet.

 Op de jaarlijkse tweedaagse vormingsmodule dragen wij onze visie uit op horizontaal leiderschap met oog voor gezonde driegeleding in de organisatie. Beide elementen zijn traditionele

hoekstenen binnen de internationale steinerschoolbeweging.

 Voor de context van steinerscholen belicht Jutta Hodapp16 de vier aspecten van horizontaal leiderschap, zoals Adriaan Bekman17 die beschrijft:

15 Mondelinge aanbeveling van de commissie Monard op 29 mei 2018

16 Jutta Hodapp, Führung an Waldorfschulen, in ‘Ethik des Anleitens, Beispiele zeitgemässer

Unternehmenskultur’, Herausgegeben von Ulrich Meier, Urachhaus, Stuttgart 2017

17 Adriaan Bekman, Horizontaal leiderschap, onderzoek naar leiderschap in organisaties, Koninklijke van Gorcum, 2009

(22)

22

o Sturing geven (processen in gang zetten en impulsen geven)

o Coachen

o Inspireren (het ontwikkelen van een visie en het overbrengen van inspiratie) o Interveniëren (Deze kernkwaliteit doet beroep op de moed van de leidinggevende

om te confronteren en in te grijpen)

Vooral het sturen en inspireren vindt men terug bij Kelchtermans & Piot18

 Inzicht in de driegeleding binnen een organisatie kan leiden tot transparant overleg en hygiënische besluitvorming. Binnen een sociale organisatie (op meso-niveau) moet onderscheid gemaakt worden tussen de stichtende, de verenigende en de ondernemende impuls. Het is een hele kunst om de school organisch te organiseren19, zodat deze drie elementen in harmonie met elkaar worden gebracht. Schoolbeleid blijft in de internationale schoolbeweging hoe dan ook een aandachtspunt20. Vanaf 18-19 richten wij expliciet 3 vormingsdagen in om de agogische vaardigheden binnen de coachende leiderschapsrol te versterken. Zoals hogerop gemeld is het motto daar ‘de onderzoekersgeest, de

kunstenaarsziel en het vakmanschap bij de collega’s te wekken’.

 Samen met de Nederlandse Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen ontwikkelen we een nieuwe opleidings- en begeleidingsmodule waarbij directeurs via drie sporen worden versterkt in hun leiderschapscompetenties:

 Via een digitaal leerplatform kunnen de cursisten concepten en referentiekaders aangaande schoolleiderschap leren kennen.

 Op enkele intervisie-sessies wordt het collegiaal leren aangemoedigd.

 Begeleiding in de schoolcontext zorgt er voor dat de verwezenlijkingen, mogelijkheden en hindernissen van de schoolleiders in kaart worden gebracht en in ontwikkeling blijven.  Toeleidingsfunctie: Voor vele aspecten rond de wettelijke know-how en administratieve

regelgeving op het vlak van onderwijskundig, financieel, materieel of personeelsbeleid staan los van het eigen pedagogisch project verwijzen wij schoolleiders door naar andere aanbieders.

3.2 Handboek ‘Schoolbeleid voor onderwijskwaliteit’

decretale opdracht Art. 15 §1.2° Motivering:

We willen deze handleiding rond onderwijskwaliteit, een co-creatie met de steinerscholen zelf, blijven ontwikkelen en de scholen ondersteunen bij de implementatie van methodieken die zij erin kunnen vinden.

Doel:

 In het bronnendocument ‘referentiekader voor onderwijskwaliteit’ vindt men 37

kwaliteitsverwachtingen, in rubrieken en deelrubrieken opgesomd. Bij de verantwoording van haar kwaliteitsbeleid moet een school aantonen dat ze tegemoetkomt aan de

kwaliteitsverwachtingen uit dit referentiekader. In een handleiding, geschreven vanuit de

18 G. Kelchtermans & L. Piot, Schoolleiderschap aangekaart en in kaart gebracht, Acco, Leuven 2010 19http://www.jansaal.nl/initiatiefkunde/organisch-organiseren/

20 Zie bv Valentin Wember, Wille zur Verantwortung, Eine neue Organisations-führung durch Lehrer,

(23)

23

steinerpedagogische visie op onderwijskwaliteit21, worden voorstellen geformuleerd voor

mogelijke kwaliteitsvragen bij processen in onze scholen. Telkens verwijzen we naar de kwaliteitsverwachtingen van het ROK, met behulp van hun codering (in de eerste kolom van de onderstaande tabellen). Schooldirecteurs die aan de slag gaan met de mogelijke kwaliteitsvragen van deze handleiding komen dus tegemoet aan de desbetreffende kwaliteitsverwachtingen van het ROK.

