• No results found

Erasmus University Rotterdam. College van Bestuur Kamer A2-07 Woudestein. Geacht College van Bestuur.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Erasmus University Rotterdam. College van Bestuur Kamer A2-07 Woudestein. Geacht College van Bestuur."

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

College va n Bestuur Kamer A2-07

Woudestein

Ons kenmerk UR/SG/37982 Uw kenmerk

Pagina 1/2 Bijlage

Afdeling Universiteitsraad

Bezoekadres

Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam ET-38

Postadres Postbus 1738 3000 DR Rotterdam

T 3110 408 1071

E Universiteitsraad@abd.eur.nl W www.eur.nl/uraad/

Erasmus University Rotterdam

Geacht College van Bestuur.

Datum

1 september 2016

Onderwerp Verdeelmodel

Sinds februari van dit jaar voert Ecorys in opdracht van het College van Bestuur, mede op verzoek van de Universiteitsraad, een onderzoek uit naar het universi tair verd eelmodel. Het nu geb rui kte model is al vele jaren in gebru ik. In het licht van de gewijzigde omstandigheden rechtvaardigt dat alleen al een goede overweging van de voor- en nadelen van dit model, wil het toekomstbestendig zij n. Daarnaast is er een aantal observaties, waaru it blijkt dat aanpassingen van het verdeelmodel welli cht gewenst zij n. Die observaties betreffen problemen bij het overeind ho uden van kleinere o pleidingen, de mate waarin het nu toegepast e model discipline- en daarmee facultair- overschrijdende samenwerking bij onderwijs en onderzoek bevordert, de mate waarin meer nad ruk lijkt te liggen op het m asteronderwijs om vooral daar te excelleren, en de mate waarin innovaties, efficientiebevorderend dan wel aanbodverbredend of gericht op va lo risatie, door het model gestimuleerd en gefacilitee rd worden.

Uiteindelijk heeft het CvB besloten om Ecorys deze opdracht te gunnen. Zij zijn aan de slag gegaan. Dat heeft geresulteerd in twee documenten, een voo rstel van aanpak van december 2015 en een Tussenrapportage van mei 2016. In de tussenti jd heeft Ecorys met een groot aantal betrokkenen gesproken, waaronder met een delegatie van de universiteitsraad. Eind juni heeft er ee n tweede gesprek plaatsgevonden. Dat re sulteerde in een briefwisseling tussen Un i versiteitsraad en Ecorys.

Er is een passage waarvoor wij hi er uw aandacht vragen. In onze

brief van 30 juni constateren wij in punt 4 op bladzijde 5 dat veel

ge'interviewde n voorstander zijn van het handhaven van de statu s-

quo. In de schriftelijke reactie hierop van 6 j uli maakt Ecorys

nogmaals duidelijk dat op basis van de interviews geconstat eerd

moet worden dat er binnen de EUR onvoldoende steun was voor

onze visie dat het model beter zo u moeten aansluiten op de

strategie van de EUR.

(2)

Pagina

212

Ons kenmerk UR/SG/37982 Uw kenmerk

Erasmus University Rotterdam

Maar wie zijn er ge·interviewd? In een bijlage bij de Tussenrapportage is een lijst opgenomen met de ge· interviewden. ledere faculteit en ook centrale dienst lijken bevraagd te zijn. Maar naar onze mening betreft dat in veel gevallen de decaan en/of leden van het (facultaire) managementteam. Nu kan het zijn dat deze mensen vooraf contact opge nomen hadden met de (voorzitter van de) faculteits- /dienstraad. maar volgens onze informatie is dat niet gebeurd. Juist in een ti jdvak waarin de faculteitsraad meer bevoegdheden krijgt over de begroting. vinden we dat een vreemde zaak. Wij denken dat het uiteindelijke oordeet. 'almost no suppor t for a switch'. dan ande rs had geluid.

De EUR laat zich voorstaan op Het Goede Gesprek. Wij zijn van mening dat in dat licht hier sprake is van een omissie. van een gemiste kans. Wij vragen u om Ecorys te vragen alsnog ook vertegenwoordigers van de faculteitsraden te interviewen. Ons komt voor dat de eerdergenoemde observaties juist binnen de faculteiten vaak onderwerp van discussie zijn.

In de verwachting dat de informatie vanuit de facu lteitsraden bin nen een maand kan worden verzameld en bij het opstellen van een volgend concept-advies zal word en meegenomen. namens de financiele com missie va n de universiteitsraad,

commissie van de universiteitsraad.

Hoogachtend,

b ({

P rof. dr. C.W.A.M. van Paridon

Voorzitter Universiteitsraad

(3)

Translation:

Dear Executive Board,

Since February of this year Ecorys has been commissioned by the Executive Board, and also at the request of the University Council, to research the university allocation model. The current model has been in use for many years. In light of a change in scenario, a proper consideration of the

advantages and disadvantages of the model should be provided. In addition, there a number of observations, showing that adjustments to the allocation model may be desirable. These

observations relate to difficulties in sustaining smaller degree programmes, the extent to which its applied model disciplines and thereby cross-border faculty cooperation promotes education and research, the extent to which more emphasis seems to be put to excel in the Master's programme and degree of innovation, efficiency enhancing or focused on valorisation, be encouraged and facilitated by the model.

Ultimately, the Executive Board has decided to execute the contract with Ecorys who have since got to work on the project. This resulted in two documents, a proposed approach in December 2015 and an interim report in May 2016. In the meantime, Ecorys talked to a lot of those involved, including a delegation of the University Council. A second meeting took place at the end of July.

This resulted in an exchange of letters between the University Council and Ecorys.

There is one passage where would hereby like to draw your attention to. In our letter of the 30th of June, we noticed that in Section 4 on page 5 that many interviewees are in favour of maintaining the status quo. In the written response of the 6th of July, Ecorys again makes clear that on the basis of the interviews should be noted that there was insufficient support within the EUR for the vision that the model would be better suited to the strategy of the EUR.

But who has been interviews? The annex to the interim report includes a list of interviewees. Every faculty and central service seem to be questioned. But in our opinion, these are the Dean and/or members of the (faculty) management team in many of the cases. Now, it may be that these people had contacted the (chairman)faculty/department board beforehand, but according to our

information, this did not happen. Precisely at a time when the Faculty Council receives more powers over the budget, we find this a strange occurrence. We think the final verdict "almost no support for a switch" is then incorrect.

The EUR maintains the principles of the Good Conversation. We believe that in this light there exists an omission, a missed opportunity. We ask you to ask Ecorys to also interview representatives of the Faculty Councils. It is apparent to us that the aforementioned topics are also the subject of

discussion within the faculties.

In the expectation that the information from the Faculty Councils can be collected within a month and will be considered in preparation of the next draft opinion on behalf of the finance committee of the University Council,

Kind regards,

Kees van Paridon

Chair of the University Council

(4)

Co llege van Bestuur Kamer A2 -07

Woudestein

Ons kenmerk UR/SG/37983 Uw kenmerk

Pagina 1/2 Bijlage

Afdeling Universiteitsraad

Bezoekadres

Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam ET-38

Postadres Postbus 1738 3000 DR Rotterdam

T 3110 408 1071

E Universiteitsraad@abd.eur.nl W www.eur.nl/uraad/

Erasmu s University Rotterdam

Geacht College van Bestuur.

Datum

7 september 2016

Onderwerp

Toelichting brief 1 september 2016 inzake het verdeelmodel

In vervolg op ons schrijven van 1 september komen we bij u terug met een aantal punten die wij in het kader van nieuwe verdeelmode l en strategie-overweg ingen graag met het CvB zouden wi llen bespreken.

In de bedoelde brief hadden we in de eerste alinea al kort aangegeven wat die punten waren. Het ging om de volgende punten :

- de afgelopen jaren is op sommige momenten gebleken dat er problemen zijn bij het overeind houden van kleinere opleidi ngen. Als we ten minste het nu aanwezige palet aan opleidingen/ disciplines overeind w illen houden, kan een aanpassing van het verdeelmodel daarbij behulpzaam zijn?

- We zien een ontwikkeling waarbij disc ipli ne- en daarmee facultair- overschrijdende samenwerking bij onderwijs en onderzoek steeds belangrijker wordt. De vraag rijst of het bestaande verdeelmodel die ontwikkeling bevordert of niet.

