• No results found

Disabled body in perspectief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Disabled body in perspectief"

Copied!
66
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Disabled body

in perspectief

Masterscriptie !

Student: Dieneke Bittermann Studentnummer: 6285112!

Datum: 30 November 2015!

Eerste Lezer: mw. prof. dr. K.E. Röttger Tweede Lezer: dr. P.G.F. Eversmann!

Departement: MA Theatre Studies!

Universiteit: Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: 18.793

(2)

Samenvatting

Vanuit de ambitie om de wereld te definiëren en te begrijpen is de mens voortdurend op zoek naar een vorm waarin deze wereld tot uitdrukking komt binnen de werkelijkheid. De wijze waarop vorm kan worden gegeven aan hoe we praten, kijken en de beelden waarvan we gebruik maken, komt volgens Foucault (1972) tot uitdrukking binnen een normaliserend mechanisme: een discours.1 Via een systeem van uitsluiting wordt een onderscheid gemaakt tussen wat juist en wat onjuist is. Dit onderscheid betreffende het lichaam binnen de

academische discipline disability studies aangeduid met disabled en non-disabled body. Het theater kan functioneren als een alternatieve werkelijkheid, een heterotopia, waarbinnen de (controle)mechanismen rondom het concept van normaliteit met behulp van codes, beelden en taal kunnen worden ‘ontleed’ en blootgelegd, aldus Thomas Mitchell.2

De vraag die binnen deze scriptie wordt onderzocht is in hoeverre binnen de performance Limitless de waarneming van het lichaam kan veranderen. Aan de hand van een theoretisch kader wordt de performance bekeken. In plaats van het uitgesloten concept disabled body te onderzoeken, gaan de dansers in Limitless op zoek naar de voorwaarden om als ingesloten constructie te kunnen functioneren. Het mechanisme van normalisering wordt binnen de performance Limitless niet doorbroken. De vorm en de betekenis komen tot uitdrukking binnen het theoretisch kader van deze scriptie. Via de lichamen van de dansers worden vorm en betekenis voor wat betreft het concept van normaliteit binnen de performance onderzocht en geïllustreerd. Het mechanisme blijft hetzelfde, maar de voorwaarden om tot de bedoelde vorm en betekenis te komen, worden herzien. In plaats van te streven naar de ideale

verbeelding van de ‘onwankelbare’ waarheid waarin de normaliteit tot uitdrukking komt, gaan de dansers op zoek naar alternatieve waarheden en stellen deze gedurende de performance tentoon. De voorwaarden voor normaliteit worden binnen de performance gewijzigd. Daar waar de dansers eerder enkel als een disabled body werden gezien, kunnen de dansers aan het einde van de performance als deel van de normaliteit worden opgenomen.

! ! ! !

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

1 Standford Edu. The Discursive Construction of Gender.

15.04.2015<http://web.stanford.edu/~eckert/linguist156/Syll/LexiconMetaphor.html>

(3)

Summary

With the ambition to define and understand the world, one is constantly searching for a form in which this world is reflected in reality. The way in which we talk about, we look at and we make use of images is expressed within a mechanism of normalcy: a discourse, as defined by Foucault (1972).3 By a system of exclusion there is a distinction made between right and wrong. In terms of the body this distinction is indicated with the disabled and the abled body within the academic discipline disability studies. According to Thomas Mitchell theatre can function as an alternative reality (a heterotopia) in which the mechanisms of control concerning the concept of normality can be decomposed by using codes, images and language.4

!

The question that is researched within this thesis is to what extent the performance Limitless can change the perception of the body. The theoretical framework of this thesis defines the form and meaning of normalcy. Then by this theoretical framework the performance is analysed. Within the performance the mechanism of normalization is not disturbed. Instead, the concept of normalcy is investigated and illustrated in form and meaning through the bodies of the dancers. The dancers explore the conditions of an included identity, instead of investigating the concept of an excluded construction, as they appear to be in normalized reality. The mechanism of normalcy remains the same during the performance, but the conditions required to achieve the intended form and meaning are reconsidered. Instead of aiming for the ideal representation of the ‘undeviating’ truth in which normalcy is reflected, the dancers look for alternative truths and expose them during the performance. The concept of normalcy stays the same, but the conditions to achieve the concept are changed within the performance. The mechanism of normalcy is expanded. While in the beginning the dancers appear as disabled bodies, at the end of the performance they can be included as part of normalized reality. ! ! ! ! ! ! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

3 Standford Edu. The Discursive Construction of Gender.

15.04.2015<http://web.stanford.edu/~eckert/linguist156/Syll/LexiconMetaphor.html>

(4)

Inhoudsopgave

Samenvatting 2 Abstract 3 1. Inleiding 5 1.1 Disabled body 5 1.2 Disability theater 6 1.3 Methodologie 7

2. Normaliteit, diversiteit en verder 8

2.1 Het concept van normaliteit 8

2.2 Een discours als handvat 10

2.3 Het normaliserend lichaam 13

2.4 Normaliteit versus diversiteit 15

2.5 De geconstrueerde normaliteit 17

2.6 Van subject naar object 18

2.7 ‘Bewegende’ beelden 20

3. Het theatrale lichaam 23

3.1 Provocatie van de normaliteit 23

3.2 Het lichaam bekeken 25

3.3 De acteur als ‘spiegel’ 27

3.4 Theater als heterotopia 30

3.5 De utopische realiteit 33

4. De disabled performer geherdefinieerd 35

4.1 ‘No Excuses, no Limits’ 35

4.1.1 ILL-Abilities 36 4.1.2 De missie 37 4.1.3 Het vlaggenschip 39 4.2 Limitless 39 4.2.1 Solo’s 40 4.2.2 Routine 41 4.2.3 Collectieve slotstuk 45

4.3 Limitless een zoektocht 46

4.3.1 Limitless in beelden 48

4.3.2 De danser als zichzelf 50

4.4 Een alternatieve waarheid 52

5. Conclusie 54

5.1 Geconstrueerde normaliteit 54

5.2 Disabled body 56

5.3 Disabled body in perspectief 57

6. Bijlagen 59

6.1 Voorstelling verslag 59

(5)

1. Inleiding

‘De tijd voor echte gelijkheid is nu.’5

1.1 De disabled body

‘Disabled body in perspectief’ onderzoekt of en waar het theater de waarneming van de disabled body kan veranderen. Volgens de Oxford Dictionaries is een disabled body een staat van zijn van het lichaam waardoor bewegingen, zintuigen en/of activiteiten worden beperkt.6 De disabled body wordt binnen deze context tegenover de disabled body gezet. De non-disabled body is het lichaam waarbij geen sprake is van enige beperking. Waar de grens ligt of, en wanneer een lichaam wordt beperkt in zijn bewegingen, zintuigen en activiteiten is discutabel en moet ieder moment opnieuw worden bepaald. Een onderscheid tussen de disabled en de non-disabled body kan onder andere worden teruggezien bij de Olympische Spelen waar voor deelname het lichaam van de sporter aan vastgestelde eisen moet voldoen. Het lichaam dat niet aan deze eisen voldoet kan echter wel als topsporter functioneren, maar binnen een aangepast kader: bijvoorbeeld de Paralympische Spelen. De disabled body is een term die binnen de academische stroming disability studies wordt gebruikt om het lichaam dat in zijn fysieke verschijning afwijkt van de norm te definiëren. Deze norm is onderhevig aan een voortdurende verandering binnen de samenleving en deze zal steeds moeten worden geherdefinieerd. Disability studies (opgericht in 1982) is een relatief nieuwe academische discipline waarbij de betekenis, de verschijning en de consequenties van een fysieke en/of mentale beperking van het lichaam worden onderzocht. Dit onderzoek richt zich met name op het beperkte lichaam als sociale constructie en gaat onder meer over het onderscheid dat bestaat tussen de begrippen impairment en disability.7 Binnen de context van deze scriptie zal ik gebruik maken van de terminologie zoals deze bestaat binnen de vakliteratuur van

disability studies. Ik zal werken met de term disabled body wanneer het lichaam afwijkt van de norm zoals die in deze scriptie zal worden gedefinieerd.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

5 Selby, Jenn. Viktoria Modesta: Meet the world’s first ‘bionic’ pop star. Vertaald door: Dieneke Bittermann. In: The Independent. People. 24.12.2014. 20.04.2014< http://www.independent.co.uk/news/people/viktoria-modesta-meet-the-worlds-first-bionic-pop-star-9944404.html>

6 Oxford dictionaries. Disability. Oxford University Press. 2015.

25.04.2015<http://www.oxforddictionaries.com/definition/english/disability>

(6)