3.3 Ondersteuning op vraag bij voorbereiding of opvolging van een

doorlichting

decretale opdracht Art. 15 §1.3° Motivering en doel:

De doorlichting 2.0 werkt vanuit een nieuw kader. De PBD volgt de evolutie op de voet en staat ter beschikking om scholen te begeleiden in hun doorlichtingsproces

3.4 Participatie ondersteuningsinitiatieven Vlaamse regering

decretale opdracht Art. 15 §1.7° Motivering en doel:

Via het overleg binnen OKO en onze vertegenwoordiging in overheidsorganen blijft de PBD op de hoogte aangaande het vormingsaanbod, studie- of visiedagen, die de overheid inricht aangaande nieuwe trends in het onderwijsbeleid of de kruisbestuiving tussen wetenschappelijk onderzoek en onderwijspraktijk.

Deelname aan dergelijke initiatieven gebeurde steeds op OKO-niveau, bv.  het project ‘kleuterparticipatie’,

 de evaluatie van het ‘stem-actieplan',

 de stuurgroep van sommige praktijkgerichte onderzoeken en hun uitrol,  het structureel overleg tussen de PBD’s en

 de Expertisenetwerken van de lerarenopleidingen.

21 We voelen ons gesterkt in onze blijvende zoektocht om binnen onze autonome schoolbeweging de steinerpedagogie verder te verdiepen. Zoals ook onlangs nog in een Europees rapport werd

geschreven, zijn we er ons ook van bewust dat effectief schoolbeleid en responsabilisering van de scholen aangaande de leerontwikkelingen van de leerlingen een bijkomende voorwaarde zijn om een overtuigend pedagogisch project uit te dragen. Zie European Parliament 2014-2019 Plenary sitting A8-0173/2018 17.5.2018 REPORT on modernisation of education in the EU (2017/2224(INI))

Committee on Culture and Education Rapporteur Krystyna Łybacka : “Draws attention to the fact that granting schools more autonomy regarding curricula, assessment and finance has been shown to result in increased pupil performance, provided there is effective school governance and school-based accountability for pupils’ learning” (paragraph 42 on page 13)

(24)

24

4 Begeleiding van scholen bij onderwijsvernieuwingen

4.1 Onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen

decretale opdracht Art. 15 §1.4° Motivering:

Voor deze materies zet de PBD in nauwe samenwerking met de scholengemeenschappen haar expertise in na overleg. Daarom wordt hier nauw samengewerkt met de scholengemeenschappen. In de Scholengemeenschap Steinerscholen BaO worden zogenaamde klasdagen ingericht waarop aan professionalisering wordt gewerkt. Afhankelijk van hun expertise worden dan ofwel medewerkers van de PBD of medewerkers van de scholengemeenschap ingezet om deze te begeleiden. Vaak wordt ook expertise ingezet vanuit de Nederlandse Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen.

In de Scholengemeenschap steinerscholen SO heeft men een praktijk van uitwisseling van good practices op de zogenaamde reflectiedagen. Die worden één tot twee keer per jaar georganiseerd door de medewerkers van de scholengemeenschap. Via een combinatie van voordrachten en workshops worden onderwijsinnovaties aangereikt en gestimuleerd. Regelmatig worden goede praktijkvoorbeelden voorgesteld in plenum en krijgen de scholen de kans om van elkaar te leren door later in workshops rond de voorgestelde voorbeelden verder te werken. In de mate van het

mogelijke worden specifieke thema’s met een specifiek schoolteam aangepakt. Twee recente voorbeelden zijn een serie woensdagnamiddagen rond differentiatie voor de nieuwe TSO richting in Gent en het werken met het Brugse lerarenteam rond flexibele leerwegen.

Voor dergelijke materies wordt ook beroep gedaan op externe expertise zoals oud-begeleider Greta Mahy, specialist bij het GO voor de methodescholen, of de informatie rond flexibele leerwegen verzameld door prof. Bieke De Fraine van de KUL en haar team. Maar ook de internationale Steinerschoolbeweging biedt heel wat inspiratie. Er wordt door de medewerkers van de scholengemeenschap samengewerkt met experts van de Hogeschool Leiden

https://www.hsleiden.nl, de Alanus Hochschule, Alfter bei Bonn http://www.alanus.edu, de Steinerhøyskolen, Oslo https://www.steinerhoyskolen.no en Crossfields Institute, Stroud https://www.crossfieldsinstitute.com, het Kassel Lehrereseminar für Waldorfpädagogik https://www.lehrerseminar-forschung.de, de pedagogische afdeling van de School of Spiritual Science http://www.paedagogik-goetheanum.ch/en/ en het Nieuw Zeelandse Steiner Education Development Trust https://sedt.co.nz.

