• No results found

Konijnenhouderij doet een stap voorwaarts : dier en welzijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Konijnenhouderij doet een stap voorwaarts : dier en welzijn"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V-focus+ april 2008

44

W E L Z I J N

&

D I E R

V-focus+ april 2008

45

D I E R

&

W E L Z I J N

dr. ir. Ingrid de Jong telefoon 0320- 238 192 ingrid.dejong@wur.nl

C o n t a c t

verbeteren van de kooibodem waardoor voetzool-aandoeningen niet meer voorkomen.

Groepshuisvesting voor voedsters

Konijnen zijn sociale dieren en de individuele huisvesting van voedsters komt niet tegemoet aan de behoeften van het dier. Het ministerie van LNV en de sector hebben verschillende onderzoeken naar de mogelijkheden voor groepshuisvesting van voedsters gefinancierd. ASG heeft, op basis van wetenschappelijk onder-zoek in Nederland en in het buitenland, een hok ontwikkeld waarin voedsters in groepen van acht dieren gehouden kunnen worden. Elke voedster heeft haar eigen nest. De unieke toegang tot dit nest krijgt de voedster door een transponder in haar oor. Dit systeem heeft een groot aantal voordelen ten aanzien van het welzijn. Ten eerste biedt het voedsters de mogelijkheid om sociale interacties aan te gaan. Ten tweede hebben voed-sters veel meer bewegingsvrijheid en kunnen ze zich goed oprichten. Een derde punt is dat voed-sters zich kunnen afzonderen van de jongen en de groep als ze daar behoefte aan hebben. Door de elektronische nestherkenning kunnen voed-sters elkaars jongen niet doden. In het systeem wordt ruwvoer verstrekt.

Toch heeft het systeem een aantal minpunten, waardoor het nog niet praktijkrijp is. Ten eerste wordt de kostprijs van konijnenvlees flink hoger, en moet de markt bereid zijn om meer voor een stukje vlees te betalen. Arbeidstechnisch valt er ook nog veel te verbeteren.

Andere problemen zijn de schijndracht van voedsters in groepen, het lagere speengewicht van de jongen en de soms op onvoorspelbare momenten optredende agressie tussen voedsters. Uit onderzoek naar het zooggedrag van konijnen in groepshuisvesting blijkt dat de zoogduur en de zoogfrequentie in groepshuisvesting lager is dan bij individueel gehuisveste dieren. Dit zou de lagere speengewichten kunnen verklaren. Verder onderzoek is echter nodig om hiervoor en voor de andere problemen oplossingen te vinden.

Verbeteren van de kooibodem

ASG voert momenteel onderzoek uit naar het verbeteren van de bodems van konijnenkooien, waardoor het aantal voetzoolaandoeningen moet verminderen. In dit onderzoek worden voedsters op commerciële bedrijven gedurende een aantal rondes gevolgd op verschillende bodemtypes.

Het onderzoek loopt nog, maar perspectiefvol lijken de plastic matjes die op de draadgaas-bodems kunnen worden vastgeklikt. De praktijk geeft aan dat voedsters graag op deze matjes liggen en dat voetzoolaandoeningen minder lijken voor te komen. Eind 2008 is dit onder-zoek afgerond.

In 2006 heeft de konijnensector via het netwerk ‘Innovatieve konijnenhouderij’ een aantal alternatieve systemen ontworpen die individuele huisvesting en groeps-huisvesting combineren. In die systemen zijn de voedsters van het moment van werpen tot een aantal dagen daarna (ongeveer 11-18 dagen) individueel gehuisvest, en komen ze daarna in de groep door de hokafscheidingen te verwijderen. Een dergelijk systeem wordt momenteel door ASG in overleg met de sector getoetst en doorontwikkeld op een zorgboerderij in Lelystad.

C o m b i n a t i e i n d i v i d u e e l

e n i n g r o e p

dr. ir. Ingrid de Jong dr. ing. Jorine Rommers

E

en aantal jaren geleden is door

het Rathenau Instituut onder-zocht hoe burgers aankijken tegen het welzijn van dieren in een aantal takken van de veehou-derij, waaronder de konijnenhouderij. Het bleek dat, ten tijde van het onderzoek, de maatschappij het houden van konijnen voor de vleesproductie één van de meest dieronvriendelijke vormen van veehouderij vond. Inderdaad, er waren, en er zijn nog steeds, een aantal punten waarop het welzijn van commercieel gehouden konijnen kan worden verbeterd. Toch is de laatste jaren ook een aantal punten ten goede veranderd, niet in het minst door de inspanningen van de sector zelf. Boven-dien investeert de sector steeds in onderzoek om een aantal nog bestaande welzijnsknelpunten op te lossen.

