De toepassing van éénfasige wisselspanninginstellers
Citation for published version (APA):Zeegers, H. C. J. (1980). De toepassing van éénfasige wisselspanninginstellers. Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1980 Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
•
•
E!NDHOVEN STUDIEBIBL!OTHEEI(
ELEKTAOTECt-iNii!1( ~
De toepassing van eenfasige wisselspanninginstell ers •
Tng. H.C.J. Zeegers EM 80-14
•
•
Samenvatting
Wanneer een belasting is aangesloten op een eenfasig wisselspannings-net is het mogelijk om het toegevoerde vermogen te regelen door in het circuit een elektronische schakelaar op te nemen en deze slechts ge-durende een gedeelte van de periodetijd van de wisselspanning te laten geleiden. Een dergelijke schakelaar noemen we wisselspanningsinsteller en hij bestaat uit twee antiparallelle thyristoren of uit een triac plus de elektronische besturing.
In dit verslag worden de eisen besproken waaraan de insteller moet vol-doen wanneer we de in de praktijk voorkomende verschillende soorten be-lasting moeten kunnen aansluiten. Tevens worden de stuurkarakteristie-ken afgeleid en door metingen geverifieerd, die gelden voor de groot-heden I , I ff en de vloeihoek ~.
•
"
•
I • Inieiding 2. 3. 4. 2. l.Berekening van 1* I*ff en ~ bij gem, e
regeling van het vermogen in een ohms-inductieve belasting d.m.v. eenfasige wisselspanningsinsteller Consiusies
Een ohms capacitieve belasting aange-sloten op een eenfasige
wisselspannings-2
6
insteIIer 8
3. 1. 3.2.
Ret schakelen van de stroom Ontsteekhoek a ~ ~ - ~ 3.3. Ontsteekhoek a > ~ - ~ 3.3.1. Metingen 3.3.2. Berekeningen 3.4. Conciusies Siotconciusies
Lijst van gebruikte symbolen
Literatuurlijst
Lijst van bijlagen
Bijiagen 8 1 1 1 1 12 18 21 22 23 24
•
•
-1-I. Inleiding
Wanneer men de stroom wil regelen door een belasting die is aan-gesloten op een wisselspanningsnet dan kan men dit doen door aan de belasting een regelbare weerstand voor te schakelen. Ret grote nadeel van deze schakeling is het slechte rendement, als men tenminste de ontwikkelde warmte als verlies beschouwt. Een bet ere methode, uit ener-getisch oogpunt bekeken, is die volgens het principe van £ase-aansnij-ding. Rierbij wordt maar tijdens een gedeelte van de periodetijd van de wisselspanning deze spanning aan de belasting toegelaten •.
De gemiddelde waarde van de spanning over de belasting hangt af van het tijdstip tijdens de periodetijd, waarop we de meestal elektronische schakelaar sluiten. Dit tijdstip wordt uitgedrukt in de zogenaamde ont-steekhoek. Ret doel van het onderzoek, dat in dit rapport wordt be-schreven, is na te gaan wat de invloed is van de grootte van de ont-steekhoek op de gemiddelde en effectieve waarde van de belastings-stroom. Dus het bepalen van een soort uitwendige karakteristiek. Veel voorkomende belastingen zijn die met een ohms-inductief gedrag, zoals bijvoorbeeld de overal toegepaste lichtsterkte-regelingen. De wisselspanningsinsteller wordt hier vanwege zijn functie meestal dimmer genoemd. Rierover is in de literatuur vrij veel bekend en daarom kan volstaan worden met het opstellen van een rekenmethode en het uitvoeren van berekeningen. De resultaten werden getoetst aan de gegevens uit de literatuur.
Van ohms-capacitieve belastingen is minder bekend en ook in de praktijk komen ze weinig v~~r. Omdat deze belastingsvorm moeilijk te doorgronden is werd hiervoor een proe£opstelling gebouwd, waaraan de gewenste ka-rakteristieken konden worden gemeten. De resultaten van de metingen werden achteraf vergeleken met de uitkomsten van eveneens uitgevoerde berekeningen.
•
2. Berekenl.ng van
,
I*
*
~ b" I' h .gem, Ieff, en <.,. l.J rege l.ng vane.t vermogen l.n een ohms-inductieve be1asting d.m.v. een eenfasige wisselspan-ningsinsteller
In de praktijk bestaat een rege1aar (ins teller) uit een verma-gense1ektronische schakelaar en besturingselektronica. De vermogens-elektronische schakelaar bestaat uit twee antiparallel geschakelde thyristoren of uit een triac (zie fig. 2.1.
OF
U
R i + o--;; ... -L...J +u
l~UIt
UCUR
L.r
• L u l.l:u
L a b fig. 2.1.Wanneer we een ohms-inductief circuit, met behulp van een mechanische schakelaar, inschakelen op een enkelvoudig harmonische wisselspanning, dan zal de stroom na het uitsterven van het inschake1verschijnsel ook enkelvoudig harmonisch van karakter zijn, maar over een karakteristie-ke hoek ~ naijlen op de klemspanning.
Wanneer u
=
u sin wt dan wordt i op den duur... • u • ( 1.
= -
S1.n wt z ~) waarin z=
wL
en ~=
arctan a-(I) (2)Eenzelfde verschijn~el treedt op wanneer we in p1aats van de mechani-sche schakelaar een ha1£ge1eiderschakelaar gebruiken, zoals in fig.
2.1., en deze aanvankelijk op een. wi1lekeurig moment, maar daarna tel-ke ns op e nu oorgang van e stroom t d Id d (.
=
<.p + 00 k1I)' l.nsc a .e en; us e h k I d d ontsteekhoek a=
<.p.
-3-We kunnen de .stationaire stroom inclusief het inschakelverschijnsel vrij eenvoudig berekenen uit de ne.twerkvergelijking
u
=
Ri + L didt (3)
Wanneer we inschakelen op een willekeurige ontsteekhoek
a
dan wardt de uitdrukking voor de functie i=
f(t) zoals is weergegeven in(4).
_ R (t-
!:.)
1
=
~
{sin (00t
~)
-
e Loo.
sin(a -
~)}
(4)In (l) is afgeleid dat voor een goed functioneren van de schakeling de lengte van de ontsteekimpuls voor de halfgeleiderscbakelaar IT -
a
moetzijn.
Nu zijn er als functie van a twee duidelijk verschillende gebieden te onderscbeiden n.l. a en b as~ a>~ (0 s a s q» ( cp < a s 1800 )
a Als a s ~ zal er gedurende enige tijd na inschakeling een gelijk-stroomcomponent in de stroom aanwezig zijn, maar op den duur blijft aIleen de stationaire stroom over (zie fig. 2.2.) (Vooropgesteid dat aan bet criterium voor de pulslengte wordt voldaan)
u.i
uf
o
-
wt
~rEt
t
T1
T2 T1-wt
T1 T2. T1 - w t fig. 2.2...
In dit geval is er geen sprake van een regeling (instelling) van de stroom. De haIfgeIeiders hebben in dit gebied dan ook aIleen de functie van elektronische schakelaar met aIle specifieke voor- en nadelen die daaraan verbonden zijn [1]. Een in het oog springend voordeel echter mag niet onvermeld blijven nl.: het zeer nauwkeurig kunnen bepalen van het inschakelmoment, waardoor het mogelijk is om het inschakelverschijn-sel te vermijden. Immers inschakelen op t
=
~
+ kTI bij a=
~
doetuit-W
drukking (4) overgaan in (2).
