• No results found

Innovatie gedefinieerd : een analyse en een voorstel: een nader onderzoek naar de definities van het begrip Innovatie over de periode 1939-1988 alsmede een voorstel voor een meer algemene definitie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Innovatie gedefinieerd : een analyse en een voorstel: een nader onderzoek naar de definities van het begrip Innovatie over de periode 1939-1988 alsmede een voorstel voor een meer algemene definitie"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Innovatie gedefinieerd : een analyse en een voorstel

Citation for published version (APA):

van der Kooij, B. J. G. (1988). Innovatie gedefinieerd : een analyse en een voorstel: een nader onderzoek naar de definities van het begrip Innovatie over de periode 1939-1988 alsmede een voorstel voor een meer algemene definitie. (EUT - BDK report. Dept. of Industrial Engineering and Management Science; Vol. 33). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1988

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Eindhoven

University of Technology

Netherlands

Department of Industrial Engineering and Management Science

Innovatie gedefinieerd ;

een analyse en een

voorstel

door

B .J .G . van der Kooij

Report EUT/BDK/33 ISBN 90-6757-034-6 Eindhoven, 1988

(3)

INNOVATIE GEDEFINIEERD ; EEN ANALYSE EN EEN VOORSTEL

door

B .J .G . van der Kooij

Report EUT/BDK/33 ISBN 90-6757-034-6 Eindhoven, 1988

Eindhoven University of Technology

Department of Industrial Engineering and Management Science

(4)

"!P-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, D EN HAAG Kooij . B . 3 . G . van der

Innovatie gedefinieerd ; een analyse en een voorstel : een

nader onderzoek naar de definities van het begrip

innovatie over de periode 1939-1988 alsmede een voorstel

voor een meer algemene definitie / B .,I .G . van der Kooij.

-Eindhoven : Eindhoven University of Technology,

Department of Industrial Engineering and Management

Science . - (EUT report / Eindhoven University of

Technology, Department of Industrial Engineering &

Management Science ; BDK/33)

ISBN 90-b757-034-b

SI S O 36b .4 UDC b5 .001 .76

(5)

1

INNOVATIE GEDEFINIEERD ;

EEN ANALYSE EN EEN VOORSTEL.

Een nader onderzoek naar de definities van het begrip Innovatie over

de periode 1939-1988 alsmede een voorstel voor een meer algemene

definitie .

Prof .drs .ir.ing . B.J.G .van der Kooij 1

Technische Universiteit Eindhoven

De auteur is buitengewoon hoogleraar verbonden aan de vakgroep Organisatiekunde van de Afdeling Bedrijfskunde . De leerstoel richt zich op het Management van Innovatie

(6)

2-Inhoudsopgave :

Deel I : De analyse

1 . Considerans 2 . Opzet onderzoek 2 .1 Onderzoekspopulatie

2 .2 Opsplisten van definities in elementen 2 .3 Beoordeling van definities

2 .4 De vraagstelling 2 .5 Methode van onderzoek

2 .5 .1 De inhoudelijke analyse 2 .5 .2 De achtergrond analyse 2 .6 Probleemstelling

3 . Resultaten onderzoek

3.1 De inhoudelijke analyse per variabele

3.2 De inhoudelijke analyse van de totaliteit aan variabelen 3 .3 De inhoudelijk analyse per periode

3 .4 De achtergrondanalyse naar vakdiscipline 3 .5 De achtergrondanalyse naar land van herkomst 3 .6 De achtergrondanalyse naar tijdstip van publikatie 4 . Conclusies

4 .1 Conclusie ten aanzien van dé definitie 4 .2 Conclusie ten aanzien van de verschuiving 4 .3 Conclusie ten aanzien van de achtergrond 4 .4 Tenslotte

Deel II : Definities

5 Nieuwe definities 5.1 Variabelen 5.1 .1 Verandering 5.1 .2 Systeembenadering 5 .2 Definities 5 .2 .1 Innovatie 5 .2 .2 Innovatiespectrum 5 .2 .3 Innoveren 5 .2 .4 Innovatieproces

5 .2 .5 Management van innovatieprocessen

Bijlagen :

Bijlage 1 : Onderzochte definities

(7)

3

1 . CONSIDERANS :

Het begrip Innovatie wordt op tal van plaatsen door tal van personen in tal van contexten gebruikt . Het wordt in de wetenschap, in het bedrijfsleven en zelfs in de politiek en bij de overheid gebruikt . Daarbij wordt lang niet altijd aangegeven wat nu 'innovatie' precies is . Vaak wordt een vage omschrijving gege-ven. Soms zelfs helemaal geen, soms wordt er van radicale of basis-innovaties gesproken . Terwijl soms een innovatie meer een activiteit lijkt te zijn . Er wordt blijkbaar in veel gevallen van uitgegaan dat we het met zijn allen wel eens zijn over 'wat nu innovatie' is . We kunnen ons afvragen of die consensus er in werkelijkheid er wel is . Gezien de verschillende verschijnings- en gebruiksvormen kunnen we dat zelfs betwijfelen . Eén reden dus al om eens naar definities te gaan kijken .

Daarnaast is er nog een andere overweging om definities van het begrip innovatie eens nader te gaan bekijken . Willen we in staat zijn om (bedrijfskundig) onderzoek te verrichten naar het onderwerp Innova-tie dan zullen we een poging moeten doen om zo nauwkeurig mogelijk de te hanteren begrippen te de-finiëren . Voor 'innovatie-onderzoek' is met name de definitie van het begrip Innovatie daarbij van groot belang . Een voorbeeld moge dat verduidelijken . Men beschouwe daarop de volgende definitie ; "Innova-tie is de ontwikkeling en de succesvolle introduc"Innova-tie van nieuwe/verbeterde produkten en produk"Innova-tiepro- produktiepro-cessen ." 1 . We kunnen onszelf dan bij deze definitie een aantal vragen stellen . Bijvoorbeeld : Voor wie nieuw? ( het bedrijf, de gebruiker, de branche, het land, de wereld? ) In welke mate verbeterd ? ("Met TAED drie maal wittere was", "Nu ook met energiebesparende knop') Wat bepaald het succes ? (dat de introduktie succesvol verlopen is ?, dat er twee jaar na de marktintroduktie blijkt dat het produkt 'loopt' ?) Voor wie en wanneer een succes ? (Voor de onderneming als er meer dan x% van de omzet mee ge-realiseerd wordt ?) .

Een derde reden zou gevonden kunnen worden in het feit dat als we op basis van onderzoek conclusies willen trekken (bijvoorbeeld voor de vormgeving van overheidsbeleid, of voor bepaling van de faktoren voor 'het succesvol innoveren') dan dienen we een zo strak mogelijk model te hanteren èn zo strak mo-gelijke definities . Een voorbeeld : Als men een conclusie wil over de temperatuur in een vertrek ("de ka-chel staat te hoog want het is hier te warm") dan zal, voordat deze conclusie getrokken kan worden, een meting verricht dienen te zijn . Bijvoorbeeld door een thermometer te gebruiken om de temperatuur te be-palen in de bewuste ruimte . De variabele temperatuur wordt dan gemeten . Die variabele dient gedefini-eerd te zijn (bv. door meneer Celsius) . Ook dient er een model van de kamer en de warmtebronnen te bestaan . Want misschien is het de kachel helemaal niet, maar de gloeiende zon die op het platte dak staat te branden . Hoe beter het model en hoe strakker de definities, hoe gefundeerder de conclusies . Kortom, er zijn meer dan één reden om een naar de definities van het begrip Innovatie te kijken . We zul-len hieronder de opzet en de resultaten van een onderzoek 3 naar de gevonden definities van het begrip

Innovatie weergegeven,

2 . OPZET ONDERZOEK

2 .1 De onderzoekspopulatie van beschikbare definities

Om definities met elkaar te vergelijken moeten deze eerst verzameld worden . Dit gebeurde op twee ma-nieren . Allereerst met behulp van het trefwoordenbestand van de Technische Universiteit Eindhoven . Bij het trefwoord "innovatie" worden enkele honderden boeken genoemd (die overigens niet allemaal bin-nen de duur van dit onderzoek beschikbaar waren) . De overzichtslijst bevatte in totaal 240 titels . Ten tweede werd gezocht met behulp van de bronvermeldingen van reeds gelezen schrijvers . Opgemerkt zij ook hier dat niet alle boeken en tijdschriften waarnaar verwezen werd beschikbaar waren . In totaal wer-den zo'n 300 uitgaven gelezen . In een honderdtal daarvan werd -een definiëring van de daar gebruikte term innovatie gevonden . Een groot deel daarvan was echter niet bruikbaar omdat de schrijver naar

een ander verwees zonder zelf iets wezenlijks toe te voegen . Ergo, ruim vijftig definties zijn uiteindelijk gebruikt . Waarvan het merendeel afkomstig uit boeken die het woord innovatie in de titel hadden . In een

1 Bron : Innovatienota, Tweede Kamer, Staatsuitgeverij

2 Zoals gedaan door Kok, J .A.A.M, c .s . in het onderzoek 'Innovatieve bedrijven in Nederland' 3 Met dank aan Bas van Os voor de ondersteuning .

