• No results found

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Kortenberg - Alfons Dewitstraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Kortenberg - Alfons Dewitstraat"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

RCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM

K

ORTENBERG

A

LFONS

D

EWITSTRAAT

R.

V

AN

D

E

K

ONIJNENBURG

,

A.

D

EVROE

&

J.

C

LAESEN

F

EBRUARI

2013

ARCHEBO-RAPPORT 2013/02

(2)

C

OLOFON

Opgraving Prospectie

Vergunningsnummer: 2013/026

Datum aanvraag: 31 januari 2013

Naam aanvrager: Rik Van De Konijnenburg

Naam site: Kortenberg, Alfons Dewitstraat

Project

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem – Kortenberg, Alfons Dewitstraat

Opdrachtgever INTERLEUVEN Brouwersstraat 3 3000 Leuven Opdrachtnemer ARCHEBO bvba +32 (0)491/74.60.77 Merelnest 5 info@archebo.be B-3470 Kortenaken, België BE 0834.280.172 Projectuitvoering

Rik Van De Konijnenburg, HAAST bvba Jan Claesen, ARCHEBO bvba

Annika Devroe, ARCHEBO bvba

Stefaan Dondeyne, Bodemkundige KU Leuven

ARCHEBO-rapport 2013/02 ISSN 2034-5615

© 2013 ARCHEBO bvba

ARCHEBO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen worden in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enige andere wijze, zonder voorafgaandelijke toestemming van de opdrachtgever.

(3)

Inhoud

ADMINISTRATIEVE FICHE ... i

1. INLEIDING ... 1

2. PROJECTBESCHRIJVING ... 1

3. SITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED ... 1

4. BODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE ... 2

4.1. Situering ... 2

4.2. Wat de bodemprofielen ons vertellen ... 4

4.3. Gedetailleerde profielbeschrijving ... 6

5. GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ... 10

6. ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING ... 11

7. METHODE ... 12

8. RESULTATEN PROEFSLEUVEN ... 12

8.1. ARCHEOLOGISCHE NIVEAUS ... 12

8.2. ARCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN ... 12

8.3. ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN ... 15

9. EVALUATIE, WAARDERING EN AANBEVELINGEN ... 16

9.1. Evaluatie en beantwoording onderzoeksvragen ... 16

9.2. Waardering ... 17

9.3. Aanbevelingen ... 17

10. BIBLIOGRAFIE ... 18

(4)

A

DMINISTRATIEVE FICHE

Opdrachtgever INTERLEUVEN

Uitvoerder ARCHEBO bvba

Vergunninghouder Rik Van De Konijnenburg

Bewaarplaats archief INTERLEUVEN Bewaarplaats vondsten INTERLEUVEN

Vergunningsnummer 2013/026

Projectcode KODE

Vindplaatsnaam Alfons Dewitstraat, Kortenberg

Locatie Provincie Vlaams-Brabant

Gemeente Kortenberg

Deelgemeente Meerbeek

Plaats Alfons Dewitstraat

Lambertcoördinaten A x 165682 Y 174814 B x 165616 Y 174791 C x 165569 Y 174874 D x 165612 Y 174904

Kadaster Afdeling 3, sectie A, percelen : 181, 182a, 187b, 198e, 199e

C

B A

(5)

Kaart onderzoeksgebied

Begin- en einddatum terreinwerk 12/02/2013 tot 12/02/2013

Grootte projectgebied 10.806 m² Grootte onderzochte oppervlakte 1135,5 m²

(6)

1. I

NLEIDING

Binnen de stedenbouwkundige vergunning voor een verkaveling werd een bodemkundige evaluatie en een archeologische prospectie met ingreep in de bodem opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed aan de bouwheer.

De opdracht werd door de bouwheer, INTERLEUVEN, toegekend aan ARCHEBO bvba op 8 januari 2013.

De prospectievergunning werd afgeleverd op 31 januari 2013. Dit document vormt het eindrapport van deze opdracht.

2. P

ROJECTBESCHRIJVING

Doel van het onderzoek is een archeologische evaluatie van het onderzoeksgebied. Hierbij moeten volgende vragen beantwoord worden:

- Wat is de bodemkundige toestand van het terrein? - Zijn er sporen aanwezig?

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

- Hoe is de bewaringstoestand van de sporen (goed, gebioturbeerd, …)? - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek? De opgeleverde eindproducten omvatten (in overeenstemming met de BVS):

 Het eindrapport

 Het werkputinplantingsplan

 Sporenplannen

 Het onderzoeksarchief, met onder meer:

 Inventarislijsten vondsten, sporenbeschrijving, plannen/tekeningen, foto’s  Dagboek

 Rapport

 Foto’s, plannen/tekeningen, profieltekeningen en beschrijvingen  Vondsten

3. S

ITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Het onderzoeksgebied is gesitueerd in het noorden van het centrum van Meerbeek. Het terrein grenst in het noorden aan de Alfons Dewitstraat. Iets verder in het zuiden ligt de Dorpsstraat.

(7)

Fig. 1 Detail topografische kaart met middenschalige kleurenortho als achtergrond en aanduiding van het plangebied (rood gebied). (Bron: AGIV)

Het onderzoeksgebied bevindt zich tussen 38,06 en 39,61 m TAW.

4. BODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE

4.1.

S

ITUERING

Twee bodemprofielen werden nader onderzocht – hier genoemd, “Meerbeek-01” op een hoger gelegen deel van het terrein, en “Meerbeek-02” in een lager deel van het terrein (Fig. 2).

Zoals blijkt uit Fig. 2 bevindt het perceel zich in een brede depressie, ten noorden van de agglomeratie Meerbeek dat zelf op een lichte verhoging ligt. Ten zuidoosten van het perceel begint het Brabants leemplateau, dat ingesneden is door talrijke droge dalen en holle wegen. Door de hoge gevoeligheid voor bodemerosie van de leembodems op het plateau heeft zich in de droge dalen en aan de voet van het plateau, zoals op deze site, colluvium afgezet1.

Het grootste gedeelte van het perceel is gekarteerd als een “Adp” bodem; het laagste deel, waar dan ook het tweede profiel zich in bevond als een “Aep” bodem (Fig. 2). Bodems met profielontwikkeling “..p” verwijzen typisch naar colluviale of alluviale afzettingen.

Een Adp bodem komt overeen met een lemige bodem (A..), die matig goed gedraineerd is (.d.), en met een “beperkte” profielontwikkeling. Een Aep bodem is een vergelijkbare bodem maar met een minder gunstige drainage, wat zich uit in een reductie horizont binnen boorbereik (80-120 cm). Bayens (1962) beschouwt de Adp bodems als colluviaal, en de Aep bodems als alluviaal.

(8)

Fig. 2 De site "Meerbeek, Alfons Dewitstraat" is gelegen in een brede colluviale vallei, aan de voet van het Brabants leemplateau (zuidoostelijke hoek van deze kaart); de bodemeenheden die voorkomen op het perceel zijn Adp en Aep.

Fig. 3 Overzicht van de bestudeerde site. Rechts zijn de reeds getrokken sleuven te zien. Profiel Meerbeek-01 was net links van dit beeld; profiel Meerbeek-02, links onderaan het veld (achter de kraan). Net voor de kraan is een rugje van ploegcolluvium te zien.

(9)

4.2.

W

AT DE BODEMPROFIELEN ONS VERTELLEN

Het profiel “Meerbeek-01”, het hoogst gelegen profiel, komt inderdaad overeen met een Adp bodem. De textuur van heel het profiel was leem (A), en er komen roestvlekken (gley) vanaf 50 cm diepte voor; het grondwater bevond zich op 140 cm. De bovenste 60 tot 70 cm bestaat uit colluviaal materiaal (Fig. 3). Het profiel heeft een dikke ploeglaag van 35 cm, terwijl de onderliggende horizont wel structuur ontwikkeling heeft, maar ook duidelijke sporen van menselijke activiteit vertoont. Het meest opmerkelijk was dat in deze laag resten aangetroffen werden van Romeinse dakpannen. Onder deze laag bevinden zich de resten van een uitlogingshorizont (2EBg) met roestverschijnselen, en daaronder een kleiaanrijkingshorizont (2Btg) waar duidelijke kleihuidjes in te zien waren.

In het Meerbeek-01 profiel, hebben we dus mogelijks twee bewerkingshorizonten; één die terug gaat tot de Romeinse periode en die nu een Cambic horizont (Bw) vormt, en die overdekt is door meer recent colluvium en de actuele bewerkingshorizont (Ap) vormt.

Meerbeek-02, het lager gelegen profiel, komt overeen met een Aep bodem. Ook hier is de textuur van heel het profiel leem (A). Vanaf 50 cm diepte komen er sporadisch wat roestvlekken (gley) voor in een horizont met duidelijke structuurvorming (Bw) en vanaf 80 cm diepte hebben we een horizont met duidelijke roest en reductie kleuren (Bg). Het grondwater bevond zich hier op 110 cm.

Verder is de dikke humus rijke A horizont opmerkelijk (Fig. 5). De minder gunstige drainage heeft hier blijkbaar geleid tot een accumulatie van organische stof. Verder had de Ap2 horizont een “crumbly” bodemstructuur, wat wijst op bodemcompactie (Fig. 6).

Inspectie van de sleuven bevestigde dat het colluviaal dek inderdaad beperkt was tot de bovenste helft van het perceel (Fig. 7). Verder waren er in beide bodems veel regenwormgangen; de bodem van dit perceel is dus sterk beïnvloed door bioturbatie.

(10)

Fig. 4 Zuidelijke wand van profielput “Meerbeek-01”, een Endogleyic Cambisol (Colluvic, Siltic) over een Cutanic Luvisol en gekarteerd als Adp; in de Bw horizont, bestaande uit colluviaal materiaal, bevonden zich fragmenten van Romeinse dakpannen.

(11)

4.3.

G

EDETAILLEERDE PROFIELBESCHRIJVING2

Site information

The weather was dry, but it had been snowing on the previous day; temperature was around freezing point. The soil profiles were humid throughout.

The field is gently sloping upwards to the south-east (1.5-2%); the field was under grasses.