- Er lijkt een ontwikkeling waarneembaar waarbij de EUR zich steeds duidelijk profileert op de kwaliteit en diversiteit van de masteropleidingen . Daarin moeten we nog meer excelleren . Als die observatie correct is. in hoeverre draagt het verdeelmodel aan d ie ontwikkeling bij?

- Voor het handhaven en zo mogelij k verder verbeteren van de onderwijs- en onderzoeksprestaties. is voortgaande innovatie nodig, efficientie bevorderend, aanbodverbredend of gericht op valorisatie.

De vraag rijst of het verdeelmodel die innovatienoodzaak, facultai r en centraa l. kan bevorderen.

Over deze punten zouden wij graag het gesprek w illen aangaa n met

uw College. Tegelijk echter willen w ij nogmaals benadrukken dat wij

(5)

Pagina

212

Ons kenmerk UR/SG/37983 Uw kenmerk

Erasmus University Rotterdam

zeer hechten aan een adequate betrokkenheid van de faculteitsraden dan wel dienstencommissies. In de vorige brief hebben wij aangegeven dat het afhoudende oordeel van Ecorys, 'almost no suppo rt for a switch'. wellicht ook mede ingegeven was doordat deze medezeggenschapsorganen niet gehoord zijn. Wij vinden dat een omissie. ook in het licht van de verande rende rol van faculteitsraden met betrekking tot de begroting. Juist op decentraal ni veau heeft men te maken met de mogelijke gevolgen van een relatief kleine op leid ing (ten opzichte van andere ople idingen aan de EUR'. Daar ook gaat het o m het al dan niet rea liseren van interfaculta ire samenwerki ng, en meer nad ruk op mast er- opleidingen. Ook innovat ieve ontwikkelingen. denk aan de MOOCS.

zijn op dat niveau zeker relevant. Ons verzoek is dan ook om ECORYS te vragen in de komende weken deze instanties te bevragen. bijvoorbeeld hoe zij tegen deze vier genoemde punten aankijken. Ons beeld is dat de uitkomst daarvan tot een ander eindoordeel zou kunnen leiden.

Kor tom. wij gaan gaarne het gesprek met u aan over de genoemde vier vragen. in de overtuiging dat u E corys vraagt om de komende weken de faculteitsraden en dienstcommissies uit te nodigen hun visie te geven.

Hoogachtend.

Prof. dr. C.W.A.M. van Paridon

Voorzitter Universiteitsraad

(6)
(7)
(8)

Universit y Counc il

To the Executive Board Room A2-07

Woudestein

Our reference UR/SG/38003 Your reference

Page 1/2 Enclosure

Department University Council

Visiting address

Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam ET-38

Postal address P.O. Box 1738 3000 DR Rotterdam The Netherlands

T +3110 408 1071

E universiteitsraad@abd.eur.nl

W www.eur.nl/uraad/

Erasmus University Rotterdam

Date

21 September 2016

Subject

Room planning Woudestein Campus

Dear Executive B oard ,

In the last meeting o f the PFO meeting an issue was raised.

during the 'a ny o ther business' point at the agenda, of difficu lties with the room planning at the Woudestein Campus. These difficulties were brought forward by the Education committee of the Econometric department. but they are shared by many others.

The fi rst difficulty deals w ith the increasi ng shortage of bigger lecture rooms. Bigger means over 300 students. Now m ore bachelor- and master programs have been able to attract s uch high number of students, it has become clear that at the same time it has become mo re diffi cult to schedule bigger room.

because of t heir sca rcity. Som e people have the impression that th i s problem will worse n, because they have heard that the number of big lecture rooms will be reduced. Although most recent information states that this is not the case. it would be a great thing if your Board could have a closer look at this issue.

How structural are these shortages and if so, what are you going to do about it, to increase t he availability of big lecture rooms.

The second difficulty deals with the observation that time

sc hedules do become available o nly quite sho rtly before a new

block o r semester starts. That is bot h for staff and students a

problem. They have to deal with all kind of social obligations

(taking care of children. schedules of child care facili ties, stud ent

work arrangements, sports training schedules, and so o n) . In

such a situati o n it is stressful when course schedules are

publi shed so l ate that i t is very difficult to find a good solution. It

is also co ntrary a policy for a better work-li fe balan ce. Pa rt of the

problem seems to be caused by a change, applied only a few

years ago. Till then one person was more or less responsible for

all course schedules. For whatever reason it was decided to give

more influence to faculty coordinators. This maybe has given

facu lties more room for manoeuvre, but it also created much

more interfaculty discussions about these schedules . Thi s has

(9)

Page

2/2

Our reference UR/SG/38003 Your reference

Erasmus University Rotterdam

contributed to a situation in which schedules are not available anymore for a whole year, as was the case till recently, but only for the next block. We wou ld like to ask your Board to come up with a solution that enables a retu rn to whole year sched ule.

That gives much more clarity to both students and staff. If it would imply a return to one person in charge of these schedules, we are judging that as an acceptab le so lution.

On behalf of the University Counc il,

Chairm an University Council

(10)

College van Bestuur t.a.v. drs. B.J.H. Straatman Kamer A2-07

Woudestein

Ons kenmerk UR/SG/38004 Uw kenmerk

Pagina 1/2 Bijlage

Afdeling Universiteitsraad

Bezoekadres

Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam ET-38

Postadres Postbus 1738 3000 DR Rotterdam

T 3110 408 1071

E Universiteitsraad@abd.eur.nl W www.eur.nl/uraad/

Erasmus University Rotterdam

Datum

22 september 2016

Onderwerp

FIN commissie 19 september j.l.

Geachte heer Straatman,

Naar aanleiding van ons gesprek afgelopen donderdag heb ik beloofd kort verslag te doen van de uitkomsten van de Financiele Commissievergadering van 19 september j.l.

We hebben gediscussieerd met de commissieleden en met gasten, waaronder Ce lia Taia Boneco en de heer Verdult van ECO RYS, over de punten aangevoerd in onze brief van 7 september.

We kunnen bevestigen dat deze punten gespreksstof blijven voor het onderhoud met het College van Bestuur op 29 september a.s.

De P unten 1 en 3 (overeind houden kle inere opleidingen en kwaliteit en diversiteit va n masteropleidingen} zouden samengevoegd kunnen worden. In feite gaat het hier om een visie hoe de EUR gestalte denkt te gaan geven aan het in stand houden van een disciplinair breed palet aan opleidingen, mede in het licht van de veranderende vraag op het gebied van onderwijs.

Punt 2 (samenwerking tussen disciplines en facu lteiten) betreft vraagstukken van discipline-overstijgende aa rd (bijvoorbeeld duurzaamheid en diversiteit), die een multidisciplinaire samenwerking vereise n.

Punt 4 (innovatie en valorisa tie}. Hier zouden we graag van gedachten willen wisselen over stimulering, efficiency en valorisatie van innovatieprojecten en -initiatieven, en hoe deze tot uiting kunnen komen via het verdeelmode l.

Belangrijk is dat de gedachte losgelaten wordt, dat het verdeelmodel en 'governance' gescheiden trajecten zijn. De discussie gisteren in de commissie was een goede s tart.

Uiteraard realiseren we ons dat de operationaliseerbaarheid en de

implementatie van genoemde punten niet altijd een eenvoudige

zaa k is. Daarvoor zal de nodige kennis vergaard moet en worden.

(11)

Pagina 2/2

Ons kenmerk UR/SG/38004 Uw kenmerk

Erasmus University Rotterdam

Ook denken we aan een gefaseerde aanpak. varierend van de korte termijn (dit jaar} tot een scenario dat verder in de toekomst ligt.

De commissie Financien hoopt dat deze discussie bijdraagt aan de vormgeving van een verdeelmodel. waarin naast kwantitatieve.

meetbare indicatoren. ook ruimte is voor kwaliteit en een brede invulling van de bijdrage die de E UR via onderwij s, onderzoek en valorisatie kan leveren. We hopen op een vruchtbare dialoog bij ons gesprek op 29 september a.s.

Hoogachtend,

Namens de Financiele Commissie.

