• No results found

Gezond op school: adviesrapport voor een gezonde schoolkantine op het Spinoza20first daltonlyceum in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezond op school: adviesrapport voor een gezonde schoolkantine op het Spinoza20first daltonlyceum in Amsterdam"

Copied!
106
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Robin Roest (500727006) en Kevin Hage (500757578)

Groepsnummer: 5

Afstudeerproject: 2020220

Spinoza20first

Hogeschool van Amsterdam

Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek

“Gezond op school: adviesrapport voor een

gezonde schoolkantine op het Spinoza20first

lyceum in Amsterdam.”

Hier een foto van de

school of nog beter van de

schoolkantine plaatsen op

het voorblad

(2)

2

“Gezond op school: adviesrapport voor een gezonde

schoolkantine op het Spinoza20first daltonlyceum in

Amsterdam.”

Studentgegevens: Kevin Hage kevin.hage@hva.nl Studentnummer: 500757578 Robin Roest robin.roest@hva.nl Studentnummer: 500727006 Opdrachtgever en praktijkbegeleider: Anna Gribling Spinoza20first

Martin Luther Kingpark 1 1079RL Amsterdam

Docentbegeleider:

Anouk van der Steen Hogeschool van Amsterdam Dokter Meurerlaan 8 1067 SM Amsterdam

Periode afstudeerproject: februari – juni 2020 Versie: 1

(3)

3

Voorwoord

Geachte lezer,

Voor u ligt het afstudeeronderzoek in opdracht voor Spinoza20first, een daltonlyceum in Amsterdam, in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd om de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers voor een gezonde schoolkantine te analyseren en in kaart te brengen. De resultaten uit dit afstudeeronderzoek zijn tevens vertaald naar praktische aanbevelingen voor Spinoza20first in de vorm van een adviesrapport. Deze is afzonderlijk van het onderzoeksverslag te lezen.

Het onderzoek is geschreven in het kader van afstuderen voor de studie Voeding en Diëtetiek,

afstudeerrichting Nutrition & Health Promotion aan de Hogeschool van Amsterdam. De uitvoering van het onderzoek heeft plaatsgevonden van februari tot en met juni 2020.

Wij bedanken docentbegeleider Anouk van der Steen voor de geboden hulp, inspiratie en de prettige samenwerking tijdens de afgelopen maanden. Daarnaast bedanken wij Anna Gribling voor de fijne begeleiding en de vrijheid tijdens de uitvoering van het onderzoek. Tot slot bedanken wij de leerlingen en medewerkers van Spinoza20first voor hun deelname.

Bovenstaande partijen hebben ervoor gezorgd dat de opdracht compleet is uitgevoerd. Wij wensen u veel plezier met het lezen van dit onderzoek.

Kevin Hage en Robin Roest

(4)

4

Samenvatting

Inleiding

Voedselkeuzes worden voornamelijk gemaakt op basis van gewoontegedrag. Jongeren maken vaak ongezonde voedselkeuzes op school. Om gezonde voedselkeuzes te stimuleren heeft het

Voedingscentrum ‘De Gezonde Schoolkantine’ ontwikkeld. Spinoza20first verhuist binnen een aantal jaar en heeft besloten om een gezonde schoolkantine te implementeren. Dit onderzoek achterhaalt wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers met betrekking tot implementatie voor een gezonde schoolkantine.

Methoden

In dit onderzoek is gebruikt gemaakt van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Er is literatuuronderzoek uitgevoerd om determinanten die voedselkeuzes onder jongeren beïnvloeden in kaart te brengen en om criteria voor deelname aan De Gezonde Schoolkantine te achterhalen. Door middel van een topic-interview met de kantinebeheerder is het aanbod van de schoolkantine achterhaald. Met behulp van een enquête is er geanalyseerd hoe vaak voedingsmiddelen worden gekocht door leerlingen en welke voedselkeuzes er gemaakt worden. Vervolgens zijn leerlingen en medewerkers geïnterviewd om meningen over de huidige schoolkantine te achterhalen en om wensen en behoeften voor een gezonde schoolkantine te achterhalen.

Resultaten

Uit literatuuronderzoek blijkt dat nudging, zoals prominente plaatsing en communicatie rondom voedingsmiddelen, opvallende kleuren en verpakkingen ervoor zorgen dat voedingsmiddelen sneller worden gekocht. De doelgroep interviews bevestigt de behoefte aan verbeterde communicatie van het assortiment en een aantrekkelijker uiterlijk van voedingsmiddelen die de schoolkantine verkoopt. Uit het topic-interview met de kantinebeheerder is gebleken dat nauwere samenwerking met de school nodig is om een gezonde schoolkantine succesvol te implementeren. Uit de enquête en doelgroep interviews blijkt dat de meerderheid van de respondenten positief staat tegenover een gezondere

schoolkantine.

Conclusie

Uit dit onderzoek komt naar voren dat leerlingen en medewerkers openstaan voor een gezonde schoolkantine. Voorwaarde hiervoor is dat keuzevrijheid intact blijft. Factoren zoals prijsbepaling, uiterlijk en plaatsing van voedingsmiddelen moeten verbeterd worden voor een succesvolle

implementatie. Deelname aan De Gezonde Schoolkantine wordt op dit moment niet aangeraden omdat de brug tussen de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers en de criteria voor deelname te groot lijkt. Het is raadzaam om te starten met educatie over gezonde voeding, waardoor lange termijn succes vergroot wordt. Ook is het belangrijk dat de school nauw samenwerkt met de kantinebeheerder over de mogelijkheden voor implementatie.

(5)

5

Inhoud

Voorwoord 3

Samenvatting 4

Hoofdstuk 1. Inleiding 7

1.1 Deelvragen, doelstelling en eindproduct 9

1.2 Leeswijzer 10

Hoofdstuk 2. Materialen en methoden 11

2.1 Deskresearch: literatuuronderzoek 11

2.2 Fieldresearch: semigestructureerd topic-interview met beheerder schoolkantine 12

2.3 Fieldresearch: online enquêtes 13

2.4 Fieldresearch: semigestructureerde doelgroep interviews leerlingen en medewerkers 13

2.5 Analyse kwantitatieve en kwalitatieve data 16

Hoofdstuk 3. Resultaten 17

3.1 Literatuuronderzoek 17

3.2 Topic-interview kantinebeheerder 19

3.3 Resultaten enquêtes 19

3.4 Resultaten interviews leerlingen en medewerkers 23

3.4.1 Resultaten interviews leerlingen 23

3.4.2 Resultaten interviews medewerkers 24

Hoofstuk 4. Discussie 26

4.1 Verwachtingen 27

4.2 Sterke en zwakke punten 27

Hoofdstuk 5. Conclusie en aanbevelingen 29

5.1 Aanbevelingen 29

Literatuur 31

Bijlagen 35

Bijlage I. Instapeisen De Gezonde Schoolkantine 35

Bijlage II. Topiclijst en mogelijke vragen topic-interview kantinebeheerder 39 Bijlage III. Transcript topic-interview met beheerder schoolkantine 41

Bijlage IV. Uitnodigingsmail enquête leerlingen 46

Bijlage V. Herinneringsmail aan de leerlingen 47

Bijlage VI. Opgestelde Enquête 48

Bijlage VII. Interviewschema leerlingen 51

Bijlage VIII. Interviewschema medewerkers 53

(6)

6

Bijlage X. Informed consent 57

Bijlage XI. Analyse resultaten enquête 58

Bijlage XII. Transcript interviews leerlingen 63

Bijlage XIII. Transcript interview medewerkers 84

Bijlage XIV. Codeboom interviews leerlingen en medewerkers 96

(7)

7

Hoofdstuk 1. Inleiding

Gezondheid in Nederland

Het aantal inwoners in Nederland is eind 2019 vastgesteld op 17,4 miljoen mensen. (1) Vanaf 1990 is het aantal Nederlanders dat overgewicht heeft met 17% gestegen. De prevalentie van obesitas onder Nederlanders is gestegen van 5,5% naar 15%. (2) Overgewicht en obesitas zijn in de meeste gevallen oorzaak van overmatige voedselconsumptie in combinatie met keuze voor ongezonde voeding en onvoldoende lichaamsbeweging. (3) Overgewicht is een risicofactor voor onder andere hart- en vaatziekten, kanker en diabetes mellitus type 2. (4) Uit onderzoek van onderzoeksinstituut Growth for Knowledge (GfK) in opdracht van het Voedingscentrum blijkt dat in 2010 de helft van de Nederlandse bevolking van plan was gezonder te eten. (5) In de periode tussen 2012 en 2016 is gebleken dat

Nederlanders daadwerkelijk stappen hebben gezet in de richting van een gezonder voedingspatroon. Zo aten Nederlanders over die periode meer groente en fruit, tegenover minder vetrijk voedsel en

suikerhoudende dranken. (6)

Voedselkeuzes

Een mens maakt gemiddeld 200 voedselkeuzes per dag. De keuzes worden gemaakt op basis van

bewuste afweging of impulsiviteit, ook wel bekend als gewoontegedrag. De keuzes worden voornamelijk gemaakt op basis van gewoontes, waar het brein simpelweg onvoldoende tijd heeft om bij iedere keuze rationele afwegingen te maken. (7) Uit de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016 blijkt dat 80% van het voedsel thuis wordt geconsumeerd. De productcategorieën die het meest buitenshuis worden gegeten zijn koek, gebak en alcoholische dranken. Een overzicht van de consumptie buitenshuis is hieronder te vinden in figuur 1. (8)

Figuur 1. Consumptie buitenshuis in de leeftijdscategorie 1-79 jaar uit de VCP.