Doel:

 De PBD volgt vernieuwingen op de voet. Wij noemen hier de modernisering van het secundair onderwijs, de ontwikkeling van nieuwe eindtermen, de wijzigingen van het M-decreet, de opmaak van gevalideerde toetsen, de implementatie van leerloopbaanbegeleiding op basis van de deelname aan het professionaliseringsproject studiekeuzebegeleiding met het oog op de implementatie van de exploratietool Columbus. Deze materies vragen grondig studiewerk.  Opdat de PBD de implementatie van aankomende nieuwe leerplannen met kennis van zaken zou

kunnen ondersteunen, is het wenselijk dat de PBD ook betrokken is bij de opmaak van de nieuwe leerplannen22.

 Via workshops en begeleide vakgroepen worden leraren ondersteund bij de implementatie van de nieuwe leerplannen.

(25)

25

4.2 Overleg met verscheidene onderwijsactoren op verschillende niveaus

decretale opdracht Art. 15 §1.6°

motivering:

Intense interactie met andere onderwijsactoren zorgt voor deelname aan beleidsontwikkeling, vlotte aansluiting bij nieuwe evoluties, kennis van actuele initiatieven en projecten,

kruisbestuiving omtrent professionalisering in het begeleidingswerk. doelen:

 Structureel overleg met PBD (departement, koepels, kabinet)

 Structureel overleg inspectie – PBD (via OKO, zowel algemeen als BaO en SO)

 Opvolging engagementsverklaringen. Via OKO, maar PBD Steinerscholen volgt strikt gesprek met BCH op.

 Netoverschrijdende samenwerkingen met andere koepels en PBD’s: rond taal, competentieontwikkeling

 PBD-effectmetingsoverleg via OKO

(26)

26

Deel 4 Bijlagen

1 Werkingscode

1 Toepassingsgebied

(a) Op wie is deze code van toepassing?

De werkingscode is van toepassing op de pedagogische medewerkers die werken binnen de Pedagogische Begeleidingsdienst Steinerscholen.

(b) Ten aanzien van wie is de code geldig?

De werkingscode is geldig ten aanzien van alle scholen die lid zijn van de Federatie Steinerscholen, hun schoolleiding en hun personeelsleden. Met personeelsleden wordt bedoeld: alle werknemers bij een schoolbestuur die bij de opvoeding, het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen betrokken zijn. (c) Onderwijsniveaus

De Pedagogische Begeleidingsdienst Steinerscholen begeleidt scholen en personeelsleden van het gewoon basisonderwijs, het gewoon secundair onderwijs, het buitengewoon basisonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs.

2 Aard van de begeleiding (a) Wijze van werken

De pedagogische begeleidingsdienst organiseert verschillende schooloverstijgende initiatieven, op basis van de noden en behoeften van de scholen en leraren enerzijds en de ontwikkelingen op maatschappelijk en onderwijspedagogisch vlak anderzijds.

Het begeleidingswerk gaat uit van een visie op de school als lerende organisatie, die haar eigen doelen duidelijk vooropstelt en nastreeft en die het belang inziet van een voortdurend proces van verbetering en de leraar als een professional die zijn opdracht uitvoert uitgaande van de eigen opvattingen, expertise en ervaringen, doch met een open houding om te leren.

De scholen en personeelsleden worden uitgenodigd om actief te participeren in initiatieven die worden genomen. Er wordt een volgehouden engagement verwacht van wie zich inschrijft. Daartoe worden duidelijke afspraken gemaakt bij aanvang van het initiatief. Naast het werk waarin samenwerking met en inbreng van de scholen centraal staan, houden de medewerkers zich ook bezig met studie en onderzoek wat kan leiden tot publicaties op allerlei gebieden. De opbrengst van het gezamenlijke werk wordt zo ruim mogelijk verspreid en ten dienste gesteld.