1.2 Disability theatre

Niet alleen binnen de topsport wordt er een onderscheid gemaakt tussen de disabled en de non-disabled body, ook binnen de performatieve kunsten is dit onderscheid steeds vaker te zien. Zo maakte het Nederlandse gezelschap Wij zijn 5D deze zomer (2015) voorstellingen voor theaterfestivals als Oerol en de Parade. Hierbij lag de focus op het maken van

‘toegankelijk theater’ voor mensen met én zonder beperking, zowel fysiek als mentaal.8 De volgende stap, voor wat betreft de disabled body, is de (volledige) incorporatie van de disabled body binnen een theatrale context. In landen als Engeland, Schotland en de Verenigde Staten is de integratie van de disabled body al veel verder ontwikkeld in

vergelijking tot Nederland. Een theatergezelschap dat al meer dan twintig jaar onderzoek doet naar deze incorporatie alsook het maken van toegankelijk theater voor de disabled

toeschouwer is Birds of Paradise (Schotland).9 Andere voorbeelden die als vooruitstrevend en innovatief kunnen worden beschouwd zijn het gezelschap Deaf West Theatre (Amerika) met de musical Spring Awakening, de performer Claire Cunningham (Schotland) en de popartiest Victoria Modesta (Engeland). Er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar de disabled body in de performatieve kunsten. Wel is er door onder andere Rikke Gürgens Gjærum, Jens Ineland, Lennart Sauer, J. Swain en S. French onderzoek gedaan naar de kunstvorm disability theatre. Allen komen tot de conclusie dat de incorporatie van de disabled body binnen de kunsten een uitdaging is en dat dit op esthetische wijze binnen het theater moet worden onderzocht. 10 Ondanks alle uitdagingen die deze vorm van lichamelijkheid met zich mee kan brengen hoeft het volgens de onderzoekers geen obstakel te zijn.11 Verder zou de incorporatie van de disabled body binnen de kunsten de houding van de toeschouwer ten opzichte deze vorm van lichamelijkheid in de samenleving kunnen veranderen.12 Een performance die voor

mij illustratief is met betrekking tot het tentoonstellen van de disabled body in verschillende vormen binnen een performatieve context is Limitless van dansgroep ILL-Abilities. Deze performance onderzoekt de verschillende mogelijkheden van het tonen van de disabled body ondanks de schijnbare beperkingen die het lichaam lijkt te bezitten.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

8 Wij zijn 5D. Toegankelijk Theatermaken. Stichting 5D. Amsterdam. 2015. 10.02.2015<http://www.wijzijn5d.nl/wijzijn5d/> 9 Callum. Taking Flight: Birds of Paradise Theatre. Access Magazine. 08.05.2014.

10.06.2015<http://www.accessmagazine.co.uk/taking-flight-birds-paradise-theatre/>

10 Gürgens Gjærum, R., Ineland, J. en Sauer, L. The Story about Theater Organizations, the Public's Approval, and the

Actors' Identity Formation in Nordic Disability Theater, Journal of Social Work in Disability & Rehabilitation. 9. 2010: 4 -

260

11 Swain, J. and S. French. Towards an Affirmative Model of Disability. Disability and Society 15, no. 4. 2000: 578 12 Lingling Zhang & Beth Haller. Consuming Image: How Mass Media Impact the Identity of People with Disabilities, Communication Quarterly, 61. 2013: 3 - 329.

(7)

Deze beperkingen komen tot uitdrukking tegen de achtergrond van een geldende norm die binnen de performance wordt onderzocht.

1.3 Methodologie

Deze scriptie is een literatuurstudie met daaraan gekoppeld een analyse van bovenstaande performance, opgebouwd uit drie hoofdstukken en een conclusie. De eerste twee

hoofdstukken vormen de theoretische onderbouwing om vervolgens tot een analyse van Limitless te komen. In het eerste hoofdstuk Normaliteit, diversiteit en verder, wordt de notie discours zoals geïntroduceerd door Foucault en het concept van normaliteit en diversiteit zoals geïntroduceerd door Lennard Davis in The End of Normal (2013), uiteengezet. De norm waaraan het lichaam zich spiegelt om tot de definitie van disabled of non-disabled te komen wordt in dit hoofdstuk beschreven. Het volgende hoofdstuk Het theatrale lichaam gaat hier verder op in. Het getoonde lichaam van de acteur wordt in dit hoofdstuk geplaatst binnen een performatieve context. Het hoofdstuk behandelt het lichaam van de performer en de wijze waarop dit lichaam functioneert. Vervolgens wordt beschreven hoe het lichaam van de performer communiceert met de toeschouwer. Dit hoofdstuk gaat over de manier van kijken en de ruimte voor interpretatie die hierbij kan ontstaan. Het theater kan binnen de gedachte van Foucault in Of Other Spaces: Utopias and Heterotopias worden gezien als een

heterotopia. Een heterotopia is een plek die bestaat naast de wereld, maar in tegenstelling tot een utopie wel echt bestaat. Hierdoor kan het theater een andere invulling geven aan de realiteit en kunnen binnen een theatrale context verschillende perspectieven worden getoond. Het laatste hoofdstuk De disabled performer geherdefinieerd is de analyse van Limitless. In de dansperformance Limitless van de dansgroep ILL-Abilities wordt de disabled body tentoongesteld. De beelden rondom de disabled body en de non-disabled body worden naast elkaar gezet, met elkaar vergeleken en aan elkaar gelijkgesteld. Maar hoe functioneren deze lichamen van de performers ten opzichte van de concepten normaliteit en diversiteit en hoe functioneren ze in de context van hun eigen performance? Hoe gaan de performers van de voorstelling Limitless om met de beelden zoals die bestaan rondom de disabled body en op welke wijze wordt het lichaam zelf ingezet als beeld en is het in staat zichzelf te

herdefiniëren? Hiermee kom ik in mijn conclusie tot de beantwoording van mijn hoofdvraag. Want in hoeverre is de performance Limitless in staat om binnen de performatieve context van de eigen performance de waarneming van een lichaam te veranderen?

(8)

2. Normaliteit, diversiteit en verder

‘Wanneer er sprake is van een afwijking aan de gestelde anatomische eisen wordt dit als invalide aangeduid.’13

2.1 Het concept van normaliteit

De voorstelling Limitless van ILL-Abilities is maar één voorbeeld van een kunstvorm die ook wel disability theatre wordt genoemd. Disability theatre is een Engelse benaming voor de theatervorm waarbij makers en spelers een fysieke of mentale beperking kunnen hebben. Daarnaast worden de performances binnen het genre disability theatre ook vaak gemaakt met als doel de toegankelijkheid voor de disabled toeschouwer te vergroten. Om deze

toegankelijkheid te ontwikkelen kan er van creative access gebruik worden gemaakt. Creative access zijn creatieve toevoegingen aan de performances.14 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het gebruik van gebarentaal en/of boventiteling van de dramatekst. In Amerika, Engeland en Schotland is deze theatervorm in vergelijking met Nederland al veel verder onderzocht en is het een begrip met een eigen identiteit. De performances die behoren tot de categorie disability art onderscheiden zich niet alleen in vorm en/of kwaliteit, maar ook - en met name - in de verschijning van de performers zelf en de creatieve oplossingen die worden gebruikt om de voorstelling toegankelijk te maken. De performers van de voorstelling

Limitless hebben allen een disabled body dat wordt ingezet als wezenlijk onderdeel van de voorstelling. Naast performers of makers zijn de artiesten ook vaak voorvechters van de incorporatie van de disabled body in de samenleving. Bij de voorstelling Limitless van ILL-Abilities gaat het vooral over het tonen van de mogelijkheden van de disabled body op het toneel.15 Het lichaam wordt voortdurend bekeken en beoordeeld door zijn omgeving. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van een aantal kenmerken, een soort handvatten met een normaliserende functie. Aan de hand van deze normen kan bijvoorbeeld worden vastgesteld of een topsporter op basis van zijn/haar lichaam mag meedoen aan de Olympische Spelen of dat er sprake is van een disabled body waardoor hij/zij mogelijk kan meedoen aan de

Paralympische Spelen. Ook bij het theater worden deze normen toegepast en is er over het algemeen sprake van een verwachtingspatroon. Zo moet het lichaam van de mens vanuit dit !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

13 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. Vertaald door: Dieneke Bittermann. London and New York. Routledge. December 2003. p: 7

14 Garry Robson en Robert Sofley Gale. Symposium Januari. Bij stichting 5D. 15 ILL-Abilities. No excuses, No limits. 2013. <http://illabilities.com>

(9)

perspectief in zijn verschijning voldoen aan bepaalde vastgelegde anatomische eisen. Deze anatomische eisen zijn in ieder anatomieboek te vinden. Hierdoor wordt er met verkregen kennis en door opvoeding vormgegeven aan de verschijning van het lichaam van de mens (figuur 1).

