• No results found

Verslagen-8-tm-19-voor-Nieuwe-NVOR-website-1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslagen-8-tm-19-voor-Nieuwe-NVOR-website-1"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

8 oktober 2013: Faculteitsdirecties en bestuur van onderwijs en wetenschap (2)

De 8e bijeenkomst was het tweede deel van hetzelfde thema, maar nu over hogescholen. Hij vond plaats aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys in Tilburg. De hoofdgast, tevens gastheer, was mr. G.F.J. (Gerard) Hupperetz, directeur van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys en voorzitter Landelijk overleg hbo-rechten, op verzoek via Rob van Bogget. Ditmaal werd vooral vanuit een juridisch perspectief en het perspectief van een hogeschool gediscussieerd, met name over de bestuurlijke positie van de Juridische Hogeschool, een onderdeel dat bestaat uit een zelfstandig samenwerkingsverband van twee hogescholen. Hierdoor ontstaan ook heel specifieke vraagstukken. Vragen waren o.a. hoe een integraal verantwoordelijke faculteitsdirecteur omgaat met de afgesloten prestatieafspraken, zijn college van bestuur, zijn medezeggenschapsraad, de opleidingsdirecteuren en

(bevoegdheden van) examencommissies. Alles tegen de achtergrond van recente beleids- en wetswijzigingen, eeuwige financiële krapte, jaren van juridisering en bureaucratisering, en andere praktische besognes aan een hogeschool.

30 januari 2014: Rechtspraak en Examencommissies

Tijdens de eerdere bijeenkomst bij de Juridische Hogeschool Avans-Fontys, was besloten dat de examencommissie centraal zou staan. Dat is in de 9e discussiebijeenkomst ingevuld met de focus op de rechtspraak over de examencommissie. Vanuit die kern werden andere juridische en praktische zaken besproken. Inleider/hoofdgast was mr. B.K. (Ben) Olivier, lid van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag, maar ook langjarig wetenschapper in het bestuursrecht aan de UVA. Hij kent ook de examencommissie van binnenuit en is – in ver verleden – begonnen als secretaris van de Commissie voor de Bestuurshervorming ex artikel 56 WUB. Hij verzorgde de inhoudelijke aanzet voor de discussie tussen de aanwezigen op de van hem bekende wijze: een uiterst doorwrocht college specifiek bestuurs(proces)recht mede aan de hand van een enorme hoeveelheid belangrijke casuïstiek.

15 mei 2014: Wetenschapsfraude juridisch; wat is het, hoe komt het, wat gebeurt eraan

Hoofdgast en inleider op de 10e discussiebijeenkomst was prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt, voorzitter van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI), lid van de KNAW, emeritus hoogleraar sociologie en niet minder befaamd in de wereld der rechtssociologie. Het LOWI is een onafhankelijk orgaan, ingesteld door KNAW, NWO en VSNU. Het adviseert o.a. de colleges van bestuur van de universiteiten en de raden van bestuur van de

universitair medische centra en de besturen van NWO en KNAW inzake klachten over schendingen van wetenschappelijke integriteit. Zoals bekend is daarover de laatste jaren vaker iets over te doen geweest. Prof. Schuyt schetste mede aan de hand van een aantal fraudedefinities uitvoerig het juridische kader waarin (betwiste) fraudezaken worden

behandeld. Een aantal casus werden diepgaand met hem besproken. Hij ging onder meer in op het systeem van zelfregulering met de bijbehorende juridische kenmerken

(klachtprocedure Hoofdstuk 9 Awb), de uitspraken en adviezen van het LOWI over verjaring, plagiaat e.d., procedure en de vragen die rijzen naar aanleiding van dergelijke procedures (juridische waarborgen en kwaliteit, deskundigheid, zelfbeoordeling door wetenschappers). Hij liep alternatieven langs zoals die Noorwegen en Finland, en die van het Nederlandse

(2)

advocatentuchtrecht en het Medisch Tuchtcollege en gaf daarmee al een voorproef op het boek dat hij over deze materie in voorbereiding heeft. Aanwezigen hadden een aantal kritische vragen en kanttekeningen die prof. Schuyt zeer waardeerde, zoals hij nadien e-mailde. Ter voorbereiding golden www.knaw.nl/nl/thematisch/ethiek/landelijk-orgaan-wetenschappelijke-integriteit-lowi/overzicht de Nederlandse Gedragscode

Wetenschapsbeoefening, www.scienceguide.nl/201112/wetenschap-kent-ook-perverse-prikkels.aspx en het briefadvies van de KNAW “Correct citeren” van april 2014. De LOWI-website bevat meer informatie en in landelijke media is dit onderwerp met regelmaat aan de orde.