Opm. Het is belangrijk om op te merken dat het ontsteken van de thyris-tor die de stroom voert in de positief gedefinieerde richting (dit is Tl in fig. 2.1.a) gebeurt een tijd tl
=
~ na de positieve nul-doorgang van de klemspanning. Dus de hoek a wordt gedefinieerd als de hoek die ligt tussen de positieve nuldoorgang van de spanning en het starten van de stroom in de positief gedefinieerde richting. Bij gebruik van thyristoren moe ten de stuurimpulsen afwisselend aan de ene en de andere thyristor worden toegevoerd, bij gebruik van een triac heeft men slechts een stuuringang die een hoek a na elke nuldoorgang "getriggerd" moet worden. Wat betreft de sturing is de toepassing van een triac dus simpeler.b Als a > ~ zal de vloeihoek ~ kleiner zijn dan 180°. In het uiterste
°
,
0geva~ als de belasting zuiver inductief is (~= 90 ~ zal ~
=
2t180-a) zijn (zie fig. 2.3.)Lt.l
ut
- w t
fig. 2.3 •
a + t:
-5-van het tijdstip t
=
~ (de waarde nul) is teruggekeerd moet despan-o
w
nings-tijd integraal tussen de grenzen a en a + ~ nul zijn dus
a~
f
u d(wt)=
O.a
Dit houdt in dat de oppervlakken I en I I gelijk zijn en dat de stroom dus radiaal-symmetrisch is ten opzichte van de spanningsnuldoorgang. In geval ~ < 900
zal ~ tengevolge van de aanwezige demping nog kleiner worden.
We zien dat in het geval a > ~ de stroom kan worden ingesteld door de ontsteekhoek a te varieren. In het interval a ~ wt ~
a
+ ~ geldt voor de momentele waarde van de stroom weer uitdrukking (4).De gemiddelde en effectieve waarde van de stroom vinden we door inte-gratie, nl.: 1 a~ I gem
= -
f
i(t)d(wt) 'IT a en Ieff=
iT
1a~
~
.2 l.(t) d(wt)De waarde van de vloeihoek ~ moet uit een impliciete functie worden bepaald die we krijgen door (4) gelijk aan nul te stellen op het
tijdstip a :
~:
De uitdrukking luidt:sin (a - ~ + ~)
=
sin (a -~) • e -t; • cotg ~~ kon door middel van het iteratieproces Regula Falsi op de digitale rekenmachine worden bepaald.
Wanneer in (5) en (6) uitdrukking (4) wordt ingevuld en de integralen worden uitgewerkt ontstaan de formules ter bepaling van gemiddelde en effectieve waarde. I (5) (6) gemo [2 I
=
--::::---gem sin • S1n .
~
2
+ sin cot"~(a~)
•(e~·cotg ~-1)]
. (7)cos(2a-2(()+i;) + 2 sin (a~) sin ~ •
- 1
(
e-~cotg~.
sin(a+~)-
sin a)+sin2(a~)
(l_e-2i;.cotgcp)]]
2; 2 cotg <P
Hierin zijn Igem
o en Ieffo de gemiddelde en effectieve waarde van de stroom die we vinden bij continue stroomdoorgang.
Voor het geval ~ = 90° dus cotg ~
=
0 gaan de uitdrukkingen (7) en (8) via de limietbepaling van enkele in een reeks ontwikkelde termen over inI
=
Ig;mo [2 sin gemen
(a -
~ +~)
2 2 ' : : > • sin~
- e • sin (a -~)
] (9)[
~ [~ - 1.
sin~
• cos (2a -2~
+~)
+ 2 sin (a -~)
sin~
•1T 2 2 '::>
(
e-q:
cotg ~ •1
sin (a +
~)
- sin a) +~
•cos2a~2
(10)
Wanneer we de uitdrukkingen (7) en (9) delen door Igemo' en de uitdruk-kingen (8) en (10) door Ieff , vinden we de genormeerde gemiddelde
o
waarde (aan te duiden met 1* ) en de genormeerde effectieve waarde gem
(aangeduid met r:
ff) van de stroom.
Door voor een aantal waarden van ~ en een, bij elke ~ behorend aantal waarden van a de uitdrukkingen voor 1* en r*ff uit te rekene~ krijgen
gem e
we de punten waarmee de uitwendige karakteristieken
*
I
=
f(a)gem ~= C
getekend kunnen worden.
In de fig. 2.4. en 2.5. zijn de karakteristieken getekend. In fig. 2.6. is bovendien nog de vloeihoek ~ als functie van de ontsteekhoek a , met ~ als parameter, getekend.
2.1. Conclusies
De karakteristieken die uit de resultaten van de berekeningen werden geconstrueerd komen goed overeen met die welke gevonden worden
in de literatuur [2]. Het blijkt dat regeling van de stroom door mid-del van fase-aansnijding zeer goed mogelijk is. De regeling naar
mini-•
male stroom toe gebeurt onder zeer regelmatige afname van de vIoeihoek. OpvaIIend zijn de kruisingen die voorkomen tussen lijnen met
verschil-*
*
lende phi in de karakteristieken van I en Iff'
gem e
3. Een ohms-capacitieve belasting aangesloten op een eenfasige wisseispanningsinsteller
In tegenstelling tot de belastingsaard die we behandeiden in hoofdstuk 2, is de ohms-capacitieve belasting er een die in de praktijk relatief weinig voorkomt. Maar uit oogpunt van volledigheid hebben we gemeend dat de behandeling ervan niet achterwege mocht blijven.
In fig. 3.1. is het schema getekend. In plaats van de twee antiparallel-Ie thyristoren kan men zich ook een triac denken.
T1
..,0
)II: I
u
T2 Rfig. 3.1.
3.1. Het schakelen van de stroom
Wanneer er continu een verbinding zou bestaan tussen het net en de belasting dan zou de stroom over de karakterieke hoek ~ voorijlen op de spanning. u,i
u
t
'"
,-0-wt
0(. fig. 3.2.
-9-De stroom voldoet dan aan de formule:
.... i
=
~ sin (wt + ~) Hierin zijn Z=
~
R2 + ( 1\2
\WC/
1 ~=
arctan wRC de schijnbare impedantie,de hoek waarover de spanning naijlt op de stroom.
(11 )
Omdat het hier enkelvoudig harmonische grootheden betreft kunnen we de situatie ook afbeelden met een vectordiagram in het complexe vlak, waardoor de uitdrukkingen voor ~ en Z gemakkelijk zijn in te zien
(fig. 3.3.).
Im
f
R 1R 1 - R e 'Xc f---~ IXc. l - - - = - Ll = I Z fig. 3.3.Voor een continue stroomdoorgang zoals hierboven werd geschetst moest de ins teller worden gebruikt als een schakelaar die telkens op de nul-doorgang van de stroom moet worden "getriggerd". Het inschakelen van de schakeling echter vanuit een toestand waarin het systeem een tijd-lang in rust is geweest gaat over het algemeen gepaard met een onge-wenst inschakelverschijnsel (condensator is volledig ontladen). Het is mogelijk om dit inschakelverschijnsel te voorkomen door in te schakelen bij een hoek a , waarbij in stationaire toestand (continue
o
geleiding) de condensatorspanning juist nul zou zijn. Dit betekent dat ao =
~~
-~
moet zijn, gerekend vanaf de positievenuldoo~gang
van de klemspanning wanneer het T2 betreft en vanaf de negatieve nuldoorgang als men met T J wi! beginnen.