Date 13 Feb 2013

Profile: Meerbeek-01 (Fig. 4)

Location: Meerbeek, Kortenberg

N 50° 53' 0.6", E 4° 35' 27.1"; LB72 165631, 174816 altitude 39.3 m asl. Groundwater at 140 cm

Horizon description

Horizon Depth (cm) Description Diagnostic features

Ap 0-35 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); Dark brown 10YR 3/3 (moist), slightly sticky, plastic and friable moist; moderate strong, medium angular to sub-angular blocky structure; many fine and medium roots; few to common tubular and interstitial pores and many earthworm galleries; small pieces of bricks (<5 cm) and charcoal, boundary smooth and abrupt

Ochric horizon, colluvic material

Bw 35-60 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); Brown10YR 4/4 (moist), slightly sticky, plastic and friable moist; moderate to strong medium angular block structure; many fine roots; common tubular and interstitial pores and many earthworm galleries; piece of roman tile (5-10 cm), boundary smooth to wavy and clear

Cambic horizon, colluvic material

2EB 60-80 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); Dull yellowish brown 10YR 5/3 (moist); common medium distinct brown mottles (10YR 4/6) and Mn-Fe speckles (5 mm); few very fine clay coatings on pores and pedfaces; slightly sticky, plastic and friable moist; strong medium angular blocky structure; many fine roots; many tubular and interstitial pores, few earthworm galleries; boundary wavy and gradual

Gleyic properties in an eluviated horizon,

2Btg 80-140+ Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); strongly mottled Brown10YR 4/6 to Dull yellowish brown 10YR5/3 (moist); and Mn-Fe speckles (> 5 mm); fine, continuous clay coatings on pores and pedfaces; slightly sticky, plastic and friable moist; strong medium angular blocky structure; many fine roots; many tubular and interstitial pores

Argic horizon, Gleyic properties

2

Volgens FAO, 2006. Guidelines for soil profile description, FAO, Rome; and using Revised Standard Soil Color Charts, 1997.

(12)

Classification

- WRB-2007: Endogleyic Cambisol (Colluvic, Siltic) thapto Cutanic Luvisol - Symbol on the soil map of Belgium (sheet Erps-Kwerps 89W): Adp

(13)

Profile: Meerbeek-02 (Fig. 5)

Location: Meerbeek, Kortenberg

N 50° 53' 2.1", E 4° 35' 24.9"; LB72 165631, 174816 altitude 38.7 m asl.; Groundwater at 100-110 cm Horizon description Horizon Depth (cm) Description Diagnostic features

Ap1 0-20 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); Brownish black 10YR 2/2 (moist), slightly sticky, plastic and friable moist; moderate strong, coarse granular structure with common worm casts; many fine and medium roots; common tubular and interstitial pores; boundary smooth and clear

Mollic horizon

Ap2 20-35 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); Brownish black 10YR 3/2 (moist), slightly sticky, plastic and friable moist; moderate to strong medium crumbly to crumbly structure (typical for compaction); many fine roots; common interstitial pores and earthworm galleries; boundary smooth and gradual Bw 35-65 Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural

classes); Dull yellowish brown 10YR 4/3 (moist); common medium distinct Dull reddish brown mottles (5YR4/4); small brick fragment and charcoal fragments in worm galleries; slightly sticky, plastic and friable moist; strong medium angular blocky structure; few fine roots; few tubular and vesicular pores and earthworm galleries; boundary smooth and clear

Cambic horizon

Bg 65-110+ Silt Loam in USDA classes (A in Belgian textural classes); strongly mottled Brown10YR 4/6 (moist) to 10YR5/3; very coarse prominent Mn-Fe speckles (> 2 cm); slightly sticky, plastic and friable moist; weak medium sub-angular blocky structure; no roots; few interstitial and vesicular pores, no earthworm galleries

Gleyic properties

Classification

- WRB-2007: Endogleyic Phaeozem (Siltic)

(14)

Fig. 6 Detail van de bodemstructuren van profiel Meerbeek-02, horizont Ap2; de middelmatig grote aggregaten met duidelijk schelpvorming rondingen worden in de “FAO guidelines” beschreven als “crumbly structures”, typisch voor bodemcompactie.

Fig. 7 Overzicht van de proefsleuven waaruit blijkt dat het colluvium afwezig, of uiterst dun was, in de laagste helft van het perceel.

(15)

5. G

EPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

INTERLEUVEN zal het terrein verkavelen.

(16)

6. A

RCHEOLOGISCHE VERWACHTING

Op de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) kan men enkele vondstlocaties in de buurt opmerken. Locatie 4716, ten noorden van het onderzoeksgebied, betreft een losse vondst aardewerk uit de Romeinse periode. Ten westen bevindt zich een laat-middeleeuwse kerk (locatie 3815). Er werden eveneens losse vondsten aangetroffen bij prospectie, waaronder aardewerk en dakpanfragmenten uit de Romeinse periode, lithisch materiaal (locatie 1930) en laat-middeleeuws aardewerk (locatie 1901). Locatie 3833 betreft een waterburcht uit de late middeleeuwen. Ten oosten van het projectgebied werd een munt of penning aangetroffen (locatie 3912) waar eveneens een hoeve zou gestaan hebben (locatie 3912). Locatie 2123 betreft een vermoedelijke secundaire Romeinse weg.

Fig. 9 Detail van de Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van het plangebied (rood). (Bron: CAI)

Fig. 10 Detail van de Ferrariskaart met aanduiding van het plangebied in zwart. (Bron: Koninklijke Bibliotheek van België).