20 november 2014: Toezicht en (of) Medezeggenschap in universiteiten en hogescholen

Over Toezicht en (of) Medezeggenschap (en bestuur) in universiteiten en hogescholen discussieerde de 11e NVOR-werkgroep, bij de QANU in Utrecht, met prof. mr. A.T. Ottow, hoogleraar economisch publiekrecht aan het Europa Instituut en decaan van de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht. Zij is gespecialiseerd in toezicht(houders), marktordening, mededinging en Europees recht. Vanaf 1 september 2013 is zij ook lid van de raad van toezicht van de VU/VUmc.

De bijeenkomst stond in het licht van wetswijzigingen in de “governance in het onderwijs”, de interrelaties in driehoek bestuur-medezeggenschap-toezicht en een internetconsultatie daarover die leidde tot het wetsvoorstel Versterking van de bestuurskracht van

onderwijsinstellingen. Zie op www.internetconsultatie.nl/wetvbo met name de reacties over het hoger onderwijs en Kamerstukken 34 251.

Verwezen werd onder andere naar de hoofdstukken 9 en 10 van het online Toelichtend Commentaar op de WHW uitgegeven door SDU-uitgevers: www.homanagement.nl en het bijzondere nummer van het tijdschrift THEMA, eind oktober 2014, dat geheel is gewijd aan het thema ‘Integriteit in hoger onderwijs en wetenschap’.

21 april 2015: Instellingsaccreditatie in Vlaanderen (en Nederland?)

Over de nieuwe Vlaamse methodiek van externe kwaliteitzorg via (in beginsel singuliere) instellingsreviews, discussieerde de werkgroep in de 12e bijeenkomst, bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, met mevrouw lic. A.M.J. (Ann) Demeulemeester, vice-voorzitter van de NVAO.

De Vlaamse gemeenschap voert een wijziging van de Codex Hoger Onderwijs door

waarmee de Instellingsreview de bepalende factor in de externe kwaliteitsbeoordeling wordt. In Nederland wordt al vanaf 2000 gepleit voor instellingsaccreditatie. Het leidde tot het huidige dubbelmodel. Ann Demeulemeester introduceerde dit Vlaamse model en ging daarna in franke discussie over voordelen en kritische randvoorwaarden van het Vlaamse model waardoor ook de toekomst van de Nederlandse methodiek aan de orde kon komen. Voor het eerst was er dus een hoofdgast uit het buitenland, en een aanzet tot een

internationale comparitie die ons inzicht in overeenkomsten en verschillen vergroot en wellicht zal zijn terug te vinden in het debat in Nederland: over de beleidsjuridische vraag of Nederland het Vlaamse voorbeeld kan volgen en over de beginselvraag of een model van instellingsaccreditatie in Nederland denkbaar is.

Ter voorbereiding werd de deelnemers gewezen op een aantal publicaties zoals het Bijzonder nummer van T.O.R.B. “Rekenschap over de kwaliteit van de instellingen in

Vlaanderen en Nederland”, Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (TORB), Die Keure, Brugge (België), 2013-2014, pg. 38-60, www.triasnet.nl/publicaties/over-accreditatie, WHW-pocket 2015 , http://www.demorgen.be/binnenland/geen-externe-inspectie-meer-universiteiten-mogen- zichzelf-controleren-a2130150/;

http://www.scienceguide.nl/201411/vlaamse-kwaliteit-versoepeld.aspx; http://www.scienceguide.nl/201412/verdiend-vertrouwen-is-een-risico.aspx

(3)

31 augustus 2015: Financiën en Medezeggenschap

De 13e discussiebijeenkomst vond plaats bij Hogeschool Inholland in Den Haag,

georganiseerd in samenwerking met NVOR-werkgroep Medezeggenschap. Hoofdgasten waren Pieter Duisenberg, Tweede Kamerlid voor de VVD, en Michel Rog, Tweede Kamerlid voor het CDA.