Voorzitter FIN Commissie

cc. drs. C.M. Taia Boneco

(12)

 

Flyer Initiative Committee Erasmus (FICE) 2016­2017  Dhr. van Gassen & Dhr. Fraser 

evg.gassen@gmail.com ​  &  ​ germain.fraser@gmail.com   Struisenburgdwarsstraat 64  

3063 BV Rotterdam   

T.a.v. Universiteitsraad Erasmus Universiteit Rotterdam  Burgemeester Oudlaan 50 

Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam   

Rotterdam, 20 September 2016   

Betreft:  ​Verzoek tot behandeling voorstel nieuw duurzaam flyerbeleid Erasmus Universiteit  Rotterdam 

 

Geachte leden der Universiteitsraad,   

Het Flyer Initiative Committee Erasmus (FICE) 2016­2017 heeft geconstateerd dat het huidige  flyerbeleid niet in lijn is met de duurzaamheidsvisie van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). 

Ten eerste stelt de EUR alleen eisen wat betreft het gebruik van duurzaam papier aan eigen  organisatiedonderdelen en niet aan stakeholders die actief zijn op de campussen van de Erasmus  Universiteit Rotterdam. Ten tweede hebben wij geconstateerd dat het uitdelen en/of achterlaten  van flyers op de campus Woudestein  als zeer storend wordt ervaren door zowel EUR studenten  als de commerciële partijen in de Erasmus Food Plaza. Ten derde zien wij mogelijkheden om  tijdens specifieke evenementen een algeheel flyerbod in stellen zoals  tijdens de Eurekaweek het  geval is. Tot slot stellen wij vast dat het huidige flyerbeleid niet­duurzaam en niet­effectief is.  

Verder is er in het verleden op initiatief van het CvB,  de U­raad en de duurzaamheidscoördinator  van USC stappen genomen om verbeteringen met betrekking tot het flyeren door te voeren  samen met studentenorganisaties. Helaas is dit initiatief blijven liggen.  

 

Ons doel is om het flyerbeleid van de EUR te verduurzamen. Naar aanleiding hiervan sturen wij  onze brief met een concept beleid dat wel duurzamer en effectiever is dan het huidige flyerbeleid.  

 

Wij verzoeken de leden der Universiteitsraad EUR het volgende: 

1. Om kennis te nemen van onze grieven zoals vermeld in de eerste alinea en hier een reactie op  te geven; 

2. Het inhoudelijk behandelen van deze brief en ons concept flyerbeleid  in de Universiteitsraad;  

3. Om een afspraak met ons in te plannen met betrekking tot het flyerbeleid van de EUR; 

4. Dat het initiatief dat door de EUR in het verleden is gestart weer met onmiddellijke ingang  wordt opgepakt.  

   

Hoogachtend,   

Ernst van Gassen & Germain Fraser namens: 

 

Het Flyer Initiative Committee Erasmus (FICE) 2016­2017   

Bijlagen: Huidige flyerbeleid EUR,  Concept FICE  flyerbeleid 

(13)

 

Bijlage 1: Huidige Flyerbeleid EUR   

Bron: http://www.eur.nl/efb/eten_drinken/zalenverhuur/evenementen/promotiemiddelen/flyeren/ 

 

   

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(14)

 

Bijlage 2: Concept FICE Flyerbeleid   

Titel 1: Geboden 

Artikel 1: De flyer dient op een duurzame drager te zijn geplaatst. 

Artikel 2: De flyer actie dient vooraf te worden aangemeld bij de USC Front Office of het  daartoe bevoegd Universiteitsonderdeel en indien dit niet gebeurt kan een boete worden  gegeven. 

Artikel 2 sub a: Studentensportverenigingen die in hun eigen zaal, of in de zaal flyeren  waarin zij trainen, zijn gevrijwaard van vooraf aanmelding bij de USC Front Office of het  daartoe bevoegd Universiteitsonderdeel. 

Artikel 3: Het is toegestaan, na aanmelding en toestemming te hebben gekregen van de  USC Front Office of het daartoe bevoegd Universiteitsonderdeel, om na afloop van een  college in en/of bij de collegezaal te flyeren. 

Artikel 3 sub a: In het Van der Gootgebouw mag alleen in de collegezaal geflyerd worden. 

Artikel 3 sub b: Het is toegestaan om in het Theil­ en Mandevilegebouw te flyeren. 

Artikel 3 sub c: Studentensportverenigingen mogen in hun eigen zaal of de zaal waarin zij  trainen flyeren. 

Artikel 4: De personen die flyeren dienen na afloop van het flyeren de ruimte of ruimten waar  zij geflyerd hebben op te ruimen en indien zij dit niet doen zal een boete worden gegeven. 

Artikel 5: Tijdens flyer acties dienen flyers te worden uitgedeeld. 

 

Titel 2: Verboden 

Artikel 1: Het is verboden op of rond de straten alsmede op of rond de parkeerplaatsen of  parkeergarages van de campussen van de Universiteit te flyeren. 

Artikel 2: Het is verboden te flyeren in of rond gebouwen waarin zich geen collegezalen  bevinden. 

Artikel 3: Het is verboden in of bij de collegezalen te flyeren tijdens een college mits  uitdrukkelijke toestemming door de docent is gegeven. 

Artikel 4: Het is verboden flyers aan fietsen of andere voertuigen te bevestigen. 

Artikel 5: Het is verboden om tijdens evenementen van de Universiteit te flyeren, tenzij er  uitdrukkelijke toestemming is van de Universiteit. 

Artikel 6: Het is verboden om flyers neer te leggen en achter te laten nadat de flyeractie is  afgelopen.   

Artikel 7: Het is verboden voor politieke partijen om op de campussen van de Universiteit te  flyeren. 

 

 

(15)

 

Titel 3: Boetebepalingen 

Artikel 1: Er worden boetes uitgedeeld voor het overtreden van regels en deze dienen  betaald te worden binnen  ​X dagen/weken

​  aan  ​X (een instantie) ​  nadat de overtreding is 

vastgesteld. 

Artikel 2: Indien is verzuimd om een ruimte waarin is geflyerd op te ruimen en waarvoor wel  vooraf toestemming gevraagd is bij de USC Front Office of het daartoe bevoegd 

Universiteitsonderdeel, dan worden de schoonmaakkosten voor het flyeren als boete  doorberekend. 

Artikel 3: Indien is verzuimd om een ruimte waarin is geflyerd op te ruimen en waarvoor niet  vooraf toestemming gevraagd is bij de USC Front Office of het daartoe bevoegd 

Universiteitsonderdeel, dan worden de schoonmaakkosten vermeerderd met een vast  bedrag voor het flyeren als boete doorberekend. 

Artikel 4: Er kan worden besloten om een gedeeltelijk, tijdelijk of algeheel flyerverbod op een  organisatie, een persoon of meerdere personen te geven indien er: 

A. zonder vooraf gegeven toestemming van de USC Front Office of het daartoe bevoegd  Universiteitsonderdeel wordt geflyerd; 

B. geen schriftelijk bezwaar wordt gemaakt binnen de wettelijke termijn; 

C. tegelijkertijd wordt geweigerd om een opgelegde boete te betalen. 

Artikel 5: Indien er is geflyerd met niet­duurzame drager kan een boete worden opgelegd. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(16)

MVO Jaarverslag 2015

Duurzaam doen waar het praktisch kan

KLIK OM VERDER TE GAAN

dit is een

interactief

verslag

(17)

Voorwoord

Voor u ligt het ‘MVO Jaarverslag 2015, duurzaam doen waar het praktisch kan’. Het verslag is met de introductie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vanaf dit verslagjaar breder van opzet. Naast milieuonderwerpen worden ook aspecten op het vlak van human resources (personeel) beschreven. Daarbij geeft de titel ook aan dat we in deze tijd van bezuinigingen, MVO stap voor stap ontwikkelen en de kansen grijpen die zich voordoen, te beginnen in de bedrijfs­

voering. Samenwerken, het leren van elkaar en verbeteren van randvoorwaarden is daarbij het uitgangspunt.

In het verslagjaar zijn veertien energiebesparende maatregelen gerealiseerd. De uitgevoerde energiebesparende maatregelen hebben een totale energiebesparing van 24 Terajoule opgeleverd.