In figuur 1 geeft de donkerblauwe kleur aan wat en hoeveel daarvan op school of werk gegeten wordt, de paarse kleur staat voor het eten dat onderweg wordt geconsumeerd, bijvoorbeeld naar het werk. Geel geeft aan wat er gegeten wordt in restaurants en groen staat voor overig. Vooral de categorieën

(8)

8

koek en gebak, fruit noten en olijven worden op school geconsumeerd. Ook niet-alcoholische dranken, brood- en graanproducten en snoepgoed scoren hoog. (8)

De gemaakte keuzes worden door onder andere marketing beïnvloed. Op die manier worden ongezonde voedselkeuzes ingeprent in het impulsieve systeem om een voedselkeuze wel of niet te maken. Zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam dat de keuze voor een fastfoodrestaurant op basis van het zien van een gele M gemaakt kan worden. Alleen het zien van de gele M kan het verlangen naar een hamburger vergroten. (9, 10)

Jeugd in Nederland

In 2018 lag de prevalentie van overgewicht onder kinderen van 4-12 jaar op 11,9%. Onder de jongeren tussen 12-16 jaar lag dit percentage op 11,6% en in de leeftijdscategorie 16-20 jaar op 15,5%. (11) Het percentage kinderen en jongeren dat overgewicht heeft is de laatste jaren stabiel gebleven. Toch eet de helft van de jongeren onvoldoende groente en fruit. Minder dan de helft van de jongeren eet dagelijks groente en een derde van de jongeren eet dagelijks een stuk fruit. Daarnaast worden er meer

suikerhoudende dranken geconsumeerd naarmate de leeftijd van jongeren stijgt. Onder jongeren van 12 jaar drinkt 16% suikerhoudende dranken, ten opzichte van 23% van de jongeren van 16 jaar. In de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen is een lichte afname te zien. Ook blijkt dat meisjes vaker gezonde keuzes maken dan jongens. (12) Voor jongeren uit gezinnen met een migratieachtergrond en minder welvarende gezinnen is de meeste winst te behalen op het gebied van ontwikkeling van interventies en het creëren van meer aandacht voor gezonde voeding. (13)

Gezonde aanpak op school

Een gezonde school aanpak wordt gestimuleerd door de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). JOGG heeft in 2016 gerapporteerd dat scholen die deelnemen aan het programma De Gezonde

Schoolkantine van het Voedingscentrum significant hoger scoren op faciliteiten, assortiment,

maatregelen, educatie en beleid dan scholen die niet deelnemen aan dit programma. (14) Uit onderzoek van Locatus blijkt dat er steeds meer gezonde schoolkantines zijn die een Schoolkantine Schaal uitgereikt kregen. Een Schoolkantine Schaal wordt uitgedeeld wanneer een schoolkantine voldoet aan de

voorwaarden voor De Gezonde Schoolkantine, die vermeld staan in bijlage I. Tegelijkertijd stijgt het ongezonde aanbod rondom de omgeving ook. Met name in achterstandsbuurten is er meer ongezond dan gezond aanbod dichtbij scholen. (15) Tussen 2005 en 2019 is er een stijging van 34% in het aantal fastfoodrestaurants te zien en een stijging van 98% in het aantal lunchrooms. Het JOGG meldt dat nog steeds veel leerlingen door het ongezonde aanbod buiten school eten. (16) Onderzoek naar

kantinegebruik onder leerlingen meldt ook dat leerlingen die gebruik maken van de schoolkantine ook vaker buiten school eten tijdens lesuren. (17)

De Gezonde Schoolkantine

Om gezonde voeding op scholen te stimuleren heeft het Voedingscentrum het initiatief ‘De Gezonde Schoolkantine’ in 2013 ontwikkeld. Voortgezet en middelbaar onderwijs kunnen deelnemen aan dit initiatief. De Gezonde Schoolkantine houdt in dat scholen een gezonde schoolkantine implementeren waarbij het aanbod voldoet aan de Richtlijnen Goede Voeding. Om deel te nemen aan De Gezonde Schoolkantine dient een school te voldoen aan de instapeisen van het Voedingscentrum. Voordat deelname aan De Gezonde Kantine mogelijk is, analyseren inspecteurs van het Voedingscentrum de schoolkantine van de potentieel deelnemende school om te controleren of er aan de instapeisen voldaan kan worden. Vanaf de start zijn er inmiddels 1290 scholen die het certificaat van De Gezonde

Schoolkantine ontvangen hebben. (18)

Uit onderzoek van de World Health Organization (WHO) over het stimuleren van gezond gedrag onder leerlingen, uitgevoerd in 2014, is gebleken dat er naast een gezonde schoolkantine ook andere

(9)

9

leerlingen die op school educatie over voeding en gezondheid aangeboden kregen een kleinere kans hadden op het ontwikkelen van overgewicht. Daarnaast hadden activiteiten op het gebied van voeding een positief effect op de schoolprestaties van leerlingen met overgewicht. (19, 20)

Er is ook kritiek op De Gezonde Schoolkantine. De Vereniging Ondernemende Contract Cateraars (VOCC) weigert het Akkoord Gezonde Voeding op Scholen te ondertekenen omdat de richtlijnen te strikt zijn en het assortiment onvoldoende blijkt aan te sluiten op de wensen en behoeften van leerlingen. Hierdoor zou het voor de leerlingen makkelijker worden om voedingsmiddelen buiten de school te kopen. (21) In een uitzending van de Keuringsdienst van Waarde wordt aangehaald dat ongezond voedsel in

Nederland te veel aangeboden wordt en dat kantines de verantwoordelijkheid moeten dragen om bij te dragen aan stimuleren van gezond voedsel gedrag. In de uitzending kwam naar voren dat scholen die deelnemen aan De Gezonde Schoolkantine wel degelijk ongezond voedsel verkopen, maar dit uit het zicht proberen te houden van leerlingen. Daarnaast stonden er ook op die scholen en andere kantines, bijvoorbeeld in ziekenhuizen, snoepautomaten met ongezonde snacks. (22)

Spinoza20first

Spinoza20first is een daltonlyceum in Amsterdam, gericht op vmbo-, havo- en vwo-scholieren. Omdat het aantal leerlingen op de school snel toeneemt, heeft de school besloten om over een aantal jaar te verhuizen naar een nieuw gebouw in het Bajes Kwartier in Amsterdam. Daarbij heeft de school besloten dat ze een gezonde schoolkantine willen implementeren. Dit onderzoek achterhaalt de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers met betrekking tot de implementatie van de nieuwe schoolkantine. Hierbij worden de wensen en behoeften vergeleken met de criteria van De Gezonde Schoolkantine om de haalbaarheid van deelname te onderzoeken. Om de wensen en behoeften te achterhalen is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat zijn voorwaarden voor een succesvolle

implementatie van De Gezonde Schoolkantine op het Spinoza20first lyceum in Amsterdam, afgestemd op de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers?”

1.1 Deelvragen, doelstelling en eindproduct

Er zijn daarnaast een aantal deelvragen opgesteld om een concreet antwoord op de onderzoeksvraag mogelijk te maken.

1. Welke determinanten beïnvloeden de voedselkeuzes van jongeren in de leeftijdscategorie 12-17 jaar?

2. Hoe ziet het huidige aanbod in de schoolkantine van Spinoza20first eruit en welke voedingsmiddelen worden afgenomen door leerlingen en medewerkers?

3. Welke eisen stelt het Voedingscentrum om deel te nemen aan De Gezonde Schoolkantine? 4. Wat zijn de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers van Spinoza20first met

betrekking tot de nieuwe schoolkantine?

Doelstelling

Het doel van het afstudeeronderzoek is inzicht verkrijgen in de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers op het Spinoza20first met betrekking tot een gezonde schoolkantine. De wensen en behoeften worden verwerkt in een onderzoeksverslag. Dit is relevant omdat Spinoza20first de invloed van leerlingen bij veranderingen binnen de school belangrijk acht. Daarnaast is het relevant omdat het de gezondheid van de leerlingen kan stimuleren, aangezien veel jongeren niet voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding. (8) Ook kan een goede gezondheid, waar een gezonde schoolkantine aan kan bijdragen, ervoor zorgen dat er een lager verzuimpercentage is onder de leerlingen (bijvoorbeeld spijbelen,

ziekmelden, etc.). Onderzoek wijst namelijk uit dat jongeren met overgewicht en obesitas gemiddeld 20% meer verzuimen dan gezonde jongeren. (23)

(10)

10

Eindproduct

Het eindproduct bestaat uit een onderzoeksverslag en een aanbeveling voor Spinoza20first in de vorm van een adviesrapport. In dit adviesrapport, dat apart wordt opgesteld, staan praktische aanbevelingen voor de implementatie van een gezonde schoolkantine voor het nieuwe schoolgebouw, op basis van de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers. Verder staan aanbevelingen voor nader

onderzoek over de implementatie van de gezonde schoolkantine beschreven in het adviesrapport.

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 zijn de onderzoeksmethoden beschreven die gebruikt zijn voor dit onderzoek. Vervolgens zijn de resultaten uit desk- en fieldresearch weergegeven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt

gediscussieerd over de resultaten uit dit onderzoek en zijn verwachtingen en sterke en zwakke punten van dit onderzoek benoemd. In hoofdstuk 5 staat de conclusie, en dus het antwoord op de hoofdvraag, beschreven. Tevens worden er in dit hoofdstuk aanbevelingen genoemd voor implementatie voor een gezonde schoolkantine. Tot slot staan de gebruikte literatuur en bijlagen apart vermeld na hoofdstuk 5.

(11)

11

Hoofdstuk 2. Materialen en methoden

In dit hoofdstuk staat beschreven welke onderzoeksmethoden gebruikt zijn en hoe data verzameld en geanalyseerd is. In tabel 1 is te lezen welke onderzoeksmethode een of meerdere deelvragen

beantwoordt en met welke methoden gegevens zijn geanalyseerd. Er is tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van een mixed-method onderzoek (zowel kwantitatieve- als kwalitatieve methoden). De methoden staan nader beschreven onder de tabel.