De volgende triggerimpulsen moeten worden toegevoerd bij een hoek van a
=
IT - ~. Ret inschakelen kan aIleen dan gebeuren wanneer a > IT omdatdan pas de spanning over de in te schakelen thyristor positief wordt.
Opm. De hoek a definieren we als de hoek die ligt tussen de positieve
I'"
nuldoorgang van de klemspanning en het punt waarop d~e thyristor ontstoken wordt die de stroom geleidt in de negatief gedefinieer-de richting (T
2). Uiteraard geldt de definitie ook voor de nega-tieve nuldoorgang en thyristor TI' Deze afwijkende definiering is, zoals duidelijk zal zijn, noodzakelijk vanwege het naijlen van de spanning op de stroom.
Wanneer we de stroom berekenen die gaat vloeien na inschakeling bij een willekeurige hoek a en vanuit volledige rusttoestand dan vinden we
i =
u
re tg~(a-wt)
{Sin a - sin (a +~)}
+ sin (wt +~)J
z ..
cos ({J (12)Rierbij is er vanuit gegaan dat de stroom, zijnde eenmaal ingeschakeld, continu door kan vloeien.
Ret criterium voor het vermijden van het inschakelverschijnsel kan uit (12) worden afgeleid.
Wanneer we de stroom willen varieren zullen we dit doen door de ont-steekhoek a te gaan varieren. Evenals in hoofdstuk 2 kunnen we ook hier twee gebieden onderscheiden nl,
We zullen deze twee gevallen in de volgende paragrafen wat nader be-kijken. We gaan hierbij steeds uit van de stationaire toestand bij continue geleiding a
=
IT - ~. We zijn in deze stationaire toestand
-11-3.2. Ontsteekhoek a ~ IT - ~
Wanneer de ontsteekhoek a < IT - ~ gemaakt wordt en we ontsteken met een zgn. "korte" ontsteekimpuls dan zal de stroom na de eerstvol-gende nuldoorgang ophouden te vloeien, immers de betreffende thyristor ontvangt de poortstroom niet op het juiste moment. De ontsteekhoek a kleiner maken kan aIleen als men de poortimpuls een lengte geeft die minstens tot aan de nuldoorgang van de stroom reikt, dus een lengte heeft van IT - (a+<p). We kunnen a kleiner maken totdat a
=
0 is bereikt.Echter de grootte van de stroom beinvloeden we niet en varieren van de ontsteekhoek in deze richting heeft als zodanig geen zin.
3.3. Ontsteekhoek a > IT - ~
Wanneer de ontsteekhoek a groter gemaakt wordt dan IT - ~ is het moeilijk te zeggen wat precies de gevolgen hiervan zullen zijn. Ret probleem is dat niet exact kan worden voorspeld in welke mate de vloei-hoek ~ zal veranderen, hierdoor ~s het niet mogelijk te voorspellen hoe groot de condensatorspanning is op het moment van doven van de ene thy-ristor en of de andere thythy-ristor nog weI zal ontsteken als hij een im-puIs ontvangt.
Om het effect vast te stellen dat het groter maken van a teweegbrengt is een proefopstelling gebouwd waarvan hieronder het blokschema gete-kend is.
Meetinstrumenten en componenten
TR - transformator voor een synchronisaties.panning van 5
V.
BE - besturingselektronica.
V. S. - impulsversterker /scheider.
TI, T2 - thyristoren fabrikaat: BEC, type CS78 iu 2.
C - papiercondensator 25~F ~ JO%.
RI - draadgewonden weerstand 472 n ... 2 A, EM 674 •.
R2 - draadgewonden weerstand 57n '"' 3,4 A, nr, 3110218.,
R3 - draadgewonden weerstand J 0,3 n - 6,8 A, nr. 31 10228 dient als meetshunt.
Al - universeelmeter fabrikaat Unigor, EM 398 (wij at; aan; gemiddelde waarde, geijk.t in effecti.e:ve waarde van sinusvorml.
A2 - week.i:jzermeter 3-10 A, 0,5%'- EM 8.1 (wijst aan; effectieve waardeL
VI - draaispoelmeter met gelijuichter 7,5/30/J50/'300/750 V, fabrikaat
Nieaf 406816, EM S39~ wijst aan gemiddelde waarde geijkt e£;fec-tieve waarde.
MS - stroomprobe voor stromen van DC - AC fabrikaat Tektronix type P6042, EM 1162 .... stroomtrans.formator Tektronix CTS .... EM 1154.
KSO - kathode straaloscilloscoop fabrikaat Philips, type PM 3253, EM 1148.
DM - digitale meter voor aanwijzing van de "echte" effectieve waarde van de stroom (TRMS) Clarke-Hess' Model 255 ... EM 1360.
De meters Al en VI-R3 dienen voor het vaststellen van de gemiddelde waarde, A2 en DM voor de effectieve waarde.
Het gebruik van telkens twee meetinstrumenten heeft tot doel om ernstige meetfouten die zouden kunnen optreden als gevolg van het grillige kar~kter
van de stroom op te merken.
3.3.1. Metingen
Zoals reeds vermeld hadden de metingen vooral tot doel de ten-dens in de vloeihoek ~ vast te stellen bij wijziging van a met de hoek ~ als parameter. Tevens werden de effectieve en gemiddelde waarde gemeten om hieraan later de berekeningen te kunnen toetsen.
De hoek ~ werd voor elke serie metingen ingesteld door de weerstanden Rt en R2 in te stellen. Het instellen geschiedde aan de hand van het oscilloscoopbeeld waarop de netspanning en netstroom gelijktijdig werden a£gebeeld. Hoek ~ kan worden ingesteld tussen de grenzen 0 en 90°.
13-
0.'-0,2.
2.0
1.8
1.b 1,2 1.00.8
O.l, 0.1t 0.2o
o 0 0 0 0 0
Voor ~ werden de waarden 0 ,15 ~30 ,45 ,60 .en 75 gekozen, voor elke a
~ werd a doorlopen in stappen van 30 tussen de grenzen1T-~ en 21T. De meetwaarden werden genormeerd op de waarden die werden verkregen bij kontinue geleiding.
De resultaten hiervan r*
=
gemr
I gem gem oalsmede de vloeihoek ~ = f(a)~=c zijn uitgewerkt in de grafieken van fig. 3.5.a, 3.6.a. en 3.7.a.
Uit de grafieken konden enkele voorlopige conclusies worden getrokken die bij de berekeningen van belang zouden kunnen zijn.
a. Naar mate men de ontsteekhoek a groter maakt zal de vloeihoek ~ kleiner worden. Echter doordat het eindpunt van de vloeihoek mee-verschuift in de riehting van het punt 2 1T zal de vloeihoek pas nul worden wanneer a=21T is. De ~ ligt tussen de grenzen 0 en 1T.
I
b. De effektieve waarde van de stroom bereikt zijn maximum niet bij a "" 1T - ~ , zoals men missehien zou verwaehten, maar in het gebied
ldt > Het max~mum r*ff h Oft t
waar ge a 1T -~ • • verse U1 naar gro ere
e .max. waarden van a naarmate ~ groter wordt.
Voor de vorm van u en i en de ligging t.o.v. elkaar bij versehillende a's en ~'s wordt verwezen naar de bijlagen.
3.3.2.
Berekeningen-Om de stroom als funktie van de tijdio.= f(t) te berekenen moet onderstaande netwerkvergelijking worden opgelost.