Daarmee zijn alle in het Energie Efficiency Plan beschreven

‘zekere maatregelen’ uitgevoerd en is de doelstelling van 2%

ten opzichte van het basisjaar 2011 gehaald. Ondanks dat is toch meer energie gebruikt dan in 2014. De toename van het verbruik van stadsverwarming en aardgas is vooral gerelateerd aan ongunstige klimaatomstandigheden.

De ingebruikname van de nieuwe beddenwasstraat is een voorbeeld van innovatie en duurzaamheid. Het is het eerste beddenreinigingssysteem ter wereld dat volledig gebruik maakt van precisierobots. De milieubelasting van deze wasstraat is sterk afgenomen door een veel lager elektriciteit- en water-

gebruik en doordat geen stoom of chemicaliën meer nodig zijn.

De matrassen worden automatisch door het systeem opgetild en via een brievenbussysteem gereinigd. Daardoor is de fysieke belasting van medewerkers sterk gedaald.

Het, in binnen of buitenland laten hergebruiken van afge- schreven spullen is ook dit jaar voortgezet. De spullen krijgen zo een ‘2e leven’ en behoeven niet nieuw te worden gefabriceerd.

De voor de productie en transport benodigde energie, drinkwater, grondstoffen en brandstof wordt uitgespaart.

In 2015 is het contract getekend voor de bouw van het Pharma- filter in het nieuwe gebouw Rg. Hiermee wordt het vanaf de ingebruikname van de nieuwbouw mogelijk om de meeste afvalstromen in eigen huis te verwerken waardoor veel intern- en extern transport wordt voorkomen. Het afvalwater dat bij het vergistingsproces ontstaat, is volledig gereinigd van probleem stoffen zoals medicijnen en hormoon verstorende stoffen. De installatie wekt door het vergisten van het afval meer dan de helft van zijn eigen energiebehoefte op.

Voor de verpleging en verzorging zijn door minder contact- momenten minder besmettingskansen met het ziekenhuisafval.

Handelingen worden eenvoudiger waardoor meer tijd aan de patiënt besteed kan worden. Het Pharmafilter is hiermee een mooi voorbeeld van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen!

Prof. Dr. E.J. Kuipers

voorzitter Raad van Bestuur Erasmus MC

2 VERDER

(18)

Inhoud Bijlagen

3

Inleiding

(MVO) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

1

Milieuzorg(systeem)

2

Overheid

3

MVO-plan 2016 – 2017

4

Colofon

Milieuaspecten

B1

Drinkwaterverbruik

B2

Afvalwater

B3

Gevaarlijke stoffen

B4

Afvalstoffen

B5

Geluid

B6

Werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen

B7

Afkortingen en samenstelling teams

B8

1.1 Energie 1.2 Inkoop 1.3 Afval

1.4 Mobiliteit (verkeer & vervoer) 1.5 Human Resources

2.1 Actualiteit en ontwikkeling 2.2 Organisatiestructuur

2.3 Voorlichting, opleiding en training 2.4 Metingen, registraties en keuringen 2.5 Interne inspecties

2.6 Jaarverslagen en rapportages 2.7 Klachten en incidenten 2.8 Overig

1.1 Energieverbruik 1.2 Elektriciteitsverbruik 1.3 Aard gasverbruik 1.4 Stadsverwarming 1.5 Conclusie energieverbruik

4.1 Registratie van gevaarlijke stoffen 4.2 Voorlichting en advisering 4.3 NFU Landelijke Databank

Gevaarlijke stoffen voor UMC’s 4.4 Arbocatalogus Gevaarlijke Stoffen

5.1 Niet-gevaarlijk afval 5.2 Gevaarlijk afval

7.1 Algemeen

7.2 Ingeperkte ruimten 7.3 IG-dossiers en medewerkers 7.4 Milieuveiligheidsfunctionaris –

Gentherapie 7.5 Inspecties

7.6 Incidenten, ongevallen en calamiteiten

7.7 Advisering 7.8 Afval

(19)

Inleiding MVO Jaarverslag 2015

Hierbij treft u het MVO Jaarverslag 2015 aan als opvolger/

vervanger van het jaarlijkse Milieujaarverslag. In het MVO Jaarverslag is het mogelijk om de MVO­resultaten en de samenhang te verduidelijken van onderwerpen die met milieu­ en sociale onderwerpen te maken hebben.

Naast feit dat het nu een MVO breed jaarverslag betreft is het ook dusdanig digitaal en interactief opgezet dat het verslag eenvoudig en overzichtelijk te raadplegen is. Door de interactieve opzet kan iedereen desgewenst doorklikken naar het door hem of haar gewenste Hoofdstuk. Onderliggende stukken die niet in zijn geheel in jaarverslag aanwezig zijn kunnen voor medewerkers binnen het Erasmus MC ook via aangegeven links in het verslag geraadpleegd worden.

Het MVO Jaarverslag 2015 is enerzijds bedoeld om het bevoegd gezag, te weten DCMR Milieudienst Rijnmond, het Hoogheem- raadschap van Schieland en het Waterschap Hollandse Delta, inzicht te verschaffen in de milieuprestaties van het Erasmus MC. Anderzijds is het verslag bedoeld als bron van informatie én inspiratie voor het management en de afdelingen van het Erasmus MC.

De opbouw van het verslag is als volgt:

Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de aanpak en bereikte resultaten van de geprioriteerde MVO-aandachtsvelden.

Beschreven worden de projecten en activiteiten op dit gebied met waar mogelijk cijfermatige informatie.

Hoofdstuk 2 gaat in op elementen van het milieuzorgsysteem zoals wijzigingen van de milieunorm ISO 14001, organisatie- structuur, voorlichting en opleiding, registraties, inspecties en verslaglegging.

Hoofdstuk 3 beschrijft de contacten met de overheid, de milieu-inspecties, overlegstructuur en afstemming i.v.m.

milieuvergunningen en meldingen.

Hoofdstuk 4 bevat het MVO Plan voor de periode 2016 – 2017.

Het plan bevat naast milieu-onderwerpen nu ook, in dit kader relevante sociale onderwerpen.

Bijlagen 1 t/m 6 bevatten cijfermatige gegevens over de milieuaspecten energie, drinkwater, afvalwater, gevaarlijke stoffen, afval stoffen en geluid. Daar waar mogelijk wordt een toelichting en /of analyse gegeven.

Bijlage 7 geeft informatie over de werkzaamheden met gene tisch gemodificeerde organismen (ggo’s).

Bijlage 8 vermeldt de afkortingenlijst en de samenstelling van de teams die aan dit verslag hebben meegewerkt (zie hieronder).

Het MVO Jaarverslag 2015 is opgesteld door de adviseurs milieuzaken van het team Milieu. Bijdragen zijn geleverd door het team Gevaarlijke Stoffen (Bijlage 4), het team BVF (Bijlage 8) en manager HR (hoofdstuk 1.5).

De teams Milieu, BVF en Gevaar lijke Stoffen zijn onderdeel van het Servicebedrijf, de pijler Inkoop & Facilitair, Veiligheid en Milieu. De manager HR maakt deel uit van het Servicebedrijf, de pijler Human Resources.

4

(20)

1 MVO bij het Erasmus MC

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen heeft ten aanzien van bedrijfsvoering uitgebreide aandacht gekregen . Het gelijk­

namige rapport met als ondertitel; ‘duurzaam doen waar het praktisch kan’ is door het management vastgesteld. Vanwege de impact op de stad is het onderwerp ‘mobiliteit, verkeer &

vervoer’ toegevoegd. Vijf aandachtsvelden krijgen de komende drie jaar prioriteit. Dit zijn energie, inkoop, afval, mobiliteit (verkeer & vervoer) en human resources. Voor deze onderwer­

pen zijn de ambities, doelstellingen en activiteiten bepaald (zie H4 MVO­plan 2016 ­ 2017).

De voortgang van de uitvoering wordt in de Coördinatiegroep MVO besproken en gemonitord in een gezamenlijk directie­

overleg van Servicebedrijf­Inkoop & Facilitair met Programma Integrale Bouw.