Tabel 1: Deelvragen en de bijbehorende onderzoeksmethode

Deelvraag Soort onderzoek Onderzoeksmethode Verzameling en analyse data 1. Welke determinanten beïnvloeden de voedselkeuzes van jongeren in de leeftijdscategorie 12-17 jaar?

Kwalitatief onderzoek Deskresearch door middel van

literatuuronderzoek

Databanken: PubMed, Springer Link, Google Scholar, Science Direct en literatuur uit boeken,

wetenschappelijke artikelen

2. Hoe ziet het huidige aanbod in de schoolkantine van Spinoza20first eruit en welke voedingsmiddelen worden afgenomen door leerlingen en medewerkers? Kwalitatief en kwantitatief onderzoek Fieldresearch door middel van een interview en online enquêtes

Microsoft Office Excel (kwantitatief) en Microsoft Office Word (kwalitatief)

3. Welke eisen stelt het Voedingscentrum om deel te nemen aan De Gezonde

Schoolkantine?

Kwalitatief onderzoek Deskresearch door middel van

literatuuronderzoek

Databanken zoals PubMed, Springer Link, Google Scholar, Science Direct en literatuur uit boeken en wetenschappelijke artikelen

4. Wat zijn de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers van Spinoza20first met betrekking tot de nieuwe schoolkantine? Kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fieldresearch door middel van interviews en online enquêtes

Microsoft Office Excel (kwantitatief) en MaxQDA (kwalitatief)

2.1 Deskresearch: literatuuronderzoek

Om determinanten te achterhalen waarom jongeren bepaalde voedselkeuzes maken, is er

literatuuronderzoek uitgevoerd. Ook is er door middel van literatuuronderzoek achterhaald wat criteria zijn om deel te nemen aan De Gezonde Schoolkantine van Het Voedingscentrum. Om het

literatuuronderzoek evidence-based uit te voeren is gebruik gemaakt van databanken zoals PubMed, Springer Link, Google Scholar en Science Direct om relevante wetenschappelijke literatuur te gebruiken.

(12)

12

Daarnaast is literatuur uit boeken en literatuur afkomstig van betrouwbare organisaties zoals het RIVM, Gezondheidsraad, Voedingscentrum en Rijksoverheid gebruikt. Om zoveel mogelijk bruikbare

wetenschappelijke data te verzamelen is er gefilterd waar mogelijk. De filters staan beschreven in tabel 2.

Tabel 2. Zoekfilters voor dataverzameling literatuuronderzoek

Daarnaast zijn er zoektermen gebruikt om relevante literatuur te vinden. Deze staan in tabel 3 omschreven.

Tabel 3. Zoektermen voor literatuur in de databanken

Naar aanleiding van het uitgevoerde literatuuronderzoek zijn de onderwerpen en vragen voor de fieldresearch bepaald.

2.2 Fieldresearch: semigestructureerd topic-interview met beheerder schoolkantine

Voor de fieldresearch is een interview met de beheerder van de schoolkantine afgenomen. Het interview was een alternatief voor het uitvoeren van een kantinescan op locatie, in verband met het sluiten van de school door de coronacrisis. Het interview is als alternatief gekozen omdat de kantinebeheerder

expertise heeft over het assortiment en inkoop- en verkoopcijfers in de schoolkantine. Het doel van het interview was om te achterhalen hoe het huidige assortiment er globaal uitziet en wat leerlingen en medewerkers voor voedselkeuzes maken in de kantine.

De onderzoekers hebben het interview via de telefoon afgenomen in verband met de maatregelen van het RIVM inzake de coronacrisis. Tijdens de kennismaking via de telefoon is er benadrukt aan de kantinebeheerder wat het doel is van het interview en hoe het interview afgenomen werd. Een onderzoeker heeft het interview geleid, de andere onderzoeker heeft genotuleerd en vragen gesteld wanneer er onvolledig antwoord verkregen is op een vraag. Het interview is met toestemming van de kantinebeheerder opgenomen om terug te luisteren en te transcriberen.

Type artikelen Beschikbaarheid tekst Publicatie

Bij voorkeur systematic review of meta-analyses

Free full text Bij

voorkeur uiterlijk 5-10 jaar geleden

Zoektermen (Engels)

Determinants AND food choices Food choices AND adolescents Healthy school canteens Food temptations AND youth Nudging school environment

(13)

13

Het interview is semigestructureerd uitgevoerd. Hierbij zijn onderwerpen en mogelijke vragen vooraf opgesteld, maar is er ruimte gebleven om door te vragen of andere thema’s te behandelen. (24) Het topic-interview is uitgevoerd om deelvraag 2 van het onderzoek te beantwoorden. De topics en mogelijke vragen van het topic-interview zijn terug te lezen in bijlage II. Het interview is volledig getranscribeerd, het volledige transcript is terug te lezen in bijlage III.

2.3 Fieldresearch: online enquêtes

Voor het achterhalen van wensen en behoeften met betrekking tot een gezonde schoolkantine en het in kaart brengen van het huidige aanbod is er gekozen voor een combinatie van een online enquête voor de leerlingen van Spinoza20first. Tijdens de eerste opzet voor onderzoeksmethode was er gekozen om focusgroepen af te nemen. Helaas bleek dit niet mogelijk gezien de coronacrisis, waardoor de school gedurende de uitvoering van het onderzoek gesloten was. Voorafgaand het verspreiden van de enquête is er middels een videovergadering in overleg met de praktijkbegeleider en coördinator van

Spinoza20first gekozen om de enquête onder acht stamgroepen (ongeveer 120 leerlingen) te verspreiden. De acht stamgroepen waren actief op alle onderwijsniveaus binnen Spinoza20first. De onderzoekers hebben gekozen voor een foutmarge van 10% en een betrouwbaarheidspercentage van 95%, wat neerkomt op een geschatte respons van 54 leerlingen. (25)

Door middel van de enquêtes is er kwantitatieve data verzameld over het gebruik van de schoolkantine en welke voedselkeuzes er gemaakt worden. De enquête is opgesteld via Thesis Tools Pro. De

onderzoekers hebben hiervoor gekozen omdat het programma toegang geeft tot het opstellen van een enquête en te verspreiden middels een automatisch gegenereerde link. Daarnaast is het met Thesis Tools Pro mogelijk om de resultaten naar Microsoft Excel te exporteren. De enquête is verspreid via een mail naar alle leerlingen binnen de acht stamgroepen. De verstuurde uitnodigingsmail is terug te vinden in bijlage IV.

De enquête is verspreid in de periode van 8-22 april. Na een week is er een herinneringsmail verzonden. De herinneringsmail is terug te lezen in bijlage V. De onderzoekers hebben ervoor gekozen om de anonimiteit van de leerlingen te waarborgen. Alle data is vertrouwelijk gebleven en is uitsluitend gebruikt voor resultaten tijdens dit onderzoek. Na afronding van het onderzoek zijn vertrouwelijke gegevens vernietigd. De opgestelde enquête is terug te vinden in bijlage VI.

2.4 Fieldresearch: semigestructureerde doelgroep interviews leerlingen en medewerkers

Vervolgens zijn er semigestructureerde doelgroep interviews afgenomen bij leerlingen en medewerkers van Spinoza20first. De topics en mogelijke interviewvragen zijn opgesteld naar aanleiding van de resultaten uit het literatuuronderzoek en de enquête. De topics zijn te vinden in tabel 4. Hierdoor is er achterhaald welke motieven leerlingen en medewerkers met betrekking tot wensen en behoeften voor een nieuwe schoolkantine hebben.

(14)

14

Tabel 4. Opgestelde topiclijst voor de doelgroep interviews Topics interviews

1. Gezondheid in het algemeen: om in kaart te brengen wat de deelnemers van gezondheid vinden en waarom (voornamelijk gezondheid op gebied van voeding).

2. Aandacht voor gezondheid op school: wat wordt er op dit moment gedaan aan het stimuleren van gezond gedrag op school? Wat heeft de deelnemer eventueel nodig? Uit het literatuuronderzoek bleek dat educatie bijdraagt aan het stimuleren van gezonde voedselkeuzes.

3. Aanbod schoolkantine: wat vinden de deelnemers van het aanbod en prijs, wat zien ze graag anders en waarom? Dit is aan bod gekomen omdat de tevredenheid over de huidige prijzen en het aanbod een bijdrage levert aan de beantwoording van de onderzoeksvraag. 4. Afname in de schoolkantine: eten of drinken de deelnemers wel eens iets uit de

schoolkantine en waarom wel of niet? Hier is naar gevraagd om motieven te achterhalen met betrekking tot aankopen in de schoolkantine.

5. Eten en drinken buiten school in tussenuren en de pauzes: waar eten en drinken de deelnemers dan het liefst en wat maakt die keuze bijvoorbeeld aantrekkelijker dan de schoolkantine? Dit topic is opgesteld om te achterhalen waar de schoolkantine zich kan verbeteren om aankopen van leerlingen in de schoolkantine te stimuleren.

Er is gekozen voor semigestructureerde interviews om van tevoren onderwerpen en mogelijke vragen op te stellen, maar wederom ruimte open te laten om door te vragen of andere relevante vragen te stellen. (24) Het interviewschema van leerlingen is terug te vinden in bijlage VII en het interviewschema van medewerkers in bijlage VIII. Er is in eerste instantie gekozen voor een doelgerichte steekproefgrootte om een doelgroep te kunnen werven die kenmerken vertegenwoordigt die bijdragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Uit ieder leerjaar is getracht een jongen en een meisje te interviewen en door te gaan tot de theoretische verzadiging is bereikt. Dit houdt in dat verwacht werd dat er na een bepaald aantal interviews geen nieuwe informatie meer naar voren kwam. (26) De praktijkbegeleider heeft deelnemers (leerlingen en medewerkers) geselecteerd voor de doelgroep interviews. Een overzicht van de selectie is te zien in tabel 5.