I
f'd
.
u
=
C
.1 t + R1Ais algemene plus particuliere oplossing vinden we:
i
=
A • e -tiT +~
sin (wt +!.p).met T
=
RC(13)
-19-Om de konstante A te bepalen moeten we de stroam kennen op het tijdstip van inschakelen. Omdat de stroam niet meer kontinu vloeit, in tegenstelling tot bij de werking als schakelaar, hebben we bij elke nieuwe inschakeling opnieuw te maken met het overgangsverschijnsel. Om de aanvangsstroom te bepalen moeten we inzien dat de condensator door elke stroomimpuls zal worden omgepoold zodanig dat de condensatorspan-ning aan het eind van een stroomstoot dezelfde waarde heeft als aan het begin, maar tegengesteld van teken.
dus =
-u
C(C4~)
Dit meet gelden omdat het systeem symmetrisch is en er daarom geen gelijk-stroomcamponent in U
c
aanwezig kan zijn. In fig. 3.8 is het verloop van Uc
nog eens weergegeven. We zien ook dat in de tijd dat er geen stroom vloeit de condensatorspanning uiteraard constant moet blijven.u.LIc:.i
Llt
fig. 3.8.
Voor i(a) kunnen we dan schrijven:
U(a) - UC(a) = ...;:.;;..:..-=-~~ R (zie fig. 3.1.) -U
= -
u
sin (a + t;) C(a-+ t;) uit (15) en (16) voIgt:=
u
sin(a) +u
sin(a~) R (15) (16) (17)•
Door in (14) t
=
~ in te vullen en deze vergelijking gelijk te wstellen aan (17) kan men A oplossen.
Door de gevonden A in te vullen in (14) ontstaat de betrekking voor de momentele waarde van de stroom:
i -
.!!
rre(Ct-wt)tg<P {Sin Ct + sin (Ct+.;) _ sin (a + <P)} <+ sin (wt + <P)] (18)- Z _ cos <p
~ moet men bepalen uit de wetenschap dat i(a+~)
=
o.
Door in (18) wt
= a+~
in te vullen en deze vergelijking gelijk te stellen aan nul vinden we de impliciete functie waaruit de vloeihoek ~ door pro-beren moet worden opgelost.o
=
e-~·tg'P{sin
a + sin(a+~)
- sin (a +<P)} + sin (a +~
+<P)cos <P
De waarden a en a + ~ zijn de grenzen die we moeten invullen in de bepaalde integralen waarmee de gemiddelde en effectieve waarde van de stroom over een halve periode worden uitgedrukt (zie (5) en (6».
Voor de i(t) gebruiken we nu uiteraard (18).
Wanneer we de integralen oplossen en de uitkomsten normeren op 1gemo en leffo (bij continue geleiding) vinden we de uitdrukkingen voor de genor-meerde gemiddelde en effectieve waarde.
I
*
=J..
[(sin a + sin (a+O - sin (Ct+<P) cos <P )gem 2 sin <P
+ cos (a +
~
+ <p) - cos (Ct + <p) } en*
[2 2 (J -e-2~tg<P)
leff
=
i
[{isin a + sin (a + ~) - !sin (Ct + 2<p)}· sin 2<p ++ 2 {cos
a-e-~tg<P cos(Ct+~)}
{isinCt+sin(a+~)
- !sin(Ct+2<P)}++
~ {~-sin ~
• cos (2a + 2<p + .;)}]r
(19)
(21)
De uitdrukkingen (20) en (2]) zijn uitgerekend voor <p
=
0,IS,
30, 45, 60, 75 en 89°. Voor elke phi zijn de berekeningen uitge.voerd voor ontsteekhoeken a die liggen tussen ~ - <p en 2~. De uitkomsten hiervan zijn in tabelvorm opgenomen in de bijlagen. De resultaten zijn tot gra-fieken verwerkt die zijn weergegeven in de figuren 3.5.b, 3.7.b en*
*
-2]-3.4. Gonclusies
Wanneer we de grafieken voor de gemiddelde waarde van de
stroom bekijken dan concluderen we dat de gemeten en berekende waarden vrij goed met elkaar overeenkomen. Enkele facet ten zijn toch opmerkelijk
zoals de lichte "overshoot" van r;'emqJ=78°,60o in het gebied ]50o<a.<230° De verklaring hiervoor moet waarschijnlijk worden gezocht in het zeer grillige karakter van de stroom in dit gebied, waardoor de meetinstru-menten (die niet geheel vrij zijn van induktiviteit) foutieve waarden aanwijzen.
Een tweede punt is het kruisen van lijnen met verschillende qJ in de grafiek van de berekende gemiddelde waarden (fig. 3.5.b.). Dit verschijnsel, dat we o6k waarnamen bij een ohms-induktieve belasting is fysisch moeilijk in te zien.
Erg opvallend 1S verder het optreden van een enorme piek in de
effektieve waarde van de stroom. De effektieve waarde neemt bij sterk capacitieve belastingen in bepaalde gebieden zeer grote waarden aan, bij
<P = 90° zou elke aansnijding van de klemsp.anning theoretisch zeJ;fs een oneindig grote waarde van Iefftot gevolg hebben. Bij aansnijding van de spanning bij ohms-capacitieve belastingen treden enorme stroompieken op omdat de condensator tijdens de voorgaande geleidingsperiode tot een waarde was opgeladen, die sterk verschilt van de waarde van de netspan-ning op het moment van inschakelen. Zoals bekend hebben relatief hoge pieken een sterke invloed op de uiteindelijke berekende effektieve waarde.
Deze pieken kunnen zo groot worden dat ze niet meer door de voed-ing geleverd kunnen worden. In bijlage 10 is de stuurkarakteristiek ge-tekend die gemeten werd toen de schake ling gevoed werd via een scheidings-transformator. Door de spreidingsreaktantie worden de stroompieken be-grensd en dit vinden we terug in een afplatting van de stuurkarakteristiek.
Als laatste nog iets in het kort over de besturing. Hebben we ge-zien dat we wat betreft de ontsteekhoek a. moeten afwijken van bestaande conventies, ook het vereiste regelgebied is opmerkelijk gezien de nood-zaak om a. tot aan 21T toe te kunnen instellen.
4. Slotconclusies
Tot slot zullen in het kort de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek worden samengevat.
1. Regeling van zowel de effektieve waarde als gemiddelde waarde van de stroam is bij een ohms-induktieve belasting op regel-matige wijze mogelijk. De stuurimpulsen moeten t.o.v. een referentiepunt kunnen worden verschoven over een gebied dat ligt -tussen (!) en 1800 • De stuurimpulsen moeten een lengte kunnen krijgen van 1T-a el. graden.
2. Bij ohms-capacitieve belasting is een regeling van de gemid-delde en effektieve waarde van de stroam mogelijk echter het maximum in de e;fektieve waarde ligt in het gebied:
1T-~a<21T. Een verandering in a heeft geen eenduidige veran-dering van leff tengevolge.
De stuurimpulsen moeten verschoven kunnen worden over een ge-bied dat ligt tussen de punten 1T - tl'- en 21T vanaf een referentie-punt.
Ret regelen gaat met stroompieken gepaard. Voor een zuiver capa-citieve belasting worden deze theoretisch oneindig groot zodat hier geen faseaansnijding kan worden toegepast.