(17)

7. M

ETHODE

Tijdens de aanleg van proefsleuven werd een bodemkundige evaluatie a.h.v. 2 profielproefputten uitgevoerd. De proefsleuven werden volgens de methode van parallelle continue sleuven aangelegd. De afgraving gebeurde door een kraan op rupsbanden van 21 ton met tandeloze graafbak van 2m breed. De afstand tussen de sleuven bedraagt ca. 15m.

De bodemkundige opteerde om 2 bodemprofielen, die representatief waren voor het onderzoeksgebied, in detail te beschrijven.

Na het aanleggen van de proefsleuven werden deze gecontroleerd met een metaaldetector. De storthopen werden eveneens met een metaaldetector gescreend.

oppervlakte

onderzoeksgebied 10806,00 m²

aan te leggen werkputten 10% 1080,60 m² aan te leggen kijkvensters 2,5% 270,15 m²

TOTAAL aan te leggen 12,5% 1350,75 m²

werkput 1 103,00 m² werkput 2 113,00 m² werkput 3 232,00 m² werkput 4 242,00 m² werkput 5 235,00 m² werkput 6 69,00 m² werkput 7 61,00 m²

totaal aangelegde werkputten 1055,00 m²

kijkvenster 1 45,00 m²

kijkvenster 2 30,00 m²

kijkvenster 3 5,50 m²

totaal aangelegde kijkvensters 80,50 m²

TOTAAL aangelegd 1135,50 m²

Fig. 11 Lijst met aan te leggen oppervlakte volgens bijzondere voorschriften en de uiteindelijk aangelegde oppervlakte. (ARCHEBO 2013)

8. R

ESULTATEN PROEFSLEUVEN

8.1.

A

RCHEOLOGISCHE NIVEAUS

Er werd één archeologisch interessant niveau aangetroffen dat zich tussen 37,66 en 38,91m TAW bevond.

8.2.

A

RCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN Er werden geen structuren aangetroffen.

In totaal werden 26 sporen aangetroffen waarvan 22 archeologisch interessant. De andere 4 sporen konden worden aangeduid als sporen van drainagebuizen. De aanwezigheid van drainagebuizen werd bevestigd door een omwoner. Alle sporen zijn goed bewaard en hebben een sterke aflijning. De

(18)

meeste sporen sluiten aan net onder het colluvium (zie fig. 12). Het colluvium is bruin van kleur, waaronder sporen goed zichtbaar worden.

Fig. 12 Zicht op spoor 25 met aanduiding van het colluvium in het rood, huidige bouwvoor in het blauw. (ARCHEBO 2013)

Twee sporen, KV1 S1 en WP5 S14, kunnen eerder worden herkend als opvullingslaag dan spoor. Deze lagen zijn blauwgrijs van kleur. In de laag werden scherven aangetroffen uit de 12-14e eeuw. Het gaat hier om lokaal grijs aardewerk en Maaslands wit.

Drie sporen zijn qua kleur afwijkend aan de anderen. Het gaat hier om de sporen S2, S3 en S7 in kijkvenster 1. De kleur is zwart door de grote aanwezigheid van houtskool (fig. 13). Vermoedelijk gaat het hier om afvalputten die gerelateerd kunnen worden aan ijzerbewerking.

Fig. 13 Spoor 7, merk op de goede aflijning en grote hoeveelheden houtskool. (ARCHEBO 2013)

Een bevestiging voor deze activiteit kon worden aangetroffen in spoor S4. De vulling van het spoor bevat talrijke resten van smeedslakken en ijzerbewerkingsproducten (Fig. 14). Er werd geen

(19)

verbrande leem aangetroffen, zodat deze kuilen niet als smeedkuil of mijlerput kunnen herkend worden.

Fig. 14 Zicht op spoor 4 met resten van smeedslakken en ijzerbewerking. (ARCHEBO 2013)

Spoor 15 wijkt eveneens af van de andere sporen. Het gaat hier mogelijk om een uitbraakspoor of een dump van ijzerzandsteen. Dit spoor kan niet gerelateerd worden aan de andere sporen, tenzij het zou gaan om primaire winning van ijzer nl. extractie van ijzer uit ijzerzandsteen. De afwezigheid van vloeislakken bemoeilijkt echter deze zienswijze.

Alle andere sporen zijn goed afgelijnd, blauwgrijs van kleur en bevatten op houtskoolspikkels na maar weinig inhoud. Zelden kan een fragment van baksteen herkend worden. Omwille van kleur, bewaringstoestand en voorkomen in het vlak, lijken de sporen gelijktijdig met de dumplagen (zie Fig. 15). Er werd geen enkel spoor aangetroffen waaruit bewoning blijkt. Het lijkt hier te gaan om randactiviteiten nabij bewoning. Het voorkomen van een afval- of dumplaag bevestigt dit.

(20)

8.3.

A

RCHEOLOGISCHE VONDSTEN

In elke werkput werden tijdens de afgraving in het colluviumpakket fragmenten van Romeinse dakpannen aangetroffen. De dichtheid verhoogt naar het zuiden (hoger liggend gedeelte) toe. Het gaat steeds om kleine fragmenten, maar deze duiden wellicht op Romeinse bewoning en/of bebouwing in de onmiddellijke omgeving. Sporen van een enkele Romeinse bebouwing zijn in prospectie meestal gelimiteerd binnen een verspreiding van 2ha.