(8)

-4-onderzoek van Tinnesand 1 werd een 188-tal definities van het begrip innovatie onderzocht . Ook hier ble-ken in slechts 80 gevallen een wezenlijke definitie gegeven te worden . Hiervan waren er 22 voor ons bruikbaar omdat een aantal meer het begrip 'uitvinding' of 'introduktie van een uitvinding' hanteerden . In tabel I wordt een overzicht van de onderzoekspopulatie gegeven .

Tabel I : De onderzoekspopulatie van het onderhavige onderzoek en van

Tinne-sand .

Tue-onderzoek : Tinnesand :

aantal perc . aantal perc . Aantal publikaties waarin :

innovatie werd vermeld : 240 100% 18$ 100%

innovatie werd gedefinieerd : 100 42% 80 42%

bruikbare/p rimaire definities :52 22%

-22 Het opsplitsen van de definities in elementen

De bruikbare definities werden opgesplitst in zo klein mogelijke elementen . Zo werd bijvoorbeeld de de-finitie van Knight (1967) "An innovation is the adoption of a change which is new to the organization and to the relevant environment." opgesplitst in de elementen "adoption", "change"; "new", '7o the organiza-tion" en "to the relevant environment" De elementen van de verschillende definities werden zo dus uit hun verband gehaald om vervolgens voorzichtig gegroepeerd te worden op basis van overeenkomstige betekenis . Hierbij kunnen we denken aan de woorden 'nieuw', 'nieuwigheid', 'vernieuwend' , etc . Hier-mee werden variabelen geformuleerd waarin zo'n overeenkomende groep elementen 'waarden' verte-genwoordigen .

2.3 De beoordeling van de definities

De beoordeling van de definties is gedaan aan de hand van een aantal vragen . Waarbij een vraag een variabele vertegenwoordigd en de antwoordcategorie de waarde van de variabele . Bijvoorbeeld ; "Komt het begrip 'nieuw' (dit is de variabele) voor en in welke context (dit zijn de waarden) ?" Op deze vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk en daarom werden de vragen voorzien van antwoordkategoriën . Hier-bij kan niet beweerd worden dat de vermelde kategoriën kompleet zijn, wel dat ze voldoen om de gevon-den definities op het punt van de gestelde vraag met elkaar te vergelijken . Om het aantal vragen en antwoordcategoriën hanteerbaar te houden zijn alleen vragen werden geformuleerd die door meer dan één definitie worden beantwoord . Waarbij niet in elke definitie elke variabele behoeft voor te komen, ove-rigens . Het aanscherpen van de vraagstelling en de antwoordkategoriën resulteerde in een achttal vra-gen .

2.4 De vraagstelling :

Allereerst werd gekeken wat er eigenlijk gedefiniëerd werd door de auteurs . Er werden drie mogelijkhe-den aangetroffen .

• Er kan sprake zijn van een innovatie in de zin van een object : "An invention, when applied for the first time, is called an innovation ." (Mansfield , 1968) .

• Ook kan innovatie gedefinieerd worden als iets datje doet, een activiteit : "Innovatie is het met succes invoeren van iets nieuws . " (Beckers, 196$, ) .

•©e laatste mogelijkheid is die van een procesdefinitie . Een proces onderscheidt zich van een activiteit in die zin dat zij bestaat uit verschillende activiteiten en factoren die in hun samenhang en tijdsbestek in iets resulteren . Een voorbeeld: "Innovation is in most cases an irrational process in which the creative element, the invention idea appears first and a completed product results after an often long and circuitous developmentroute . " (Haeffner, 1972).

Ten tweede werd gekeken wat nu de aanleiding voor de innovatie was in de door de auteurs gegeven definitie van innovatie . Er werden twee categoriën gevonden :

1 Tinnesand, B. ; Towards a general Theory of Industrial Innovation . Dissertatie voor Ph .D in Bussiness Administration aan de University of Wisconsin, 256 blz, 1973 .

(9)

5

• Dat kan zijn omdat er nu eenmaal een idee of een vinding is, een interne stimulus . Een voorbeeld hiervan vinden we in "Technological innovation ( . . ..) initiated by discovery/invention ( . .. .) ."(Archer, 1974) .

• Maar het kan ook zijn dat men innoveert om op de omgeving te reageren, bijvoorbeeld vanwege de concurrentie of strengere milieu-eisen . Dit zijn externe stimuli die vaak een gericht zoeken tot gevolg zuilen hebben . Een voorbeeld hiervan vinden we in : "The process of innovation (1) is a response tot either a need or an opportunity ( . . . .) . "(Kelly & Kranzberg, 1978).

Ten derde werd er gekeken naar het tijdselement in de definitie . Wanneer was er voor de auteur spra-ke van innovatie ?

• In een aantal gevallen wordt het begrip innovatie' door de ene auteur a/ gebruikt op het moment van conceptie (als een idee geboren wordt of een uitvinding gedaan wordt) . Een voorbeeld hiervan is: "Innovation is (. . . .) proces (. . . .) idea appears first and (. . . .) . "(Haeffner, 1972) • In andere gevallen wordt er gesteld dat er eerst besloten moet zijn om iets met die vondst te

gaan doen (het moment van adoptie) . Dit wordt weergeven in de volgende definitie : "We will simply define innovation as setting up of a new production function ( . . . .) ." ( Schumpeter, 1964) • Een derde groep van auteurs hanteren het moment van realisatie : als de vondst konkreet

gestalte krijgt, bijvoorbeeld in de vorm van een prototype . Dit zien we naar voren komen in: "Innovation takes place (. . . ) is conceived and brought into existence ." (Robertson, 1967) • Maar de meeste gelezen schrijvers gebruiken de term innovatie pas als iets daadwerkelijk van

invloed wordt op de organisatie of de omgeving : het moment van implementatie ofwel de (succesvolle) invoering. De volgende definities illustreren dat : "An innovation (. . . .) is

accomplished only with the first commercial transaction (. . .) . "(Freeman, 1974) en " Het begrip technische innovatie (. . .) het met succes op de markt brengen (. .)."(Botter, 1980)

Ten vierde werd gekeken naar het gebruik van het element nieuw door de auteurs . Er werden daarbij twee mogelijkheden onderkend :

• Het element 'nieuw' wordt soms gebruikt in absolute zin. Een voorbeeld hiervan vinden we in de definitie van Holt; "(. . .) something that is new and usefull ( .. . .) ." (Holt, 1983)

• of het element nieuw' wordt gebruikt in relatieve zin, in het laatste geval wordt veelal een referentiepunt gegeven . Zoals bijvoorbeeld in de volgende definitie :"(. . . .) new to the organization and the relevant environment (. . . . .) ."(Knight, 1967)

Ten vijfde werd gekeken of er door de auteurs ook onderscheid gemaakt tussen het gebruik van de term verandering .

• In sommige gevallen werd de term verandering zonder meer gebruikt . Er is geen nadere specificatie door de auteur gegeven . Bijvoorbeeld de volgende definitie : "(. . .) jede .4nderung von bedeutung ( . .). " (Hinterhuber, 1974)

• In andere gevallen werd door de auteurs een beperking tot veranderingen met een

sprongsgew~s karakter aangegeven. Veranderingen en vernieuwingen kunnen plaatsvinden in producten, processen en structuren . Zoals bijvoorbeeld in de definitie van Buys: "Innovatie is

een sprongsgewijze verandering (. . . .) ."(Buys, 1984)

Ten zesde werd gekeken of er een onderscheid gemaakt werd waarin de innovatie plaats vond . • In een aantal gevallen was er duidekk sprake van produkt ge6rienteerde definities . de

verandering vond dan plaats in een produkt of produktgerelateerrde dienst . Zoals b~voorbeeld: "(. . .) products produced by ( . .) is an innovation."(Hagen & Aiken, 1970).

• Op de tweede plaats kwamen de proces-geórienteerde definities . De verandering vond dan plaats in een (produktie-)proces . In de volgende definitie komt dat tot uiting :

• In de kleinste groep sloeg de definitie op een verandering in een struktuur . Bijvoorbeeld in een organisatiestruktuur zoals weergeven door ; "Innovation is the introduction of ( . . . .)new (....) structures. " (Kanter, 1982)

Ten zevende werd gekeken naar het feit of er door de auteur voor het beoordelen van de innovatie ook een referentiepunt werd gehanteerd .

• Er bleek soms een referentiepunt met een intern karakter gebruikt te worden . Een voorbeeld hiervan is : "When organizations learn (not) to do things they did not know to do before (....)" (Shephard, 1967)

• Ook kwam een referentie-punt met een extern karakter voor. Zoals bijvoorbeeld in de volgende definitfe : "(. . . .) as changing the value and satisfaction obtained from resources by the customer ." (Drucker, 1985)

(10)

-6-In het laatste onderdeel waarin we keken naar het waarde-oordeel bleek het niet nodig om meer ant-woordkategorië n te geven . Innovatie wordt vaak als wenselijk of goed ervaren . Vergelijk : " . .for the crea-tion and introduccrea-tion of something that is new and usefull." (Holt, 1983) . Bijvoorbeeld "Het met succes invoeren van iets nieuws ." (Beckers, 1974) . Het komt voor dat de definitiegever dit subjectieve waarde-oordeel als een kenmerk van innovatie gebruikt zonder te vernielden wie dit waarde-oordeel geeft . In dat geval wordt onderdeel acht met »'beantwoord.