Figuur 1: De anatomische vorm van het lichaam

Indien het lichaam niet voldoet aan deze gestelde verwachting, spreekt men van een

afwijking. Op het moment dat de afwijking als beperkend wordt ervaren door het lichaam zelf of de omgeving wordt er binnen disability studies gesproken over een disabled body.16

Disability studies is een academische discipline die de disabled body onderzoekt als sociale constructie in de verschillende lagen van de samenleving. De terminologie wat betreft de disabled body, zoals die bestaat binnen disability studies, zal de terminologie zijn zoals gebruikt in deze scriptie. Binnen bovenstaand verwachtingspatroon wordt het lichaam dat niet voldoet aan deze anatomische eisen aangeduid als abnormaal en hiermee onderscheiden van de fysieke verschijningen die wel aan de ‘gestelde’ eisen voldoen. Het definiëren van het lichaam als normaal of abnormaal impliceert verschillen en overeenkomsten tussen lichamen. Naast de anatomische eisen, de fysieke voorwaarden waar het lichaam aan moet voldoen, gelden er ook psychologische eisen.17 ‘Het bewustzijn is de enige reden dat we nadenken over het feit dat we bestaan’, aldus Hans Moravec.18 Het bestaan als mens is een product van zelfinterpretatie. Zonder het bewustzijn kan het lichaam zich geen existentiële vragen stellen. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

16 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. p: 7 17 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P:7

(10)

Zoals Descartes zei: ‘Ik denk, dus ik ben’.19 Hiervan uitgaande kunnen we stellen dat het lichaam zonder bewustzijn niet als zodanig zou bestaan. De mens spiegelt zich voortdurend en op allerlei verschillende niveaus aan de gestelde norm waarvan op dat moment sprake is. Wanneer iemand afwijkt van deze norm, dan valt dat op. De mens is voortdurend op zoek naar een wijze om de wereld te interpreteren en in te delen. Een vorm van houvast om op die manier zichzelf een identiteit, vorm en beeld te kunnen toekennen. Dit proces van het creëren van houvast en het interpreteren van de wereld wordt door Foucault beschreven in The Archaeology of Knowledge (1972). Hij gaat hierin op zoek naar een mogelijkheid om op een of andere manier een eenheid te formuleren bij een verzameling van losse

gebeurtenissen/verschijnselen.20 Foucault maakt hierbij gebruik van zijn begrip discours. Het begrip discours is een Franse term en omvat het schrijven en praten binnen de context van de werkelijkheid. Een discours is een normaliserend mechanisme, waardoor vorm en betekenis kan worden gegeven aan de wijze waarop we praten, aan dat wat we zien en aan de beelden waarvan gebruik wordt gemaakt.21 Alles met als doel dat de mens zichzelf en de ander begrijpt en kan definiëren.22 Er ‘ligt’ in een discours kennis opgeslagen en normen en waarden zijn vastgesteld.

2.2 Een discours als handvat

Met de ambitie om eenheid te formuleren bij een verzameling van losse gebeurtenissen introduceerde Foucault het concept van een discours. Foucault kijkt naar de geschiedenis aan de hand van losse gebeurtenissen probeert een patroon te vinden waardoor verschillende gebeurtenissen met elkaar verbonden kunnen worden. Bij de vorming van een discours speelt taal een belangrijke rol. De wereld en zijn werkelijkheid komen tot ons (als mens) door middel van taal. In de betekenis die Foucault hieraan geeft creëert taal representaties van de werkelijkheid die niet zozeer alleen presenteren, maar ook bijdragen aan het construeren van deze werkelijkheid.23 Door vervolgens met behulp van een discours naar de werkelijkheid te kijken is het mogelijk om deze ‘in te delen’. Een groep (taal)tekens die allen betrekking hebben op elkaar vormen een eenheid, een norm. Niet alleen de (taal)tekens zelf, maar ook de

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

19 Descartes, René. Principia Philosophiae. 1644

20Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972: 1-19.

21 Standford Edu. The Discursive Construction of Gender.

15.04.2015<http://web.stanford.edu/~eckert/linguist156/Syll/LexiconMetaphor.html>

22 Foucault, Michel. In: Kuppers, Petra. Studying Disability arts and Culture. Palgrave Macmillan. 2014. p: 21 23 Jorgens, Marianne., L.J. Phillips. The field of Discourse Analysis. Discourse Analysis as Theory and Method. P: 9

(11)

handeling tot het komen van een formulering van deze tekens vormen het discours. Het discours is in staat om zichzelf te formuleren, doordat het zichzelf ook construeert.24 De realiteit komt tot ons, de mens als subject, via taal. Taal is echter niet het medium waardoor informatie wordt doorgegeven, in plaats daarvan functioneert het als een systeem dat betekenissen genereert. Taal is opgebouwd uit een systeem van tekens. Deze tekens zijn betekenaars die een betekenis hebben en vervolgens met eigen (en andere) betekenis weer een betekenis geven aan andere tekens. De wijze waarop objecten betekenis krijgen binnen de werkelijkheid, vindt plaats met behulp van een discours. Naast het begrip discours maakt Foucault gebruik van het begrip discursieve formatie. Een discursieve formatie is een formatie van objecten, van subjectieve posities, van concepten of van strategische keuzes. Binnen de context van het discours zoals beschreven door Foucault en zoals gebruikt in deze scriptie wordt met een discursieve formatie een formatie van concepten bedoeld.25 Binnen een discursieve formatie liggen de statements - een serie van (taal)tekens die binnen het discours bij elkaar horen - van het discours beschreven en de betekenis die ze vervolgens binnen het desbetreffende discours hebben. Dat is ook de problematiek waarvan in deze scriptie sprake is. Wanneer bepaalde tekens in relatie tot elkaar worden gepresenteerd dan is dat ook de constructie van de waarheid. Hoe vaker de constructie van de waarheid binnen een bepaalde context wordt gebruikt hoe meer het bestaansrecht van deze waarheid wordt gestabiliseerd en als norm wordt ervaren.26 Wanneer dezelfde (taal)tekens in een andere constructie, door ze te herschikken, tot uitdrukking komen, ontstaat er een nieuwe waarheid. Een discours gaat over de wijze waarop wordt gesproken en de wijze waarop deze werkelijkheid vervolgens wordt begrepen.27 Er kan worden gesproken over een economisch discours, een cultureel discours, een sociaal discours en een medisch discours. Een discours functioneert zowel op micro- als op macroniveau en omvat niet alleen concrete fenomenen, maar ook filosofische

onderwerpen. Een discours bestaat binnen de werkelijkheid van de samenleving, maar is tegelijkertijd ook onderhevig aan de ontwikkelingen van diezelfde samenleving. Zo bepalen sociale, historische, culturele en economische ontwikkelingen de patronen waardoor een discours vorm krijgt.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

24Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972. P: 1!

25Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972. P: 116

26 Jorgens, Marianne., L.J. Phillips. The field of Discourse Analysis. Discourse Analysis as Theory and Method. P: 12! 27 Jorgens, Marianne., L.J. Phillips. The field of Discourse Analysis. Discourse Analysis as Theory and Method. Sage Publications. 2002. P: 1

(12)

Een discours behelst een fragment van de geschiedenis binnen het totaal van de geschiedenis. Het omvat een periode waarbinnen bepaalde gebeurtenissen met elkaar verbonden zijn en een eenheid vormen. Welke gebeurtenissen hier wel of niet toe behoren wordt bepaald aan de hand van een systeem van uitsluiting. Een discours is een normaliserend mechanisme en er wordt binnen dit mechanisme met behulp van uitsluiting vorm gegeven aan dat wat kan, mag en dat wat niet geaccepteerd is. Het systeem van uitsluiting krijgt op drie manieren vorm; het verbod, de tegenstelling tussen rede en waanzin en tot slot de ambitie tot het streven naar de waarheid. Allereerst wordt er door Foucault gesproken over het systeem van uitsluiting middels het gebod. Hierin ligt besloten wat mag en dat wat verboden is. Deze wijze van uitsluiting is volgens Foucault gelieerd aan de concepten verlangen en macht.28 Daarnaast is er het systeem van verdeling en afwijzing, waarbij bepaalde uitspraken als zinvol worden aangeduid terwijl andere woorden als waanzin worden ervaren. Hierin komt de tegenstelling tussen rede en waanzin tot uitdrukking. Hierbij geldt als norm het feit dat iets of iemand ergens wel of niet deel van uitmaakt. Tot slot is er het verlangen te streven naar de waarheid. Er wordt een voortdurende selectie gemaakt tussen dat wat voor waar wordt aangenomen en dat wat als onwaar wordt gezien. Dat wat waar is wordt betrokken in het discours en dat wat niet waar is wordt daarvan uitgesloten. Hierbij moet worden opgemerkt dat wanneer er een ander gezichtspunt wordt ingenomen er ook een andere waarheid kan ontstaan. Met behulp van het proces van uitsluiting ontstaat er een mechanisme waarbij men streeft naar een

bepaalde vorm van normaliteit. Dit normaliserend mechanisme geeft vorm aan dat wat aan de norm voldoet en daarmee als normaal kan worden aangeduid. Zo komt ook de wijze waarop het lichaam binnen dit normaliserend mechanische eruit zou moeten zien tot uitdrukking. Deze normaliteit is een effect van twee krachten, aldus Foucault.29 Allereerst wordt er een normaliserend lichaam gecreëerd en gedefinieerd uit de data van biologische statistieken en verder legt het individu zichzelf een normaliserend beeld op. Aan deze normen wordt

vervolgens een (eigen) identiteit ontleend. Binnen het kader van een discours zijn dus de eisen geformuleerd om niet ‘buiten de boot te vallen’. Hierop kan voortdurend worden

teruggevallen en zo ligt in het discours de ‘normale’ verschijning van het lichaam besloten.30