In werkput 4 werd in twee sporen aardewerk aangetroffen. In spoor 22 gaat het om 2 scherven Maaslands wit en 1 scherf lokaal grijs aardewerk Uit dezelfde periode dateren eveneens 3 scherven uit spoor 17. Hier gaat het om 1 fragment Maaslands wit en twee scherven uit lokaal grijs aardewerk. De scherven worden weergeven op figuur 16.

Fig. 16 : Bovenste rij : scherven uit spoor 22, onderste rij : scherven uit spoor 17. (ARCHEBO 2013)

Deze vondsten laten ons toe de sporen te dateren tussen de 11e en de 13e eeuw.

Bij de aanleg van een kijkvensters (KV1) werden in spoor 4 fragmenten aangetroffen die wijzen op ijzerbewerking. Typische vormen zoals plano-convexe smeedslakken werden niet aangetroffen. De fragmenten wijzen echter wel in deze richting. De densiteit is vrij hoog, maar er is nog steeds een sponsachtige structuur. Figuur 17 toont mogelijk een deel van een ijzerspons die gevormd is in een semi-laagoven, maar waaruit geen bruikbaar ijzer gesmeed kon worden. Bijkomende reden dat het stuk niet echt als ijzerspons bestempeld kan worden is doordat het niet magnetisch is. Hierdoor vertoont het sterke gelijkenissen met een smeedslak. Centraal is de afdruk van een stuk houtskool zichtbaar. Dit kan eveneens duiden op de vorming van een smeedslakachtige in een smeedoven. Het stuk is dus duidelijk te bestempelen als afval. De plaats van de activiteit werd in dit onderzoek niet aangetroffen.

Tevens versterk het stuk op figuur 18 dit vermoeden. Het gaat hier om een stuk ovenwand. De linkse foto toont duidelijk verbrande leem van de wand zelf. De achterkant van het stuk (rechtse foto) vertoont verglazing. Deze verglazing gebeurt aan de binnenwand van de oven waarbij siliciumpartikels (zand) zich omzetten in glas bij een temperatuur boven de 1000°C.

(21)

Fig. 17 : Smeedslak uit spoor 4 met nog sponsachtige structuren. (ARCHEBO 2013)

Fig. 18 : deel van een ovenwand uit spoor 4. (ARCHEBO 2013)

9. EVALUATIE, WAARDERING EN AANBEVELINGEN

9.1.

E

VALUATIE EN BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN

- Wat is de bodemkundige toestand van het terrein?

o Het bodemkundig onderzoek kon de aanwezigheid van een colluviumpakket duiden in het zuidelijk gedeelte van het onderzoeksgebied, bodemklassificatie Adp. Het pakket is mogelijk ontstaan vanaf de Romeinse periode door het voorkomen van fragmenten van dakpannen uit deze periode. Het noordelijk gedeelte bevatte geen colluvium; bodemklassificatie Aep.

- Zijn er sporen aanwezig?

o Er werden 26 grondsporen aangetroffen. In het colluviumpakket werden overal fragmenten van Romeinse dakpannen aangetroffen.

(22)

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen? o De sporen zijn allen antropogeen.

- Hoe is de bewaringstoestand van de sporen (goed, gebioturbeerd, …)?

o De sporen zijn zeer goed bewaard. De aflijning is vrij sterk en sommige sporen zijn dieper dan 35cm bewaard. Organisch materiaal blijkt niet bewaard.

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

o De sporen duiden niet op structuren in het onderzoeksgebied, maar rijzen het vermoeden dat in de aanpalende percelen er wel degelijk activiteiten (al dan niet bewoning) hebben plaatsgevonden.

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

o De grondsporen behoren wellicht tot 1 periode nl. 12-14e

eeuw; volle middeleeuwen.

De aangetroffen dakpanfragmenten behoren tot de Romeinse periode. - Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

o De aanwezigheid van smeedafval duidt op ijzerbewerking. Sporen van ijzerbewerking zijn momenteel slecht bestudeerd uit deze periode en verdienen daarom ook de nodige aandacht.

9.2.

W

AARDERING

Archeologisch gezien kunnen we alleen vaststellen dat een klein deel van de percelen hebben dienst gedaan als afvaldump. Dit afval op zich kan maar weinig info aanleveren. Het staat echter in verband met mogelijke sporen van ambachtelijke activiteiten en/of bewoning aansluitend op de naastliggende percelen.

Tevens dient vermeld dat het volledige onderzoeksgebied in de Romeinse periode wellicht in gebruik was als akkerland.

9.3.

A

ANBEVELINGEN

Het aantreffen van alleen afval kan maar weinig info opleveren. Indien blijkt dat in de toekomst de aanpalende percelen onderzocht kunnen worden, heeft het onderzoeken van de huidige sporen wel degelijk zin. Indien geopteerd wordt om de huidige aangetroffen sporen op te nemen in een vervolgonderzoek, wordt een oppervlakte van maximaal 1500 m² voorgesteld.

Tevens dient er rekening te worden gehouden dat in de onmiddellijke omgeving van het onderzochte terrein wellicht een romeins gebouw heeft gestaan. De kans op Romeinse bebouwing lijkt toe te nemen richting zuiden. Het gebouw heeft mogelijk te maken met landbouwactiviteiten omwille van de goede landbouwgronden.