(15)

15

Tabel 5. Overzicht selectie deelnemers doelgroep interviews

Omdat er sprake was van onvoldoende respons, hebben de onderzoekers er uiteindelijk voor gekozen om willekeurige deelnemers te interviewen. Dit heeft ertoe geleid dat er vijf leerlingen en twee

medewerkers zijn geïnterviewd. De interviews zijn afgenomen door middel van Skype. Van tevoren zijn er instructies en een informed consent naar de deelnemer gestuurd, ook wel een

toestemmingsverklaring genoemd. Er is aan deelnemers onder de 16 jaar gevraagd om de informed consent door ouders en/of verzorgers te laten lezen en hier akkoord voor te geven. De instructies zijn meegestuurd om de toegang tot het interview te vereenvoudigen. De instructies zijn terug te lezen in bijlage IX, de informed consent is terug te lezen in bijlage X. Er is gekozen voor een verschil in verdeling tussen de leerlingen en medewerkers tijdens de interviews omdat Spinoza20first het belangrijk vindt dat leerlingen mee beslissen over veranderingen binnen de school en omdat het de grootste groep op school is.

De interviews zijn steeds geleid door één onderzoeker, de andere onderzoeker heeft genotuleerd en aanvullende vragen gesteld waar nodig. Voor de interviews met medewerkers was een half uur

beschikbaar, voor interviews met leerlingen 15-20 minuten. Hier is voor gekozen omdat de medewerkers naar verwachting meer concentratie op konden brengen dan leerlingen.

Tot slot zijn er voor het onderzoek in- en exclusiecriteria opgesteld. Omdat er voor dit onderzoek geen specifieke eisen zijn aan de doelgroep, behalve dat het leerlingen van de school betreft en dat zij binnen de leeftijdscategorie 12-17 vallen, zijn er geen exclusiecriteria opgesteld. Een overzicht van de in- en exclusiecriteria is in tabel 6 te zien.

Leeftijd Geslacht Niveau Aantal

(minimum) 12-17 Man VMBO 1 12-17 Vrouw VMBO 1 12-17 Man HAVO 1 12-17 Vrouw HAVO 1 12-17 Man VWO 1 12-17 Vrouw VWO 1

(16)

16

Tabel 6. Onderzoeksgroep en in- en exclusiecriteria

2.5 Analyse kwantitatieve en kwalitatieve data

Kwantitatieve data

De kwantitatieve data is verzameld middels een enquête. De resultaten van de enquête zijn vanuit Thesis Tools Pro geëxporteerd naar Microsoft Office Excel. In Excel zijn de resultaten geanalyseerd en met behulp van diagrammen inzichtelijk weergegeven. De analyse is terug te vinden in bijlage XI.

In de laatste vraag van de enquête is er gevraagd naar wensen en behoeften van de leerlingen voor een gezonde schoolkantine. De resultaten daaruit zijn geanalyseerd in Microsoft Word en de belangrijkste resultaten daarvan zijn weergegeven in hoofdstuk 3. De data en resultaten uit de enquête zijn gebruikt als opzet voor de doelgroep interviews.

Kwalitatieve data

Er zijn verschillende interviews gehouden om kwalitatieve data te verzamelen. Het topic-interview met de beheerder van de schoolkantine is getranscribeerd in Microsoft Office Word. De resultaten uit dit interview zijn ook geanalyseerd in Microsoft Office Word. Hiervoor is gekozen omdat het gaat om één interview waardoor er geen sprake is van samenhang of het opbouwen van een theorie. Er is kritisch gekeken naar de resultaten van het interview om antwoord te geven op de hoofdvraag en deelvraag 2 van het onderzoek. De belangrijkste resultaten uit het topic-interview zijn beschreven in hoofdstuk 3. De doelgroep interviews zijn getranscribeerd en geanalyseerd met behulp van MaxQDA, een

softwareprogramma voor kwalitatieve data-analyses. De analyse heeft plaatsgevonden met behulp van codering, die is toegepast in de volgende stappen:

1. Open coderen (tekst verdelen onder diverse labels, ook wel codes); 2. Axiaal coderen (codes vergelijken en samenvoegen);

3. Selectief coderen (verkrijgen resultaten en opbouwen theorie).

De resultaten van de leerlingen en medewerkers zijn apart van elkaar geanalyseerd. Een onderzoeker heeft de interviews met de leerlingen geanalyseerd, de andere onderzoeker de interviews met de medewerkers. Vervolgens hebben beide onderzoekers elkaars analyse twee keer doorgelezen om de validiteit te verhogen. De transcriptie van alle interviews zijn te lezen in bijlagen XII en XIII. Voordat de transcripten gecodeerd zijn is er een codeboom opgesteld. De codeboom is terug te lezen in bijlage XIV en de gecodeerde interviews zijn terug te lezen in bijlage XV.

Onderzoeksgroep 1 Leerlingen Spinoza20first (leeftijd 12-17 jaar)

Onderzoeksgroep 2

Medewerkers (docenten, conciërges, administratieve medewerkers, etc.) van Spinoza20first

Inclusiecriteria Leerlingen en medewerkers van Spinoza20first

(17)

17

Hoofdstuk 3. Resultaten

3.1 Literatuuronderzoek

Criteria deelname De Gezonde Schoolkantine

Om deel te nemen aan De Gezonde Schoolkantine heeft het Voedingscentrum criteria opgesteld met betrekking tot de aangeboden voedingsmiddelen. Wanneer een school voldoet aan de criteria is er een bronzen, zilveren of gouden status te verdienen. Hoe meer een school aan de richtlijnen voldoet, hoe hoger de kans wordt op een gouden status. De volledige criteria zijn zoals in de inleiding ook vermeld terug te lezen in bijlage I.

Voedselbeleving

Uit onderzoek van het LEI (onderdeel van Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek) en de

Wageningen Universiteit blijkt dat jongeren in de leeftijdscategorie van 12-16 jaar weinig interesse tonen in voeding. Jongeren maken vooral keuzes die zij lekker en aantrekkelijk vinden. Thuis hebben ouders hebben veel invloed op de voedselkeuzes van hun kind. Daar eten de jongeren wat zij voorgeschoteld krijgen. Jongeren vinden iemand ongezond als dit aan het uiterlijk te zien is, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van overgewicht. Duurzaamheid en andere aspecten, zoals het niet eten van vlees in verband met dierenleed, speelt bij slechts een kleine groep een rol. (27)

Determinanten van gedrag

Per dag maakt een mens gemiddeld 200 voedselkeuzes. Ongeveer 70% van de keuzes wordt gemaakt op basis van impuls- of gewoontegedrag. (28, 29). Deze voedselkeuzes worden beïnvloed door

determinanten. Determinanten die voedselkeuzes veelal beïnvloeden zijn voor het literatuuronderzoek onderverdeeld in de categorieën persoonlijke en omgevingsdeterminanten. (30)

Persoonlijke determinanten

Persoonsgebonden determinanten zijn vaak een combinatie van genen, gedrag en omgevingsfactoren. (31) Onder persoonlijke determinanten vallen onder andere ook kennis, attitude en het ervaren van sociale invloed. (32)

Een systematic review naar factoren die meespelen in de voedselkeuze van jongeren, toont aan dat stress een factor is die voedselkeuzes negatief beïnvloedt. Veel stress veroorzaakt eetbuien en sedentair gedrag. Hetzelfde onderzoek toont aan dat educatie positief bijdraagt aan het maken van gezonde voedselkeuzes, omdat er meer bewustwording gecreëerd wordt. Hogere kennis, bijvoorbeeld door middel van educatie, zorgt ervoor dat jongeren menukaarten in bijvoorbeeld de schoolkantine leren te begrijpen, waardoor het makkelijker wordt om gezondere voedselkeuzes maken. (33)

Smaak is ook een belangrijke factor in de keuze voor een voedingsmiddel. Dit blijkt uit onderzoek naar het belang van smaak in het voedingspatroon van jongeren. Zo geeft 82% van de deelnemers in dit onderzoek aan dat smaak een belangrijk onderdeel is in het voedingspatroon. In deze studie is daarnaast aangetoond dat deelnemers die smaak belangrijk vinden aanzienlijk vaker voedingsmiddelen

consumeren die hoog zijn in vet, suiker en zout. (34) Naast smaak speelt het uiterlijk van

voedingsmiddelen een rol in de voedselkeuze van jongeren. Aantrekkelijke voedingsmiddelen worden sneller geconsumeerd. Barrières om gezonde voedingsmiddelen zoals groente, fruit en zuivel te consumeren zijn een gebrek aan bewustzijn en onvoldoende kennis over gezonde voeding. (35)

(18)

18

Onderzoek van YoungWorks in samenwerking met Trimbos geeft aan dat jongeren de meeste voedselkeuzes maken op basis van hun eigen uiterlijk en mentale gezondheid. Er wordt met name gekeken naar de mate van lichamelijke activiteit en de consumptie van groente en fruit. Resultaten geven aan dat jongeren het door een gebrek aan kennis moeilijk vinden om te bepalen wanneer een voedingsmiddel gezond of ongezond is. Zij weten niet hoeveel kilocalorieën een blikje frisdrank bevat of hoeveel energie zij dagelijks nodig hebben. Meisjes maken vaker gezonde voedselkeuzes dan jongens, onder andere uit angst voor overgewicht. Het onderzoek benoemt ook welke redenen het belangrijkst zijn om wel of geen gezonde voedselkeuze te maken. (36) Een voorbeeld volgens dit onderzoek is schuldgevoel. Consumenten vinden schuldgevoel niet fijn, waardoor zij gestimuleerd worden om gezondere keuzes te maken, bijvoorbeeld bij vetvrije voedingsmiddelen of voedingsmiddelen die aanzetten tot gewichtsverlies. (37)