Er heeft zich sinds het begin van de eeuw een aanzienlijk aantal problemen en zelfs echecs in onderwijsinstellingen voorgedaan die zijn veroorzaakt door bestuurlijk falen. Dat betrof voor een belangrijk deel (ook) falend financieel bestuur en beleid: als oorzaak of gevolg. Hierover worden steeds opnieuw tal van vragen gesteld. Mede aanleiding waren natuurlijk de bezettingen van gebouwen van de Universiteit van Amsterdam. De OCW-bewindslieden hebben deze zomer het wetsvoorstel Versterking Bestuurskracht ingediend dat ook dit onderwerp aangaat. Wij discussieerden met de Kamerleden over vragen zoals:

o Is beter gepositioneerde medezeggenschap effectief bij het voorkomen – en oplossen – van financiële problemen en het verbeteren van het financieel beleid?

o Hoe moet dit dan en wat is daar nog meer voor nodig?

o Wat wordt van de ‘Haagse Politiek’ verwacht en wat heeft die te bieden? o Wat kan en moet de onderwijsinstelling zelf in orde brengen?

o Is minimuminstemmingsrecht “met hoofdlijnen van de instellingsbegroting”, zoals in de WHW nu is vastgelegd, werkbaar en effectief?

o Wat brengt het wetsvoorstel Versterking bestuurskracht en is dat voldoende?

In de convocatie is verwezen naar voorbereidende publicaties zoals de (37) reacties op de internetconsultatie over genoemd (concept-) wetsvoorstel; een artikel in Observant

(Universiteit Maastricht), het NVOR-preadvies Bekostiging in het hoger onderwijs en het Toelichtend Commentaar op de WHW.

1 december 2015: Examencommissies: de juridische positie

De 14e bijeenkomst vond plaats met het onwaarschijnlijke recordaantal van 65 deelnemers dat kon worden gevestigd vanwege de toevallige omstandigheid dat de locatie op het laatst moest èn kon worden gewijzigd naar een ruime zaal bij de Universiteit Leiden.

Goed functionerende examencommissies zijn voorwaarde bij uitstek voor de borging van de onderwijskwaliteit. Zoals de voorzitter stelde: het belangrijkste orgaan van universiteit en hogeschool. De Examencommissie is echter al jaren voorwerp van politieke en bestuurlijke aandacht. Aanleidingen daarvan zijn steevast onderwijszaken die niet goed gaan, daarom de media halen èn dan de aandacht van autoriteiten en vaak ook van de Tweede Kamer

wekken. Wetgever, Vereniging Hogescholen, Inspectie, NVAO en allerlei randorganisaties, zijn zich intensief met de positie en het functioneren van de examencommissie gaan bezighouden. De wettelijke regeling groeide aan van één naar vier artikelen, maar of de positie van de examencommissie daarmee is verbeterd, wordt betwijfeld.

Gesproken werd over de vraag waar de examencommissies nu staan en waar de geluiden dat er nog steeds grote verbeterslagen moeten worden gemaakt vandaan komen en hoe die verdere versterking eruit zou moeten zien. We gingen over de juridische positie en het functioneren en mogelijke verdere versterking van de examencommissie in gesprek met de hoofdauteur van het Inspectierapport “Verdere versterking; onderzoek naar het functioneren van examencommissies in het hoger onderwijs”: drs. Martine Pol-Neefs, inspecteur hoger onderwijs. Op basis van haar rapport en een negental stellingen werden verschillende interpretaties van wet- en regelwetgeving bediscussieert. Onder meer betrof dit de spanning tussen de wettelijke vastgelegde verantwoordelijkheden van de examencommissie en het bestuur enerzijds, en die van de examencommissie en de examinator anderzijds.

(4)

o Verdere Versterking . Rapport Inspectie van het Onderwijs, maart 2015. o Verdere Versterking nader beschouwd (e-magazine van de Inspectie). o Het Toelichtend Commentaar op de WHW op artikelen 7.12-7.12c, o In de WHW-pocket 2015 (tekst en toelichting).

o Positie en kwaliteit van examencommissies vanuit WHW-perspectief. Peter Kwikkers, Th&ma 2012 nr. 4, p. 30 – 37.

o Versterk de rol van examencommissies: Waarom het geheel van toetsen telt. Martine Pol-Neefs en Desirée Joosten-ten Brinke. (Th&ma 2015, nr. 4).