(23)

10. B

IBLIOGRAFIE

AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (2011), http://www.agiv.be/gis/. CAI (Centrale Archeologische Inventaris) (2011), http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/cai/.

Koninklijke Bibliotheek van België (2010), Ferrariskaart,

http://belgica.kbr.be/nl/coll/cp/cpFerrarisCarte_nl.html.

11. BIJLAGEN

- Fotolijst - Sporenlijst - Vondstenlijst - Plannenlijst

(24)

Fotonummer Werkput Overzichtsfoto Spoor Profiel Coupe Opmerkingen Datum KODE001 1 x 12/02/2013 KODE002 3 x 12/02/2013 KODE003 4 x 12/02/2013 KODE004 5 x 12/02/2013 KODE005 1 NW 12/02/2013 KODE006 KV1 x 12/02/2013 KODE007 KV1 x 12/02/2013 KODE008 KV1 x 12/02/2013 KODE009 KV1 2 12/02/2013 KODE010 KV1 2 12/02/2013 KODE011 KV1 3 12/02/2013 KODE012 KV1 3 12/02/2013 KODE013 KV1 4 12/02/2013 KODE014 KV1 5 12/02/2013 KODE015 KV1 5 12/02/2013 KODE016 KV1 6 12/02/2013 KODE017 KV1 6 12/02/2013 KODE018 KV1 7 12/02/2013 KODE019 KV1 7 12/02/2013 KODE020 KV2 x 12/02/2013 KODE021 KV2 1 12/02/2013 KODE022 KV2 1 12/02/2013 KODE023 5 16 12/02/2013 KODE024 5 15 12/02/2013 KODE025 5 14 12/02/2013 KODE026 5 14 12/02/2013 KODE027 5 13 12/02/2013 KODE028 5 12 12/02/2013 KODE029 x 12/02/2013 KODE030 5 11 12/02/2013 KODE031 5 10 12/02/2013 KODE032 5 10 12/02/2013 KODE033 5 9 12/02/2013 KODE034 5 9 12/02/2013 KODE035 5 8 12/02/2013 KODE036 4 26 x 12/02/2013 KODE037 4 25 x 12/02/2013 KODE038 4 25 12/02/2013 KODE039 x 12/02/2013 KODE040 4 17 12/02/2013 KODE041 4 17 12/02/2013 KODE042 4 18 12/02/2013 KODE043 4 19 12/02/2013 KODE044 4 19 12/02/2013 KODE045 4 20 12/02/2013 KODE046 4 20 12/02/2013 KODE047 4 21 12/02/2013

FOTOLIJST

(25)

KODE048 4 21 12/02/2013 KODE049 4 22 12/02/2013 KODE050 4 22 12/02/2013 KODE051 4 22 12/02/2013 KODE052 4 23 12/02/2013 KODE053 4 23 12/02/2013 KODE054 4 24 12/02/2013 KODE055 4 24 12/02/2013 KODE056 4 25 12/02/2013 KODE057 4 25 12/02/2013 KODE058 4 26 12/02/2013 KODE059 4 26 12/02/2013 KODE060 vondst KODE061 vondst KODE062 x KODE063 x

KODE064 textuur foto

KODE065 vondst

(26)

Spoornummer Werkput Vlak Vorm Datering Vondstnummer Fotonummer hoofdkleur bijkleur soort grootte hoeveelheid

1 KV1 1 onregelmatig grijs zwart houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE008

2 KV1 1 onregelmatig grijs zwart houtskool brokjes matig volle middeleeuwen KODE009

3 KV1 1 ovaal grijs zwart houtskool brokjes veel volle middeleeuwen KODE011

4 KV1 1 rond beige grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen 1 KODE013

5 KV1 1 vierkant grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE014

6 KV1 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE016

7 KV1 1 rond zwart grijs houtskool brokken zeer veel volle middeleeuwen KODE018

8 5 1 rond grijs zwart houtskool spikkels zeer veel volle middeleeuwen KODE035

9 5 1 rond grijs grijs houtskool spikkels zeer weinig volle middeleeuwen KODE033

10 5 1 onregelmatig grijs grijs baksteen brokken weinig volle middeleeuwen 2 KODE031

11 5 1 rond grijs zwart houtskool brokjes matig volle middeleeuwen KODE030

12 5 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE028

13 5 1 onregelmatig zwart grijs houtskool brokken veel volle middeleeuwen KODE027

14 5 1 onregelmatig grijs bruin houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE025

15 5 1 lineair bruin beige ijzerzandsteen brokken zeer veel volle middeleeuwen KODE024

16 5 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels matig volle middeleeuwen KODE023

17 4 1 rond grijs grijs houtskool spikkels veel volle middeleeuwen 3 KODE040

18 4 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE042

19 4 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE043

20 4 1 rond grijs zwart houtskool brokjes veel volle middeleeuwen KODE045

21 4 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE047

22 4 1 onregelmatig grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen 4 KODE049

23 4 1 onregelmatig grijs grijs baksteen brokken matig volle middeleeuwen KODE052

24 4 1 rond grijs grijs houtskool spikkels weinig volle middeleeuwen KODE054

25 4 1 rond grijs grijs houtskool spikkels zeer weinig volle middeleeuwen KODE056

26 4 onregelmatig grijs beige natuursteen brokken veel volle middeleeuwen KODE058

Inclusies Kleur

(27)

Vondstnummer Werkput Vlak Spoornummer/losse vondst Materiaalsoort Determinatie Datering

1 KV1 1 spoor 4 metaal afval mbt ijzerbewerking volle middeleeuwen

2 5 1 spoor 10 aardewerk dakpanfragment? volle middeleeuwen ?