2.5 De methode van onderzoek :

2.5.1 De Inhoudelijke analyse :

Het totaal van de bruikbare definties werd beoordeeld op acht variabelen . Daarbij werd voor ieder van de variabelen bekeken of één of meerdere van de aangegeven waarden (zie Tabel II) erin voorkwam . Was dit het geval dan werd dit gesignaleerd als 'aanwezig' . In het andere geval werd het genoteerd als afwezig . Waarbij zij opgemerkt dat een definitie met meer dan een waarde bij een variabele kan skoren (zie bijvoorbeeld de definities van Hinterhuber die bij vraag 6 drie maal scoort) . De hieruit ontstane tabel (zie bijlage) is gebruikt voor de verdere analyse .

Tabel ii :

De variabelen en hun mogelijke waarden zoals die werden gebruikt bij

de inhoudelijke analyse .

Variabele : waarden :

1) Type : Wat wordt er gedefinieerd? a) een object b) een activiteit c) een proces 2) Aanleiding : Wat zet aan tot innovatie? a) een interne stimulus

b) een externe stimulus 3) Tijdstip : Op welk moment is er sprake van innovatie? a) het moment van conceptie b) op het moment van adoptie c) op het moment van realisatie d) op het moment van implementatie 4) Nieuw : Hoe wordt het kenmerk "nieuw" gebruikt? a) absoluut b) relatief 5) Verandering : Hoe wordt het kenmerk "verandering" gebruikt? a) ongespecificeerd in karakter

b) sprongsgewijs karakter 6) Onderwerp : Waarin vindt innovatie plaats? a) in een product/dienst

b) ineen proces c) ineen structuur 7) Referentiepunt : Welk referentiepunt wordt gehanteerd? a) het individu, ind . organisatie b) haar relevante omgeving 8) Waarde-oordeel : Wordt er een expliciet waarde-oordeel gebruikt? a) ja

2 .5 .1 De achtergrond-analyse :

Tevens is er een analyse gemaakt naar het moment van ontstaan van de definitie, naar de plaats waar de definitie is ontstaan en naar de achtergrond van de g0eur. Hierbij zijn de in Tabel III weergegeven va-riabelen met hun aangegeven waarden gebruikt .

(11)

-7-Tabel gil :

De variabelen en hun mogelijke waarden zoals die werden gebruikt bij

de achtergrond-analyse .

Variabele : waarden : 1) Jaar : Waneer is de definitie gemaakt? a) publicatiedatum 2) Nationaliteit : Waar is de definitie gemaakt? a) Amerika

b) Engeland c) Nederland d) overige landen en onbekend 3) Achtergrond : Vanuit welke achtergrond is de definitie gemaakt? a) Economisch b) Management en organisatorisch c)Marketing d) Technisch e) Overige achter rond en en onbekend

2.6 De gehanteerde hypothesen .

Uitgangspunt bij de bepaling van de hypothesen is geweest het feit dat we aannemen dat een innovatie betrekking heeft op een verandering, het veranderen of een veranderingsproces dat resulteert in iets nieuws. We hebben de volgende hypothesen gebruikt voor de analyses :

Hypothese 1 :

De definitie van Innovatie beschouwd Innovatie als een activiteit waarbij lets nieuws wordt gerealiseerd. Het 'iets' Is daarbij niet of nauwelijks gespecificeerd .

Hypothese 2:

De definitie van Innovatie beschouwd Innovatie als een reeks van activiteiten c .q. een pro-ces waarbij nieuwe produkten worden gerealiseerd.

Hypothese 3:

De definitie van innovatie beschouwd innovatie als een proces waarbij voor de organisa-tie nieuwe produkten en proces worden gerealiseerd .

Hypothese 4:

In de loop der~ heeft een verschuiving plaats gevonden In de nadere Invulling van het begrip Innovatie .

Hypothese 5:

De achtergrond van de auteurs (zowel naar vakrichting als naar geografie) Is van Invloed op de invulling van de definitie .

(12)

8

3 .DE RESULATEN :

3 .1 De Inhoudelijke analyse van de afzonderlijke variabelen .

Waarneming 1 : Een definitie van het begrip innovatie richt zich op een activiteit of een reeks van aktiviteiten (c.q . het proces van innoveren) en niet zozeer op een object .

In grafiek 1 is weergegeven hoe de definities scoren bij de vraag wat er wordt gedefiniëerd . Duidelijk komt naar voren dat de object-definities in de minderheid zijn . Als er wordt gesproken over 'innovatie' wordt in feit gedoeld op 'innoveren' want de definities die zich richten op een activiteit of een reeks van

activiteiten hebben de overhand .

Grafiek 1 : Wat wordt er gedefinieerd ?

~

m

0

.a .a .~, ~.

Waarneming 2: De aanleiding tot innovatie wordt gevonden in een externe stimulus (als reactie op een verschijnsel van buiten). en niet zozee r uit een i ntern bepaalde oorzaak .

Een nadere analyse van de oorzaken die de verandering in gang zetten, de aanleiding van de innovatie, geeft het volgende beeld (zie grafiek 2) . Duidelijk blijkt dat de interne en de externe stimuli in gelijke mate voorkomen bij de onderzochte definities . Doch, de stimulus wordt weinig gebruikt in de definities .

Grafiek 2 : Wat is de aanleiding tot de innovatie ?

0

0

0

0

20 _j ,G J

(13)

-9-Waarneming 3: Er wordt pas van innovatie gesproken op het moment van implementatie. Bij een analyse van de definities naar het moment waarop ze in feite van een innovatie spreken zien we een opvallend beeld (zie grafiek 3) . Het overgrote deel van de definities spreekt van een innovatie op het moment dat 'het nieuwe produkt op de markt komt', dat 'de nieuwe produktiemethode wordt geïmplemen-teerd', etc . In een enkel geval wil ook het moment van realisatie (het prototype) nog wel als bepalend tijd-stip beschouwd worden . Nemen we beide situaties tezamen dan zien we dat innovaties zich dus duidelijk anders laten definiëren dan uitvindingen daar waar we op het moment van interpretatie spreken . Van uit-vindingen wordt namelijk ook wel gesproken in de conceptiefase .

Grafiek 3 : Op welk moment is er sprake van innovatie ?

E

®

Waarneming 4: Het In de definities gebruikte element van nieuwigheid wordt nergens aan gerelateerd doch i n meer absolute termen gebruikt.

In veel definities vinden we een koppeling met het element nieuw. Bij een analyse van het gebruik in ab-solute termen of relatieve termen (zie grafiek 4) komt duidelijk tot uiting dat we in overgrote mate kunnen constateren dat er geen relatie (zoals 'nieuw voor de markt') wordt genoemd

Grafiek 4 : Hoe wordt het kenmerk 'nieuw'gebruikt ?

%

/

10

(14)

_10-Waarneming 5: Het kenmerk 'verandering' wordt in de definities niet nader gespecificeerd . Ookvinden we in veel definitieseen koppeling met het element verandering . Innovatie heeft immers im-pliciet altijd betrekking op verandering . Echter dit wordt niet altijd exim-pliciet vermeld . Je zou je kunnen af-vragen of er, in die gevallen dat er wel een verwijzing naar verandering wordt gegeven, dan sprake is van een bepaald type verandering . Bijvoorbeeld 'sprongsgewijze' verandering . Het blijkt (zie grafiek 5) dat er maar zelden voor te komen dat naar een specifieke verandering wordt verwezen .

Grafiek 5 : Hoe wordt het kenmerk 'verandering' gebruikt ?

60

4 I 10J so J 40 _j 20 .4 «+~. ~g.~.

Waarneming 6: Het onderwerp van de definitie is een produkt. Ergo, er is sprake van produkt-innovaties als er gesproken wordt over innovaties.

Als we analyseren wat het onderwerp van de definitie is blijkt (zie grafiek 6) dat er in feite vaak gespro-ken wordt over produkten en de vernieuwingen die daarin optreden . Tevens blijkt dat echter, in een ver-gelijkbaar aantal definities wordt er gedoeld op iets anders . In de meeste gevallen zijn dit dan produktieprocessen doch ook strukturen (bv . organisaties) worden genoemd .

Grafiek 6 : Waarin vindt de innovatie plaats ?

I

(15)

Waarneming 7: In de definities van innovatie wordt geen expliciet referentie-punt gebruikt . Bij de analyse van het gebruik van de referentiepunten valt op (zie grafiek 7) dat referentiepunten slechts beperkt gebruikt worden en dat ze dan dominant op het individu, c .q . de individuele organisatie zijn ge-richt .

Grafiek 7 : Welk referentiepunt wordt gehanteerd ?

60

so

J 40 ., 30 .,i 20 j 10 aim

Waarneming 8: Het element van waarde-oordeel komt in de defities nauwelijks tot uiting. In een klein deel van de definities is er sprake van een expliciet waarde-oordeel .

3 .2 De inhoudelijke analyse van de totaliteit aan variabelen .