Van milieujaarverslag naar MVO-jaarverslag

Met ingang van dit verslagjaar is ervoor gekozen om een MVO- jaarverslag te maken. Milieuonderwerpen en milieuprestaties blijven in het MVO-jaarverslag echter nog gerapporteerd worden

volgens de eisen uit de milieuvergunning. Om de samenhang tussen milieuonderwerpen en andere MVO-onderwerpen te ver- helderen worden nu ook MVO-ontwikkelingen op bijvoorbeeld het gebied van human resources beschreven. Deze verandering maakt rapportage in het Jaarverslag van het Erasmus MC eendui- diger en anticipeert op de landelijke transparantiebenchmark.

Daarmee worden de prestaties, ook op MVO-gebied van grote organisaties met elkaar vergeleken en gepubliceerd.

MVO bewustwording binnen de organisatie

Om de bewustwording over MVO bij medewerkers te verhogen is in december een artikel in het personeelsblad ‘Scanner’ geplaatst.

Uitgelegd wordt dat MVO belangrijk voor het Erasmus MC is en wat de ontwikkelingen op dit gebied zijn. Diverse praktische voorbeelden van kleine aanpassingen maar ook van grote(re) projecten illustreren dit. De komende jaren zullen periodiek artikelen verschijnen om medewerkers te stimuleren ook in hun eigen werkomgeving, waar mogelijk, maatregelen te nemen die ook MVO-impact hebben.

De Coördinatiegroep MVO bestaat uit;

Servicebedrijf: manager Inkoop, manager afval en logistiek, manager Veiligheid en Milieu, manager Human Resources en adviseur milieuzaken Veiligheid en Milieu

Programma Integrale Bouw: sectormanager Vastgoedbeheer

nieuws

7

Scanner • december 2015

H

oewel het geen uitdrukkelijk doel is van Koers18, wil het Erasmus MC zoveel mogelijk Maatschappelijk Verantwoord Onder- nemen (MVO). Maar waar staat die term eigenlijk voor? Volgens adviseur Milieu zaken Louis Lodder komt het erop neer dat we er niet alleen naar streven ons geld op een verantwoor- de manier uit te geven, maar dat we vooral werken aan de verbetering van omstandigheden voor mens en milieu.

Omdat het terrein heel breed en veelomvattend is, heeft de coördinatie- groep MVO een aantal doelen vastge- steld die in 2018 gerealiseerd moeten zijn. “Dat zijn vooral dingen die we duurzaam willen aanpakken daar waar het in de praktijk mogelijk is.”

Zo ziet Lodder mogelijkheden om bij de inkoop van producten rekening te houden met duurzaamheid. “Neem bijvoorbeeld onze stoelen, die schaffen we aan, we zitten er twintig jaar op en daarna doen we ze weg. Maar als je met leveranciers afspreekt dat die stoelen daarna teruggaan en uit elkaar gehaald worden voor hergebruik, dan heb je het voordeel dat er niets weggegooid hoeft te worden. Hetzelfde geldt voor vloer- bedekking of verlichting. Dat betekent dat je een ander soort van contract moet afspreken en dat je investeert in een langdurige relatie met de leverancier.”

Meer fietsstalplaatsen Ook mobiliteit staat hoog in het vaandel bij MVO. De organisatie gaat nog meer medewerkers stimuleren om op de fiets of met OV naar het werk te komen. “Het is goed voor het milieu en bovendien beter voor de gezondheid.

Vanuit goed werkgeverschap moeten we daarom de faciliteiten verbeteren en uitbreiden ten behoeve fietsgebrui- kers. Denk maar aan meer fietsstal- plaatsen en voldoende oplaadpunten voor de elektrisch fietsen. Daarnaast

geven minder auto’s ook minder overlast en luchtverontreiniging voor andere belanghebbenden zoals de omwonenden.”

Nooit meer afwassen In het nieuwe afvalverwerkingssysteem, het Pharmafilter-systeem, ziet hij grote voordelen. In de toekomst hoeft afval niet meer gescheiden te worden, maar kan al het ziekenhuisafval - behalve pa- pier en gevaarlijke stoffen - in de shred- ders die overal op afdelingen geplaatst worden. “Het afval wordt vergist en uiteindelijk levert dat zeventigduizend liter schoon water per uur op. Verpleeg- kundigen kunnen uri- naals en po’s meteen met inhoud in de shredder gooien. Daarmee wordt de kans op kruisbesmet- ting geminimaliseerd.

Wanneer we voortaan servies gebruiken van bioplastics, hoeft dat niet meer schoongemaakt te worden maar kan meteen weggegooid worden. Dat geeft enorm veel milieuvoordelen.

Wat we precies met het schone water gaan doen, is nog niet duidelijk.

Het zou goed gebruikt kunnen worden om toiletten door te spoelen, maar daarvoor is het wel nodig om leidingen aan te leggen. Daar doen we momenteel onderzoek naar. Minder afvalstromen betekent ook minder afvaltransporten door de stad met onder andere als voor- deel minder luchtvervuiling.”

Beddenwasstraat De nieuwbouw is volgens Lodder eigenlijk één groot MVO-verhaal. “Met het uitgangspunt ‘healing environ-

ment’ en bijvoorbeeld een goede toegankelijkheid voor iedereen, kortere zorglijnen en energiebesparende maat- regelen is de nieuwbouw gericht op nog betere behandeling van de patiënt.

Kijk daarnaast ook maar eens naar de nieuwe beddenwasstraat, die uit twee units bestaat en veel minder energie, water en geen gevaarlijke stoffen meer gebruikt. Ook de fysieke belasting van medewerkers is door dit systeem veel lager. De beddenwasstraat beschouw ik als een enorm vernieuwende oplossing voor het wassen van vijftigduizend bedden per jaar. Als er een derde unit bijkomt, kunnen we er zelfs wel zeven- tigduizend aan. Daarbij zijn de bedden nog schoner dan voorheen.”

Een ander onderdeel van MVO is het terugdringen van ons energiegebruik.

“Dat gebeurt voornamelijk achter onze

‘technische’ schermen maar ook de WATT campagne maakt medewerkers

bewust om verantwoord met energie om te gaan.” Werken aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers en het zoeken naar passend werk voor mensen met afstand tot de arbeids- markt zijn ook voorbeelden van een praktische MVO-aanpak. Wie meer wil weten over dit laatste, leest het artikel

‘Inzetbaar, vitaal en gemotiveerd’ in de vorige Scanner (Scanner 11, pagina 3).

J

uist in de fase vlak na de diagno- se vergroot een juiste behan- deling de kans op voorkomen van reumaschade. Psychologe Annelieke Pasma deed onderzoek en promoveerde op woensdag 25 november.

Wat waren de verwachtingen?

“We zijn er bewust open ingestapt.

De vraag naar het onderzoek is puur uit de praktijk ontstaan. Professor Mieke Hazes merkt in de dagelijkse praktijk als reumatoloog dat er veel kostbare tijd verloren gaat bij het niet tijdig of juist gebruiken van medicijnen. Zeker in de beginfase van de ziekte kan dit onherstelbare schade opleveren voor de patiënt.

Meer informatie over het hoe en waarom dat uit het onderzoek kan voortkomen, is dan ook zeer welkom. Zo hoopten we met het onderzoek op bijvoorbeeld meer informatie over een verband tussen ontrouw en de invloed hiervan op het verloop van de ziekte. Of bijvoorbeeld het effect op de kosten als een voorgeschreven medicijn niet wordt gebruikt en de arts moet overgaan tot een ander, vaak duurder medicijn. Of dat specifieke kenmerken van de patiënt leiden tot meer of minder trouw medicijnge- bruik.”

Hoe vond het onderzoek plaats?

“We volgden een jaar driehonderd patiënten in elf verschillende zie- kenhuizen, waaronder het Erasmus MC. De reumaconsulent was hierbij de contactpersoon. De patiënten kregen verschillende vragenlijsten voorgelegd. Ook konden we het medicijngebruik exact bijhouden dankzij ‘gechipte potjes’. Deze potjes houden zelf bij hoe vaak ze open en dicht zijn gedraaid. En tot slot maten we de medicijngehaltes in het bloed. Op deze manier kregen we een beter beeld van de therapie en medicijntrouw.”

En wat blijkt?