3 4 1 spoor 17 aardewerk Maaslands wit, lokaal grijs aardewerk volle middeleeuwen

4 4 1 spoor 22 aardewerk Maaslands wit volle middeleeuwen

5 2B 1 losse vondst in colluvium baksteen fragment romeinse dakpan Romeins

VONDSTENLIJST

P

LANNENLIJST

Plan 1 Werkputinplanting bestaande toestand Plan 2 Werkputinplanting nieuwe toestand Plan 3 Sporenplan WP4-5, KV1-2

(28)

KV 1 KV 2 WP1 WP2 WP3 WP 4 WP 5 WP 6 WP 7 (38.75) (38.94) (40.11) NR.:32 NR.:34 NR.:36 NR.:38 NR.:40 198C/deel 199E 192A2 192B2 190M/deel 190N/deel 187/deel 182A 181 184K 183K 180S 180P 180R 202P 201F 202N 200B 200E 200F 199G 211H 179S 190M/deel 190N/deel 198C/deel Lissens Lucien G.-Lemmens Odette M. Dorpsstraat 136 3078 KORTENBERG Teer Carmen F. Dorpsstraat 140 3078 KORTENBERG

Dederden Joseph M.- Hubrechts MAria L. Dorpsstraat 144A 3078 KORTENBERG Nevens Antoon F. & Moens Elza L.

Constant Cludtsstraat 12 3078 KORTENBERG Verbiest Lodewijk A. -Vannetelbosch Laura L. Alfons Dewitstraat 34 3078 KORTENBERG Compernolle Mark F. Alfons Dewitstraat 36 3078 KORTENBERG

Troch Herman F. - Elaerts Yvette J. Hoogland 181 3118 ROTSELAAR PVH1 PVH10 PVH14 PVH11 PVH12 PVH13

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Maart 2013

PLAN 1

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

-KORTENBERG - ALFONS

DEWITSTRAAT

Opdrachtgever

INTERLEUVEN

Brouwersstraat 3

3000 Leuven

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

WERKPUTINPLANTING

BESTAANDE TOESTAND

Legende

onderzoeksgebied werkputten werkputnummer WP1 0m 5m

opmeting: Jonas Artois Landmetingen kijkvensternummer

(29)

KV 1 KV 2 WP1 WP2 WP3 WP 4 WP 5 WP 6 WP 7 ALFONS DEWITSTRAAT (38.75) (38.94) NR.:32 NR.:34 NR.:36 NR.:38 Lijn L: 65,61m Lijn L: 87,50m Lijn L: 26,22m Lijn L: 55,50m AS2 B=0,17m T=6,66m L=13,30m R=132,34m AS3 B=3,52m T=8,50m L=13,35m R=8,50m AS1 AS2 AS3 AS4 AS5 AS6 di 500 di 500 diepte 1,25 198C 199E 192A2 192B2 190M/deel 190N/deel 187B 182A 181 184K 183K 180S 180P 180R 202P 201F 202N 200B 200E 200F 199G 211H 179S 190M/deel 190N/deel 187A 198E

De Greef Patricia A. Dorpsstrat 104 3078 KORTENBERG

VOETWEG NR. 30 1,65 m VOETWEG NR. 30 1,65 m 39,500 39,000 38,500 38,000 38,000 38,500 39,000 39,500 GWA01 AIP 37,88 A 36,83 B 36,83 X 36,83

put op bestaande buis

GWA00 37,85

bodem 36,68 aansluit 36,80

DWA01

AIP met wachtopening, afgedicht

37,88 A 36,84 X 36,84 DWA02 AIP 39,34 A 37,05 B 37,46 X 37,05 DWA03 HIP 39,51 A 37,20 X 37,20 DWA04 DIP met wachtopening