4 april 2016: Binairiteit en de verschillen tussen WO en HBO

Waar de grens van het hogeronderwijsbestel ligt, is doorgaans wel duidelijk. Vaak veel minder helder zijn grenzen die binnen dat stelsel zijn getrokken. Op 4 april 2016 waren wij voor werkgroep 15 te gast bij de Hogeschool van Amsterdam met als onderwerp “Binairiteit en de verschillen tussen universiteit en hogeschool”. Het ging niet alleen over de stelselbinairiteit wo-hbo, de overeenkomsten en verschillen tussen wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs en de verschillen tussen universiteit en hogeschool, maar ook over leerstukken zoals kwaliteit & verscheidenheid en profilering & flexibilisering behoren hiertoe. Specifieke onderwerpen binnen de kaders van binairiteitsvraagstukken zijn o.a. flexibilisering van onderwijs, doorlopende leerlijnen en andere doorstromingsvraagstukken zoals vrijstellingen en erkenning elders verworven competenties. Maar er is ook een binairiteit in het onderzoeksbestel: welk type onderzoek doet de universiteit, welk de hogeschool. Al deze onderwerpen kunnen in elkaars beleidsjuridisch verlengde aan beschouwing worden onderworpen.

Hoofdgast was dr. C.P. (Kees) Boele, voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hij zette, na een zoals gebruikelijk inhoudelijke inleiding van de werkgroep-voorzitter, de discussie aan met een zeer interessante causerie vanuit zijn gedachten over het WHW-bestel in het rapport Differentiëren in Drievoud van de Commissie Veerman. Hij ging nader in op actuele landelijke en lokale ontwikkelingen, tegen de achtergrond van vooral regionale behoeften op arbeidsmarkten en schetste de contouren van een onderwijsbestel dat daar beter op zou aansluiten.

Gastvrouw, drs. Ietje Veldman, decaan Faculteit Onderwijs en Opvoeding (Hogeschool van Amsterdam), zette het spotlicht op de bijzondere plaats van lerarenopleidingen in het binaire stelsel. Bijzonder niet zozeer als gevolg ervan, maar door bestuurlijke opstelling. Lerarenopleidingen zijn speciaal omdat die aan universiteiten èn op hogescholen voorkomen: een aloude uitzondering op binairiteit. Aan dit klassiek spanningsveld wo-hbo is een bepaalde problematiek verbonden. Haar omgang daarmee, en de vergelijkingen met Nijmegen, was even interessant als verhelderend.

Zoals gebruikelijk bediscussieerden we in onze rondetafelmodus de beleids- en bestuursjuridische kanten aan het dit onderwerp en sloten af, met dank aan de Hogeschool van Amsterdam voor haar gastvrijheid, met hapje en drankje.

Ter lezing werd aanbevolen:

o Differentiëren in Drievoud. Rapport Commissie Veerman, TK 31 288 nr. 96, april 2010. o Onderwijsheid . Kees Boele. Klement-Pelckmans, derde druk, 2016.

o Toelichtend Commentaar op de WHW online, m.n. op de artikelen 1.3 en 7.3a. o WHW-pocketeditie , m.n. par. 2.2; 5.7.10; 5.7.14.

(5)

Kort nadien verschenen:

o THEMA 2016, nr. 3 “Een goed bestel knelt niet”

o ScienceGuide: Centrale bestelling of individuele profilering.

28 maart 2017: Toegankelijkheid en Toegankelijkheidsbeperkingen in hoger onderwijs Langzaam begint te dagen dat de borging van toegankelijkheid van masteropleidingen, bacheloropleidingen, postdoc- en promotietrajecten en financiële toegankelijkheid op de agenda moet. We gingen daarom in gesprek over de beleids- en bestuursjuridische kanten aan dit onderwerp, want veel recente beleidsmatige en financiële interventies staan haaks op het beginsel van gelijke kansen en toegankelijkheid voor studenten. Werkgroepvoorzitter mr. P.C. (Peter) Kwikkers hield (ongebruikelijk) een uitvoerige inleiding over de toegankelijkheid aan de hand van een lange lijst WHW-wetsartikelen waarin die een meer of minder

verborgen rol speelt. Zichtbaar in onderwerpen zoals numerus fixus, selectie, studiesucces, studiepuntenbeleid, doorstroming, financiering en (Bindend)Studie(Keuze)Advies; minder zichtbaar in veel meer wetsartikelen.