Welzijnsverordening

Op verzoek van het ministerie van LNV hebben de Productschappen Vee, Vlees en Eieren in overleg met de Dierenbescherming, het ministerie en de Animal Sciences Group, regels opgesteld voor het houden van voedsters en vleeskonijnen. Deze welzijnsverordening is in 2006 van kracht geworden. Veranderingen die konijnenhouders

de komende jaren zullen doorvoeren zijn bij-voorbeeld het verhogen van de kooien waardoor konijnen zich op kunnen richten, het verplicht stellen van speelmateriaal of ruwvoer, het vergroten van het kooioppervlak, het aanbrengen van een verhoogd plateau zodat voedsters zich kunnen afzonderen en het vergroten van de draaddikte van de draadgazen bodems. Neder-land loopt met deze welzijnsverordening voorop in Europa.

Knelpunten

Ook al worden er flinke stappen vooruit gezet in het houden van konijnen, er zijn nog steeds een aantal knelpunten in het welzijn. Dit zijn knel-punten die niet direct zijn op te lossen en waar-voor verder onderzoek nodig is. Het gaat dan om de individuele huisvesting van voedsters, voet-zoolaandoeningen die (mede) ontstaan door de draadgaasbodems waarop de konijnen gehouden worden, welk afleidingsmateriaal of ruwvoer het beste voldoet aan de behoefte van het konijn en hoe dat verstrekt dient te worden en de hoge ziektedruk en uitval bij de konijnen. ASG verricht momenteel onderzoek naar twee van deze knelpunten: een alternatief voor de individuele huisvesting van voedsters en het

Konijnenhouderij doet een stap voorwaarts

De commerciële konijnenhouders investeren de laatste jaren flink in een meer welzijnsvriendelijke vorm

van het houden van konijnen. Dat gaat de goede kant uit. Maar burgers blijken de konijnenhouderij erg

dieronvriendelijk te vinden. Dus er is nog een stap te maken naar een nog betere houderij.

S Y S T E E M

ASG heeft een groeps-huisvestingssysteem voor voedsters ontwikkeld. Deze dieren lijken zich er goed te vermaken.

Foto: ASG

I N D I V I D U E E L E N

I N G R O E P

Een systeem waar voedsters ieder hun eigen kooi hebben en waar ze na het werpen in een groep kunnen worden gehouden wordt momenteel in de praktijk getest. Het systeem voldoet aan de eisen van de verordening welzijns normen konijnen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figure 5.23: The Pareto set plotted as black dots onto the reection coecient response surface of the tapered prole with a two dimensional solution space.The validation set is mark

The results indicate the following as the high ranking forms of discrimination in this industry: Negative attitudes due to stereotypical beliefs; different

De gemiddelde PM2,5 emissie van de controle is vergelijkbaar met de waarde van 4,0 g/dierplaats per jaar voor dit stalsysteem, gevonden in recente metingen aan vier

Van de twee bedden per kap had één twee, de andere drie bevloeiïngs- slangen (gietdarmen), zodat beide bedden verschillende hoeveelheden water kregen.. In 1968 werden op IB

 Werkwijze ruige mestmelding en controle voor de agrariër en de gebiedscoördinator  Instructie verwerken ruige mestmeldingen voor SNL en PSAN voor gebiedscoördinatoren 

Drie algemeen voorkomende soorten op Nederlandse kwelders (schorren) zijn onderzocht: Engels slijkgras (Spartina anglica), zeeaster (Aster tripolium) en zeebies

In opdracht van de Commissie Waterhuishouding Gelderland, is voor de Gelderse Achterhoek een studie gemaakt van de mestproduktie van de intensieve veehouderijbedrijven, en van

lier (voor het vellen enige voorbereiding van de staande te vellen bomen (opstanden)). voordelen: vrijwel geheel gemechaniseerd hoge prestatie. geschikt voor