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

28Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972: 216-220

29 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 5 30 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 5

(13)

2.3 Het normaliserend lichaam

De oorsprong van het genormaliseerde lichaam wordt beschreven door Adolphe Quetelet en Sir Francis Galton en ligt in de 19e eeuw.31 Beiden deden zowel op sociaal als cultureel vlak onderzoek naar de verschijning van het lichaam. In 1835 publiceerde Quetelet het concept van de gemiddelde mens: l’homme moyen. Dit deed hij in zijn boek Sur l’homme et le

développement de ses facultés, ou Essai de physique sociale (1835). Hij beschreef hierin de gemiddelde (fysieke) waarden van de mens. Dit nieuwe concept was van zeer groot belang bij de wijze waarop vervolgens naar de fysieke voorwaarden van het lichaam werd gekeken.32 Vervolgens heeft hij de Body Mass Index (BMI) ontwikkeld en gedefinieerd waar

tegenwoordig (2015) nog steeds gebruik van wordt gemaakt om te bepalen of een lichaam in zijn fysieke voorkomen voldoet aan de gestelde eisen. In de 19e eeuw leefde het concept van het gemiddelde lichaam, aangeduid met de term normalcy, vooral onder de westerse elite en diende als vrijbrief om macht over andere volkeren, instituties en culturen af te dwingen. Normalcy is de Engelse term voor de staat van normaliteit zoals die wordt verwacht binnen de geldende werkelijkheid.33 Een voorbeeld hiervan is het oriëntalisme en de wijze waarop de westerse blanke mens binnen dit oriëntalistisch discours de onderbouwing vond voor de overheersing van de niet-westerse en niet-blanke mens.34 Het concept van normaliteit is een product van een monocultuur waarin de biologische verschijning van mens van die cultuur wordt gedefinieerd als de norm en daarmee de standaard stelt, aldus Davis.35

Met betrekking tot het genormaliseerde lichaam dat bestaat binnen het concept van een discours, zoals geformuleerd door Foucault, zijn er twee verschillende discoursen te

definiëren, aldus Petra Kuppers. Kuppers is hoogleraar disability studies aan de Universiteit van Michigan en doet onderzoek naar de denormalized body. Kuppers komt in haar theorieën vaak terug op de discourstheorie zoals beschreven door Foucault en onderzoekt

lichamelijkheid en verbeelding in combinatie met de disabled body.36 Kuppers beschrijft in combinatie met de denormalized body het medisch en het sociale discours. Bij het medisch discours wordt de disabled body binnen zijn medische context bestudeerd.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

31Davis, Lennard J. Davis. Identity in a Biocultural Era. The University of Michigan Press. United States. 2013. P: 1 32 Historiek Net. Adolphe Quetelet. 14.09.2008. 03.2015<http://historiek.net/adolphe-quetelet-1796-1874/2300/>! 33 Dictionary.com. Normalcy. 2015. 22.08.2015<http://dictionary.reference.com/browse/normalcy>

34 Bittermann, Dieneke. De Oriënt ontsluierd. Analyse van Die Entführung aus dem Serail aan de hand van het oriëntalisme zoals door Edward Saïd geformuleerd. Bachelor Scriptie. Universiteit van Amsterdam. Juli 2013.

35Davis, Lennard J. Davis. Identity in a Biocultural Era. The University of Michigan Press. United States. 2013. p: 2 36 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 124

(14)

Vervolgens benoemt Kuppers het sociale discours waarbij de disabled body met zijn medische kenmerken geplaatst en bekeken kan worden in zijn sociale en culturele context.37 De disabled body valt te definiëren en te construeren met behulp van de begrippen

impairment en disability. Strikt genomen worden deze begrippen vertaald in

verslechtering/waardevermindering voor impairment en handicap voor disability. De begrippen worden in het algemeen zowel in het Nederlands alsook in het Engels vaak door elkaar gebruikt. Wanneer echter zorgvuldiger en met behulp van een discours naar de betekenis van deze begrippen wordt gekeken is er wel degelijk een helder verschil tussen beide begrippen te formuleren. Het begrip impairment verwijst naar de fysieke,

psychologische en medische condities van het lichaam. Disability omvat een meer culturele betekenis van de ervaring van de beperking. Dus waar impairment betrekking heeft op de lichamelijke identiteit gaat disability over de identiteit van het lichaam als een sociale constructie en cultureel fenomeen.38 Binnen de context van deze scriptie zal het vooral gaan om het sociale discours waarbij de medische aspecten van de disabled body worden

onderzocht aan de hand van een normaliserend kader. Ik zal hier de Engelse terminologie blijven gebruiken, zoals deze is geconstrueerd binnen disability studies. Op die manier blijf ik zo dicht mogelijk bij de werkelijke betekenis van de begrippen om te voorkomen in deze scriptie een onjuiste waarheid te construeren. Het lichaam is een discursive construction die vorm en inhoud krijgt in redenerende vorm. Met behulp van argumenten, constructies van tekens en betekenissen in de vorm van statements wordt dit lichaam stapje voor stapje geconstrueerd. In navolging van Foucault spreekt Farrell (1993) van het begrip normaliteit binnen de context van het toekennen van normen aan lichaam en cultuur. Farrell stelt dat de daad van het formuleren van normen als gevolg van een discours een collectieve activiteit is en op die manier iedereen onderdeel maakt van deze gestelde normen. De normen zijn een product geformuleerd vanuit én door de gemeenschap. Hierdoor zal er volgens Farrell eerder sprake zijn van een gevoel van eenheid dan van een geïsoleerd en afwijkend individu.39 Het construeren van deze normen is eerder een mechanisme dat mensen insluit dan dat er sprake is van uitsluiting zoals Foucault dat stelt, aldus Farrell. Er schuilt echter een paradox in deze uitspraak, want door het ontwikkelen/creëren van een discours als resultaat van een

gemeenschappelijke activiteit creëer je onomstotelijk ook een systeem van uitsluiting.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

37 Kuppers, Petra. Studying disability arts and culture. P: 29

38 Johnson, Cheu. Performing Disability, Problematizing Cure. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. University of Michigan. 2005. P: 135

39 Poster, Carol. Whose Aristotle? Which Aristotelianism? A Historical Prolegomenon to Thomas Farrell’s Norms of

(15)

Namelijk door het creëren van een norm als resultaat van een collectief product definieer je ook dat wat niet tot deze norm behoort. Zo is bijvoorbeeld de disabled body uitgesloten van het strak voorgeschreven mechanisme van retorische normen die de grenzen definiëren waarbinnen het genormaliseerde lichaam bestaat.40 Deze retorische canon van normen heerst over het voorgeschreven en beschreven concept van normalcy; de staat van normaliteit. Lennard J. Davis maakt in zijn boek Enforcing Normalcy (1995) een volgende stap en stelt dat een normaliserend kader niet alleen wordt geconstrueerd door de samenleving, maar vervolgens ook wordt afgedwongen binnen diezelfde samenleving.