“Dat het toch allemaal minder voorspellend is, dan we misschien zouden denken. Het is een mix van zaken die van invloed is. Psychi- sche factoren, maar ook praktische redenen. De mate van acceptatie van de ziekte speelt een rol. Of zijn

de klachten al dermate ernstig dat er volgens de patiënt ook echt iets moet gebeuren. Maar ook de relatie en de communicatie met de behan- delend arts is van groot belang. En het wantrouwen en soms de angst ten aanzien van het voorgeschreven medicijn. Helpt het wel? En wegen bijvoorbeeld de bijwerkingen op tegen het gebruik van het middel?

Opvallend was dat patiënten die minder actief kunnen zijn als gevolg van de reuma, over het algemeen meer geneigd zijn minder strikt het voorgeschreven medicijngebruik te volgen. Verder bleek dat de mate van ontrouw vooral het eerste halfjaar de nodige invloed had op het verloop van de ziekte. Gebruikt de patiënt de voorgeschreven

‘DMARD’s’ (reumaremmers, red.) niet en schrijft de arts vervolgens duurdere ‘biologicals’ voor, dan blijken de extra kosten zich ook voornamelijk in het eerste jaar af te spelen. En tot slot blijkt het belang dat de patiënt hecht aan de mate van autonomie. Je wilt ondanks de ziekte in control blijven en niet het gevoel hebben dat derden over je beslissen. Mieke Hazes houdt hier bijvoorbeeld rekening mee door vaker het woord ‘wij’ te gebruiken in plaats van ‘ik’. Patiënt en arts nemen samen de beslissing.”

En nu?

“We hadden het idee om met uitkomsten van het onderzoek te kunnen komen tot een vragenlijst die kan ‘voorspellen’ hoe trouw een patiënt de medicijnen zal nemen.

Zou je namelijk de achterliggende gedachten van de patiënt weten, dan kun je daar ook op inspelen.

De uitkomsten leren nu echter dat de mate van voorspelling niet goed genoeg is om een standaard vragenlijst te kunnen ontwikkelen.

We denken nu veel meer aan het realiseren van simpele tools voor de artsen. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld speciale commu- nicatietrainingen. Op die manier kunnen ze beter inschatten hoe je met de patiënt op de juiste manier moet communiceren en te komen tot behandeling op maat. Streven hierbij is meer uit te gaan van sha- red decision making. Samen met de patiënt zet de arts de route uit voor behandeling van de ziekte.”

Duurzaam waar het kan

Nog meer medewerkers zover zien te krijgen dat ze voortaan met de fiets of per openbaar vervoer naar het werk komen in plaats van met de auto. Ook dát hoort bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. TEKST: ELLEN BRAND

‘Straks gaat al

afval ons

in de shredders’

Trouw aan het medicijn?

Waarom twijfelt een reumapatiënt over het innemen van een voorgeschreven medicijn? TEKST: MAURICE DIJKSHOORN

BEELD: RUUD KOPPENOL

Toelichting resultaten aandachtsvelden zie:

5

Bijlagen

(21)

1.1 Energie

Het Erasmus MC is vanwege het opgestelde vermogen verplicht over de CO2­emissies te rapporteren. De Nederlandse Emissie Autoriteit heeft een vergunning afgegeven in het kader van het Europese Emissie Handelssysteem voor CO2­emissies.

In 2015 is meer energie gebruikt dan in 2014; + 1 % stadsver­

warming, + 7 % aardgas en + 1 % elektriciteit. De toename van het verbruik van stadsverwarming en aardgas is minder sterk dan op grond van de klimaatomstandigheden werd verwa­

cht. Het elektriciteitsverbruik is hoger door toename van het gebruik van bouwstroom voor de nieuwbouw.

Uit het Energie Efficiency Plan 2013 – 2016 (EEP) zijn veertien energiebesparende maatregelen uitgevoerd met een totale ener- giebesparing van 24 Terajoule. Daarmee is de doelstelling van 2 % ten opzichte van het basisjaar 2011 gehaald. Alle in het EEP beschreven ‘zekere maatregelen’ zijn uitgevoerd.

Enkele voorbeelden van de uitgevoerde energiebesparende maatregelen:

Twintig warmtemeters waardoor afwijkingen sneller worden gedetecteerd én gecorrigeerd.

Vernieuwen van de regelingen stadsverwarming voor twee gebouwen.

Zoneschakeling voor betere regeling ventilatiebehoefte twee gebouwen aangebracht.

Optimalisatie van de ventilatievoorziening in een gebouw Klokinstellingen van de nieuwbouw zijn aangepast.

Energiemeters zijn samengebracht en uitleesbaar gemaakt in een portal.

De gezamenlijke inkoopstrategie van het collectief Leiden waarin, naast Erasmus MC, het LUMC en de Universiteit Leiden zijn vertegenwoordigd heeft voor de gezamenlijke inkoop van elektriciteit en aardgas geleid tot lagere tarieven. Ook het afstoten van één van de inkoopstations en het samenvoegen van inkoopcontracten heeft voor het netbeheer geleid tot 20 % kostenreductie ten opzichte van 2014.

In 2015 is verder gewerkt aan uitvoering van het Strategisch Energieplan 2030 Erasmus MC. Enkele voorbeelden:

Voor het bepalen van de energiebesparingsdoelstelling is de nulsituatie van de gebouwen vastgesteld.

Per gebouw zijn Energieverbruiksscenario’s 2030 uitgewerkt.

In de Meerjarenonderhoudsplanning en het Lange Termijn HuisvestingsPlan wordt beter rekening gehouden met energie- besparing.

De energiedashboards zijn uitgebreid.

De Watt-campagne is voortgezet met communicatie op de website en bezoeken aan de themadirecteuren.

In het streven naar duurzame energieopwekking is een inten- tieverklaring ondertekend voor samenwerking Parksluizen in het kader van de businesscase Smartpolder. Het Hoogheemraad- schap van Delfland en het Erasmus MC onderzoeken de voor- waarden van mogelijke levering van koude uit oppervlaktewater aan het WKO-systeem (Warmte & Koude Opslag in de bodem).

Cijfermatige informatie en analyse van het energieverbruik, zie:

6

Bijlage 1.1

(22)

1.2 Inkoop

Eind oktober is de nieuwe beddenwasstraat in gebruik genomen. Het is het eerste beddenreinigingssysteem ter wereld dat volledig gebruik maakt van precisierobots.

Elke vijf minuten wordt in één unit met twee robots een bed en matras gereinigd. Daarmee word 50.000 bedden per jaar schoongemaakt. Met een, op termijn te plaatsen derde unit kunnen de gevraagde 70.000 bedden per jaar worden gereinigd.

Vijf jaar ging aan de ingebruikname vooraf, vanaf de start van de aanbestedingsprocedure (zie apart blokje) tot en met de plaat- sing en ingebruikname. De milieubelasting van deze wasstraat is, uitgedrukt in CO2-equivalenten met 60% afgenomen door een veel lager elektriciteit- en watergebruik en doordat geen stoom of chemicaliën meer nodig zijn. Diverse technische oplossingen werden ontwikkeld waarvoor door de producent patenten zijn aangevraagd. De matrassen worden automatisch door het sys- teem opgetild en via een brievenbussysteem gereinigd. Daardoor is ook de fysieke belasting van medewerkers sterk gedaald.

Een aantal specifieke MVO gerelateerde ontwikkelingen bij inkoopprojecten zijn in gang gezet op het gebied van Social Return, Circulair Inkopen en Afvalproblematiek al dan niet in combinatie met het toepassen van nieuwe inkoopmethodieken.

In verband met de komst van een Pharmafilter worden vier inkoopprojecten gestart voor de vervanging van standaard gebruiksmateriaal door bio-afbreekbare disposables (bedpannen, urinalen, servies). Ook bij reguliere aanbestedingen zal

steeds vaker bio-afbreekbaar (verpakkings)materiaal worden uitgevraagd.

Aanbestedingen zijn vrijwel altijd op EMVI basis, hetgeen wil zeggen dat niet alleen op prijs maar ook op kwaliteit wordt ingekocht. Standaard worden algemene duurzaamheidscriteria opgenomen en dat producten op een sociaal verantwoorde wijze worden vervaardigd (geen kinderarbeid, sociaal verantwoorde beloning en arbeidsomstandigheden e.d.).