We hebben nu een beeld van de afzonderlijke variabelen . Om echter een beeld van de definities te krij-gen dienen we de totaliteit van de variabelen te beschouwen . Hierbij kunnen we gebruik maken van een definitie-profiel waarin het percentuele voorkomen van een waarde van een variabelen wordt weergege-ven in relatie tot de andere variabelen . We hebben dit weergegeweergege-ven in grafiek 8 voor de totale periode waarin de definities zijn gepubliceerd . Hierbij hebben we horizontaal alle vragen uitgezet en vertikaal de verschijningsfrequentie van een waarde van de desbetreffende variabele . Er is een (arbitraire) grens rond de 35% getrokken teneinde de opvallende scores beter naar voren te halen . Hieruit ontstaat het volgen-de beeld van dé volgen-definitie van innovatie zoals die in volgen-de loop volgen-der jaren is ontstaan :

• Een definitie richt zich overwegend op de activiteit c .q het proces. ln feite wordt 'het innoveren' gedefinieerd en niet zozeer 'de innovatie' (zie pijl a in afbeelding 8) .

• Er is pas sprake van een innovatie' als er iets tastbaars te bespeuren valt. Dit kan zijn een prototype (bij produktinnovatie) of een implementatie (bij organisatie-innovaties) (zie pijl b in afbeelding 8) .

• Een innovatie heeft te maken met 'iets nieuw : Echter ten opzichte van wat we dan over nieuw spreken weten we niet of nauwelijks (zie pijl c in afbeelding 8) .

• Als er over een innovatie wordt gesproken doelen we in feit op een produkt-innovatie (zie pijl d in afbeelding 8).

3 .3 De Inhoudelijke analyse van de totaliteit aan variabelen per periode .

Het is interressant om de definitie-profielen eens per periode nader te analyseren om te kijken of er in de loop der jaren ook verschuivingen in de definities zijn opgetreden . We hebben gekozen voor een speci-fiek interval . Waarbij het eerste interval reeds in 1939 begint en loopt tot 1970, terwijl het laatste in 1980 begint en in 1988 ophoudt .

(16)

-12-Grafiek 8 : Profiel van alle definities uit 1939-1988

0.9 J

o~ proces extern adoptie implementatie relatief sprongsgewijs proces intern

In grafiek 9 hebben we voor de definities tot 1970 het profiel weergegeven . Het volgende valt op : • In deze periode richten de definities zich sterk op een activiteit ("Innovatie is iets datje doet') . • Er wordt pas gesproken over een innovatie als er sprake is van implementatie .

• En het element nieuw wordt veel en in absolute termen gebruikt.

Grafiek 9 : Het profiel van definities tot 1970

0.9 .~ 0 .8 J

(17)

-13-Grafiek 10 : Het profiel van definities uit 1970-1980

I

I

E

In grafiek 10 zijn de definities van 1970 tot 1980 gebruikt . Het volgende valt op : • Naast de orientatie op activiteit richt de definitie zich steeds meer op het proces . • Er wordt pas gesproken over een innovatie als er sprake is van implementatie. • Het element nieuw wordt veel en in absolute termen gebruikt .

• De definitie spreekt in feite over produktinnovaties .

Grafiek 11 : Het profiel van definities vanaf 1980

0.9 J

(18)

-14-In grafiek 11 zijn de definities vanaf 1980 gebruikt . Het volgende valt op : • De orientatie van de definitie is steeds meer op het proces .

• Er wordt pas gesproken over een innovatie als er sprake is van implementatie . • Het element nieuw wordt minder doch nog wel vaak in absolute termen gebruikt .

Grafiek 12 : Definities naar achtergrond

09 J

OrganlwY• Alnkeln9

®

Technek

• We spreken in feite steeds meer over produkt- en procesinnovaties .

3 .4 De achtergrondanalyse naar vakdiscipline

Naast de inhoudelijke analyse hebben we ook een analyse naar de beroeps-achtergrond van de auteurs gemaakt . Hierbij zijn een viertal disciplines onderscheiden ; auteurs met een economische achtergond, auteurs met een achtergrond in organisatiekunde/management sciences, auteurs met een marketing-achtergrond, auteurs met een technische achtergond en een groep waarvan de achtergrond niet bekend was . In grafiek 12 zijn de resultaten weergegeven . Opvallend is het veel voorkomen van auteurs met een

organisatie-achtergond en het weinig voorkomen van auteurs met een technisch achtergond .