2.4 Normaliteit versus diversiteit

In zijn boek The End of Normal (2013) koppelt Davis het genormaliseerde lichaam aan een proces van macht. Hij haalt hiervoor de schrijver Georgio Agamben (1942-heden) aan die een onderscheid maakt tussen twee verschillende fysieke verschijningen van het lichaam in een politieke situatie. In iedere politieke situatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen het leven dat het waard is om geleefd te worden en het leven dat dat niet is. Het leven op zichzelf, al wat gaat over levende organismen, wordt door Agamben gezien als Bios. De afwijkende vorm van levende organismen wordt in deze visie gezien als het leven dat het niet waard is om te leven. Dit leven wordt als minderwaardig gezien en mag zonder consequenties worden beëindigd. Deze onwaardige levensvorm draagt de term Zoe.41 Het concept van normaliteit vierde hoogtij in een monoculturele samenleving, maar heeft zich tegen de achtergrond van de veranderende samenleving ontwikkeld van normaliteit naar diversiteit. In tegenstelling tot de monoculturele samenleving ging het niet langer om het creëren van een eenheid, maar juist om het ontwikkelen van diversiteit. Tegen de achtergrond van een veranderende economie kon de consument kiezen uit steeds meer verschillende producten. Hierdoor kon de burger zich ontwikkelen tot een consument met een eigen identiteit en eigen wensen. Vanuit de samenleving werd hier vervolgens op ingespeeld doordat er nieuwe producten werden ontwikkeld die pasten bij de identiteit en wensen van deze (nieuwe) consument. Het concept van diversiteit creëerde de (economische) mogelijkheid voor het ontwikkelen en verkopen van verschillende producten in plaats van het uniforme product zoals dat paste bij de te verwachten en gestelde norm in de monoculturele samenleving.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

40 Brueggemann, Brenda Jo. Delivering Disability, Willing Speech. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. University of Michigan. 2005. P:17

(16)

De standaard, de norm waar men op terugvalt, is hierdoor volgens Davis niet langer normaliteit, maar diversiteit.42 Ondanks het feit dat deze ontwikkelingen het einde lijken te betekenen voor het concept van normaliteit, kan het concept van diversiteit juist worden gezien als een uitbreiding van de bestaande normaliteit. Diversiteit lijkt in eerste instantie een wereld te vertegenwoordigen zonder regels en zonder normaliserend mechanisme. Echter, deze vrijheid en diversiteit zijn nog steeds gekoppeld aan een bepaalde uniformiteit. Een uniformiteit die voortkomt uit bestaande mogelijkheden zoals die ontwikkeld zijn in, door en vanuit de samenleving. Er is dus sprake van diversiteit binnen de grotere kaders van

normaliteit. Bij diversiteit gaat het om subgroepen, waarbij de mens kan kiezen tussen verschillende mogelijkheden om zich op een bepaalde manier een bepaalde identiteit aan te meten. Waar bij normaliteit maar één geconstrueerde vorm van bijvoorbeeld geloof mogelijk is, zijn bij het concept van diversiteit verschillende geloofsovertuigingen aan elkaar gelijk. Diversiteit kan meer worden gezien als een uitbreiding van de normaliteit. De identiteit van de mens wordt nog steeds geconstrueerd aan de hand van concepten, alleen de vorm en het uiterlijk van de concepten hebben een meer uiteenlopende verscheidenheid. Zo wil iedereen een mobiele telefoon. Door de ruime sortering van modellen kan iemands keuze van telefoon zijn/haar identiteit vormgeven. Diversiteit is volgens Davis een postmodern concept en is niet gebonden aan een vastgesteld zelfbeeld van de mens. Het is daarentegen gericht op een sociaal geconstrueerd en technisch ontworpen lichaam.43 Diversiteit is volgens Davis

afhankelijk van biocultural. We kunnen spreken van biocultural wanneer er sprake is van een opeenstapeling van biologische kenmerken, cultuur, geschiedenis, sociale verhoudingen, politiek en technische toepassingen binnen de samenleving. Ieder kenmerk geeft betekenis aan in dit geval de identiteit van het lichaam.44 Ondanks alle mogelijkheden en vrijheid die het concept van diversiteit met zich mee lijkt te brengen, beschrijft Davis dat diversiteit alleen bestaat binnen de kaders van de geconstrueerde normaliteit.

Wanneer de vorm van het lichaam niet is geconstrueerd aan de hand van keuzes, maar een product is van medische kwesties, valt deze identiteit buiten de norm. Op dat moment is de constructie van de identiteit niet tot stand gekomen aan de hand van een vrijwillige keuze en wordt er gesproken over een niet-diverse of abnormale verschijning.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

42Davis, Lennard J. Davis. Identity in a Biocultural Era. P: 2! 43Davis, Lennard J. Davis. Identity in a Biocultural Era. P: 6 44Davis, Lennard J. Davis. Identity in a Biocultural Era. P: 7!

(17)

Diversiteit is gerelateerd aan het maken van keuzes. Het gaat bij diversiteit over het dragen van bepaalde kleren, het kiezen van een geloof en het vormen van je eigen identiteit.

Bij niet-diverse kenmerken is er geen sprake van een vrije keuze en gaat het om je DNA. De lichamelijke kenmerken zijn dan geen product van je individuele wensen als individu. De kernbegrippen omtrent de constructie van het lichaam zoals geïntroduceerd in bovenstaande tekst is in figuur 2 weergegeven.

Figuur 2: Normaliteit versus diversiteit

Het biologisch lichaam voldoet aan de anatomisch eisen zoals gesteld binnen de norm

Het biologisch lichaam heeft een medische afwijking waardoor de anatomie niet voldoet aan de gestelde eisen binnen de norm

normaal abnormaal

divers niet-divers

bios zoe

2.5 De geconstrueerde normaliteit

Het proces van normalisering is een voortdurend gevecht om te passen binnen de eisen van de gestelde norm.45 Er is op dat moment sprake van een voortdurende normalisering van de abnormaliteit. Ondanks de diversiteit die Davis beschrijft in zijn boek The End of Normal (2013) gaat het ook hier om een geconstrueerde normaliteit. Het streven naar normaliteit is onderhevig aan een voortdurende voortschrijding van kennis en kunde binnen de biologische en technische wetenschappen. Door deze ontwikkelingen lijken utopieën zoals cloning en het creëren van perfect lijkende robots of protheses steeds meer realiteit te worden. Door

toenemende kennis in de techniek en biologie wordt de kwaliteit van de producten naar een steeds hoger level getild. De gefabriceerde producten gaan gemakkelijker op in de civiele wereld. Leven en dood worden beheersbaar met behulp van de vele nieuw ontwikkelde technische mogelijkheden en de medische kennis. Door deze ontwikkelingen ontstaat er een nieuwe machtsvorm: die van de maakbare mens. Het lichaam wordt een product van kennis functionerend binnen een vergrendeld systeem. Het concept mens verandert en hierdoor ontstaat er een ethische discussie rondom de maakbaarheid van het bestaan. Deze discussie, die onder andere plaatsvindt binnen de filosofie, is onder andere aangezwengeld door Sloterdijk.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

(18)

Sloterdijk stelt dat door de toepassing van nieuwe technologieën de mens in staat is de ander te domineren en te creëren om zo het ‘perfecte lichaam’ te ontwikkelen.46 Hierdoor kan het ontstaan van Zoe als levensvorm in deze machtsstructuur worden voorkomen of hersteld, zodat er op den duur alleen nog maar sprake zal zijn van de levensvorm Bios. Deze processen hebben effect op het concept van macht, want door de ontwikkelingen in de wetenschap en de technologie ontstaan er nieuwe machtsverhoudingen. De levensvorm Zoe zal dus op den duur verdwijnen uit de samenleving. De ontwikkelingen en de staat van normaliteit zullen worden afgedwongen door eliminatie nadat er een status van ‘abnormaliteit’ is geconstateerd.

Daarnaast kan de status van ‘abnormaliteit’ ook vooraf worden voorkomen. Hierdoor komt men steeds verder af te staan van het menselijke, humanistische aspect. Toepassingen in de vorm van techniek en/of biologische modificatie spelen tevens een steeds grotere rol. Als voorbeeld hierbij kan worden gedacht aan plastische chirurgie. Het gezicht van een persoon met het syndroom van Down zou bijvoorbeeld aangepast kunnen worden naar de norm. Verder kan ook een zwangerschap tijdig worden afgebroken door een abortus te ondergaan om zo te voorkomen dat een kind met het syndroom van Down geboren zal worden. De ethische discussie die hierbij mogelijk ontstaat valt buiten de reikwijdte van deze scriptie.

2.6 Van subject naar object

Bij de constructie van de identiteit van het lichaam is niet alleen taal van groot belang maar ook de wijze waarop wordt gekeken. Foucault introduceerde in 1963 het begrip gaze

(staren/kijken/bekijken) in zijn boek The Birth of the Clinic. Hij beschrijft hierin de handeling van het kijken.47 Bij het definiëren van dit begrip gaze zoals beschreven door Foucault heeft de Verlichting (Enlightment) in Frankrijk een belangrijke rol gespeeld.48 Tijdens deze periode ontwikkelt het oog zich tot een handvat om tot ware kennis te komen.49 De gaze heeft een dubbele observatie, aldus Foucault. Niet alleen is de gaze in staat om de constructie van het lichaam te signaleren (kijken). Ook is de gaze in staat om deze constructie te definiëren aan de hand van kennis (waarnemen). Deze kennis is op zijn beurt weer geconstrueerd binnen de geldende werkelijkheid.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

46 Slotendijk. Peter. Rules for the Human Zoo: a response to the Letter on Humanism. From Nicht gerettet: Versuche nach Heidegger (Suhrkamp, 2001) pp 302 - 333. Translated by Mary Varney Rorty. Stanford Center for Biomedical Ethics. Stanford School of Medicine. USA

47 Lange, Steven., Emily Lu. The Medical Gaze: What Do Foucault and the French Revolution Have to Do with Modern

Medicine? Albany Medical College. In training. 5.02.2015 <http://in-training.org/medical-gaze-4170> 48 Verlichting als stroming in de geschiedenis. Periode van ongeveer 1640 – 1789.