Gastheer èn hoofdgast dr. K.L.L.M. (Karl) Dittrich, voorzitter van de VSNU, ging in op het politieke en academische klimaat en op de vraag in hoeverre dat (niet) wordt gedreven door financieel-economisch nutsdenken, excellentiedenken en control? Is rendementsdenken juist goed, zelfs als het destijdse ideaalbeeld van onderwijsminister Van Kemenade “Hoger onderwijs voor velen” zo in het gedrang komt dat nu zelfs de Onderwijsraad waarschuwingen liet horen? Karl Dittrich, als altijd scherp debater, ging daarna in discussies met de

aanwezigen in de zaal en ging dieper in op actuele landelijke en lokale ontwikkelingen, tegen de achtergrond van lokale, nationale en internationale politieke opvattingen over taken en verantwoordelijkheden van ho-instellingen en behoeften op arbeidsmarkten. De gesprekken werden voortgezet bij een hapje en drankje.

Ter voorbereiding werd aanbevolen het Toelichtend Commentaar WHW WHW-pocket 2017, m.n. par. 1.3; 5.2.3; 5.6.3; 5.7.5; 5.7.13; 5.7.15. Een goed bestel knelt niet. TH@MA, 2016 nr. 3, p. 35-42.

24 november 2017: Gevolgen Regeerakkoord Rutte III voor het onderwijsrecht De 17e bijeenkomst, bij de Universiteit Utrecht, was een samenwerking van de Werkgroep Hogeronderwijsrecht en de Werkgroep Bestuur & Management en – derhalve –

onderwijsbreed. Regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” werd sectorgewijs werd op de testbank gelegd door prof. mr. drs. B.P. Vermeulen (lid Raad van State en hoogleraar constitutioneel recht Radboud Universiteit), dr. Nicole Niessen (Boels Zanders Advocaten; over PO, VO en MBO); mr. dr. Martijn Nolen (Universiteit Utrecht / Van Doorne; over Vertrouwen in en toezicht op samenwerking) en mr. Peter Kwikkers (TriasNet Consultants; over hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek).

Peter Kwikkers lichtte vier punten uit voor de sector hoger onderwijs en wetenschap: o de kwaliteitsafspraken die elke universiteit en hogeschool moet maken met zichzelf en

'de omgeving'; met zelfgekozen criteria maar binnen centraal gestelde nauwe randvoorwaarden over rendement, arbeidsmarkt en (macro-)doelmatigheid.

o niet verbeterende toegankelijkheid; in welke betekenis of fase dan ook en evenmin in het kader van leven lang leren.

o De – grenzen aan – internationale dimensies van hogeronderwijsbeleid en -regelgeving. o Maatschappelijke, financiële, juridische, en bestelsystematische lacunes en

(6)

regering zwaar investeren in betere vertaling van politiek en beleid, in goede regelgeving en rechtvaardige uitvoering: in autonomie en kwaliteit.

Of het regeerakkoord kon worden geaccrediteerd bleef – gezien de kritiek – de vraag. Bieden bestuurders en politici ook dat de mensen kunnen vertrouwen op rechtvaardige regelgeving en rechtszekerheid?

ScienceGuide hoofdredacteur Sicco de Knecht schreef een lezenswaardige impressie van deze bijeenkomst: Vertrouwen en doelmatigheid gaan lastig samen.

3 april 2018: Ontwikkelingen in rechtspositie van wetenschappers en docenten De 18e discussiebijeenkomst werd georganiseerd door Marjon Aker en vond plaats bij de Aob. Hoofdgasten drs. Bregje Mollee, domeinleider Human Resources, VSNU, vanuit werkgeverskant, en mr. drs. Douwe Dirk van der Zweep, lid dagelijks bestuur AOb en vice-voorzitter Zestor, vanuit werknemerszijde, lieten hun licht schijnen op de situatie en

ontwikkelingen in de rechtspositie van wetenschappers en docenten in het hoger onderwijs. Een weerbarstig onderwerp waarbij het vuur achter de schermen én in media regelmatig hoog oplaait. Arbeidsvoorwaarden, loopbaanperspectieven voor onderzoekers, werkdruk van docenten, kwaliteitseisen bij accreditaties, het aantal ‘issues’ is groot. Hoe komen de

arbeidsvoorwaarden tot stand, en welke rol heeft en neemt de overheid hierin? Wat is de koers van werkgevers- en werknemersorganisaties op deze thema’s in relatie tot het

arbeidsrecht en hoger onderwijs? Een Aoborrel sloot de interessante discussies af, maar we komen op de onderwerpen personeel beleid en arbeidsvoorwaarden terug.