Grafiek 13 : Profiel van 'economische' definities

, 0.8 J 07 J 0.6 J 0.5 J 0.4 03 J 0.2 J 0 01 EeanaNa rr~ r7l rn rrn rrn

M ~1 HHHH

~~~~

Ll

~

d~ proem Wpm aUOp1e Implem .nhW rale0ef aprongsgewys proces

ovmiga

(19)

-15-Grafiek 14 : Profiel van 'organisatie kundige' definities

0.9 0 .8

-0.2 -J 0 .1

abject proces extem adoptie implementatie relatief sprongsgewijs proces intem

Een nadere analyse van de verschillen die in definities zou kunnen bestaan afhankelijk van de achter-grond van de auteur, kunnen we verrichten met de definitieprofielen . In grafiek 13 zien we bijvoorbeeld de economische georinteerde definities .

• Er bestaat een sterke dominantie van de definities die zich richten op de activiteit . • Een innovatie bestaat pas als hij geïmplementeerd is .

• Het element nieuw wordt vee/ gebruikt en in absolute termen. • En de definities richten zich op produkt- en procesinnovaties.

(20)

-16-Grafiek 16 : Definities naar land van herkomst

10

Amerika Engeland Nederland Ovw ige

In grafiek 14 zien we definities met een organisatiekundige orientatie : • Een innovatie wordt als een activiteit of een proces gezien .

• Een innovatie bestaat pas als hij geïmplementeerd is doch lang niet zo uitgesproken als bij de economen.

• Het element nieuw wordt veel gebruikt en in absolute termen. • De definities richten zich op produktinnovaties .

In grafiek 15 zien we de .niet-economische en niet-organisatiekundige orientatie bij elkaar genomen . • De innovatie is hier weer overwegend een activiteit

• het element van implementatie is niet zo uitgespróken aanwezig . • Het element nieuw wordt veel gebruikt en in absolute termen .

• De overige elementen komen niet uitgesproken naar voren of het zou het element van waarde-oordeel moeten zijn

3 .5 De achtergrondanalyse naar land van herkomst

Doen we hetzelfde met het land van herkomst van de auteur dan zien we (grafiek 16) dat met name in Amerika veel aandacht aan de definities is besteed . Terzijde zij opgemerkt dat, door de beperkte toegan-kelijkheid van de franse taal, er geen definities gezocht zijn in het franse taalgebied .

We kunnen ons afvragen of er ook een verschil te bespeuren valt in de profielen van definities met een Amerikaanse achtergrond ten opzichte van de Europese definities . In grafiek 17 zien we het profiel van de Amerikaanse definities .

• Overwegend een orientatie op aktiviteit terwijl de opbject-orientatie ook voorkomt . • Naast de bekende dominantie van het implementatie-moment ook een orientatie op het

conceptmoment.

'• Het element nieuw wordt in absolute termen gehanteerd.

In grafiek 18 is het profiel van de niet-amerikaanse definities weergegeven :

• Deze definities geven veel meer de procesbenadering weer door een orientatie op activiteit en proces.

• Het conceptie-moment is geheel afwezig terwijl ook de implementatie dominant is . • het element nieuw wordt veel en in absolute termen gberuikt .

(21)

-17-Grafiek 17 : Profiel van Amerikaanse definities

,

09 ~

0.8

-3 .6 De achtergrondanalyse naar tijdstip van publikatie

Tenslotte kunnen we een analyse maken naar het tijdstip dat de definitie werd gepubliceerd Uit grafiek 19 blijkt dat met name aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig veel defini-ites begonnen te verschijnen . Het aantal amerikaanse publikaties is groter dan het aantal niet-ameri-kaanse.De piek in 1967 wordt veroorzaakt door een speciaal themanummer van het Journal of Business waarin veel definities werden gevonden .

Grafiek 18 : Profiel van de niet- Amerikaanse definities

, 0.9 J 0.8 1

(22)

-18-Grafiek 19 : Het tijdstip van publikatie van de definities

12

10 J

R

~

k

99 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 8 86 87 ® Amerika ® Niet-amerika

(23)

-19-4. CONCLUSIES

4.1 Conclusies ten aanzien van de dé definitie .

Uit de voorgaande analyse is een beeld ontstaan van wat we zouden kunnen beschouwen als dé defini-tie van innovadefini-tie als we hierbij de verschuiving (zie 4 .2) buiten beschouwing laten :

Dé definitie van Innovatie richt zich op verandering als een activiteit of een proces . Een innovatie is dus geen object . Er wordt pas gesproken over innovatie als er iets tastbaars als resultaat te bespeuren valt. Innovaties hebben altijd betrekking op Iets nieuws doch 'het nieuw ten opzichte van' lijkt niet relevant . We spreken In feite altijd over produktinno-vaties.

4 .2 Conclusie ten aanzien van de mogelijke verschuiving .

Het lijkt logisch te veronderstellen dat er in de loop der jaren een verschuiving is opgetreden in de inter-pretatie van het begrip innovatie . Kijken we naar de mogelijke verschuiving dan lijkt het volgend beeld te ontstaan :

Dé definitie van Innovatie verschuift In de loop der jaren van een activiteit- naar een pro-ces-gerichte Interpretatie. We spreken dus steeds meer over innoveren . Constant blijft de Interpretatie van het moment waarop we van een Innovatie kunnen spreken. Steeds meer komt het element nieuw in de definitie naar voren doch het wordt steeds relatiever ge-bruikt. Innovaties zijn steeds meer produkt-innovaties geworden waarbij de eigen organi-satie steeds meer als refentiepunt wordt gebruikt.

4.3 Conclusie ten aanzien van de achtergrond.

De veronderstelling dat de achtergrond van de auteur invloed heeft, blijkt juist te zijn . Bekijken we de de-finities naar achtergrond van de auteur dan valt het volgende te concluderen :

Economen beschouwen innovatie als een activiteit die nieuw Is op het moment van Imple-mentatie. Ze spreken zowel van produkt- als procesinnovaties. Auteurs met een organisa-tiekundige achtergrond zien Innovatie ook als een activiteit doch halen het procesmatige sterker naar voren . Ze spreken meer over produkt-innovaties. Voor de overigen is het do-minant een activiteit die nieuw is op het moment van Implementatie . Kijken we naar de geografische achtergrond dan zien we dat amerikaanse definities zich sterker op produkt-innovaties richten.

4 .4 De hypothesen :

We hebben een aantal hypothesen gesteld . We kunnen deze als volgt valideren :

Hypothese 1 : De definitie van innovatie beschouwd Innovatie als een activiteit waarbij lets nieuws wordt gerealiseerd. Het 'lets' is daarbij niet of nauwelijks gespecificeerd . Het blijkt dat met name de oude definities (dat wil zeggen, de definities voor 1970, zie grafiek 9) en de definities gemaakt door niet-economen en niet organisatieiundigen (zie grafiek 15), alsmede de defini-ties van Amerikaanse origine (zie grafiek 17), deze hypothese ondersteunen .

Hypothese 2: De definitie van innovatie beschouwd innovatie als een reeks van activitei-ten c.q. een proces waarbij nieuwe produkactivitei-ten worden gerealiseerd.

De definities uit de periode 1970-1980 (zie grafiek 10) en de definities uit de organisatiekundige hoek (zie grafiek 14) hanteren deze benadering . Ze komt bovendien overeen met de definities van niet-amerikaan-se oorsprong (zie grafiek 18) .

Hypothese 3: De definitie van innovatie beschouwd Innovatie als een proces waarbij voor de organisatie nieuwe produkten en processen worden gerealiseerd .

In de jonge definities (na 1980, zie grafiek 11) wordt deze benadering gevolgd en wordt de nadruk legd op innovatie als een proces waarbij voor de organisatie nieuwe produkten en processen worden ge-realiseerd .

Hypothese 4: In de loop der jaren heeft een verschuiving plaats gevonden In de nadere in-vulling van het begrip innovatrie.

Uit de voorgaande conclusies blijkt dat we deze hypothes kunnen valideren . Er heeft zich inderdaad een verschuiving voltrokken in de invulling van het begrip innovattie

Hypothese 5: De achtergrond van de auteurs (zowel naar vakrichting als naar geografie) is van invloed op de definitie .

(24)

-20-Uit de profielen van de definities naar de verschillende achtergonden (zie grafiek 13 tot en met 15) blijkt dat er een invloed bespeurbaar is van de achtergrond van de auteurs op de wijze waarop de definitie wordt ingevuld.

4 .5 Tenslotte

Uit het voorgaande komt een beeld naar voren van de belangstelling voor het onderwerp innovatie : • Met name in de jaren zeventig is er veel belangstelling voor het onderwerp innovatie . • Er in Amerika meer definities gegenereerd dan in Europa .

• De achtergronden voor de definities liggen sterk in vlak van de orgnisatie-wetenschappen . In de jaren zeventig is er een opleving vanuit andere vakgebieden (waaronder de technische) te bespeuren.

• In de loop der jaren verandert het profiel van de definities ; de objectdefinities maken plaats voor de aktiviteits- en procesdefinities, de externe stimuli worden vaker geïncorpereerd, er wordt vaker over produktinnovaties gesproken .

(25)

-21-5 . NIEUWE DEFINITIES

5 .1 Variabelen

Om te komen tot een definitie van het begrip innovatie dienen we allereerst naar de variabelen die een definitie dient te bevatten te kijken. In de voorgaande analyse zijn deze variabelen reeds naar voren ge-komen . In dit tweede deel zullen we opnieuw definiëren .

5 .1 .1 Verandering

Vernieuwingen houden altijd veranderingen in . We spreken bijvoorbeeld van een nieuw produkt omdat het produkt anders is dan zijn voorganger . Of omdat er voor die specifieke behoefte nog geen produkt op de markt was . Of omdat het produkt anders gemaakt, anders gerealiseerd wordt .

Wanneer we spreken over veranderingen zijn er een aantal vraagstellingen relevant :

• a) Waarin treden de veranderingen in op ? Treden ze op in een produkt, in een technologie, een markt, een organisatie ?

• b) Wat voor soort verandering is het ? Of, anders gezegd, wat is de mate van verandering? Is er sprake van een grote of van een kleine verandering ? Is het een evolutionaire verandering of een revolutionaire verandering ?

• c) Hoe beoordelen we de verandering ? Of, anders gezegd, wie beoordeeld de verandering ? Vanuit welk gezichtspunt, welk referentiekader kijkt die beoordelaar naar de verandering ? • d) In welk tijdsbestek vindt de verandering plaats ? Is het een zeer geleidelijke verandering die