Verwacht wordt dat door middel van inkoopprojecten de inkoop, opdrachtgevers en leveranciers steeds groenere en socialere resultaten zullen laten zien. Dit zal versterkt worden naarmate Social Return, Circulair inkopen en Bio-afbreekbaarheid formeel onderdeel van het Inkoopbeleid wordt en daarmee standaard als onderdeel in gunningsbeslissingen bij aanbestedingen wordt opgenomen. In 2016 zal hier vanuit inkoop verder invulling aan worden gegeven.

Innovatiegericht aanbesteden

De aanbesteding is verlopen volgens het principe van de concurrentiegerichte dialoog. Daarin werd ‘de markt’

uitgedaagd om met een innovatieve oplossing te komen voor het reinigen van bedden. Op een marktontmoetingsdag zijn marktpartijen nader geïnformeerd over de wensen van het Erasmus MC, werden vragen beantwoord en konden mogelijke samenwerkingspartners elkaar ontmoeten.

De aanbestedingsvraag van het Erasmus MC luidde:

70.000 schone bedden per jaar. De voorziening moet functioneel zijn, de laagste CO2-footprint hebben en de kostenberekening vindt plaats volgens het principe van Total Cost of Ownership (TCO). Bij TCO worden naast de investeringskosten, bijvoorbeeld ook de exploitatiekosten en personeelskosten in de berekening meegenomen, berekend over een termijn van 15 jaar. De winnaar van de aanbesteding kreeg automatisch de opdracht én de tijd om het voorstel verder te ontwikkelen en uiteindelijk te produceren.

Zie hier een video van de bedden- wasstraat in het Erasmus MC:

7

Video

(23)

1.3 Afval en hergebruik

In tegenstelling tot voorgaande jaren worden de jerrycans t.b.v.

het aanbieden van vloeibaar chemisch/gevaarlijk afval aan onze gebruikers geleverd inclusief de er al opgeplakte juiste gevarensticker. Op de stickers dienen door de gebruiker de gegevens van de aanbiedende afdeling genoteerd te worden, zodat de inhoud altijd terug te herleiden is. Dit was in het verleden bij verkeerd aanbieden vaak een probleem.

Bij Van Gansewinkel worden deze jerrycans door mensen in een sociale werkplaats op de jerrycans geplakt. Dit in het kader van “Social Return”.

Om afval nog beter te scheiden binnen het Erasmus MC is in 2015 de officiële kick off geweest voor de pilot ‘verbeterd afval scheiden’ in het Onderwijscentrum. Begin 2016 worden door een externe firma inzamelmiddelen geplaatst, voorlichting gegeven, de mate van afvalscheiding geregistreerd en geanalyseerd en voorstellen voor verbetering gedaan.

Voor de afvalstroom Klein Chemisch Afval is een plan gemaakt om op centrale plaatsen binnen het gehele Erasmus MC duidelijk herkenbare bakken te plaatsen. Daarmee kan ook de inzameling van deze afvalstroom effectiever plaatsvinden.

Hergebruik

De laatste jaren is de aandacht toegenomen voor het hergebruik- en in plaats van recyclen van apparatuur, medische middelen en gebouwmaterialen. Hergebruik levert milieuwinst op omdat destijds geproduceerde spullen een ‘2e leven’ krijgen en niet opnieuw behoeven te worden gemaakt. De voor de productie en transport benodigde energie, drinkwater, grondstoffen en brand- stof worden daarmee uitgespaart. Het Erasmus MC heeft in 2015 weer vele tonnen naar elders verscheept. Enkele voorbeelden:

Inzameling vloeibaar chemisch/gevaarlijk afval, afvalscheiding en hergebruik

In Ghana is net als vorig jaar door de stichting Pearls and Kristles in Kumasi gebruik gemaakt van vrijgekomen medische materia- len en disposables uit het Erasmus MC. De nadruk lag hierbij op ontwerpen en aanleggen van een lichtplan voor de bovenetage (Longziekten).

Naast bovengenoemd project zijn er net als voorgaande jaren spullen naar de Stichting ‘Oekraïne heeft hulp nodig’

(www.oekraineheefthulpnodig.nl) gegaan. In totaal zijn er 4 hulptransporten naar de Oekraïne gegaan. De transporten bestonden uit medische goederen (matrassen, ziekenhuisbedden, operatie lampen, behandeltafels en instrumentarium) en meu- bilair (waaronder wachtkamerbanken uit het Sopha). >

Lichtbakken worden gemonteerd in het ziekenhuis in Ghana.

Wachtkamerbanken uit het Sophia komen aan in de Oekraïne.

8

(24)

De medische goederen zijn verdeeld over twee ziekenhuizen. Te weten het Oncologisch ziekenhuis in Kherson en het Regionale ziekenhuis in het dorp Berezivka (vlakbij Odessa). Naast deze zaken is er ook kinderspeelgoed ingezameld door medewerkers van het Erasmus MC. Deze gaan behalve naar kinderafdelingen ook naar weeshuizen in de Oekraïne. De kwaliteit van de zorg is door de schenkingen volgens de Stichting enorm verbeterd.

Naast bovengenoemde Buitenlandse projecten is er ook materi- aal hergebruikt in Nederland waaronder door het Zadkine college in het kader van opleiding. Zij hebben disposables gebruikt die over of net over de datum waren. Dit betrof met name bloedbuis- jes en canules.

De afgevoerde ICT-apparatuur, zoals computers en randappa- ratuur, is ook afgelopen jaar ingenomen door een extern bedrijf (www.arrowvaluerecovery.com). Dit bedrijf schoont de ingenomen apparatuur op en biedt deze, wanneer de apparatuur nog goed genoeg is, tegen zeer gereduceerde prijzen aan onderwijsinstel- lingen en andere non-profit organisaties aan.

Apparatuur die niet meer kan worden gebruikt wordt gedemon- teerd en voor recycling afgevoerd. Daarnaast gaat ook nog goed functionerende apparatuur naar ontwikkelingslanden middels het goede doelen project ‘Close the gap’ (www.close-the-gap.org/

what-we-do/project-cycle). Deze organisatie levert o.a. computers aan scholen, universi teiten, en medische centra.

Zie voor meer informatie het filmpje:

Ook de afvalfase van deze apparatuur wordt hier gereguleerd middels het project ‘worldloop’ (www.worldloop.org). Dit project begeleidt het recyclen van de af te voeren apparatuur en creëert hierdoor ook weer banen in deze ontwikkelingslanden.

In totaal zijn er in 2015 3378 ICT componenten afgevoerd waar- onder monitoren, PC’s en printers. Van al deze materialen is 70%

hergebruikt en 30% gerecycled.

Bij de voorgenomen sloop van diverse gebouwen is de verwach- ting dat het duurzamer is om de waardevolle materialen en componenten voor hergebruik aan de markt aan te bieden.

Met diverse partijen zoals een gespecialiseerde architect, de

gemeente Rotterdam en MVO Nederland is nagedacht op welke manier dat zou kunnen. Gebouwcomponenten kunnen in een nieuwe toepassing ook een ander functie krijgen. Glaspanelen worden bijvoorbeeld binnenwanden van een geluidstudio en gevelelementen worden afscheidingswanden of kunstvoorwer- pen. In 2016 wordt dit ontwikkelingsproces voortgezet gericht op het formuleren van een uitdagende uitvraag aan ‘de markt’.

Project Pharmafilter

In 2015 is begonnen met de bouw van het Pharmafilter in gebouw deel Rg. Ook is begonnen met het plannen van een pilotafdeling die gaat testen met een shredder (vermaler).

Dit om de werkwijze maar ook de riolering te testen. In februari 2016 zal de eerste verpleegafdeling gaan testdraaien.