Omgevingsdeterminanten

Naast persoonlijke determinanten spelen omgevingsdeterminanten ook een belangrijke rol in het beïnvloeden van voedselkeuzes. Dit zijn factoren die zich afspelen buiten de persoon om. Hieronder zijn enkele fysieke en sociale omgevingsdeterminanten beschreven. De fysieke omgeving betreft

bijvoorbeeld een olliebollenkraam, de geur van broodjes in een supermarkt en groenvoorzieningen in een wijk. Onder de sociale omgeving vallen onder andere de opvoedingsstijl en de omgang in een vriendengroep. (32) Redenen om ongezond te eten komen overeen met de bevindingen uit eerdere onderzoeken, namelijk dat het ongezonde eten lekkerder en makkelijk te verkrijgen is. (36) De

Wageningen Universiteit stelt dat de manier waarop voedingsmiddelen worden aangeboden effect heeft op de keuze. Zo worden voedingsmiddelen op ooghoogte meer gekocht dan voedingsmiddelen die hoog of laag in de schappen staan. Hetzelfde onderzoek geeft wel aan dat een groot assortiment de

voedselkeuze moeilijker maakt. (37) Ook de communicatie rondom voedingsmiddelen heeft invloed op het koopgedrag van de consument, zoals persoonlijke aanbevelingen. Daarnaast zijn opvallende kleuren en aansprekende plaatjes redenen om een voedingsmiddel sneller te kopen. Communicatie speelt in op de emoties van de consument, hiermee kan de consument beïnvloed worden. Deze factoren worden nudging genoemd. (38) Om ervoor te zorgen dat gezonde voedingsmiddelen vaker worden

geconsumeerd, is het belangrijk dat de gezonde opties aantrekkelijk gepresenteerd worden en dat ongezonde opties gelimiteerd worden in het aanbod. (35)

Jongeren worden beïnvloed door vrienden als het aankomt op aankoopgedrag. Bij jongens is hier meer bewijs voor dan bij meisjes. In een onderzoek van het Voedingscentrum naar het betrekken van de school bij een gezondere kantine geven jongeren aan sneller ongezonde voedingsmiddelen te kopen als zij met leeftijdsgenoten zijn. Belangrijke motieven om gezond te eten zijn dat de ouders het kind stimuleren om gezond te eten of omdat vrienden ook gezond eten. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat jongeren vaak eten van thuis mee nemen. Wanneer jongeren voedingsmiddelen uit de kantine kopen is dit vaak door de verleiding die de kantine met zich meebrengt (geur en presentatie voedingsmiddel), omdat het ongezonde eten vaak goedkoper is en omdat vrienden ook voor hetzelfde ongezonde

voedingsmiddel kiezen. (39) Op het gebied van koopgedrag is er verschil te zien in onder- en bovenbouw. Bovenbouwleerlingen kopen vaker voedingsmiddelen uit de kantine. Zij zijn beïnvloedbaar voor mogelijk negatief commentaar uit de omgeving en zijn vatbaar om mee te doen met de rest van de groep, ook als dit betekent dat zij ongezond eten. Leerlingen kiezen er ook voor om vaker naar de supermarkt te gaan in plaats van de schoolkantine. Dit komt omdat de supermarkt wordt ervaren als vrijheid. Ook geeft het een gevoel van volwassenheid. (40) Om ervoor te zorgen dat gezonde voedingsmiddelen vaker worden geconsumeerd, is het belangrijk dat gezonde voedingsmiddelen een ‘stoer’ imago krijgt en dat kinderen vanaf jongs af aan leren om gezond te eten. (35)

(19)

19

3.2 Topic-interview kantinebeheerder

Uit het topic-interview met de kantinebeheerder zijn resultaten voor het onderzoek naar voren gekomen. Het volledige transcript van het interview is bijgevoegd in bijlage III. Momenteel bestaat het assortiment in de schoolkantine voornamelijk uit belegde broodjes, salades voor op brood, snoep, koek en dranken. De kantinebeheerder geeft aan bezig te zijn met een gezonder assortiment. Er wordt echter wel een kanttekening bij geplaatst: “Ik heb 1 jaar gehad waarin ik alles heb omgegooid, zo’n 8 jaar

geleden. Ik heb toen veel groentechips en verantwoorde repen toegevoegd in het assortiment. Eigenlijk het hele assortiment veranderde. Toen heb ik veel verlies geleden.” Volgens de kantinebeheerder heeft

dit te maken met het beperken van de keuzevrijheid van leerlingen. Daarnaast draagt de

kantinebeheerder het argument aan dat leerlingen bezig zijn met het creëren van een eigen identiteit. Het zoeken naar een gezonde en juiste balans is belangrijk maar is moeilijker dan het lijkt, aldus de kantinebeheerder. Zij geeft aan dat er geen aandacht aan gezonde voeding wordt besteed op school. De kantinebeheerder zegt tevens dat een nauwere samenwerking tussen haar en de school zorgen voor een gerichter assortiment in de schoolkantine.

De kantinebeheerder geeft aan dat meisjes bewuster bezig zijn met gezonde voeding ten opzichte van jongens. Daarnaast geeft de kantinebeheerder het volgende aan als het gaat over het belemmeren van de keuzevrijheid: “Ik denk overigens ook dat alles wat niet mag, juist een verleiding is om wel te doen,

zeker op die leeftijd. Je moet dus gewoon de keuze hebben: gezond en een beetje minder gezond.”

3.3 Resultaten enquêtes

Door middel van de enquête is er antwoord verkregen op deelvragen twee en vier. De enquête is volledig ingevuld door 38 respondenten, waaronder meisjes (n=25) en jongens (n=13). Een respondent heeft de enquête onvolledig ingevuld. Een volledig overzicht van de demografische gegevens van de respondenten is te lezen in tabel 7. De volledig geanalyseerde enquête is terug te lezen in bijlage XI.

Tabel 7. Demografische gegevens van de enquête respondenten Geslacht

Jongen Meisje

n = 13 25

Leeftijd

12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar

n = 5 10 9 10 3 1

Onderwijsniveau

VMBO/MAVO HAVO VWO/Atheneum

n = 3 13 23

Huidig leerjaar

Eerste klas Tweede klas Derde klas Vierde klas

(20)

20

Gebruik schoolkantine Spinoza20first

De schoolkantine wordt gebruikt door 79% van de respondenten (n=31). De meeste respondenten (n=12) geven aan minimaal 1 keer per maand gebruik maken van de kantine.

Figuur 2 toont aan dat respondenten het meest kiezen voor belegde broodjes (n=17) en snoep en/of koek (n=25). Respondenten die ‘anders, namelijk..’ ingevuld hebben geven aan rijstwafels en vitamine drank te kopen (n=2).

Voedselkeuzes buiten school

Er worden daarnaast ook voedingsmiddelen gekocht buiten school. De meeste van deze respondenten (n=22) kiezen ervoor om naar de supermarkt te gaan. Twee respondenten geven aan gewoon voor de schoolkantine te kiezen. Dit is te zien in figuur 3.

Figuur 2. De gemaakte voedselkeuzes van de respondenten in de schoolkantine.

Figuur 3. Plekken buiten de kantine van Spinoza20first waar respondenten het liefst heen gaan tijdens schooluren.

(21)

21

Beoordeling eigen gezondheid en schoolkantine

Van de respondenten beoordeelt 54% van de meisjes (n=21) zichzelf als gezond, tegenover 33% van de jongens (n=13). De respondenten die hun eigen gezondheid beoordelen als onvoldoende (cijfer ≤ 5) bestaat voornamelijk uit meisjes (n=4). De meeste meisjes (n=22) vinden gezondheid belangrijk. Een respondent antwoord: “Erg belangrijk, ik eet natuurlijk wel snacks en ongezonde dingetjes, maar vooral

mijn avondeten en ontbijt zijn gezond. Ik merk dat ik op deze manier de dag beter door kom, gelukkiger ben en me gewoon een stuk beter in mijn vel voel.”

Vervolgens is de stelling ‘”Onze schoolkantine heeft veel gezonde producten in het aanbod’” voorgelegd aan de respondenten. Hier geeft 59% (n=22) aan het ermee oneens te zijn. De meeste respondenten die het oneens zijn, zijn meisjes (n=15).

Figuur 4 laat zien dat de meerderheid van de respondenten een gezonder aanbod in de schoolkantine willen (n=26). Er zijn ook respondenten die het oneens zijn met deze stelling (n=13). Een respondent zegt: “Er is al best veel gezond. Vaak krijg je zelf ook gezonde dingen mee van thuis, dan is het leuk als je iets gaat halen in de kantine dat ongezonder en lekker is.”

Een respondent geeft ook aan dat het uiterlijk van de gezonde voedingsmiddelen er niet lekker uit ziet. De schoolkantine krijgt een gemiddeld cijfer van een 5,4 door de respondenten (n=39). De meeste respondenten (n=17) beoordelen de schoolkantine met een 6.

Wensen en behoeften van respondenten voor een nieuwe schoolkantine

Een deel van de respondenten draagt gezondere opties aan om te implementeren in de nieuwe

schoolkantine (n=8). Zo zegt een respondent: “Onze school heeft vaak problemen met te veel kinderen in

de AH, dus zou ik de prijzen omlaag doen om kinderen in de school te houden. Ik zou de uitstraling veel aantrekkelijker maken en meer gezonde dingen toevoegen, zoals fruit en gezonde bars. Ook zou ik minder plastic verpakkingen doen, dit is misschien wat moeilijker en verder gezocht maar overal waar je plastic kan missen haal ik het graag weg.” Een andere respondent geeft aan dat er een betere balans dient te

komen tussen gezond en ongezond en dat er ook meer gelet mag worden op de prijzen van de voedingsmiddelen.