(b) Werkvormen

De Pedagogische Begeleidingsdienst Steinerscholen beschikt over een beperkt aantal middelen en medewerkers waarmee zij zoveel mogelijk scholen wil bereiken. Zij doet dit onder meer door, bij iedere opdracht, heel gericht te kiezen voor de meest geschikte werkvorm. We beschrijven hieronder de mogelijke werkvormen.

Documenten: het werk met betrekking tot kwaliteitsverbetering en onderwijsinnovatie zal vaak uitmonden in een document. Deze documenten kunnen bv. de vorm krijgen van een draaiboek of kwaliteitshandboek. Aan het schrijven van deze documenten gaat meestal een fase vooraf van ontmoeting en overleg met de scholen enerzijds, of studie anderzijds, specifiek rond het thema dat in het document wordt behandeld. De documenten worden voorgesteld en toegelicht aan alle scholen. Door de verspreiding van deze documenten kan een groot publiek worden bereikt. Er is ook een implementatieplan voorzien en een terugkoppeling na een bepaalde tijd.

(27)

27

Uitwisseling/netwerking: het organiseren van contactmomenten waarop verschillende scholen of groepen leraren of directies, met elkaar kunnen uitwisselen rond bepaalde thema’s of waarop ze praktijkvoorbeelden met elkaar kunnen delen. Deze contactmomenten kunnen de vorm krijgen van (studie)overleg, fora, reflectiegroepen, intervisie.

Studie/onderzoek en vertaling: studie- en onderzoekswerk ten behoeve van het bevorderen van de onderwijskwaliteit. Resultaten van het werk worden bekendgemaakt of als innovaties besproken in cursussen of studiedagen of verwerkt in de verantwoordingsstukken voor de overheid. Ook het intranet is hier een belangrijke medium.

Cursussen en studiedagen: Het nascholingsaanbod wordt bij de scholen door middel van een brochure en op de website bekend gemaakt. Het aanbod aan vormingsactiviteiten is vooral bedoeld voor leraren en directies. De cursussen richten zich zowel naar beginnende leerkrachten als naar ervaren mensen. Ze kunnen de vorm aannemen van studienamiddagen, studiedagen, maar ook van langlopende meerdaagse activiteiten. Er kunnen ook cursussen op verzoek ingericht worden.

School- of teambegeleiding: de scholen kunnen een beroep doen op begeleiding op school- of teamniveau. Deze begeleiding kan vraag- of aanbodgestuurd zijn en kan zowel één of enkele bezoeken alsook een begeleidingstraject op iets langere termijn omvatten. Waar aan de orde, kan worden getracht de beleidsvoering van de schoolleiding te spiegelen en te ondersteunen. Het doel van de begeleiding is steeds de kwaliteit van de school of de klaspraktijk te verhogen. De coaching en ondersteuning van leidinggevenden vormt hierbij een belangrijk onderdeel. Eventueel kan ook hulp worden geboden bij het opstellen van een traject ter verbetering van de deelaspecten na (zelf)evaluatie. De individuele begeleiding van personeelsleden (zoals aanvangsbegeleiding) kan niet in het takenpakket van de begeleidingsdienst worden opgenomen.

(c) Bevoegdheden van de medewerkers

De medewerkers van de Pedagogische Begeleidingsdienst Steinerscholen hebben een informerende, adviserende en onderwijsondersteunende bevoegdheid.

Alle documenten die de pedagogische medewerker ontvangt van de school, zal hij vertrouwelijk behandelen. De informatie die hem wordt gegeven in het kader van zijn werk, blijft evenzeer vertrouwelijk. Ook alle adviezen die aan scholen gegeven worden, moeten als vertrouwelijk worden beschouwd, tenzij hier in onderling overleg anders is over beslist.

Alle werk wat door medewerkers op schrift wordt gesteld gedurende de werktijd en in opdracht van de leiding van de begeleidingsdienst, blijft eigendom van de Federatie Steinerscholen.

De coördinatie van de werking gebeurt door de beleidscoördinator van de Federatie Steinerscholen vzw: Arnout De Meyere, arnout.de.meyere@steinerscholen.be

3 Samenwerking met andere partners ter ondersteuning van de onderwijskwaliteit

Bij de pedagogische ondersteuning kan worden samengewerkt met andere initiatieven en organisaties. Er kan een beroep worden gedaan op externe deskundigen.

4 Klachtenprocedure

Eventuele klachten worden schriftelijk gemeld aan en behandeld door de raad van bestuur van de Federatie Steinerscholen als inrichter van de Pedagogische Begeleidingsdienst Steinerscholen.