afgedicht 38,83

A 37,39 X 37,39

DWA05

DIP met wachtopening afgedicht 38,68 A 37,66 X 37,66 RWA02 DIP (dubbele put met zandvang, wervelventiel en overstort) 38,72/38,77 A 36,89 X 36,89 RWA03 AIP 39,33 A1 36,96 (knijpleiding) A2 38,00 (overstort) B 36,96 X 36,96 RWA05 HIP 39,52 A 37,06 X 37,06 RWA04 AIP 39,35 A 36,97 X1 36,97 (knijpleiding) X2 38,01 (overstort) RWA06 BIP 38,83 X 37,18 RWA07 BIP 38,68 X 37,09 PVH1 PVH10 PVH14 PVH11 PVH12 PVH13 brandkraan A - 1200 x 600 mm - 64 m - 0,2% - X A - d 1000 - 36 m - 0,2% - X A - d 400 - 31 m - 0,2% - X X - d 1000 - 43,50 m - 0,2% - A A - d 600 - 61 m - 0,2% - X A1-d200-3,5m-0,2%-X1 A2-d300-3,5m-0,2%-X2 A - d 250 - 63,50 m - 0,3% - X X - d 250 - 48,50 m - 0,3% - A A - d 250 - 66 m - 0,3% - X A - d 250 - 68,5 m - 0,3% - X A - d 400 - 16 m - 0,2% - X X-d 250-2 m-0,3%-A (38.75) (38.94) (40.11) NR.:32 NR.:34 NR.:36 NR.:38 NR.:40 198C/deel 199E 192A2 192B2 190M/deel 190N/deel 187/deel 182A 181 184K 183K 180S 180P 180R 202P 201F 202N 200B 200E 200F 199G 211H 179S 190M/deel 190N/deel 198C/deel Dorpsstraat 138 3078 KORTENBERG Lissens Lucien G.-Lemmens Odette M. Dorpsstraat 136 3078 KORTENBERG Teer Carmen F. Dorpsstraat 140 3078 KORTENBERG

Dederden Joseph M.- Hubrechts MAria L. Dorpsstraat 144A 3078 KORTENBERG

De Greef Patricia A. Dorpsstrat 104 3078 KORTENBERG Nevens Antoon F. & Moens Elza L.

Constant Cludtsstraat 12 3078 KORTENBERG Verbiest Lodewijk A. -Vannetelbosch Laura L. Alfons Dewitstraat 34 3078 KORTENBERG Compernolle Mark F. Alfons Dewitstraat 36 3078 KORTENBERG

Troch Herman F. - Elaerts Yvette J. Hoogland 181 3118 ROTSELAAR PVH1 PVH10 PVH14 PVH11 PVH12 PVH13

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Maart 2013

PLAN 2

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

-KORTENBERG - ALFONS

DEWITSTRAAT

Opdrachtgever

INTERLEUVEN

Brouwersstraat 3

3000 Leuven

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

WERKPUTINPLANTING

NIEUWE TOESTAND

Legende

onderzoeksgebied werkputten werkputnummer WP1 0m 5m

opmeting: Jonas Artois Landmetingen kijkvensternummer

(30)

S6 S7 S5 S4 S3 S2 S1 S1 S16 S15 S14 S13 S12 S11 S10 S9 S8 S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S25 S26 38.66 38.70 38.65 38.68 38.67 38.61 38.53 38.47 38.51 38.52 38.40 38.39 38.36 39.15 38.28 38.50 38.54 38.46 38.48 38.47 38.63 38.55 38.63 38.63 38.53 38.57 38.54 38.53 38.49 38.67 38.68 38.68 38.68 38.71 38.69 38.80 38.77 38.72 39.25 39.22 39.14 39.20 39.20 39.10 39.08 39.05 39.23 39.27 39.39 39.41 39.22 39.09 39.08 38.99 38.92 39.01 39.05 39.09 39.12 39.18 39.30 39.22 39.15 39.16 39.07 39.08 39.04 38.99 38.95 39.14 39.15 39.13 39.19 39.19 39.15 39.14 39.26 39.37 39.30

KV 1

KV 2

WP5

WP4

X 165682 Y 174814 Z 39.15 X 165653 Y 174805 Z 39.25 X 165647 Y 174838 Z 38.99

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Maart 2013

PLAN 3

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

-KORTENBERG - ALFONS

DEWITSTRAAT

Opdrachtgever

INTERLEUVEN

Brouwersstraat 3

3000 Leuven

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

WERKPUTINPLANTING

SPORENPLAN WP 4-5, KV1-2

Legende

0m 5m

opmeting: Jonas Artois Landmetingen kijkvensternummer KV1 werkputten werkputnummer WP1 hoogte TAW 8.25 spoor spoornummer S1 recent spoor

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het inkomen uit bedrijf stijgt in 2009 met bijna 40.000 euro naar gemiddeld 36.000 euro per onbetaalde arbeidskracht figuur 1.. Dat is nog steeds te weinig om besparingen

Onderzochte toedieningsvormen zijn poederformuleringen en vloeibare formuleringen van de totale bacteriekweek, van de door de bacterie geproduceerde groeiregulatoren en van de

Aangezien de Duitse bedrijven relatief klein zijn, heeft dat hoge berekende kosten voor arbeid en kapitaal per kg tot gevolg.. Bovendien zijn in Duitsland de ar- beidskosten per

• Natuurmonumenten is niet meegenomen uit deze bestanden, omdat van Natuur- monumenten ook aparte en actuele bestanden beschikbaar waren voor onderzoek; • De kerkelijke

classificatie: (a) succesvol ouder worden wordt gezien bij ouderen die nauwelijks verlies hebben van functie en nog een actief sportief of sociaal leven hebben; (b) het

Betrouwbare stikstof (N) balansen voor agroecosystemen zijn van groot belang voor het in kaart brengen van N emissies naar het milieu in de vorm van lachgas, stikstofgas, ammoniak

Emissie van ammoniak (NH 3 ) van faeces treedt op bij weidend vee en in een melk- veestal waar faeces en urine gescheiden worden verzameld (bijv. bij een sleufvloer).. In het

In het onderzoek zal worden nagegaan hoe bruikbaar deze technieken voor de boomkwekerij kunnen zijn.. In de eerste fase van het onderzoek worden verschillende