Er worden ook ongezonde opties aangedragen (n=9). Zo zegt een respondent dat er op de vorige school veel ongezonde voedingsmiddelen aangeboden werden waardoor de respondent meer in de

Figuur 4. De antwoorden van de respondenten op de stelling voor een gezond schoolkantine.

(22)

22

schoolkantine kocht. Daarnaast geeft een andere respondent aan meer voedingsmiddelen te willen zien in de schoolkantine die ook in de Albert Heijn verkocht worden, omdat bijvoorbeeld chocoladebroodjes ook de reden zijn dat leerlingen aankopen doen buiten de school.

Meer respondenten geven aan dat de prijzen in de huidige schoolkantine te hoog zijn (n=11). Een aantal respondenten (n=3) geeft specifiek aan dat de prijzen van gezonde voedingsmiddelen omlaag moeten. Ook de uitstraling is op dit moment onvoldoende, dus wordt er door een aantal respondenten een nieuwe inrichting aangedragen. Ook zijn er een aantal respondenten die aangeven het belangrijk vinden dat er minder plastic verpakkingen gebruikt worden (n=2). De meeste respondenten die gezonde opties aandragen zijn meisjes (n=5). Daarnaast zijn er ook respondenten die aangeven dat er keuze moet zijn tussen zowel gezonde als ongezonde voedingsmiddelen (n=7).

(23)

23

3.4 Resultaten interviews leerlingen en medewerkers

Om antwoord te geven op deelvraag 2 en 4 zijn er interviews afgenomen bij leerlingen en medewerkers van Spinoza20first. In totaal zijn er 5 leerlingen en 2 medewerkers geïnterviewd.

3.4.1 Resultaten interviews leerlingen

Gezonde voeding op Spinoza20first

Ieder geïnterviewde leerling ziet ruimte voor verbetering op het gebied van aandacht voor gezonde voeding op school. Een leerling zegt daarover het volgende: “We hebben ooit wel over gezonde voeding

gepraat maar we krijgen er nooit voorlichting over. Er wordt nooit veel aandacht aan besteed.” Twee

leerlingen geven aan dat Spinoza20first wel met gezonde voeding bezig is door bijvoorbeeld fruit te verkopen bij de kassa’s in de schoolkantine. De meeste leerlingen vinden het leuk om meer les te krijgen over gezonde voeding. Een leerling geeft aan: “Het lijkt me leuk om te weten wat gezond eten is. Dan

weet ik ook wat ik in mijn mond stop. Bijvoorbeeld een workshop dat je zelf iets klaarmaakt en weet wat erin zit.” Een andere leerling zegt het leuk te vinden als er een diëtist of voedingsdeskundige langskomt

om te vertellen over voeding. Daarnaast wordt er ook geopperd om de gezonde voedingsmiddelen aantrekkelijker te maken, zodat leerlingen sneller gezonde voedingsmiddelen kopen.

Aankopen in de kantine

Alle leerlingen kopen wel eens iets in de schoolkantine. Twee leerlingen zeggen enkel iets te kopen als ze hun eigen eten zijn vergeten. Een andere leerling zegt vaak voedingsmiddelen in de kantine te kopen wanneer zij vermoeid is, waardoor het aantrekkelijker wordt om er iets te kopen. Ook geven een aantal leerlingen aan dat zij in de kantine voedingsmiddelen kopen die zij niet van thuis mee krijgen. De voedingsmiddelen die door de geïnterviewde leerlingen worden gekocht variëren van broodjes tot rijstwafels met chocola.

Beoordeling huidige kantine

De leerlingen oordelen verschillend over de huidige schoolkantine. Wel zeggen alle leerlingen dat de kantine te klein is en dat er vaak lange wachtrijen ontstaan. Voor twee leerlingen is dit geen probleem, aangezien een leerling amper aankopen doet in de schoolkantine. De andere leerling zegt

voedingsmiddelen te kopen in de tweede pauze, terwijl medeleerlingen er in die pauze juist voor kiezen om naar de supermarkt te gaan. Een leerling is van mening dat zij en medeleerlingen kiezen voor de supermarkt door de lange wachtrijen en de prijzen: “Daar gaat het sneller en soms is het daar ook wel

goedkoper. Ik denk dat veel kinderen daar op letten, dat het bij de Albert Heijn goedkoper is. Dat is ook vaak de reden dat ze weggaan. Als er een lange rij staat wil ik liever niet iets kopen en ik denk dat meerdere kinderen zoiets hebben.” Een andere leerling zegt dat de lange wachtrij ervoor zorgt dat zij

minder van de pauze kan genieten. Ook qua uitstraling noemen de leerlingen verbeterpunten, ondanks dat een leerling wel zegt het gezellig te vinden tijdens de pauzes. Een leerling vindt daarnaast ook dat de gezonde voedingsmiddelen er niet lekker uit zien ten opzichte van de ongezonde voedingsmiddelen.

Aanbod huidige kantine

Een breed assortiment in de schoolkantine ontbreekt omdat er weinig ruimte is. Daarop aanvullend zegt een leerling: “Vooral de gezonde dingen zijn weinig. Er is bijvoorbeeld wel een bak met appels, maar niet

iedere dag. De gezonde dingen variëren en de ongezonde dingen zijn meestal hetzelfde.” Twee leerlingen

vinden het aanbod van de huidige kantine vooral bestaan uit ongezonde voedingsmiddelen. Een leerling zegt daarover het volgende: “We hebben veel kinderchocolaatjes en oreo’s. Dat soort dingen. Oreo’s,

(24)

24

De andere leerling vindt dat er vooral ongezond aanbod is zegt en dat er enkel snoep in het zicht staat. Een positief punt is dat de broodjes goedkoper zijn dan ongezonde snacks. Een leerling is van mening dat hierdoor minder snel voedingsmiddelen zoals snoep verkocht worden. Voor een leerling is het vooral het uiterlijk van de gezonde voedingsmiddelen wat belangrijk is: “We hebben wel een bakje met tomaatjes of

wortels. Dat zit in een ijsbakje met folie. Chips en popcorn zit in de originele verpakking. Dat ziet er gewoon beter uit.”

Omgeving

Tijdens het interview is de leerlingen gevraagd of zij de school uit gaan om voedingsmiddelen te kopen. Een leerling geeft aan naar de Albert Heijn of Deen te gaan: “Het is daar een stuk goedkoper en er is meer

keuze. En de rijen zijn minder lang.” Een andere leerling zegt niet in de pauze naar buiten te gaan op een

enkele keer na. De rest van de geïnterviewde leerlingen zegt niet naar de supermarkt of andere horecagelegenheden te gaan tijdens schooluren. Een leerling zegt daar het volgende over: “Ik heb zelf

eten mee, ik ga niet mijn eten verspillen voor ongezonde dingen of zoiets. Het kost je alleen maar tijd, je moet eerst daar naartoe en dan ook nog terug en ik vind het dan fijn om gezellig met mijn vriendinnen mijn eigen eten op te eten. Bij de Albert Heijn is het wel goedkoper dan in school. Dat is ook vaak de reden dat ze weggaan, en dan kopen ze gewoon een pak met koeken of snoep of zoiets.”

Keuzevrijheid

Tijdens het interview is gebleken dat de leerlingen keuzevrijheid belangrijk vinden. Door middel van een stelling is de leerlingen gevraagd of zij een balans tussen gezonde en ongezonde voedingsmiddelen belangrijker vinden dan een gezonde schoolkantine. Een leerling geeft aan het er niet per definitie mee eens te zijn, alhoewel diezelfde leerling ook zegt dat alleen maar gezond voor onrust zal zorgen bij medeleerlingen. Voor de andere leerlingen is het belangrijk om keuzevrijheid te houden, waardoor de leerlingen zelf de verantwoordelijkheid krijgen. Een leerling geeft aan: “We zijn wel een school waarin we

veel verantwoordelijkheid krijgen en als we daarin bedrukt worden vind ik het niet echt iets voor onze school. Die verantwoordelijkheid moeten we zelf kunnen nemen.” De rest van de geïnterviewde

leerlingen zegt ook het ermee eens te zijn omdat zowel gezond eten als af en toe een ongezonde snack past in het voedingspatroon van de leerlingen op Spinoza20first.

Wensen en behoeften voor een nieuwe kantine

Tot slot is de leerlingen gevraagd welke wensen en behoeften zij hebben voor in de nieuwe schoolkantine. Twee van de vijf leerlingen zegt de prijsverschillen tussen gezonde en ongezonde

voedingsmiddelen kleiner te maken. Drie leerlingen geven aan meer gezonde voedingsmiddelen aan het assortiment toe te voegen, waar af en toe dus ook een ongezonde snack tussen mag zitten. Een leerling geeft aan graag een bord met het assortiment erop terug te zien in de nieuwe kantine. Deze leerling draagt ook aan de sappen weg te halen en er smoothies voor terug te plaatsen in het assortiment. Ook wordt er gezegd dat het assortiment vanaf de buitenkant duidelijker te zien moet zijn. Voor de leerlingen is het daarnaast belangrijk dat het assortiment breder wordt en dat de schoolkantine groter wordt, waardoor er kortere wachtrijen ontstaan tijdens de pauzes. Ook de uitstraling van de kantine mag anders, vindt een leerling. Zij noemt de schoolkantine op dit moment wit en saai.