In de tussentijd tot oplevering wordt onderzocht welke gebruikte materialen binnen het Erasmus MC eventueel vervangen kunnen worden door Bio Based materialen. Hierbij moet worden beke- ken naast of het economisch haalbaar is, de materialen ook Bio degradable zijn en dus goed vergisten binnen het Pharma- filter. Hierdoor wordt dan weer meer energie opgewekt door de productie van biogas. Ook wordt onderzocht wat de mogelijk- heden zijn voor hergebruik of anderzijds inzet van het door Pharmafilter geproduceerde schone water. Hiertoe vindt voor eventueel extern gebruik onder andere overleg plaats met de Gemeente Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

1.3

9

Video

(25)

1.4 Mobiliteit, verkeer & vervoer

Uit onderzoek is gebleken dat de overstap van auto naar fiets een positieve bijdrage levert aan gezondheid en milieu. Bij het mobiliteitsbeleid ligt de focus op het stimuleren van het fietsgebruik, lopen of OV voor het woonwerk verkeer. In 2015 is het fietsgebruik met ongeveer 5% toegenomen. Het Erasmus MC heeft in 2015 wederom geïnvesteerd in uitbreiding van het aantal fietsstalplaatsen.

Het aantal medewerkers met een autoregeling is nagenoeg gelijk gebleven. Dit is circa 10% van het totaal aantal medewerkers, wat in verhouding met andere bedrijven erg laag is.

In samenwerking tussen Erasmus MC, gemeente Rotterdam en betrokkenen van de wijk Hoboken is er een participatie werkgroep opgericht die zich bezig houdt met het vervoer en mobiliteit van medewerkers, bezoekers, studenten en logistieke vervoerders. De werkgroep richt zich op de te verwachten situ- aties bij afsluiting voor de herinrichting en het onderhoud van de Rochussenstraat en de Maastunnel.

De toevoerwegen door herinrichting van de Wytemaweg zijn verbeterd. Er zijn veel meer bomen en er ligt nu 50% minder asfalt. Daardoor is meer waterbuffering mogelijk dat, net als bij begroeide daken bijdraagt aan de ontlasting van het riolerings- stelsel door een gelijkmatiger afvoer van regen water.

10

(26)

1.5 Human Resources

Kabinet en werkgevers hebben in het sociaal akkoord van 2013 afgesproken dat er extra banen komen voor mensen met een ziekte of handicap. Werkgevers moeten tot 2026 in totaal 125.000 banen realiseren voor mensen met een ziekte of handicap. Dit heet de banenafspraak. Op 1 april 2015 is de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten ingegaan.

Het Erasmus MC heeft in NFU­verband afgesproken om tot en met 2018, invulling te geven aan 112 banen van gemiddeld 25,5 uren per week.

In 2016 gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen- heid kijken of de afgesproken aantallen voor 2015 zijn gehaald.

In 2015 heeft de Raad van Bestuur middelen ter beschikking

Participatiewet en Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

gesteld voor een projectmatige aanpak, zijn we toegetreden tot het landelijke netwerk en is samenwerking aangegaan met het regionale Werkgeversservicepunt Rijnmond (WSPR). Binnen het Erasmus MC is voorlichting gegeven over de wet banen afspraak.

Met de directeuren is overeengekomen om in eerste instantie op basis van vrijwilligheid bij te dragen aan het realiseren van de resultaten. Bij onvoldoende resultaat worden de werkafspra- ken aangepast door middel van een interne quotumverdeling.

In overleg met unithoofden en P&O adviseurs zijn in de 2e helft van 2015 enkele goede initiatieven ontstaan die begin 2016 tot de eerste indiensttredingen leiden. Feitelijk lopen we achter in de realisatie van het te behalen quotum. Er is dus nog veel werk aan de winkel om deze MVO doelstelling waar te maken.

Duurzame inzetbaarheid

De grijze druk zal de komende jaren nog verder toenemen.

Veel werkgevers willen de (duurzame) inzetbaarheid van hun medewerkers versterken. Een van de belangrijke HR doelstel- lingen van Koers 18 is om binnen het Erasmus MC praktisch beleid te ontwikkelen en te implementeren. Hiervoor is in 2015 een concept beleidskader ontwikkeld en een projectinitiatie document dat gebruikt is om de aanvraag voor de zogenaamde koersgelden (n.a.v. strategisch plan Koers18) te verkrijgen.

De middelen zijn toegekend en de opdracht is om binnen een jaar praktische invulling te geven aan de drie hoofdelementen van duurzame inzetbaarheid: vitaliteit, werkvermogen en employability. De beoogde projectresultaten zijn uitdagend, namelijk het opleveren van:

Visie document en pakkende beelden en terminologie voor duurzame inzetbaarheid;

Menukaart van beschikbare instrumenten die door de mede- werker en leidinggevende gebruikt kunnen worden om actief te werken verbetering van de duurzame inzetbaarheid;

Begeleiding van probleemgestuurde pilots om de toepassing van de bestaande instrumenten te testen; ontbrekende instrumenten op het spoor te komen en i.o.m. met de praktijk te ontwikkelen.

Target garantiebanen UMC’s

Erasmus MC

1 meting 12-2015 215

26,875

Quotummeting 12-2016 465

58,125

Tot en met 12-2017 716

89,5

Tot en met 12-2018 895

111,875

11

(27)

2 Milieuzorg(systeem)

Sinds 2010 is een milieuzorgsysteem in werking voor heel Erasmus MC. Met het milieuzorgsysteem wordt een planmatige manier van werken mogelijk. Door een goede beheersing van milieurelevante processen wordt continue aandacht gegeven aan verdere vermindering van de milieubelasting. Energiezorg maakt integraal deel uit van het milieuzorgsysteem.

In 2015 werken ongeveer 60 afdelingen met milieurelevante processen volgens de richtlijnen en procedures van het milieu- zorgsysteem. Het systeem is opgezet volgens de internationale norm NEN EN ISO 14001-2004. Stappen worden gezet om de nieuwe versie 2015 in het milieuzorgsysteem te implementeren.

Plan-Do-Check-Act-model

Een milieumanagementsysteem is gebaseerd op het model van Plan-Do-Check-Act (PDCA). Het model voorziet in een proces dat door organisaties wordt gebruikt om continue verbetering te bewerkstelligen. Het kan worden toegepast op het hele milieu- managementsysteem en op alle individuele elementen van dat systeem. Het kan als volgt worden samengevat.

Plan: het vaststellen van de milieudoelstellingen en -processen die nodig zijn om resultaten te leveren die in overeenstemming zijn met het milieubeleid van de organisatie.

Do: het implementeren van de processen zoals gepland.

Check: het monitoren en meten van processen ten opzichte van het milieubeleid, met inbegrip van de verbintenissen, milieudoelstellingen en uitvoeringscriteria, alsmede het rap- porteren van de resultaten.

Act: het ondernemen van acties voor continue verbetering.

Figuur 1:

Relatie tussen PDCA en het raamwerk in deze internationale norm.

Context van de organisatie

Leiderschap

Planning

Toepassingsgebied van het milieumanagementsysteem

Beoogde resultaten van het milieumanagementsysteem Interne en externe

belangrijke punten (issues)

Behoeften en verwachtingen van belanghebbenden

P

C

A D

Evaluatie van prestaties

Ondersteuning en uitvoering Verbetering

12

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit de gedachte “De jeugd heeft de toekomst” dient het niet alleen voor jongeren aantrekkelijk te zijn om op te groeien tot grofweg het achttiende levensjaar, maar zal voor

In het kader van het zoeken, werven en selecteren van een voorzitter College van Bestuur voor de Samenwerkingsstichting Kans & Kleur (Kans &.. Kleur) is op 19, 24, 26 en

De gebiedscommissie heeft een deel van deze middelen wel ingezet, samen met het geld voor participatie aan onder andere 4 mei Herdenking, Sinterklaasintocht, Zomer en

Vanuit de garage leiden trappenhuizen direct naar de bovengelegen Plaza, van waaruit de rest van de campus bereikbaar is.. De totale lengte van de garage is bijna

Gemeentelijke terreinen en vastgoed inzetten voor duurzame initiatieven, zoals zonnepanelen en meer openstellen voor gebruik door de wijk (zoals leegstaande

De archiefbescheiden opgemaakt en ontvangen door de gemeente Alblasserdam die conform de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats zijn toegankelijk

Thema verkeer en veiligheid voor de wijk Bergpolder; het veiligheidsgevoel in de regio is over het algemeen goed. Er is wel veel fietsendiefstal waar wat aan moet gebeuren. Er lopen

Het college van bestuur van de stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (hierna: LVO) besluit op basis van artikel 7 lid 2 van de statuten van LVO tot vaststelling van het