(19)

Foucault koppelt in zijn boek de gaze aan de wereld van de geneeskunde en komt zo tot de term medical gaze. Hij illustreert deze term met de dokter die in staat is om een bepaalde ziekte van een patiënt te signaleren. De dokter ziet het lichaam van de patiënt, weet hoe een genormaliseerd lichaam eruit ziet en kan het geconstrueerde lichaam beoordelen met goed of fout, gezond of ziek, Bios of Zoe.50 In navolging van Foucault ontwikkelde Petra Kuppers de diagnostic gaze.51 De diagnostic gaze werkt op dezelfde manier als de medical gaze. De kennis waaraan wordt gerefereerd is het genormaliseerde lichaam en middels de kijkende blik wordt de identiteit van het lichaam geconstrueerd. In de diagnostic gaze schuilt een

onuitgesproken vraag die betrekking heeft op de wijze waarop het lichaam functioneert in zijn werkelijkheid, aldus Rosemarie Garland Thomson.52 De diagnostic gaze plaatst de

impairment binnen een sociale en culturele context en kent de disabled body de status van disabled toe. Het is een kijkende macht waarbij de diagnostic gaze (het kijkend subject) de ander (het bekeken subject) de-humaniseert en op die manier van subject tot een object (het bekeken object) maakt. Het kijkende subject kan op die manier ondanks de intersubjectieve communicatie afstand nemen van het bekeken subject en deze beoordelen.53 Op die manier kan de diagnostic gaze de ander met behulp van de kijkende macht uitsluiten. De diagnostic gaze oefent niet alleen een constante druk uit op iedere lichamelijke verschijning, ook forceert het een voortdurende presentatie van de disabled body. De disabled body is object van de toeschouwer (kijkend subject) en verbeeldt tegelijkertijd een opzichzelfstaand subject dat op zoek is naar een eigen identiteit en houding binnen de samenleving.54 De disabled body is dus in zijn verschijning een object dat reacties oproept en tegelijkertijd toont het de reacties van zijn verschijning. Hierdoor ontstaat er een ‘error’ voor wat betreft de impairment an sich en de geconstrueerde identiteit van de disabled body. De disabled body is gevangen in zijn/haar impairment en het leven dat daaraan gekoppeld is.55 Er is sprake van een constante staat van verbeelden en construeren. De impairment heeft betrekking op het object, terwijl de

geconstrueerde identiteit een subject is (figuur 3).

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

50 Foucault, Michel. The Birth of the Clinic. Routledge Classics. London. 2003.

51 Kuppers, Petra. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. Part III

Rehabilitating the Medical Model. University of Michigan. 2005. p: 130

52 Rosemarie Garland Thomson. In Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. Part

III Rehabilitating the Medical Model. University of Michigan. 2005. p:130

53 Crossley, Nick. The Politics of the Gaze: Between Foucault and Merleau-Ponty. In: Human Studies 16.4. 1993. P: 415! 54 Cheu, Johnson. Performing Disability, Problematizing Cure. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. University of Michigan. 2005. P: 137, 138, 139.

55 Johnson, Cheu. Performing Disability, Problematizing Cure. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. University of Michigan. 2005. P: 138

(20)

Figuur 3: Het lichaam als subject of object

2.7 ‘Bewegende’ beelden

Het concept mens is een dynamisch concept. Het lichaam is kneedbaar en staat open voor veranderingen, aldus Merleau-Ponty.56 Merleau-Ponty heeft veel geschreven over onder andere het waarnemen van het lichaam. Allereerst zijn er de anatomische en psychologische eisen die vormgeven aan de constructie van het lichaam. Daarnaast is men door de technische vooruitgang steeds beter in staat om de biologische mens na te bootsen, te perfectioneren en uit te breiden. Daar waar de biologie (in de vorm van levende organismen) en de techniek samenkomen hebben we te maken met een bio-cybernetic picture, aldus Thomas Mitchell.57 Een bio-cybernetic picture is een beeld waarin dat wat gaat over het hebben van controle (cybernetics) en dat wat gaat over levende organismen (bios) worden samengevoegd. Niet alleen door de technische ontwikkelingen is de gemaakte mens in staat om steeds beter te lijken op zijn ‘normaal’ geconstrueerde voorbeeld. Mitchell beschrijft in zijn boek What do pictures want? (2005) dat de geloofwaardige artificiële mens (de kunstmatige/gemaakte mens) tot uitdrukking komt door het kijkend subject dat er zelf in gelooft en doordat de maker van deze bio-cybernetic pictures die er in geslaagd is een goede weergave van de realiteit te !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

56 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 106 57 Mitchell. W.J.T. Biopictures. Cloning Terror. Pagina 69- 111. p: 71

Intersubjectieve communicatie Human body disabled body Subject (eigen ontwikkelde/gecreëerde identiteit)

[subject van communicatie] Object

(lichamelijke impairment) [object van informatie]

normalized body

Subject

(eigen ontwikkelde/gecreëerde identiteit)

[subject van communicatie & in bezit van de kijkende macht]

(21)

produceren. Het gaat hierbij volgens Mitchell om een wisselwerking tussen geloof en kennis enerzijds en fantasie en technologie waarbinnen de beelden tot leven komen anderzijds.58 Niet alleen Mitchell is bezig met de relatie tussen de technologie en het lichaam. In haar boek Disability and Contemporary Performance (2003) onderzoekt Petra Kuppers de nieuwe technologische ontwikkelingen op het gebied van lichamelijkheid, het deconstrueren van beelden en het onbekende lichaam met gezondheidsproblemen.59 De disabled, denormalized body en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan binnen het concept van het

genormaliseerde lichaam, wordt door haar vanuit verschillende invalshoeken besproken.

‘De mensheid bestaat in beginsel als een onstabiele situatie: ieder persoon kan slechts datgene geloven wat zij in haar binnenste als waar herkent,…’ 60

Dit citaat komt uit een lezing van Merleau-Ponty en kan als volgt worden gelezen: iedereen is zelf in staat om te beslissen of, wanneer en in hoeverre de gemaakte mens overeenkomt met zijn biologische voorbeeld. Het lichaam is een kneedbare verschijning die openstaat voor veranderingen.61 Deze flexibiliteit en openheid van het lichaam maken het mogelijk dat er aan het uiterlijke voorkomen van de mens gemakkelijk een ‘instrument’ kan worden toegevoegd of worden vervangen. Hierdoor kan het lichaam veranderingen opnemen en die vervolgens op allerlei manieren tot uiting laten komen. Deze vlieger gaat echter niet op wanneer we kijken naar waar het lichaam in het algemeen zijn identiteit aan ontleent. Hij ontleent zijn identiteit aan zijn omgeving, waarbij de mens zich spiegelt aan een genormaliseerd beeld.62 Binnen deze werkelijkheid zijn er verschillende lichamen in verschillende vormen geconstrueerd. Vanuit een discours worden deze constructies bekeken en krijgen ze betekenis.63 De constructie van het genormaliseerde lichaam komt tot uitdrukking in onder andere de

anatomische eisen zoals beschreven in de wetenschappelijke literatuur en een bepaalde vorm van bewustzijn. Als gevolg van het genormaliseerde beeld komt via een systeem van

uitsluiting ook de disabled body tot uitdrukking. De constructie van de identiteit van het lichaam komt tot stand aan de hand van taal en de blik. Wanneer wordt afgeweken van de natuurlijke blik ontstaat er ruimte voor onregelmatigheden en het reconstrueren van bestaande beelden.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

58 Mitchell. W.J.T. What do Pictures Want? P: 295

59 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 124 60 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Boom, Amsterdam. 2003. P: 68-69 61 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: p: 7 62 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 5 63 Foucault, Foucault. In: Kuppers, Petra. Studying Disability arts and Culture. p: 21

(22)