3.4.2 Resultaten interviews medewerkers

Aandacht gezonde voeding vanuit Spinoza20first

Tijdens het interview is aan de medewerkers van Spinoza20first gevraagd wat zij vinden van de aandacht voor gezonde voeding tijdens de lessen. Er is naar voren gekomen dat er volgens de medewerkers onvoldoende aandacht wordt besteed tijdens de lessen en dat er op het gebied van gezonde voeding ruimte is voor verbetering in de schoolkantine. Een medewerker geeft daar het volgende over aan: “Het

gaat meer over verschillende stoffen en bijvoorbeeld biologie, van ja wat doet het in je lichaam. Misschien nog een beetje de Schijf van Vijf, maar niet heel erg over gezonde voeding.” Daarop

(25)

25

aansluitend zegt een medewerker dat er meer aandacht gegeven kan worden bij bepaalde vakken. Tevens geeft deze medewerker aan dat het wel gebeurt, maar meer bij natuur- en scheikunde en biologie.

Er wordt door de medewerkers aangegeven dat zij denken dat meer aandacht voor gezonde voeding zorgt voor een positief effect bij de leerlingen, omdat het gaat om leerlingen die maatschappelijk en wereldwijd betrokken zijn en geïnteresseerd zijn in wat voor effecten bepaald gedrag heeft. Daarnaast wordt er aangegeven dat het voor de leerlingen leuk is als zij kunnen koken met gezonde voeding. Hier dient echter wel ruimte voor te zijn in het nieuwe schoolgebouw. Ook wordt er gezegd dat een

programma rondom gezonde voeding geschikt is voor de leerlingen zolang het aansluit op hun behoeften.

Gebruik en beoordeling schoolkantine

De medewerkers geven aan de schoolkantine niet te gebruiken. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste wordt er aangegeven dat de medewerkers voornamelijk zelf eten meenemen naar school. Daarnaast zijn lange wachtrijen een reden voor de geïnterviewde medewerkers om geen

voedingsmiddelen te kopen in de kantine. Een benoemde reden voor de lange wachtrijen is een kleine schoolkantine, waarin de leerlingen voor een klein raam staan om de gekochte voedingsmiddelen af te rekenen. Een medewerker zegt ook dat de huidige kantine weinig uitstraalt.

Wat het assortiment van de schoolkantine betreft geven de medewerkers aan dat er ruimte is voor verbetering: “Als ik naar onze kantine kijk denk ik: het is dramatisch op dit moment. Ik zie vaak leerlingen

met snoep, lolly’s en weet ik veel wat lopen en ik weet dat er vaker naar is gevraagd dat we er iets mee moeten doen.” De diversiteit aan voedingsmiddelen is volgens de geïnterviewde medewerkers beperkt.

Wel geeft een medewerker aan dat de keuze aan belegde broodjes uitgebreider is geworden. Zij vinden daarnaast de prijzen in de schoolkantine niet te hoog. Wel geven zij aan dat het voor de leerlingen aantrekkelijker is om naar de supermarkt te gaan, omdat de prijzen daar ten opzichte van de schoolkantine vaak voordeliger zijn.

Wensen en behoeften voor een nieuwe schoolkantine

De geïnterviewde medewerkers geven verschillende antwoorden als het gaat om wensen en behoeften voor een nieuwe schoolkantine. Wel benoemen ze allebei dat er meer plaats ingericht dient te worden voor gezondere voedingsmiddelen. Ook de plaatsing van gezondere voedingsmiddelen is belangrijk. Een medewerker benoemt dat gezonde voedingsmiddelen meer in het zicht van de leerlingen geplaatst moeten worden om ervoor te zorgen dat leerlingen sneller kiezen voor gezonde voedingsmiddelen. Daarnaast wordt er het volgende gezegd door een medewerker: “Ik denk dat het belangrijk is dat het bij

de school past. Dat het open is en dat er groen in terugkomt, op wat voor manier dan ook. Dat past heel mooi bij onze school.” Als laatste geeft een medewerker aan dat het fijn zou zijn als de school kan

(26)

26

Hoofstuk 4. Discussie

Een belangrijk resultaat uit het literatuuronderzoek is dat jongeren tussen de 12-16 jaar voornamelijk voedselkeuzes maken op basis van uiterlijk, smaak en imago. (27, 34, 35) Dit wordt ondersteund door de resultaten uit de fieldresearch. Ook is gebleken dat nudging door middel van het plaatsen van gezonde voedingsmiddelen op ooghoogte, communicatie rondom bepaalde voedingsmiddelen en opvallende kleuren of verpakkingen ervoor zorgen dat een voedingsmiddel sneller gekocht wordt. (37) Uit onderzoek dat is uitgevoerd op diverse treinstations in Nederland blijkt dat nudging effectief is en bijdraagt aan het stimuleren van gezonde voedselkeuzes. In dit onderzoek zijn gezonde

voedingsmiddelen prominent gepresenteerd bij de kassa van een kiosk en werden ongezonde keuzes, die normaal gesproken veelal bij kassa’s verkocht worden, op andere plekken in de kiosk aangeboden. Een belangrijke voorwaarde is echter dat de doelgroep niet weet dat er sprake is van een strategie om gezonde voedselkeuzes te stimuleren. Wanneer dat wel het geval is, blijkt dat nudging ineffectief is. (41) Onderzoek met dezelfde insteek op een school ondersteunt dit, maar benoemd wel dat het van belang is dat er voedsel van hoge kwaliteit aangeboden dient te worden voor een positief effect. (42) Uit

onderzoek dat is uitgevoerd op een Nederlandse basisschool blijkt de consumptie van volkorenbrood twee keer zo hoog als het volkorenbrood wordt gepresenteerd in leuke vormen, mits het witbrood in de normale vorm wordt gepresenteerd. (43) Onbewuste sturing richting gezonde voedselkeuzes worden daarnaast gestimuleerd door middel van een stoplichtsysteem, waarin gezonde voedingsmiddelen ‘groen’ krijgt en ongezonde voedingsmiddelen ‘rood’. (44) Bevindingen uit de beschreven onderzoeken tonen aan dat nudging zeer effectief kan zijn, indien bepaalde voorwaarden worden gehandhaafd. Er zijn geen onderzoeken gevonden waarin bleek dat nudging geen positief effect heeft bereikt. Een beperking is wel dat Spinoza20first enkel kan nudgen op school. Dit betekent dat het risico op negatieve

beïnvloeding door omgevingsfactoren zoals de supermarkt aanwezig blijven.

Uit het literatuuronderzoek wordt kennis als een belangrijke determinant om gezonde voedselkeuzes te stimuleren. Onvoldoende kennis blijkt juist een barrière te zijn om gezonde voedselkeuzes te maken. (33, 34) Aangezien er in de resultaten uit de interviews naar voren komt dat er op het moment weinig

aandacht wordt gegeven aan gezonde voeding, is het een mogelijke oplossing om de barrière te verkleinen. Dit zou kunnen voorkomen dat leerlingen voedingsmiddelen kopen in de supermarkt of andere horecagelegenheden. Een onderzoek uitgevoerd op de Harvard School of Public Health heeft aangetoond dat educatie een positief effect heeft op de voedselkeuze als de prijzen van gezonde voedingsmiddelen tegelijkertijd dalen. In dit onderzoek kregen studenten educatie over de voordelen van een gezond voedingspatroon en werden de prijzen van gezonde voedingsmiddelen met 20% gereduceerd. Tijdens het onderzoek was een stijging te zien van 6% in aankoop van gezonde voedingsmiddelen, ten opzichte van een afname van ongezonde voedingsmiddelen van 2%. Na het onderzoek bleek het aantal gezonde voedselkeuzes met 17% gestegen. (45) Een kanttekening bij dit onderzoek is dat de doelgroep bestond uit Public Health studenten. Hierdoor hadden de studenten naar verwachting al enige kennis over gezonde voeding. Uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat begeleiding en educatie van externe partijen bij de implementatie van De Gezonde

Schoolkantine noodzakelijk is. (46) Daarnaast blijkt het stimuleren van gezonde voedselkeuzes door middel van educatie niet altijd effectief te zijn. Het is vooral van belang dat de informatie die gegeven wordt aansluit op de doelgroep omdat voeding een complex onderwerp is en vaak moeilijk is om op een goede manier uit te leggen. (47)

Uit het topic-interview met de kantinebeheerder is gebleken dat er rekening wordt gehouden met de algehele gezondheid van de leerlingen en medewerkers op Spinoza20first door gezonde

voedingsmiddelen aan het assortiment van de schoolkantine toe te voegen. Tevens is er aangegeven dat uit de verkoopcijfers blijkt dat het inpassen van gezonde voedingsmiddelen in het verleden geen succes is geweest. Echter komt in de resultaten van de enquêtes en interviews naar voren dat de meerderheid van de respondenten positief staat tegenover een gezondere schoolkantine. Voorwaarden hiervoor zijn

(27)

27

wel dat aspecten op het gebied van uitstraling, prijzen, plaatsing van voedingsmiddelen en het uiterlijk van voedingsmiddelen aangepast worden om een mogelijk positief effect te bereiken. Twee

respondenten hebben daarnaast benoemd dat er onduidelijk is wat er te koop is in de kantine.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de communicatie rondom voedingsmiddelen ook bij kan dragen aan het stimuleren van voedselkeuzes. Zo is gebleken dat het effectief is om (nieuwe) voedingsmiddelen onder de aandacht te brengen en dat een duidelijke omschrijving van voedingsmiddelen tot meer begrip leiden. Persoonlijke aanbevelingen hebben ook een versterkend effect. (48) Enkel verandering van het assortiment zou mogelijk weinig effect hebben op de voedselkeuze van de leerlingen en medewerkers. De kantinebeheerder pleit daarnaast voor een nauwere samenwerking met de school om de nieuwe, gezondere schoolkantine een succes te laten worden.