in 'de loop der eeuwen' plaatsvindt, of is het een verandering 'die van de ene op de andere dag' plaatsvindt ?

• e) Is er sprake van een spontane verandering (een mutatie) of is er meer sprake van een doelgericht en bewust veranderen ?

We zullen op deze vraagstellingen afzonderlijk ingaan met het doel om te komen tot een definitie van het begrip Innovatie en daarmee samenhangende begrippen .

Ad a. De funktie/het systeem

Veranderingen treden 'ergens' in op . Dat 'ergens' kan bijvoorbeeld een produktfunktie zijn, of een orga-nisatiestruktuur, of een realisatie-wijze (technologie), of een behoeftepatroon (markt) . We hanteren hier-voor het abstracte begrip "funktie" . Bij een verandering in een produktfunktie kunnen we ons de (huiskamer)radio voorstellen die op een bepaald moment veranderd in een auto-radio . Bij veranderingen in een organisatiestruktuur kunnen we denken aan de toevoeging van een afdeling Marketing of een af-deling Ontwikkeling aan een bedrijf . Bij een verandering in een realisatie-wijze kunnen we denken aan de toevoeging van andere methoden en technieken . Bij veranderingen in behoefte-patronen kunnen we spreken over marktveranderingen . Waarbij dan eventueel nog een onderscheid valt te maken in de pri-maire, de secundaire, de tertiaire funktie .

Zo kunnen we dus spreken over produktveranderingen, organisatieveranderingen, technologische ver-anderingen en marktverver-anderingen . Waarbij het begip funktie gebruikt wordt om het systeem waarin de verandering optreedt aan te geven . Er treedt een verandering op in een funktie die door het systeem ge-realiseerd wordt .

De definitie van Innovatie zal dus aan dienen te geven waarin de verandering optreedt . Hiervoor is het begrip funktie bruikbaar .

Ad b . De mate

Veranderingen hebben een bepaald karakter . Zo zijn er kleine veranderingen . Zoals ethetische verande-ringen in een produkt (kleurverandeverande-ringen), een nieuw model van een auto, een ander model van een koffie-apparaat . Maar er zijn ook grote veranderingen . Dit zijn de meer fundamentele veranderingen, zo-als de uitvindingen . Zozo-als de uitvinding van de dieselmotor . Of de uitvinding van de technologie om mi-kro-elektronische schakelingen te fabriceren . Blijkbaar is de omvang, de schaal van de verandering mede van invloed op de interpretatie van het begrip innovatie . De verandering die in het systeem optreedt is een discontinuiteit . Deze discontinuiteit is nu als een'sprong'te betitelen . En er zijn grote en kleine'spron-gen' .

De definitie van Innovatie zal het element van de omvang van de discontinuiteit dienen aan te geven. Hiervoor is het begrip 'sprong' bruikbaar. Die funktie wordt door het onder-havige systeem gerealiseerd .

(26)

-22-Ad c. Het gezichtspunt

Een verandering wordt altijd beoordeeld . En wel vanuit een bepaald referentiekader. We kunnen hier ook spreken van een gezichtspunt . Zo kan de ene beoordelaar van een verandering verklaren dat, gezien vanuit zijn referentiekader, er sprake is van een kleine verandering . Terwijl een ander, kijkende naar de-zelfde verandering maar oordelende vanuit een totaal ander kader, spreekt over een grote verandering . In definities zien we vaak dat gekeken wordt 'vanuit het bedrijf', of 'vanuit de organisatie' . Voor de beoor-deling van een 'innovatie' is het dus belangrijk om het gezichtspunt aan te geven .

Hier zien we het element van het referentiekader, het gezichtpunt, naar voren komen . De definitie van Innovatie zal dit gezichtspunt dus dienen te bevatten .

Ad d . Het tijdsbestek

In het verlengde van het gezichtspunt ligt het tijdsbestek waarin een verandering optreedt . Zo zal een ge-lijke verandering die zich afspeelt over een periode van een eeuw (t1), een heel ander beoordeling krij-gen dan wannneer die verandering zich in een jaar (t2) voltrekt . Om het maar eens wiskundig uit te drukken :

als y(1) = y(2) en t(1)>t(2) dan is : f y(1)/t(1)<f y(2)/t(2) .

Hier zien we het element van het tijdsbestek naar voren komen . De definitie zal een ver-wijzing naar dat tijdsbestek dienen te hebben .

Ad e. Doelgerichtheid

Achter de veranderingen in een systeem waar we hier over spreken (een produkt, een markt, een tech-nologie, een organisatie) zit altijd een menselijk handelen . Een uitvinding vindt niet vanzelf plaats . Een verandering in een organisatie wordt altijd door mensen geïnitieerd en gerealiseerd . Een markt is gekop-peld als (menselijke) behoeftes en darmee ook met menselijk handelen . Het feit dat er een specifiek ver-andering optreedt in een systeem heeft dus te maken met menselijk handelen . Het zijn daarmee doelgerichte handelingen omdat de verandering gericht is op aanpassing aan gewijzigde omstandighe-den . We kunnen hiermee een onderscheidt maken met 'mutaties' . Zijnde een niet-doelgericht (mense-lijk) handelen .

De definitie van Innovatie zal dus het element van doelgerichtheid dienen te bevatten .

5 .1 .2 Systeembenadering

We hebben nu een aantal elementen die nodig zijn voor de opbouw van de definitie van innovatie hier beschouwd . De vraag is of er ook een andere wijze dan de hiervoor gehanteerde om naar veranderin-gen te kijken . We spraken over funkties en systeemen . Een funktie is het resultaat van een systeem. Zo heeft een produkt-systeem polshorloge de funktie 'tijdmeten' . En een produkt-systeem auto de funktie 'transport' . Dit betekent dat we ook kunnen proberen om de systeembenadering te hanteren om het be-grip innovatie te precisieren . We dienen dan de volgende aspecten te beschouwen :

• a) Als we over veranderingen in een systeem spreken, waar treden die veranderingen in het systeem dan precies op ?

• b) is er een indeling te maken van soorten veranderingen gekoppeld aan de specifieke positie in het systeem ?

• c) Kunnen we spreken overeen specifiek gebied van veranderingen in systemen waarop een mogelijke definitie van innovatie betrekking heeft ?

Ad a. Veranderingen in systemen

We hebben gezien dat veranderingen optreden in een funktie en dat er sprake is van een sprong . Dit zijn objectieve elementen . Een funktie is, wiskundig gezien, het 'afhankelijke resultaat' van een aantal 'onaf-hankelijke variabelen' ; Y=f (x) . Die funktie wordt gerealiseerd door een systeem . Soms een klein sys-teem, bijvoorbeeld het koffiezet-systeem dat de funktie 'koffie-zetten' realiseert . Soms een omvangrijk systeem als we aan een technologisch systeem denken waarmee een specifieke realisatie-funktie wordt gerealiseerd . Of het socio-technische systeem van een organisatie . Een systeem bestaat uit systeemva-riabelen . Zo heeft een produkt de systeemvasysteemva-riabelen 'kleur', 'materiaal', etc . Als er een verandering in een funktie optreedt kan dat het gevolg zijn van een aantal mogelijkheden :

(27)

-23-•!n één of meerdere systeemvariabelen treedt een verandering in de waarde op . Bijvoorbeeld in de systeemvariabele kleur treedt een verandering op en het produkt wordt roze in plaats van blauw. We noemen dit Categorie 1 veranderingen.

• Het systeem krijgt een of meerdere nieuwe systeemvariabelen. Het bekende voorbeeld is het (elektronische) horloge dat een rekenfunktie erbij krijgt . De produktfunktie wordt daarmee veranderd door de toevoeging van een nieuwe (deel )funktie . We noemen dit Categorie ll veranderingen.

• Er wordt een compleet nieuw systeem gevormd waarbij alle aanwezige systeem- variabelen veranderen. We noemen dit Categorie Ill veranderingen .

Ad b. Gebieden

We zien dat het totale gebied van veranderingen hiermee opgedeeld wordt in meerdere gebieden . Waar-bij er sprake is van kleine veranderingen als we over de categorie /praten en van zeer fundamentele ver-anderingen als we over categorie ƒ11 praten. Blijkbaar is er sprake van een continuum, een spectrum van veranderingen.

Ad c . Verandertngs-spectrum

Er valt hiermee een spectrum te onderscheiden van veranderingen in een systeem. Waarbij aan ene kant van het spectrum de kleine veranderingen liggen, en aan de ander kant de grote veranderingen. De ca-tegorie 1 van de (produkt-)aanpassingen ligt dan bv . links . Terwijl de uitvindingen (caca-tegorie III) rechts in het spectrum liggen . We zouden hiermee kunnen aangeven dat er drie gebieden zijn voor veranderin-gen . Met ieder een eiveranderin-gen naam :

• Wijzigingen : De veranderingen in het systeem behelsen veranderingen van een waarde van een of meer systeemvariabelen.

• Innovaties: De veranderingen behelsen hier veranderingen in het aantal systeem- variabelen. • Uitvindingen : Compleet nieuwe systemen worden ontwikkeld.

5.2 Definities

We spreken dusin het navolgende over het gebied waarin de veranderingen het aantal systeemvariabe-len behelsen . We kunnen dan een poging doen op basis van het voorgaande tot definites te komen die de genoemde variabelen bevatten en van het begrip systeem gebruik maken

5 .2.1 Innovatie

We kunnen dan stellen dat :

• innovaties hebben altijd betrekking op veranderingen . . . . . • en wel veranderingen in een systeem. . . .

• die vanuit een bepaald gezichtspunt . .. . . . • en binnen een bepaald tqdsbestek . . . : . . • een sprongsgewijs karakter hebben.

En, als we een koppeling met de systeembenadering willen aanbrengen, we zouden kunnen stellen dat innovaties dan thuis horen in categorie tl . We kunnen nu spreken over produkt-innovaties als 'sprongs-gewijze veranderingen in een produktsysteem', over technologische innovaties als 'veranderingen in een realisatie-systeem', over organisatie-innovaties als 'veranderingen in de struktuur van een organisatie', over marktinnovaties als 'veranderingen in een behoefte-systeem' . De volgende definitie is dan moge-lijk :

Een Innovatie Is een verandering in een systeem die, vanuit een bepaald gezichtspunt en binnen een bepaald tijdsbestek als sprongsgewijs wordt ervaren .