Bij de fenomenologische blik (Merleau-Ponty) wordt er geen directe betekenis meer

toegekend aan een verschijning. In plaats daarvan wordt de situatie opnieuw ervaren en met behulp van andere zintuigen bekeken.64 Taal representeert en construeert daarnaast de werkelijkheid van een discours waarvan op dat moment gebruik wordt gemaakt. In een constructie van tekens wordt het discours via taal onderdeel van de werkelijkheid. Het proces van uitsluiting is hierbij leidend. Er wordt een normaliserend ‘kader’ ontwikkeld waarbinnen de eisen zijn geformuleerd om niet ‘buiten de boot te vallen’. Het is de taak van de kunsten om het geconstrueerde lichaam met behulp van codes, beelden en taal te ‘ontleden’ en de codes en (controle)mechanismen bloot te leggen.65 De taal en de blik rondom het concept van de mens kunnen op dat moment worden geherdefinieerd en er kan worden onderzocht wat de concepten mens, menselijkheid en identiteit betekenen wanneer de constructie van het lichaam verandert. ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

64 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Vert. Jenny Slatman. Derde druk. Amsterdam, Boom 2008. 65 Mitchell. W.J.T. The work of Art in the Age of Biocybernetic Reproduction. In: What do Pictures Want? P: 334

(23)

3. Het theatrale lichaam

‘Het bewustzijn is belichaamd en het lichaam is doordrenkt met bewustzijn; lichaam en geest zijn één’.66

3.1 Provocatie van de normaliteit

De mens ontleent volgens Foucault zijn/haar identiteit aan de wijze waarop hij/zij betekenis krijgt binnen de geldende genormaliseerde werkelijkheid. Via een normaliserend mechanisme wordt vormgegeven aan dat wat wel en wat niet als normaal kan worden aangeduid.67 Binnen een normaliserend mechanisme komt de werkelijkheid tot uitdrukking zoals die op dat

moment is geconstrueerd. Door hiermee vervolgens naar de werkelijkheid te kijken is het mogelijk om deze ‘in te delen’. Binnen de geldende werkelijkheid komt het genormaliseerde beeld van het lichaam tot uitdrukking, aldus Foucault.68 Diegene die aan het beeld voldoet wordt als deel van de werkelijkheid opgenomen, diegene die ‘afwijkt’ wordt daarvan uitgesloten.

‘De mensheid bestaat in beginsel als een onstabiele situatie: ieder persoon kan slechts datgene geloven wat zij in haar binnenste als waar herkent,…’ 69

Bovenstaand citaat komt uit een lezing van Merleau-Ponty. Afhankelijk van de

genormaliseerde werkelijkheid die op dat moment als waar wordt (h)erkend is iedereen in staat om zelf te beslissen of, wanneer en hoe de mens binnen de geldende werkelijkheid wordt opgenomen of uitgesloten. Identiteit is een constructie die volgens Merleau-Ponty flexibel en kneedbaar is en open staat voor verandering.70 Bij het functioneren van de mens binnen een samenleving heeft men een bepaald houvast nodig. Dit houvast kan onder andere worden gevonden door de werkelijkheid, en dat wat in deze werkelijkheid functioneert, te definiëren. Op die manier komen cultuur en haar tradities in vorm tot uitdrukking via het mechanisme van normalisering en uitsluiting, aldus Jans Kaldaré.71

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

66 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Vert. Jenny Slatman. Derde druk. Amsterdam, Boom 2008 67Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972. P: 116

68Foucault, Michel. The archaeology of knowledge & The discourse on language. Vertaald door: A.M. Sheridan Smith.

Tavistock Publications Limited. 1972. P: 116

69 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Boom, Amsterdam. 2003. P: 68-69 70 Kuppers, Petra. Disability and Contemporary Performance: Bodies on Edge. P: 7 71 Kadaré. In: Walraven, Ellen. Theatraliteit losjes gebundeld. Etcetera. 55-56.

(24)

De uitgeslotene die zich niet wil conformeren aan de identiteit van het uitgesloten zijn is volgens Kaldaré in staat tot het formuleren van een kritische houding ten opzichte van de genormaliseerde structuren. Hij/zij kan vervolgens met deze kritische houding terugkeren naar de cultuur waarvan hij of zij is uitgesloten met als doel om alsnog te worden

‘opgenomen’ in de geldende werkelijkheid. De middelen die hiervoor kunnen worden ingezet zijn het provoceren en het reconstrueren van de bestaande verbanden binnen de

desbetreffende werkelijkheid. Wanneer bestaande concepten opnieuw worden bekeken en gedefinieerd is er sprake van een proces van herdefiniëring. Herdefiniëring kan zowel in de symbolische wereld (de wereld van de tekens) alsook in de wereld van de kunsten

plaatsvinden. Echter volgens professor Helmar Schramm zou de wereld van de kunsten meer ruimte scheppen om op esthetische wijze een kritische houding aan te nemen en te reageren op de bestaande structuren in de samenleving. Helmar Schramm beschrijft als

theaterwetenschapper het verschil tussen de wereld van de kunsten, in de vorm van het theater, en de wereld van het symbolisme. De grondstructuur van het theatrale is de structurele connectie tussen semiosis (taaltekens), kinesis (beweging) en aisthesis

(waarneming). Het niet-theatrale probeert deze gebieden juist uit elkaar probeert te halen, aldus Schramm.’72 Kortom: het theatrale vervlecht alle disciplines met elkaar, daar waar binnen de symbolische wereld een voortdurend onderscheid wordt gedefinieerd. Hierdoor ontstaat in de wereld van het theater een grote hoeveelheid mogelijkheden. Er zijn veel voorbeelden te noemen waarbij het bestaande genormaliseerde beeld van het lichaam door de disabled body binnen een performatieve context wordt geprovoceerd en geherdefinieerd. Enkele performances waarbij de culturele traditie, beelden en de werkelijkheid worden geherdefinieerd zijn het theatergezelschap Wij zijn 5D (Amsterdam), Viktoria Modesta (Engeland), Birds of Paradise (Schotland) en Claire Cunningham (Schotland).73 Deze

voorbeelden en de stelling van Schramm als vertrekpunt construeren tezamen het doel van dit hoofdstuk. Namelijk het onderzoeken in hoeverre het theatrale in staat is de waarneming binnen de genormaliseerde werkelijkheid te veranderen. Het proces van provoceren en herdefiniëren is vaak langdurig en vindt plaats op verschillende niveaus in de samenleving. Hierbij kan worden gedacht aan een historische, politieke, culturele en/of sociale context. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

72 Belder, de Steven. Verwantschappen,: theatraliteit en het alledaagse. Uit: Verspeelde werkelijkheid - Verkenning van

theatraliteit, P. 156. De genoemde uitspraak is afkomstig van Helmar Schramm. In: van Gogh, Mirjam. Nogmaals: Er is. Een

onderzoek naar Documentair Theater haar eigenschappen, haar maakproces. Professional School of the Arts Utrecht. September 2006. P: 8.

73 Birds of Paradise. Birds of Paradise Theatre Company. WordPress. Themify WordPress Themes. 2015.

<http://www.birdsofparadisetheatre.co.uk>, Claire Cunningham <http://www.clairecunningham.co.uk>, Victoria Modesta <http://www.viktoriamodesta.com>, Wij zijn 5D. Toegankelijk Theatermaken. Stichting 5D. Amsterdam. 2015.

(25)

Het gaat bij het veranderen en het herdefiniëren van de bestaande beelden immers om het aanbieden van alternatieven. Op die manier kan de blik van de kijker worden verruimd en in de toekomst worden opgenomen binnen de normaliteit.

3.2 Het lichaam bekeken

Iedereen kijkt op zijn eigen subjectieve wijze naar de wereld, aldus Merleau-Ponty.74 Volgens hem zit iedereen vast in een aangeleerde kijkwijze: het natuurlijk perspectief. Dit natuurlijk perspectief is aangeleerd door de omgeving en de opvoeding en ligt besloten binnen het eigen referentiekader. Dit aangeleerde, natuurlijk perspectief construeert de werkelijkheid

waarbinnen de wereld wordt begrepen. De werkelijkheid komt niet alleen tot ons middels taal, waarbij taal representaties van de werkelijkheid presenteert en construeert, maar ook via de gaze, aldus Foucault (1963).75 Op basis van kennis wordt de blik tot een vorm van macht geconstrueerd. Deze blik is vervolgens in staat is om de werkelijkheid te beoordelen en tot een proces van uitsluiting te komen. Via de diagnostische blik van Kuppers, geconstrueerd in navolging van Foucault, wordt het functioneren van het lichaam in relatie tot de werkelijkheid middels een onuitgesproken vraag bekeken en beoordeeld.76 Binnen de diagnostische blik kan de ander worden gedehumaniseerd en tot object worden geconstrueerd. De diagnostische blik komt tot uitdrukking binnen het natuurlijke en genormaliseerde perspectief waarmee naar de werkelijkheid wordt gekeken. Om opnieuw en nieuwsgierig te kijken naar dat wat we zien moet het natuurlijk perspectief worden losgelaten. Er moet met een ander perspectief gekeken worden. Het gaat daarbij volgens Merleau-Ponty om het zinnelijke zien en het stoppen met het geven van een directe betekenis aan dat wat zich tentoonstelt. Deze manier van kijken wordt door Merleau-Ponty aangeduid als de fenomenologische blik (1945).77 Door met behulp van de fenomenologische blik te kijken naar dat wat wordt waargenomen kan de waarneming breder en rijker zijn dan dat bij een ‘normale’ blik het geval is. Hierdoor kunnen de vanzelfsprekende en normale redeneringen worden ontstegen en kunnen de

communicerende lichamen op een ander niveau worden geïnterpreteerd.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

74 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Vert. Jenny Slatman. Derde druk. Amsterdam, Boom 2008. 75 Foucault, Michel. The Birth of the Clinic. Routledge Classics. London. 2003.