(28)

28

2 Samenwerkingsovereenkomst

competentie-ontwikkeling/inclusievere school

S

AMENWERKINGSOVEREENKOMST

C

OMPETENTIE

-

ONTWIKKELING

/

INCLUSIEVERE SCHOOL

1 S

AMENWERKENDE ORGANISATIES

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap  de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en

Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen  Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers

Rond dit thema zal het GO! in nauwe samenwerking met OVSG het voortouw nemen.

2 O

MSCHRIJVING VAN HET THEMA EN EVENTUELE DEELPROJECTEN

Samenwerking tussen de betrokken organisaties op het vlak van:

 De ondersteuning in de scholen van het buitengewoon onderwijs bij de gevolgen van het M- decreet.

 De uitbouw van een globaal professionaliseringstraject en -structuur voor de ondersteuning van de ondersteuningsteams.

3 D

OELSTELLINGEN EN BEOOGDE RESULTATEN

3.1 D

OELSTELLING

1

Het opzetten van net overstijgende vorming.

3.2 D

OELSTELLING

2

De professionalisering van de competentiebegeleiders en ervaringsuitwisseling in functie van complementaire en gelijkgerichte ondersteuning van de ondersteuningsteams.

3.3 D

OELSTELLING

3

Uitwisseling van ervaringen en daaruit voortvloeiende bijsturingen van de impact van het prioritaire nascholingstraject op het werk van de competentiebegeleiders

(29)

29

3 Samenwerkingsovereenkomst taalbeleid

S

AMENWERKINGSOVEREENKOMST

T

AALBELEID

1 S

AMENWERKENDE ORGANISATIES

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap  de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en

Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs

 de Pedagogische Begeleidingsdienst van Provinciaal Onderwijs Vlaanderen

 de Pedagogische Begeleidingsdiensten van Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers … Rond dit thema zal PBDKO het voortouw nemen.

2 O

MSCHRIJVING VAN HET THEMA EN EVENTUELE DEELPROJECTEN

Taalbeleid: de pedagogische begeleiding zet een netoverschrijdende samenwerking op binnen het continuüm informeren, uitwisselen, afstemmen en samenwerken om de onderwijstaal Nederlands in scholen te versterken om leerlingen met succes de schoolloopbaan te doen doorlopen.

3 D

OELSTELLINGEN EN BEOOGDE RESULTATEN

3.1 D

OELSTELLING

1

Lokaal en bovenlokaal samenwerken naar aanleiding van projecten (zoals bv. EDT – Europese dag van de talen of de Week van het Nederlands (Taalunie) of netwerken of LOPS.)

3.2 D

OELSTELLING

2

Elkaar informeren, expertise-uitwisseling rond jaarlijks af te spreken begeleidingsactiviteiten met impact op de klasvloer in thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal, aandacht voor scharniermomenten in de onderwijsloopbaan op minimaal … momenten per schooljaar.

3.3 D

OELSTELLING

3

Samenwerken aan de professionalisering en een gemeenschappelijke kennisbasis rond thema’s zoals meertaligheid, taalscreening, school- en instructietaal, …

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De leerlingen willen een groene zone op het schoolplein en dragen bij aan de realisatie daarvan, ze komen met ideeën voor het opzetten van een vlogsquad, ze bepalen middels

1 Grijp alleen in als je merkt dat kinderen niet zelf in staat zijn om naar behoren een conflict op te lossen.. Onderschat de eigen vaardigheid van kinderen bij het bedenken

We hebben dit jaar samen met MS Schippers en de Rabobank een investeringsfonds voor onze varkens- houders opgezet om hen financieel te ondersteunen als ze over willen stappen op

• We borgen het gemeenschappelijk pedagogisch project. • We toetsen het pedagogisch project af aan ontwikkelingen binnen de schoolpraktijk. Het realiseren, implementeren en

Peter aan het orgel, wil je die ‘Voix angélique’ – ‘Een stem van engelen’ nog eens laten

De partijen Groen en Ecolo willen intussen dat er meteen een aanpassing komt van de wet op de

Het Permavoid Capillair Irrigatie Systeem Het reduceren van dit effect kan worden verbeterd door het regenwater onder de groeiplaats van de boom op te slaan en te zorgen dat het

Vakkenkoppeling tweede graad secundair onderwijs: specifiek gedeelte dubbele finaliteit a.. Wetenschapsdomeinen (op basis