Op deze wijze hebben we een definitie geformuleerd waarin zowel een objectief element ais een subjec-tief element aanwezig is . Het objectieve element is (1) de verandering in (2) een systeem . Het subjectie-ve element is (3) de grote van de sprong zoals die optreedt in (4) een bepaald tijdsbestek, gezien (5) vanuit een bepaald gezichtspunt.

(28)

-24-5 .2 .2 Innovatiespectrum

We plaatsen innovaties in Categorie II . Doch ook daar is sprake van een grote verscheidenheid . Een ver-scheidenheid die bepaald wordt door een aantal objectieve criteria en een aantal subjectieve criteria . De verscheidenheid wordt in feite bepaald door (de interpretatie van) de sprong . En daarmee krijgen we ook

hier een spectrum : het innoavtiespectrum . Is er sprake van een kleine sprong (die meer is dan de eerder genoemde aanpassingen die slaan op wijzigingen in waarden van systeemvariabelen) dan zitten we links

in het Innovatiespectrum . Is er sprake van grote sprongen in categorie II dan zitten we rechts in het In-novatiespectrum .

Het Innovatiespectrum Is het gebied van veranderingen In een systeem die als Innovatie betiteld kunnen worden.

5 .2.3 Innoveren

'Veranderen' is het werkwoord dat bij het zelfstandig naamwoord 'verandering' behoort . Zo is 'innoveren' het werkwoord dat bij het zelfstandig naamwoord 'innovatie' behoort . Het werkwoord slaat in beide ge-vallen op een reeks van handelingen die op een bepaalde manier met elkaar samenhangen. Het zijn doelgerichte handelingen (dit in tegenstelling tot het 'muteren' dat bij de spontane verandering 'mutatie' behoort) . Innoveren is dan te definieren als :

Innoveren is een reeks van samenhangende, doelgerichte handelingen die resulteren In verandering in een systeem die, vanuit een bepaald gezichtspunt en binnen een bepaald tijdsbestek als sprongsgewijs wordt ervaren.

5 .2 .41i n novatieproces

Handelingen die op een bepaalde manier met elkaar samenhangen, vormen een aktiviteit . Een reeks van samenhangende, doelgerichte aktiviteiten vormt een proces . Zo kunnen we van een veranderingsproces spreken als 'een reeks van doelgerichte, samenhangende aktivititen dat leidt tot een verandering' . Een innovatieproces is dan een veranderingsproces dat gericht is op het realiseren van een innovatie . We kunnen een innovatieproces dan als volgt definieren :

Een Innovatieproces is een reeks van samenhangende, doelgerichte aktiviteiten die resul-teren In verandering In een systeem die, vanuit een bepaald gezichtspunt en binnen een bepaald tijdsbestek als sprongsgewijs wordt ervaren.

5.2 .5 Management van Innovatieprocessen :

We zagen dan er sprake dient te zijn van doelgerichte en samenhangende aktiviteiten die op zich weer gericht zijn op een bepaald resultaat . Het bepalen van een doel ('goal setting'), het coordineren van ak-tiviteiten, het controleren van resultaten van akak-tiviteiten, valt allemaal onder het begrip 'management' . Het zijn allen aktiviteiten die gericht zijn op beheersing ('control') . We kunnen dan ook het begrip 'Mana-gement van Innovatieprocessen' definieren als :

Het management van een Innovatieproces zijn die aktiviteiten die gericht zijn op het be-heersen van een innovatieproces. Waarbij het Innovatieproces een reeks van samenhan-gende, doelgerichte aktiviteiten is die resulteren in verandering in een systeem die, van-uit een bepaald gezichtspunt en binnen een bepaald tijdsbestek als sprongsgewijs wordt ervaren .

(29)
(30)

Bijlage 1-2

DEFINITIE 1 :

Bron : Achtergrond :

DEFINITIE 2 :

Bron : Achtergrond : DEFINITIE 3 : Bron : Achtergrond : DEFINITIE 4 : Bron : Achtergrond : DEFINITIE 5 : Bron : Achtergond :

DEFINITIE 6 :

Bron : Achtergrond :

ARCHER 1971

Technological Innovation : (.. .. . ..) initiated by: discovery/Invention (. .. . ..), pha-se 1 : adoption, phapha-se 2 : refinement )or aborted , phase 3 : generallsation (. . . .), terminated by : diffusion/supersessfon . (blz 1)

Archer, Dr.L .B . ;

Technological Innovation, a methodology . 66 blz . Science Policy Foundation, 1971 .

UK, Research professor & head of department Industrial Design (Engineering) Research Unit Royal College of Art, London

BARNETT 1973

An Innovation is here defined as any thought, behavior, or thing, that is new because Its qualitatively different from excisting forms (. . .) a comprehensive term covering all kinds of mental constructs, whether they can be given sen-sible representation or not. (biz. 7)

Barnett, H .G . ;

Innovation : the basis of cultural change . MacGraw Hill, 462 blz ., 1953 . USA, Professor in Antropologie

BATELLE 1973

It Is a complex series of activities beginning at first conception, when the orl-glnal idea Is conceived; (. . .) ; and ending at first realization when an industrial-ly $uccesfu,U product, which may actualindustrial-ly be a thing, a technique, or a pro-cess, is accepted in the marketplace .

Batell Columbus Laboratories, Nationjal Science Foundation, 1973 . USA, management & businessconsultants

BECKER ~967

We suggest defining Innovation as the first or early use of an idea byone of a set of organizations with simular goals. (biz.2)

Becket, S .W. ; Whisler, T.C . ; The Innovative Organization .

Journal of Business, 1967, vol . 40, 8 blz .

USA, resp . associate professor of psychology en professor of industrial relations, Graduate School of Business, University of Chicago

BECKERS 1974

Innovatie is het met succes Invoeren van iets nieuws . (blz. 18) Beckers, Ir.P.J .M . (ed .) ;

Innovatieprocessen in de Nederlandse industrie, 158 blz . TNO, 1974 Nederland, TNO, bedrijfskundig/technische achtergrond

BOTTER 1980

Het begrip technische Innovatie gebruikt men voor het met succes op de markt brengen van nieuwe of gewijzigde produkten, waarin nieuwe techni-sche vindingen of combinaties van vindingen zijn verwerkt (blz . 229).

Botter, prof.ir. C .H . ;

Industrie en Organisatie . 267 blz . Kluwer, 1980

Nederland, verbonden aan de vakgroep organisatie-kunde en decaan van de faculteit bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven .

(31)

Bijlage 1-3 DEFINITIE 7 : Bron : Achtergrond :

DEFINITIE 8 :

Bron : Achtergrond : DEFINITIE 9 : Bron : Achtergrond :

DEFINITIE 10 :

BRIGHT 1968

A unique chronological process (. ..) Is the medium that translates scientific knowledge into physical realities that are changing society .

Bright, J .R . ;

Some management lessons from technological innovational research . Proc .National Conference on Management of Technological Innovation . University ofBbradford Managerment Centre . 1968.

USA,

BURGELMAN 1986

Innovation refers to a company's efforts in instituting new methods of pro-duction and/or bringing new products or services to market ( b!z 10)

Burgelman, R .A . ; Sayles, L.R . ;

Inside corporate innovation . 216 blz ., The Free Press, 1986

USA, Burgelman disserteerde bij Sayles aan de Colombia's Graduate School of Business .

BUIJS 1984

Innovatie is een sprongsgewijze verandering In Product-Markt-Technologie-combinaties van bestaande (industriële) bedrijven. (b12.31)

Buijs, J .A . ;

Innovatie en Interventie . Proefschrift TU Delft, Kluwer, 1984

Nederland, Innovatie-adviesgroep TNO, professor TU-Delft . bedrijfskundig-technische achtergrond .

CARROL 1967

Since we are interested in Innovation as a social process rather than as a pro-duct of a scientific discovery, it was necessary to use some identifiable ma-jor change in the school's structure or procedures as an indication of

innova-tion (biz 1).

Bron : Carrol, J . (vr.) ;

A note on departmental autonomy and innovation in medical schools. 4 blz ., Journal of Business, 1967, vol . 40 .

Achtergrond : USA, Ph .D .-candidate, Department of Sociology, University of Chicago DEFINITIE 11 : CYERT & MARCH 1963

.. . . .New solutions to a problem that currently faces the organziation . (biz 278) Bron : Cyert, R .M . ; March, J .G .

A Behavioral Theory of the Firm . prentice Hall Inc . New yersey, 1963 . Achtergond : USA, gedragswetenschappen .

DEFINITIE 12 : DAVIES 1979

The innovation stage occurs when, and if, the invention /s first commercially introduced by a firm (biz . 1).

Bron : Davies, S . ;

The diffusion of process innovations . 193 blz ., Cambridge University Press, 1979 .

Achtergrond : UK, lecturer in economics, University of Sheffield

DEFINITIE 13 : VAN DIJK 1974

Een innovatieproces is een proces waarbij individueel en collectief genterve-nieerd wordt bij het oplossen van een organisatione/e probleemsituatie . (b1z.111)

Bron : Dijk, J .J .J . van ;

Organisatie in verandering . Universitaire Pers Rotterdam, 1974, 285 blz . . Achtergrond : Nederland, organisatiekunde.

(32)

Bijlage 1-4

It can be defined as changing the yield of resources. Or, (. . .), as changing the satisfaction obtained from resources by the costumer (b1z30).

Bron : Drucker, P.F. ;

Innovation and Entrepreneurship . 258 blz ., Harper & Row, 1985 Achtergrond : USA, historicus

DEFINITIE 15 : DURING 1984

Industriële innovatie is het geheel van activiteiten gericht op het voortbren-gen van producten, het invoeren van productiewijzen dan wel het bedienen van markten die afzonderlijk of in combinatie nieuw zijn voor de betreffende organisatie (b/z .9).

Bron : During, W.E . ;

Innovatieproblematiek in kleine bedrijven . Proefschrift TU Twente, 1984 Achtergrond : Nederland, Wetenschappelijk medewerker TUT .

DEFINITIE 16 : EVAN & BLACK 1967

The implementation of new procedures or Ideas, whether a product of inven-tion or discovery, will be referred to In this paper as an 'innovainven-tion" (biz.1). Bron : Evan, W.M . ; Black, G . ;

innovation in business organizations . 12 blz . Journal of Business, 1967, vol .40 .

Achtergrond : USA resp. professor of sociology & industry, University of Pennsylvania en lid van de Council of Economic Advisers

DEFINITIE 17 : FREEMAN 1974

An Innovation In the economic sense is accomplished only with the first com-mercial transaction involving the new product, process, system or device, alt-hough the word is used also to describe the whole process (biz. 22).