76 Kuppers, Petra. In: Sandahl, Carrie, Philip Auslander. Bodies in Commotion. Disability & Performance. Part III

Rehabilitating the Medical Model. University of Michigan. 2005. p: 130

(26)

De flexibiliteit en openheid van het lichaam maken het mogelijk om zijn verschijning binnen de werkelijkheid aan te passen en/of iets aan de lichamelijkheid toe te voegen of te

vervangen.78 Volgens Merleau-Ponty kan een toegevoegd element zoals een blindenstok of een hoed met een veer automatisch worden geïncorporeerd in het bewustzijn. De mens zal vervolgens als vanzelfsprekend bij het handelen rekening houden met de nieuwe omvang en het volume van de lichamelijke verschijning. Het bewustzijn is belichaamd en het lichaam is doordrenkt met bewustzijn; lichaam en geest zijn één, aldus Merleau-Ponty.79 De

werkelijkheid van de wereld wordt binnengetreden door het bewustzijn, maar het ervaren ervan door het lichaam. Merleau-Ponty beschrijft de wijze waarop de lichamelijkheid van de mens functioneert binnen de samenleving. Hij construeert een tweeledige identiteit. De manier waarop het lichaam in de werkelijkheid staat wordt door Merleau-Ponty gedefinieerd met het begrip body schema. De manier waarop men vervolgens denkt dat zijn of haar lichaam in de werkelijkheid staat, komt tot uitdrukking in de term body image. Naast

Merleau-Ponty beschrijft ook Helmuth Plessner de relatie tussen het bewustzijn van de mens en zijn lichaam. Plessner kijkt naar het lichaam van de mens door het te ontleden en hij maakt hierbij een verschil tussen de stoffelijke en de onstoffelijke verschijningsvorm. De stoffelijke vorm heeft betrekking op het lichaam in zijn/haar biologische staat. De onstoffelijke vorm heeft betrekking op de geest. Ondanks het feit dat Plessner een helder onderscheid definieert tussen lichaam en geest stelt ook hij dat beide entiteiten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en daarom als eenheid moeten worden beschouwd. Hij pleit voor een subtieler en minder fundamenteel onderscheid tussen lichaam en geest. De mens, zo stelt Plessner, is mens doordat hij/zij zich in zijn verschijning onderscheidt van alle andere levensvormen door het hebben van een bewustzijn.80 Het bewustzijn is echter wel het product van de eenheid tussen lichaam en geest. Plessner maakt in zijn theorie een onderscheid tussen drie werelden waarin de mens zichzelf zou begrijpen. Een buitenwereld, een binnenwereld en een medewereld.81 In de buitenwereld wordt het lichaam gezien als een concept tussen andere concepten.

Vervolgens wordt er door diezelfde buitenwereld ingewerkt op het lichaam als concept, met als mogelijk gevolg een fysieke reactie (de binnenwereld). De binnenwereld wordt door Plessner gezien als de oorsprong van ervaringen en emoties, de plek waar het bewustzijn huist.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

78 Merleau-Ponty, Maurice. Phenomenology of perception. Chapter 3, P: 165

79 Merleau-Ponty, Maurice. De wereld waarnemen. Vert. Jenny Slatman. Derde druk. Amsterdam, Boom 2008

80 Plessner, Helmuth. In: Bronkhorst, Willemien. Bachelorscriptie Theatereducatie en praktisch zelfbegrip. Juli 2014. P: 21. 81 Plessner, Helmuth, 1965, p 293. Plessner. In: Bronkhorst, Willemien. Bachelorscriptie Theatereducatie en praktisch

(27)

De medewereld tot slot is de wereld waarin de mens zich bewust is van zijn bestaan als mens en lichaam en hiernaar handelt. Hierin wordt rekening gehouden met de norm, om zo te passen binnen de samenleving waarin de mens zich op dat moment bevindt en waartoe hij zich moet verhouden. De medewereld is de werkelijkheid waarbinnen de mens bestaat en beweegt. Het gaat hierbij om dat de mens het besef heeft van de regels en de gewoonten die verbonden zijn aan de werkelijkheid waarbinnen wordt gefunctioneerd. Dit besef (bewustzijn) is een menselijke eigenschap. Het omvat het vermogen tot zelfreflectie en wordt door Plessner aangeduid als de Conditio Humana. De essentie van het mens zijn zit volgens Plessner in het bewustzijn van het feit dat de mens niet alleen een lichaam bezit maar ook van het feit dat dit lichaam vervolgens een relatie aangaat met andere lichamen.82 Op basis van het bewustzijn is de mens in staat om zichzelf als concept te begrijpen. De mens is tegelijkertijd zichzelf alsook kijkt hij naar zichzelf om op die manier vorm te geven aan zichzelf. De mens speelt, aldus Plessner, eigenlijk voortdurend zijn eigen rol. Hij is steeds, bewust en onbewust, bezig zich te spiegelen aan de beelden die hij/zij ziet. Op grond van deze theorie stelt Plessner dat de acteur het beste medium is dat kan worden ingezet bij de analyse van de mens. De acteur

symboliseert de staat van de mens; de Conditio Humana, en kan hierdoor functioneren als spiegel voor de genormaliseerde werkelijkheid.83 De acteur is als het ware de vertolking van het besef van de medewereld.

3.3 De acteur als ‘spiegel’

In 1909 beschrijft Georg Simmel in On the Philosophy of the Actor de duale constructie van het lichaam van de acteur op het toneel.84 Simmel beschrijft een talige en een fysieke vorm waarin het lichaam van de acteur op het toneel tot uitdrukking komt. Deze twee vormen construeren samen een betekenis. De betekenis is vervolgens de manier waarop de acteur in staat is tot communicatie. De acteur maakt bij deze lichamelijke vorm van communicatie gebruik van zijn eigen lichaam dat tegelijkertijd zowel medium, maker alsook product is (figuur 4).

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

82 Plessner, Helmuth. In: Bronkhorst, Willemien. Bachelorscriptie Theatereducatie en praktisch zelfbegrip. Juli 2014. P: 21. 83Fischer-Lichte, Erika. The Transformative Power of Performance. A New Aesthetics. Vertaald door: Saskya Iris Jain.

Routledge. 2008. P: 76

84 Georg Simmel. In: Fischer-Lichte, Erika. The Transformative Power of Performance. A New Aesthetics. Vertaald door:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Coen rijdt met zijn volbloed sportwagen naar een land waar Frans gesproken wordt. - De groene auto wordt door een vrouw naar

– Het daarom nodig is duidelijkheid te geven over welke vorm van infrastructuur het gaat en welke prioriteit iets krijgt. Draagt het

Bewust omgaan met je lichaam, niet uit automatisme een wijntje inschenken met een toastje erbij.’ Zo laten ze elk jaar tijdens hun vasten, aan het einde van de winter, een paar

Laat de kinderen de plaatjes op de goede volgorde neerleggen van klein naar groot.. Vertel verder dat toen Raai nog klein was, hij ook een kleine

In het Vektis bestand staat bij ‘Tabel 3: Totaal aantal cliënten met indicaties voor zorg dat overgaat naar de Wmo, maar zonder zorg’ onder het tabblad ‘totalen_1’ weergegeven

Kunnen mensen met dementie openlijk over hun ziekte vertellen in hun omgeving.. Durf je met iemand met dementie over zijn/haar ziekte

Met het oog op de genoemde regionale afwegingen in de RES, het gebruik van de zonneladder en het feit dat niet alle locaties geschikt of noodzakelijk zijn voor (een bepaalde vorm

Bovendien zijn de telefoons zeer eenvoudig te gebruiken, met grote alfanumerieke schermen, programmeerbare toetsen, EHS-poorten met ondersteuning van draadloze headsets en een