Het is de wens van Spinoza20first om een gezonde kantine te implementeren en hiervoor zijn

mogelijkheden voor deelname aan De Gezonde Schoolkantine onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat deelname op dit moment moeilijk is om te realiseren, gezien de verhouding tussen gezonde en ongezonde voedingsmiddelen. Onderzoek van het RIVM heeft uitgewezen dat deelname aan een

dergelijk programma zoals De Gezonde Schoolkantine wel leidt tot een gezondere voedselomgeving. (14) Daarnaast kan ook de brug verkleind worden door het implementeren van kleine stappen. Het Elde College, dat in het bezit is van een gouden kantineschaal, geeft aan dat zij nu volkorenbrood met 30+ kaas gebruiken voor hun tosti’s in plaats van witbrood met volvette kaas. (49)

4.1 Verwachtingen

Voorafgaand waren er meer resultaten verwacht van respondenten die negatief tegenover een gezonde schoolkantine stonden. Merendeels van de respondenten bleek juist positief. Dit komt mogelijk door de lage respons tijdens de interviews. Daarnaast was er verwacht een duidelijk beeld te krijgen van het assortiment in de kantine. Achteraf is gebleken dat er onvoldoende inzicht in het assortiment is,

waardoor specifieke aanbevelingen op productniveau ontbreken. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat er tijdens de interviews onvoldoende is doorgevraagd naar wensen en behoeften met betrekking tot het assortiment.

4.2 Sterke en zwakke punten

Dit onderzoek kent sterke en zwakke punten. Een sterk punt is dat er gebruik is gemaakt van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. (50) Hierdoor is er achtergrondinformatie naar voren gekomen, informatie over het aanbod en gebruik van de huidige kantine en zijn wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers voor een gezonde schoolkantine achterhaald. De combinatie van een enquête en interviews is tevens een sterk punt omdat de enquête een opzet heeft gegeven voor de doelgroep interviews, waardoor relevante thema’s besproken zijn. Daarnaast is er in dit onderzoek enkel gebruikt gemaakt van wetenschappelijke en betrouwbare literatuur waardoor de betrouwbaarheid is verhoogd. (51)

Een sterk punt van dit onderzoek is daarnaast dat er een herinneringsmail is gestuurd aan de leerlingen na de eerste week van het publiceren van de enquête. Dit heeft ervoor gezorgd dat er nog veel

respondenten bij kwamen na de herinneringsmail. De interviews zijn opgenomen om op een later moment te transcriberen. Daarnaast zijn de resultaten twee keer geanalyseerd om de betrouwbaarheid te verhogen. Een zwak punt van het onderzoek is de alternatieve uitvoering. De oorzaak hiervan is de uitbraak van het coronavirus waardoor er geen mogelijkheid was voor het uitvoeren van fysieke

interviews en het houden van een focusgroep. Dit online interviews hebben geen beperkingen gegeven op het gebied van veiligheid voor de leerlingen en medewerkers, aangezien zij thuis waren op het moment van de interviews. Door de beperkte interviewervaring zijn er op sommige momenten gesloten vragen gesteld en is er na sommige antwoorden onvoldoende doorgevraagd, waardoor bijvoorbeeld

(28)

28

specifieke aanbevelingen op productniveau ontbreken. Een sterk punt is dat de interviews door beide onderzoekers zijn afgenomen, waarbij een onderzoeker het interview heeft geleid en de andere

onderzoeker aan heeft gevuld waar nodig was. In de methoden is beschreven dat er voor interviews met medewerkers 30 minuten beschikbaar was en met interviews voor leerlingen 15-20 minuten. Na afloop is gebleken dat het effectief was geweest als er meer tijd beschikbaar was voor de interviews. De beperkte tijd heeft ervoor gezorgd dat er de nodige druk ontstond bij de onderzoekers waardoor er mogelijk op een aantal antwoorden onvoldoende is doorgevraagd. Na afronding van de interviews zijn er wensen en behoeften naar voren gekomen voor een nieuwe schoolkantine. Achteraf was het voor dit onderzoek ook relevant om een productlijst van de kantine te ontvangen, zodat er specifieke

aanbevelingen gedaan konden worden.

Tot slot hebben de onlinemethoden ervoor gezorgd dat er minder respons is geweest dan van tevoren verwacht. Door de kleine onderzoeksgroep is er geen sprake van generaliseerbaarheid. Hoewel er al twijfels bestaan rondom de generalisatie bij kwalitatieve onderzoeksmethoden, was er verwacht dat er een grotere respons vanuit de leerlingen en medewerkers zou zijn, waardoor er alsnog sprake was van beperkte generalisatie. Generalisatie is in dit onderzoek echter beperkter dan verwacht door de homogeniteit van de respondenten. Vooraf was de verwachting dat er grotere verschillen waren in de antwoorden van de respondenten. De respondenten waren homogeen omdat de enquête aanzienlijker vaker is ingevuld door meisjes van hetzelfde onderwijsniveau, en waren 4 van de 5 geïnterviewde leerlingen ook meisjes. (52) Doordat er sprake is van een kleine onderzoeksgroep bij de interviews is naar verwachting ook de theoretische saturatie niet bereikt. (25)

(29)

29

Hoofdstuk 5. Conclusie en aanbevelingen

De conclusie en aanbevelingen staan beschreven in dit hoofdstuk. Door middel van het uitgevoerde desk- en fieldresearch is een antwoord verkregen op de hoofdvraag van dit onderzoek:

“Wat zijn voorwaarden voor een succesvolle implementatie van De Gezonde Schoolkantine op het Spinoza20first lyceum in Amsterdam, afgestemd op de wensen en behoeften van leerlingen en medewerkers?”

Beantwoording hoofdvraag

Door middel van uitvoering van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de leerlingen en medewerkers openstaan voor een gezonde schoolkantine. De leerlingen en medewerkers zien verbeterpunten ten opzichte van de huidige schoolkantine, waardoor onder andere de verleiding ontstaat dat er voedingsmiddelen buiten de schoolkantine gekocht worden. Door middel van het toevoegen van gezondere voedingsmiddelen aan het assortiment, een vernieuwde uitstraling,

prominente plaatsing van gezonde voedingsmiddelen, evaluatie op de prijzen in het huidige assortiment en meer communicatie over het assortiment en specifieke voedingsmiddelen wordt er getracht een positief effect te bereiken, waardoor het consumeren van gezonde voedingsmiddelen gestimuleerd wordt. Het is raadzaam om te starten met educatie over gezonde voeding, waardoor lange termijn succes mogelijk vergroot wordt. Ook is het belangrijk dat de school in overleg gaat met de

kantinebeheerder over de mogelijkheden om het assortiment gezonder te maken en gezonde

voedselkeuzes te stimuleren. Daarnaast is er uitgesproken door een groot deel van de respondenten in dit onderzoek dat keuzevrijheid belangrijk is en kan implementatie van een gezonde schoolkantine in kleine stappen voor minder weerstand zorgen vanuit de leerlingen. Door de resultaten is deelname aan De Gezonde Schoolkantine op dit moment niet aan te raden. Wellicht verandert dit in de toekomst, als de leerlingen gewend zijn aan een gezonde schoolkantine. Een evaluatie binnen een jaar na

implementatie schept hier naar verwachting duidelijkheid over.

5.1 Aanbevelingen

De wens van Spinoza20first is om in het nieuwe schoolgebouw een gezonde schoolkantine te

implementeren. Hiervoor zijn een aantal aanbevelingen opgesteld op basis van de bevindingen uit dit onderzoek.

Samenwerking

Voor een succesvolle implementatie van een gezonde schoolkantine is nauwere samenwerking tussen de kantinebeheerder en Spinoza20first nodig. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door een maandelijkse

vergadering tussen beide partijen, waarin wensen en behoeften naar elkaar worden uitgesproken. Op basis van de besproken punten in de vergadering kunnen de partijen tot afspraken komen voor de implementatie van een gezonde schoolkantine. Daarnaast kan een nauwe samenwerking tussen alle partijen ervoor zorgen dat gezonde voedselkeuzes en gezond voedselgedrag gestimuleerd worden. Door middel van educatie over gezonde voeding kan de brug tussen gezonde voedselkeuzes en de houding van leerlingen verkleind worden. Dit zorgt ervoor dat leerlingen sneller kiezen voor gezonde

voedingsmiddelen in de schoolkantine.

Uitstraling

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de schoolkantine een gezonde en positieve uitstraling heeft. Dit kan gerealiseerd worden door de huidige kleuren (groen en wit) van Spinoza20first te verwerken in de uitstraling van de schoolkantine. Omdat er op dit moment lange rijen ontstaan aan het begin van de pauzes is het mogelijk dat een deel van de leerlingen en medewerkers minder aankopen doen in de schoolkantine of voedingsmiddelen kopen buiten school. Onder de deelnemers van dit onderzoek komt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezond eten geeft kracht en energie, die je nodig hebt om te groeien en om je te concentreren. Daarom is het belangrijk om te beginnen met een gezond ontbijt.. Vet,

Indien de oecumenische filosofie juist is, en de gelovige kan niet zeker zijn van de juiste leer, ge- zonde doctrine, dan hebben de geboden en beloften van God geen

De diverse partijen die gezamenlijk actief zijn in de wijken, zien vanuit hun perspectief een groot aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor de

De inzet van de gezondheidsmakelaars is uitgebreid naar alle aandachtswijken en daarmee is ook de aanpak rondom gezonde voeding verbreed naar al die wijken. De aanpak gezonde

In deze brochure vindt u de belangrijkste uitkomsten van het project: de evidence-based richtlijnen. Wij hopen dat deze uitkomsten u kunnen ondersteunen bij het opzetten en

-4. Het provinciaal congres kiest uit de gestelde kandidaten overeen- komstig het in artikel 18 en 19 der statuten gestelde. In afwijking van het in artikel 32, tweede tot en met

In het ver- dere van deze gelijkenis heb ik ook gesteld, dat een waargelovig christen soms niet meer dan een greintje of klein korreltje van dat kostelijke goud

Mensen die over dergelijke informatie beschikken, maar bang zijn voor represailles, kunnen voortaan daarover met ons contact opne- men zonder dat ze bang hoeven te zijn dat