Bron : Freeman, C . ;

The economics of industrial innovation . 409 blz . Penguin, 1974 . Achtergrond : UK, Professor of science policy, University of Sussex .

DEFINITIE 18 : GALBRAITH 1982

Innovation is the process of applying a new idea to create a new proces or product (b/z. 6).

Bron : Galbraith, J .R .

Organizational Dynamics, Winter 1982 .

Achtergrond : USA, professor in management en business administration .

DEFINITIE19 : GOBELI & BROWN 1987

From the producers' view, an Innovation Is the first or early use of a percei-ved, significantly new technology by one of a set of organizations in the same or related Industries.

Bron : Gobeli, D .H . ; Brown, D .J . Analyzing Product Innovation,

Research Management, July-August 1987 Vol . XXX, No .4 . Achtergrond : USA, Professor in Management, resp . Professor of Marketing .

DEFINITIE 20 : HAEFFNER 1972

Innovation is In most cases an irrational process In which the creative ele-ment, the invention Idea appears first and a completed product results after an often long and circuitous deve/opmentroute (biz . 13) .

Bron : Haeffner, E .A . ;

Understanding Innovation, 40 blz ., Institut for industriel evolution, Gothenborg, 1972

Achtergrond : Zweden, dr. in de technische wetenschappen, manager in de chemische research, stichter van het Institut for Innovationstechnik .

(33)

Bijlage 1-5

DEFINITIE 21 : HAGEN & AIKEN 1970

.. . Products produced by organizations (among which service-oriented), that, when first adopted, represented a new program, that is, an Innovation. (biz.

140

Bron : Hagen, J . ; Aiken, M . ;

Social change in complex organizations . Random House, 1970, 170 blz . Achtergrond : USA Department of sociology, University of Wisconsin .

DEFINITIE 22 : HINTERHUBER 1974

1 :Jede Anderung von bedeutung in den Interaktionen oder Wechselwirkun-gen der Unternehmung mit der naturllchen und sozialen Umwelt Ober : A) die einfuhrung neuer oder verbesserter Produkte und DienstielstungeN auf den Markt,

B) die Anwendung neuer oder verbesserter Produktionsverfahren und C) die Beseitigung der schadlichen Aufswirkungen der Verfahren, Produkte und Dienst/eistungen out die naturlichen und sozialen Umwe/t:

2:in der Inneren Struktur der Unternehmung durch Anderungen der Organisa-tionsstruktur.

3:In den Subsystemen der Unternehmung, Reallsatlon elner neuen Produkt-Markt-Kombination. (blz. 26)

Bron : Hinterhuber, H .H . ;

Innovationsdynamik und Unternehmungsfuhrung . Springer Verlag, 1974, 326 blz .. Achtergrond : Oostenrijk, econoom

DEFINITIE 23 : HODGEN 1952

Technical Innovation has taken place when a tool, a device, a skill or a techni-que, however unknown or well-known elsewhere, Is adopted by an Individual In a particular community and is regarded as new by the members of that community.

Bron : Hodgen, M .T. ;

Change and History . Wenner-Gren Foundation, New York, 1952 . Achtergrond : USA,

DEFINITIE 24 : HOLT 1983

Innovation Is a process which covers the use of knowledge or relevant Infor-mation for creation and Introduction of something that Is new and usefull (b/z.13).

Bron : Holt, K . ;

Product Innovation Management . 295 blz ., Buterworth & Co ., 1983 Achtergrond : Noorwegen, professor Industrial Management, universiteit van Trondheim .

DEFINITIE 25 : HUMPHREY 1987

Innovation is the process of turning Ideas into manufacturable and marketa-ble form. (biz 91)

Bron : Humphrey, W.S. ;

Managing for Innovation . 206 blz., Prentice Hall, 1987. Achtergrond : USA, werkzaam bij IBM .

DEFINITIE 26 : HSMO 19868

The technical and commercial steps which lead to the marketing of new man-ufactured products and the commercial use of new technical processes and equipment.

Bron : Technological Innovation in Brittain . HMSO, 1968 . Achtergrond : UK, ? .

(34)

Bijlage 1-6

DEFINITIE 29 : Bron : Achtergrond : DEFINITIE 30 : Bron : Achtergrond : DEFINITIE 31 : Bron : Achtergrond DEFINITIE 32 : Bron : Achtergrond :

Product Innovation Involves the development of radically or incrementally new products (biz.2).

Johne, F.A. ;

How Experienced Product Innovators Organize. 13 blz ., Journal of Productinnovation Management, vol .4, 1984

UK, research and business marketing, bachelor in economics, master in business studies, Ph .D. in marketing .

KANTER 1982

Innovation Is the Introduction of new methods, structures, or products that in-creased the company's capacity (biz 5).

Kanter, R .M . (vr) ;

The middle manager as innovator.

Harvard Busines Review, juli/augustus 1982, 11 blz .,

KANTER 1984

Innovation thus refers to the process of bringing any new, problem-solving or opportunity-adressing Idea Into use.

Kanter, R .M . (vr) ;

SMR-Forum: Innovation - the only hope for times ahead? Sloan management Review, Summer 1984, blz . 51-55 .

USA, Professor of sociology, organization & management, Yale University .

KELLY & KRANTZBERG 1978

The process of Innovation (1) Is a response to either a need or an opportuni-ty; that is, it Is context dependent; (2)depends on creative effort and, If suc-cesfull, results In the Introduction of a novelty; (3)brings about or Induces the need for further change . Something can be new only in relation to some frame of reference . In the Innovation phase It /s the current state of the art (b/z

. 3, b/z 4)

Kelly, P. & Kranzberg, M . (ed) ;

Technological innovation : a critical revieuw of current knowledge . 389 blz., Georgia Tech . Innovation Project-group,

San Francisco Press, 1978 .

USA, Department of Social Sciences, Georgia Institute of Technology .

KNIGHT 1967

An innovation is the adoption of a change which Is new to the organization and to the relevant environment (blz . 1)

Knight, K .E . ;

A descriptive model of the intra-firm innovation process . 19 blz ., Journal of Business, vol . 40, 1967 .

USA, dissertatie aan het Carnegie Institute of Technology, Pittsburgh 1963 ; associate professor Graduate School of Business, Stanford University

KUNKEL 1970

The essence of Innovation Is, in the area of materiel, the novel combination of excisting elements and/or the Invention of new elements. In the behavioral area, Innovation is the expression of new activities (Blz. 256).

Kunkel, J .H . ;

Society and economic growth . 368 blz ., Oxford University Press, 1970 . USA, socioloog .

(35)

Bijlage 1-7

An invention only becomes an innovation when It's transformed into a social-ly usable product.

Bron : Martin, M .J .C . ;

Managing technological innovation and entrepreneurship . Reston Publishing Company, 1984 .341 b1z .

Achtergrond : ?

DEFINITIE 34 : MCLOUGHIN 1970

Innovation Is the introduction of something new and noval relative to some-thing already understood and In excistence (biz 21)

Bron : Mcloughlin, W.G . ;

Fundamentals of Research Management . 245 blz . American Management Association . 1970.

Achtergrond : USA, manager, engineer, professor at Braniff School of Management . DEFINITIE 35 : MANSFIELD 1968

An Invention, when applied for the first time, Is called an Innovation (b/z. 99). Bron : Mansfield, E .

The economics of technological change . 257 blz . WW Norton & Co . 1968 . Achtergrond : USA, Professor of economics, Wharton School, University of Pennsylvania .

DEFINITIE 36 : MEEUWESE 1983

Innovatie is een proces waarin technologie en marketing worden gecombi-neerd (blz. 127).

Bron : Meeuwese, W.A .T.

Bijdrage in : Techniek, innovatie en maatschappij,

D.W. Vaags & J . Wemelsfelder (red), 472 blz ., Het Spectrum, Utrecht, 1983 . Achtergrond : Nederland faculteit Wijsbegeerte & Maatschappijwetenschappen,

Technische Universiteit Eindhoven .

DEFINITIE 37 : MYERS & MARQUIS 1969

Technological Innovation Is a complex activity which proceeds from concep-tualization of a new Idea to a solution of the problem and then to the actual utilization of a new item of economical or social value (. . .) it Is not a single ac-tion but a total process of interrelated subprocesses.

Bron : Myers, S . ; Marquis, D .G . ;

National Science Foundation . 1969 . Achtergrond : USA,

DEFINITIE 38 : DE MEIJER 1983

Technische Innovatie Is . .. het proces dat leidt tot de economische succesvol-le Introduktie van een nieuw produkt of de succesvolsuccesvol-le lmpsuccesvol-lernentatie van een nieuw produktieproces, en waarbij de onderneming zich een haar onver-trouwde technologie heeft moeten eigen maken, of een aantal gekende tech-nologieën op een nieuwe wijze heeft moeten combineren .

Bron : de Meijer, A ; de Clercq, J .;

Technische innovatie en organisatie .

Tijdschrift voor economie en management . Vol. XXVIII, nr.2, 1983 Achtergrond : RU Gent, ?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij de getopte en ongetopte planten in de tweede teelt is het verschil tussen deze behandelingen opgevangen door bij de getopte planten 2 druppelaars per plant te gebruiken..

De meeste ondertoezichtstellingen werden beëindigd volgens plan en dat aandeel nam ook toe in 2019 (figuur 1.5.1). Deze reden gold voor 8 005 beëindigde maatregelen, wat overeenkomt

When various wine yeast strains ferment- ed Beaujolais grape juice under static conditions, the highest glycerol levels were found at 20°C, whereas under agitated

• Uitgeverijen zouden technologieën meer moeten inzetten voor het creëren van nieuwe mogelijkheden in plaats van alleen maar voor het reduceren van de kos- ten.. •

~an 2 am dik sacht aluminium toegepaat in koabinatie eet een elastische plooihouder van 4 me dik superba rubber. Of schoon het bij deze dikte geen enkele

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

We hebben de lijsttrekkers in de drie gemeenten gevraagd wat men in het algemeen van de aandacht van lokale en regionale media voor de verkiezingscampagne vond en vervolgens hoe

Vanuit de centrumgemeente worden hier echter geen extra middelen voor vrijgemaakt terwijl de gemeente Beuningen (alle regiogemeenten) jaarlijks wel een extra solidariteitsbijdrage