3. De verschillen die aanwezig zijn tussen de regeling van beide belastingssoorten spruiten voort uit de aard van de voeding nl. een spanningsbron. Gezien de dualiteit van zelfinduktie en capa-citeit valt te voorzien dat bij toepassing van een stroombron als voeding bij een ohms-induktieve belasting problemen zullen optreden waarbij de spanning een grillig karakter zal vertonen.
c
i I gem I I*
gem gem o leff l* ef;f: Jeff o L R T t uz
T w-23-Lijst van gebruikte symbolen
capaciteit van een condensator. momentele waarde van de stroam. gemiddelde waarde van de stroam.
genormeerde gemiddelde waarde van de stroom. gemiddelde waarde van de stroom bij kontinue geleiding.
effektieve waarde van de stroom. genormeerde effektieve waarde.
effektieve waarde bij kontinue geleiding.
coe~ficient van zelfinduktie. ohmse weerstand.
thyristor of triac. tijd.
momentele waarde van de spanning. schijnbare impendantie.
ontsteekhoek.
lase verschuiving tussen spanning en stroam. tijdkonstante.
hoeksnelHeid.
Literatuurlijst
[1] Zeeuw, W.J. de: Aanhangsel dictaat Vermogenselektronika,
dictaatnr. 5.011 •. Eindhoven: Technische Hogeschool Eindhoven/ afdeling der Elektrotechniek.
(2) Heumann, K: Grundlagen der Leistungselektronik. Stuttgart:
Lijst van bijlagen
Nr.
aantal biz. 1 2 3 4 2 S 2 6 2 7 2 8 2 9 2 inhoud.tabel met uitkomsten van
I~em=f(a) voor het ohms-induktieve geval.
uitkomsten tabel van 1* eff=f(a) voor het ohms-induktieve geval.
uitkomstentabel van vloeihoek
~=f(a) voor het obms-induktieve geval.
uitkomstentabel 1* g~f(a)
voor het ohms-capacitieve geval.
uitkomstentabel I*eff=f(~)
voor het ohms-capacitieve geval.
uitkomstentabel ~ =f (a)
voor het ohms-capacitieve geval.
u=f(t) en i=f(t) bij tf>=30° (cap.) 7.1. a
=
150°7.2. a=2100
u=f(t) en i=f(t) bij tf>=75° (cap.) 8.1. a=105°
8.2. a=210°
u=f(t) en i=f(t) bij tf>=78° (cap.) 9.1. a:: 102°
Nr. aantal bIz.
10
inhoud.
stuurkarakteristiek I*eff=f(a) <p =C voor ohms-capaci tieve
be-lasting en voeding via een schei-dingstransformator.
rnl-
II.VU1 "t"nl&l.;:'.U"U ' .rnl&lU.UUiI
rnl=tt;:,.UUU
t'nl=bU.UUU
rnl--I;).UUU
r n·l·"-7V .. II \nl .. .. _ _ ..1.000
1).000
0.001
0.000
D .000
0.000
. 0.000
,.AlfA=
0.002
·AlfAa' 5.000
~.998 .
0.000
0.000
0.000
a.ooo
0.000
0 ..
000'
ALfA= 10.0l'O·
·0.992
0.01)~ O.OO~0.000
0.000
0.000
0.000 •
AlfA: 15.000
I).983
1.000'
O.OOl
0.000
~.ooo0.000'
o.oocf~" ,.,ALfA:. 20.000
'.970
0.986
o.oot)
0.000
0.000
0.000
0,00.0 .
AlFA= 25.000
I).953
0.9fi9
0.000
0.000
0.000
0.000
0.000
AlfA= 30.000
0.933
0.948
1.00t)
0.000
0.000
0.000
0.000
AlfA= 35.000
0.910
0.92,.
0.973
0.000
0.000
0"000
0.000
ALfA= 40.000
0.883
0.891
0.943
0.000
0.000
0.000
0.000
.~ '.ALfA= 45.000
0.854 .
0.S6&'
0.909
1.000
0.000
. 0.000
.C0.000
AlFA= 50.000
0.821
0.831
0.87Z
0.957
;) .000
0.000
0.000
AUfA= 55.000
0.787
0.791
0.832
0.910
0.000
0.000
0.000
AlfA= 60.000
0.750
0,.759
0.79)
0.861
1.000
0.000
0.000
ALFAs 65.000
0.111
0.719
0.746
0.809
;) .936
a.ooo
0.000·
AlFA= 70.000
Q"'.671
0.677
0.700
0.756
0.869
0.000
0.000
ALfA= 75.000
0.629
0.634
0.6.53
0.702
0.802
1.000
0.000
AlFA= 80.000
~.587
0.590
0.605
0.646
0.734
0.908 ,.
0.000
ALfA= 85.000
1).544
0.545
0.556
0.590
3.666
0.816
0.000
AlfA= 90.000
0.500
0.500
0.507
0.535
0.5990.727
1.000
ALf'A= 95.000
I).456
0.455
0.458
0 .. 480
D.533
0.640
0."867 •
AlfA=100.0DO
0.413
0.410
Q.4U
0.426
).469
0.558
0.7"2
ALfA=105.000
D.371
0.366
0.363
0.374
0.408
O. "79
0.6:21
ALFAal10.000
1).329
0.323
0.317
0.323
iJ.349
0.406
0.522
ALfA=tlS.000
I).289
0.282
0.213
0.276
0.295
0.338
0.1t21AlfA=120.000
1t.25O
0.242
0.232
0.231
0.244
0.276
0.342 .
ALfA=125.000
0.213
0.204
0.193
0.189
0.198
0.221
1t.26"
AlfA=130.000
I).1 79
0.169
0.157
0.152
f).156
0.172
0.205
AltA=13S.000
I).146'
0.136
0.124
0.118
0.120
0.130
0.152:'
ALFA=140.000
0.117
0.107'
0.094
0.089
0.088
0.094
0.108
ALfA=145.000
0.090
0.080
0.069
0.063
I).062
0.065
.'.0.01'3.
AlFA=150.000
0.067
0.057
0.048
0.043
0.041
0.042
0.047 .
ALf'A=155.000
0.041
0.038
0.03)0.027
1).025
0.025
0.021 . .. ,.AlFA=160.000
0.030
0.023
0.017
0.015
0.013
0.013
0.014:
Alf'A=165.000
f'0.017
0.011
0.008
0.007
0.006
0.006
0.006'
·cALfA=lTD.OOO
0.008
0.004
0.003
0.002
1).002
0.002
0.002
ALFA=175.000
0.002
0.001
O.OO~0.000
0.000
0.000
0.000
~LFA=180.000
0.000
.0.000
0.000
G.OOO
0.000
O.UOO
0.000
..
ALF'A: 10.000
ALFA= 15.000
ALfA= 20.000
ALFA= 25.000
.AlFA: 30.000
· ALFA: 35.000
ALfA= 40.000
AlFA= 1t5.000
ALFA= 50.000
ALF'A: 55.000
ALfA: 60.000
AlFA= 65.000
AtfA= 70.000
ALfA= 75.000
ALfA= 80.000
ALfA= 85.000 .
AtfA: 90.000
AlfA= 95.000
AlfA=100.000
· AlfA=105.000
ALFA=110.000
ALfA=115.000
AlfA=120.000
ALfA=125.0DO
AlfA=130.000
ALF'A=135.000
4L
f A.=140.000
ALfA=145.000
ALfA=150.000
· ALfA=155.000
ALFA=160.000
AlfA=165.000
ALFA=170.0l)0
ALfA=175.000
ALFA =180. 000
"0.999
0.998
D. 996·
0.991
0.985D .977
'.967
.... , It. 953 It. 938
~ .919 I) .8970.872.