20 september 2018: Internationalisering hoger onderwijs: beleidsjuridische aspecten Terwijl de wetenschap al eeuwenlang internationaal is, zoekt en (her-)bepaalt Nederland de grenzen aan internationalisering van hoger onderwijs. Er wordt veel waarde gehecht aan het versterken van internationale dimensies in het hoger onderwijs vanwege de toegevoegde waarde voor de studenten en de kennisinstellingen in onze kennisintensieve economie en voor de Nederlandse samenleving als geheel. Daarbij rijzen vragen zoals waar toegevoegde waarde (feitelijk en juridisch) eindigt en waar te vermijden negatieve effecten optreden. We merken bijvoorbeeld dat internationalisering in het Nederlandse rechtssysteem niet altijd stuurbaar is (zoals op instroom van buitenlandse studenten) en dat opinies zich soms keren tegen bepaalde vormen of effecten.

Gastvrij ontvangen door de Onderwijsraad, raakte discussiebijeenkomst nr. 19 de meest gevoelige kwesties na een tour d’horizon van werkgroepvoorzitter Peter Kwikkers met het oog op het EU-recht, de WHW en het Uitvoeringsbesluit WHW (recent gewijzigd bij Stb. 2018, 152), en van hoofdgast drs. K.F.B. (Kristel) Baele, voorzitter college van bestuur Erasmus Universiteit Rotterdam, lid Onderwijsraad en lid dagelijks bestuur VSNU die – vanuit haar verschillende functies maar verder op persoonlijke titel – onder meer inging op de mogelijkheid om een numerus fixus voor internationale tracks te kunnen instellen en op andere instrumenten waarmee de kwaliteit van internationalisering verhoogd wordt.

We bespraken ontwikkelingen zoals ten aanzien van vestigingsvoorwaarden voor transnationaal onderwijs, de te borgen de academische vrijheid op een branch campus, opties voor toelating, selectie en numerus fixus in internationale ‘tracks’, joint- en double-degree programma’s met buitenlandse partnerinstellingen, international classrooms, externe,

(7)

interne bekostigingsaspecten en de taalkwestie en de uitspraak van de kortgedingrechter in de zaak die was aangespannen door BON. HogerOnderwijsPersbureau en ScienceGuide refereerden aan de discussies, waarbij eerstgenoemd artikel van de voorzitter een tik op de vingers kreeg: hij concludeerde dat de NF-lijn maakbaar maar technisch-juridisch verduiveld complex is omdat het hele WHW-begrippenkader dan op zijn kop moet, en dat die politiek lastig en Europeesrechtelijk niet houdbaar is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit hoofdstuk besprak ik de manier waarop Huizinga de Amerikaanse indianen portretteert in Tom, Dick en Harry, welk beeld hij onder zijn lezers veronderstelt over de

Belangrijke samenwerkingspartners zijn onder andere organisaties voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, wijkgerichte activiteitencentra, het Juridisch Steunpunt voor dak-

- Met de vaststelling van de bevoegdhedenregeling Waterschap Peel en Maasvallei 2014 wordt het mandateringsbesluit van het dagelijks bestuur van 10 november 2004, zoals

Met ingang van 1 januari 2020 zijn OSG Piter Jelles (scholen in Leeuwarden, Dokkum, Kollum en St.-Annaparochie) en RSG Simon Vestdijk (scholen in Harlingen en Franeker) op

Verzoekende partij erkent een ernstige fout te hebben begaan door zonder toelating eigen materiaal te hebben binnengebracht in de school, het door de leerlingen te hebben laten

Kijk daarnaast ook maar eens naar de nieuwe beddenwasstraat, die uit twee units bestaat en veel minder energie, water en geen gevaarlijke stoffen meer gebruikt.. Ook de

6 Erauw Pascal pascal@erauw.eu De Slepers Garnaalkruiersclub, Duikersclub Diepzeeduivels 7 Kerkhof Ineke ineke@kerkhof.be Surfclub Windekind, watersporten, schoolsport. 8 Lasat

De Algemene Vergadering heeft beslist volgende nieuwe bestuurders te benoemen voor een periode van 5 jaar, ingaande op heden:. <<NAAM VOORNAAM>>, geboren