0.845
0.8141).781
0.745 . 0.707 0.6670.625 .
0.561
0.535
D.489D.442
I).395.
'.348 D.301 0.256 D.212D .170
0.130.
0.094 '".'0.061
I) .0 3l0.012
0.000
o.oot)
1.000
0.995
0.9890.919
0.968
0.953
0.936
0.916
0.892
0.866
··0.837
0.805
0.770
0.733
0.693
0.651
. 0.608 0.563.0.516
0.'469
0.422 .
0.3750.328
0.282
0.237
0.194
0.154
0.1'170.083
0.054
... 0.031
.0.013
0.003
0.000
0.000
0.001)
0.001)
0.00)
1.00)
0.985
0.966 0.944 0.9190.891
0.8600.826
0.789
0.75)
0.108
0.665
0.6190.573
0.525
0.471
0.428
0.381)
0.313
0.286
0.242
0.1990.160
. 0.123
0.091
0.0620.039
0.021
0.008
0.002
O.OOt)
0.0000.000
0.000 .
0.000
0.000
0.000
0.000
1.000
0.969
0.935
0.898
0.858
0.815
0.770
0.722
0.673
0.623
0.571
0.519
0.467
0.4160.365
0.316
0.269
0.221t
0.182
0.144
0.109
0.078
0.053
0.032
0.017
0.006
0.0010.000
1>.000C).OOO
0.000 0.000O.OOD
O.OOG
0.000 .~ .0001).000
0.000
1.0000.951)
().897
0.842
0.785
, .727
0.667'
~.6.08
0.548
3.489
:) .431
0.375
1).321
0.2700.222.
I).178
0.139
0.104 I).074
:) .049
0.029
:»
.015
I).006
0.001
i).000
,0.000
0.0000.000 .
0.000' ,
0.000 0.000 .0.000
0.000,'
0.000
0.0000.000
0.000
0.000
. 1.000
0.925
0.849
0.773
0.698·
O~6230.551
0.480
'. ·0.
413
0.350
0.291
0.2360.181
0.144
0.106
0.074
0.048
0.028 0.014 . 0.0050.001.
0.000
0.000 ' '
. 't'.OOO··. '. 0.000 ..o.oocf.'
t.ooo· .,
0.000
0.000
0.000 ... .0.000
0.0000.000
0.000 " ..
0.000, 0.000' , i 0.000 0.000: .1.000
,0.8900.785
0.684
. 0.5880.499
. 0.4160.340
0.272
0.212
0.1601'-.116
0.080
0.'051
0.029
0.014.0.005
0.001
0.000Bijldge
2.:Z"e.JI
=f
{ot',at!
Ohms -
i
nciuktie.vl!.
be./dSIi
ng
,.,
". '"
PHI=, ".0.,1
PMl.15~OaO • ..PHI=30.000
PHI=45.000~', PHI- 60 .000
PH1·75.000
PKI=90.000":, '
ALfA=
0.002
180.000 .
0.0'00
O.GOO
0.000
0.1l00
0.000
.0.000 .
ALfA-
5.000
175.011'
'>0.000
0.000
0.000
0.000
0.000 .
,.' ,0.000 ....
ALfA= 10.000
170.012
0.000
0.000
0.000
0.000
0.000
>-, 0.000 "
~ ,";'. 4LfA= 15.000
165.034.
180.000
0.000
0.000
0.000
'0.000
·~'i:".OOO, ",~ALfA= 20.000
160.066
175.001
0.300
0.00t)
0.000
0.000
8.000
ALFA= 25.000
154.939
' 170.011·
0.000
o.ooa
0.000
0.000
·O.OD.:
_LfA= 30.000
149.968
165.032
180.000
0.000
0.000
0.000
0.000
ALfA= 35.000
144.974
'160.062
174.976
o.oot)
0.000
0.000'
,Q.O'O~ALfA= 40.000
139.942
154.933
169.952
0.000
0.000
0.000
0.000
,", ALfA= 45.000
135.022
149.960
164.930
180.000 .
0.000
0.000
1.000 ,,':
Al-fA= 50.000
130.049
144.964
159.90E
174.165
O.IJOO0.000
0.000 '
ALfA=· 55.000
125.009
139.931
154.712
169.491'
0.000
0.000
0.000
ALFA= 60.000
120.006
134.936
149.662
164.179
180.000
0.000
O.OOtl
ALFA= &5.000
1.15.026
129.991
144.518
158.823
114.136
0.000
0.000
ALfA= 70.000
110.056
124.989
139.443
153.257
1 E8.17 3
0.000
"-.~'" ..o'.oao
ALFA- 75.000
104.968
119.984
134.306
141.791
162.109
180.000
~hOOOAlFA= 80.000
99.990
114.974
129.113
142.248
155.941
172.770
0.000
ALFA= 85.000
94.99'
109.949
123.890
136.604
149.665
165.383.
0.000.
~LFA=90.000
89.956
104.936
118.626
130.866
143.271
157.843
180.0GO
ALF'A= 95.000 .
85.003
9'.913-
113.348
125.031
;J136.657
150.l15
169.'79
ALfA=100.000
80.013
94.881
107.956
119.097
130.003
142.526
160.067
ALFA=105.000
'75.035
89.825
102.507
113.089'
123.161
134.54! .
'-.' 15D.O~6 ..ALtA=ltO.OOO
69.991
84.770
97.~12106.90
J116.208
126.445
140~03ltALtA=tI5.000
65.0'1.
79.663
91.421
100.691'
109.118
118.317
129."2
_.ALFA=120.0GO
60.001
74.573
85.699
94.260
101.915
109.987
120.003
ALFA=125.000
55.~1)1. 69.447
79.923
87.69J
94.551
101.545
109.991
ALFA=130.000
50.001
64.205
73.958
80.972
86.963
92.983
99.998
ALfA=135.000
45.005
58;'927
67.882
74.078
79.245
84.276
90.045
ALfA=t40.000
,
40.001
53.576
61.642
6&.965
71.320
75.406
80.033
ALFA=145.000
35.001
48.086
55.147
59.656
63.216
66.473
70.006
ALtA=150.000
30.001
42.429
48.469
52.104
54.883
51.380
60.01)6-ALtA-155.000
25.001
36.604
41.460
44.276
-46.368
.8.158
49.991
ALfA=160 •. 000
20.001
30.500
34.181
36.195
37.600
38.801
39.977
ALfA=165.000·
~15.0' 1
23.982
26.489
27.755
28.614
29.318
30.004
ALfA=l7D.OOO
10.009
16.930
18.319
18.958
19.381
19.108
20.010
ALFA=175.000
4.997
9.100
9.542
9.730
9.838
9.'16
9.994
AlFA=180.000
0.000
0.000
0.000
0.000
0.000
0.000
0.000
Bijldge.:5 : Vloe.ihoe.k
~
==JI
cdr=d.; .
QhmJr»- induktil!.ve.
be/osting
,
. ,,,,I ."
Technische Hogeschool Eindhoven biz. van Afdeling der elektrotechniek - Vakgroep elektromechanica rapport nr.
jAl!l\f 355.
~,:?(l·,AaK::;359c.a. (ita).
1
I
g&m .
fIO(,.):
ohm,. -
c..a
p"cit
ittvc
J:Hl.Ls!At
i,.
9
Technische Hogeschool Eindhoven
Afdeling der elektrotechniek - Vakgroep elektromechanica
AtFA;=
90.001 -ALf·A= 95.000. ,.cc ___ ... -,~lj:'A:l 00 .. O~JO ALFA=10 5.000 ." AlfA=110 .. 000 4lf A=115. OfiO At FA=120.0uO -'If'A=12S.000 AlfA=134J.OOO 4L FA =135 • (\CHi ALfA=140 .. 060 ~LFA=145.0(iO AlfA=150.0fH) AlFA=155.0tiU AlfA=160.000 ALfA=165.000 AlFA=170.000 AlFA=175.GC'O AlfA=160.000 AlFA=165.0UO AlFA
=190. (j(tf;' ALFA=195.CiOG ALFA'=20C.000 Al,FA=205.00C 'Iu.: f A =Z 10.000-AlFA=215.flOO
_L~' A =2 20. (.lOCI AlFA=Z25.CC&J AlrA=230.CCO 4lFA=ZlS.OGO AlfA=240.000 .AlfA=24S.QOO. 4lFA =25t.
COO"AlFA=255.000
1. AlfA=2.60.000 AL F'A =265.0(,0 !"AlfA=270.00' AlfA=275.0C·" Alr "·=260.000 Al FA =2 85. V\'fO ~t.:FA=i90.8i"O 4LfA=Z9S.0noAl
r
A
=300.1Jf.;O
AlF'
A=
3',)5.0,,0,' AlFA=310.~OG Alf'A=315.C?O AlFA=320.000 AL fA =3 2 5 .. 01'; 0 ~LFA=33(\ .. (lO(J I\LF'A=335.('OC ALfA=340.000 ALFA=345.t"('CI ALFA=350.0{'O .~L fA =355. (p00 4LFA=359.000.
biz.van
rapport nr. ~---~~~" '-:. ··::'1::;';-':<; .y: · .. ,l:.l}Cl; ·='C:::l~i.=il~r\:'° ~.-:-1-ciO:{;-:-:c'!l,Technische Hogeschool Eindhoven
Afdeling der elektrotechniek - Vakgroep elektromechanica
AI..:FA=13~. A Uk= 14:t. ~U'I~~~~~~=':::~: Ai.. f f',=1 4 5 .O.c 0 ~~:;C :::~:.:~. ~~:~~: ~. jLt.A/=t5~. ALFA=l~~. ALFA=lo~ AL F A~=165.(,E· AtFA;;17.o.'O~ (;; '.:.::=;:::.~: :":;_C::~=:::~.·{j .. -=.~ ilL FA =~] 5 ... i t t;
A L FA=180.; CiJ():: .~~~-:~~-"" ·~~:=:~'lr,.~Y ~f';1 , ALF~::~a5.0{J~c·~;'_ "
'~~t:tr~
tiff
.{ij \iti:~:=:::::==::::'==-=-~:;;:~AL FA :;195. \le(.; .~L
FA=2
t} O~ Of) ALFA=2v AI..F ;\=21 .. H.+e~:':::=--=':·,·~::::~:':=:~~"-'F::":~='4:N"r,""~:~:=:'" =21 A L FA =2 3 5 .'} V O::c:~.::::: .=:=~~~A': ~:919 ~:: ~~:At
fA=24G=~~tfOO-:;:~~'",
:E':.'=~;~:~~st.::
ALE A:::2~S. CO(t-:::-::~:~-=::::,}. BIZ
A LF
A=i5
O:':lfO(i::::C;:~:::;C:~f:.:::;: ~~. 8" if ALFA =~2 5:5*:(l~;J:.:::~::=-~:::c::::::=,\l • 815~ ~ biz. van rapport nr.AkFA=2
6t\~OOO~~:;~~::~~:~:::~:'L~:~~.-7fi
:~:,~:~~~::'-~:.:,~::.~= ~'H~,":"'L'~ ",~_;::'-~::=~~~~~~::::::~::::: ... :r: • .:)~,,j::: __ ' =26 C ~', ::::::.".::,:.:::: :::-:~.,,::.,. ~cTechnische Hogeschool Eindhoven biz. van
Afdeling der elektrotechniek - Vakgroep elektromechanica rapport nr.
I-e.)l.}tc":
Dhms-up~t!ifi&"& ~cLa.tin9. , f'l:.C
"fA~fA=
90.0n I'. ,ALF"A= 95.000
'\::.U,
FA =1
GO. 000: :'~s7lJ~li~~~~~;~~~E~E~~iIij:~~=~~~:f~~~~Lttg
. AlfA=105.0QO :'At
F
A=11:0. 000 -::::,c:::::c=:::=_"::'::' . AlE.A=115.0tlO, AtF A =120. 000i~~~i~2~E?:~~~~:::C~
'1:'
·~lfA=12S.00G o AlfA=l Jq.QOO AL FA =135 .Of)O Al f A=140. 060 . ALFA=145.0(;O AlFA=150.0no AL FA =1 55. OOU ALfA=160.000 At FA=165. 000 AlFA=! 70.\100 At.f A.=1 75.G~G ,'At. F A.180. 000 ,ALfA=ISS.QUO ~l ff=l
90. Ol*O . AlFA=195.(JQC: ALFA=2tlO.COG ALFA=205.0Gt=~~~±1±~~~~~~~K~~~;t
At fA =210. UOO'-:::= 4L;A=215.000 _l FA =220. Out! ALFA=225.CCQ AlFA=230.001) "Lf A =2 35.000 ALfA=240.000 .: AtfA=24S.000 ... -'::::."": .. c=?"' • . ;'AlF'.=250~"OO :c:_.AL.r
A=255 .•000
Atf.f A =260.000
" AlF'A=265.0ClO .'. ALfA.2 70. GOG.:" .. :::::.,;;;:f:::::..::::::::.::J • • ~L rA.=27'
5. 00" Alr
A"'=2 80.,; 000-AtF'A
=285.000. AlPK=290.000· AlFA=295.0no Atr
A -3uO ~ 0\10 ALrA=3Q5.0'CI·=_"""~'C~.4'~~.", 4lFA=310.QOO ,'LFA=315.000 ALfA-320.000ALfA.:i325.000
AlrA=33tt.ono ALFA=335.Ct'O. ALFA=340.00a
.. 4LfA-3 45.(,00 . "ALfA=350itODQ .. ALfA=355.0C'O' .'~:'. A Lr
A :135"·· ..on, :: ... _' ... .
57.1.. , ' .. "0 .. ":"'.::":'.,,:';':. 9:'32::: .,_" .. ,3.279 .VIDe;
hoe.k
I ::
jltX); Dhms -Cdp.sC/tie.j
'at!
~~.~.~··'1';;~?c¥8~~~GSc0::~;~~:-}~,54
..
~_::9~!:9:~:-ci?::_ :2':1: ~_1.-:c~;g-:"::-~:=~;:~~~'¥J~~~~2:~~~:::'::::D;-:--~AE!t,;:~:~::.-c'At: fJp:-2-1C.·uC1o---c--. f 49. 9t8--~- _c~_~ 136. 5'J---c---c !:23 .651t- --- - -11iJ.-q 08 c ALE A_==-l.l 5=.(i 0-0.:':,:':-::.·.·.: :t..1t If .• 97.JL ::·=-:.-::.:::,=.i<31-<l;-5_:~ 't::::::-:.:::.-:.::::::~:::: .. t-l-:-:$-:-=3:91:::;=::::---::-·1~k5iY:l~ :.::~tfA~Z:ZO-',;'v(~(i=='::::::::::==·=1:~·9'~943:;:CC:~=::::··f~r-::'-i9S·~:=-· t3i¥.5~
-
~--
-lvff4s'9:
.:AL EA.=: 2:2:.5.'''L __ .::~,-==-:·=1.3.-5. 0.v1-.:=:~,:.,-,:,",_c.122t-7--& 5_:::-=-=:c.:--:-::::.U-1:-..--j-2 5 ~ ___ .=_~--,li!·3_"ue ;:'l:.~
l\t.:fA~l30i(j<~ jj:~';jX:=:.c~-c:.-":·F3ry:=i:U:47i:~,;::c-:;::-:-1! 8 .~ .. iB.~:;:~:::~i~c:c~t,i-&~-';iv'l~.::::0~;i~~::'~4:~9~
::A L.t Ac::23 .5:_11!:: GO 0=-::::::::--._:=c-: .• 1.
<
5.:<!:;-AbtA
:i2:::40~OOg::=::;,;--':':;~ lG(i~~t.:,AJ",J._A:= ~A5, .. f)J.t~t:.:=~;.:.;=-11.;i.-:!-!)·24_~co.:::;.:.;-~·:,,-~J·'1.::~ •• j~; ~. ;::c=~::-:::,c,=c~;_4 ,,~~;j --=-=.:::::::::-:c; .. ~~_8;~:._J.;:J+:::
~A L EA;::250..:cn:O::-;::::::=:~~::::;'~<1:-1f;::"-C ::J::; .. ~;':"c::;::":::'ln.~..::!:S..2::'::';-~=C;::"~-::" 9{[~:1:a ~0L~=·~· .• ~ =::-:8{f;75:a;:
{i{~~~·~~:·ggg--;I~~~~~~l~t_~~r~=~t~tt~=i~2:-~~~i;zili~~:,:lf!£f:::~"-~t:~~f~~~~~;:;FSt:I~~=li~~
"~l fA 0 ~.7:r..!"t3J~J
ALfA=3 A[EI\:31
AL FA
=
315 • C~ 0 _45 .0 \i\L __ ~ALE
A=320~OOOi;a.OOV=:-.=
~~~ F_Ac=3gS. 01/°"".-.=.. ,_35.ceo
ALFA.=330 ... COfJ=:::::_, :'"3j .. ti aJcc ... : _ ... ; ___ ~::.,.,,: .. :.4--.","''Iof
AlEA:::335.rCO_c __ ~25.C~U .,
Acr
A:~34
O;QJ.H.l-·~: . . : ..20 ..
;~r~~:-;~.\l F A.=3 45 .ft.' " _ 1 5 . .0jLrA~3 5()~{l!H13T :.:::10. ALFA=355.0~ 4~9se 'AtfA~i59 .6'~l:lt5:',~~ ··2~~5:0IL: 22 • .5(J 9.~_ ta~381:';: 14 .. _Q6JL :=~--;:_~0._~j-<::~:~-:;':5~8t~
/:!I!Jidge. 0.2
Technische Hogeschool Eindhoven biz. van
.Afdeling der elektrotechniek - Vakgroep elektromechanica rapport nr.
vioe.ihoek
~.: /red : Ohms -Cdp.t.Jc,'UeVttfl
el •
.sh
ng. ,.~ . , ~ . .,Ii . ~ , At fA:' 9·0~OO' ." ALf.A =: 95 .. .000 -~liF:A·slOO:';OOO,:c::==.::..::..:::::::.c...:::·~l • .L AlFA=1·0 5 .. 000. ,:' AlfA:i:1UJ.OOO .ALF A =115.000 Al'F K=120 .0"0 ., PHl:89 .• ~uC-. ,:::~uC-.::,,165~uC-.9 __ 9 8. :::c~;.;.':-'::.t6~-':99 7:. 998 9~" . .:::~.15 9_~::9.97c.c .-_J.4 6. tOL!,
,;
L:--;.~:'= .154'::~ "s: $a-:~=~;,~~:~':::':~14 t-~ t~ CQ 'lfA=12S1IOOO At f"A =1 39 ~ OIlO AL FA =13S .00'1 Al f" A =140. GOO A L FA =14 S .0(" 0 ALFA=lS0.0Ce) ALFA =155. 0(;0 ALFA=I60.000 ALFA=165.000 165 .. !_19- 5~95l '::=:::.::l&~f.c
4.~ .(~f3 .3 1 ~!;:fi":: Il...(: !IS,_ .~_ ",~.12 6.1;;,u1,.' , •• :. - to . . . . -9ii:-:Ef:::':~~f21:~utyt=
~3~:z~i :~':i ;~_::~Z~~E:~£:::-f;i~;:'~:~.~.~:~~:~~-~i:[~iil~~gi~
-12 j1 .. !! 45--- , .. _. , __ Ht 6..!l
.oj .
. "115:'itll
iL:=:t:=~~~I5'i~.¢3~ =~ 125.9 ~L._--.. l1C .11L--- .. -- 96 .. \:'C 2 :~:>.::...~':'12~t. 2 4~:'::::. ~-~~:.=.::to·s ~::ii9~=::::£~;:~'::~::·0.9i:::-i£i 4~ =: ...-::-It£i ...
64 ="'~':":":li?\ " AlFA=l7Ci.OOO AlFA=175.(jOO AlFA=180~Oc)Q ALFA=laS.OOO ALF'A=190.000 ALFA=195.00C ALf"A=ZOC.O"O ALFA=20S.GOO AlfA=210.UOO ALfA=21S.000 _LrA=220.ijno AlFA=22S.CCO AL F'A=2 30.(01) ALF'A=23S.000 ALFA=240.000 ALFA=Z45.flUO Al f "-25'0.000 ALfA~255.000 A lfA.
=1 60 .:000' . ::-=~,:.::3'J:i~.:"5l:!l;S AL FA =265.0110 ·AlfA=210.0uO At F A=27 5.00" .A(F'A~80.000 . 'A.LfA=265.COO. " :Alf"A=290.0DO '. ALfA=295.0(\O ·'~"lfA=3iJO.lJbO ALFA =34,)5.000/ ·AlFA-310.QOC ALfA-315.000 . AlFA=320.000 AlfA=325.000 , ALFA-330~O(\O AlFA=335.COC 'At:rA=340 .. 000 ~LFA=345.~.OO .; "'., ALf A =]SO.
OttO
< .. ".,~ .... :::=-.::::,.-:,l
t
t.l=J(wt\ eni:f(wtl
PHI=
30·' c.ap) 0( == 1300 lcm~ 100I'!'VtA.
t
tt
• u=f(wt)e.n
i:
flwt) en oC.=
2.100 1cm ~ 100 mV- w t
_ w t
voor
PHI:. 300 (c.dpl
l
t
o
u=i(wt)
e.nL=j(wi}
PHI = tSO
oC.
=
1050u.i
t
! (. (
lA = J(wtl
LI=.t(wtl e.n
l:.j(WU
PHI = 1So
ex.
=
10201
em
~ 100 mVbe.lastiI19..a..angesLoten vi..a sc.he.idlng.5tr..;JJo
/
~\
\u ..
l<wh
enL::.}twtl
PHI=
18° 1cm~ 100mV bel.a!l.ting ddngesLoie.nvi.a
schet din 9 s t rdjoBijlcJge.
10
t