• No results found

D66 : lessen in politieke overlevingskunst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "D66 : lessen in politieke overlevingskunst"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

infe-oen, heid ordt ling. I tot D'66 love ven. : be- nm- tan-. de- len- Er-was van . nu PPR eide leeft fun-r' of cale rale e te PPR '986

idee'66 / jaargang 7 / nummer 3/4 / december 1986/ blz. 91

J.

A. A. VAN DOORN

D)66: Lessen in politieke overlevingskunst

Men moet de maat zijner maght weeten P. C. Hooft

Dat n'66 nog bestaat is een wonder, en een geluk-wens waard. Een partij die het bestaat in twintig jaar tweemaal in te storten en weer twee maal op te staan, die de enorme concentratiebeweging in het politieke krachtenveld weet te overleven en die kans ziet bij een volledige omslag in het maat-schappelijk klimaat op de been te blijven - zo'n partij bezit een opmerkelijke crisisbestendigheid. Voeg daarbij het ontbreken van een doctrine, van bloedgroepen, wortels en nestwarmte en an-der politiek gerief dat het zelfstandig nadenken kan vervangen, en het valt te begrijpen dat de verbaasde buitenstaander die ik ben, voldoende geïntrigeerd is om aan het fenomeen n'66 een korte beschouwing te willen wijden.

Een generatie in beweging

n'66 is een typisch generatieprodukt geweest. Zoals de naam laat zien, behoorden de initiatief-nemers en de eerste supporters tot de politieke generatie van dejaren zestig die zich afzette tegen het gevestigde bestel.

Een origineel initiatief was het niet. Integen-deel, het was meezwemmen met de stroom, zoals zovelen het in die tijd deden. Het bijzondere van n'66 was evenwel dat men, al meezwemmend,

een volledig consequent standpunt ontwikkelde: in-dien het bestel niet deugde, had het geen zin erbij te gaan horen maar diende men het integraal te veranderen en kon men, na gedane arbeid, weer verdwijnen.

Vandaar dat men zich liever een politieke be-weging dan een partij noemde. 'Partij' impliceert verwantschap met het bestaande, compleet met een bestuursformatie en een organisatiestructuur, statuten en reglementen, hiërarchie en discipline. Vandaar de keuze voor 'directe' democratie, naar buiten - de gekozen minister-president - en naar binnen - de losse partijorganisatie en de wij-ze van besluitvorming op de congressen.

Wat men begreep was dat een dergelijke be-weging - anders dan een gevestigde partij die een machinerie is - het moet hebben van campagnes. Ze werden van het begin af aan, met professionele hulp van een reclamebureau, rationeel ontwik-keld; en ook in de latere dagen van vertwijfeling zou gericht campagnevoeren tot de sterkste troe-ven van n'66 blijven behoren.

Wat men mogelijk niet begreep maar wel spoe-dig zou leren, was het feit dat politieke en sociale bewegingen onvermijdelijk zijn aangewezen op succesvolle leiders. Het ligt in de aard van n'66 en bepaald niet in de volgzaamheid van de

(2)

ach-"

!

I'

i

I • • 1 I :1

.i

:[

11 I, I' I

idee'66

I

d66: Lessen in politieke overlevingskunst

I

blz. 92

terban, dat ZIJ méér dan elke andere Neder- uitgerangeerd - of dat zélf maar besluiten te doen. landse partij zo zeer afhankelijk was en bleef van Zo verging het D'66. Daarna was ze definitief

de man aan de spits. 'partij'.

Achter de verkeerde locomotief Programmatisch en maatschappelij"k kwetsbaar Nu wilde D'66 tegelijk politieke partij zijn én

poli-tieke beweging. Daar zat een dilemma: als be-weging kon men 'het bestel' op afstand blijven bestoken, als partij moest men keuzen doen en bondgenoten zoeken, zich engageren en vastleg-gen.

De noodzaak hiertoe was des te sterker

naarmate de vrolijke jaren zestig, met het le-vendige actiewezen, de creatieve collectieven en

de gedurfde communes, ten einde begonnen te

lopen. Het werd zaak onder dak te komen. De keus die men deed was een logische: men koos voor de PVDA, immers ook zélf in beweging onder invloed van Nieuw Links, en bovendien de aangewezen partij in een tijd dat allerwegen een ruk naar links bespeurbaar was. 'Erbij horen' betekende anno 1970: 'links richten'.

De keuze was niet alleen logisch maar ook psy-chologisch begrijpelijk. Bij Nieuw Links trof men, in wat grovere uitvoering, de eigen soort: een am-bitieuze en trendgevoelige generatie, waaronder veel heel- en half-academici, gelijkelijk vol van 'democratisering' en 'maatschappij hervorming' . Maar er was één groot verschil tussen D'66 en Nieuw Links: terwijl de eerste een gideonsbende was die op eigen kracht staande moest blijven -en nog wankel ter been was ook - waren de Nieuw Linkers veeleer een ideologische inbrekersbende die zonder veel tegenstand de burelen van de PVDA had weten te bezetten en nu profiteerde van alle comfort dat een grote partij met een lange geschiedenis en een trouwe achterban kan bie-den.

Achter een dergelijke locomotief lijken alle wa-gons even onopvallend, voor zover ze niet worden

Waar de buitenstaander, ook de sympathisant, moeite mee heeft bij D'66 is het programma. Wist men aanvankelijk enkele gedurfde punten op de politieke agenda te plaatsen, naderhand leek het er steeds meer op dat de partij op intelligente en fatsoenlijke wijze alles ging verdedigen dat de

ge-middelde Nederlander als wenselijk beschouwde.

Het 'redelijk alternatief maakte indruk om de redelijkheid, niet om het alternatief.

D'66 doet mij vaak denken aan een socioloog

die de maatschappelijke bijdrage van zijn vak eens als volgt karakteriseerde: de sociologie is er vast van overtuigd dat zij iets belangrijks heeft te bieden maar ze weet niet precies wat.

Daar komt bij dat de kwesties die men met suc-ces aan de orde pleegt te stellen - in hoofdzaak van immateriële aard - weliswaar belangrijk zijn en ook veel emoties wekken, maar zelden of nooit een welomschreven maatschappelijke groepering of stroming aangaan. De baten die de drie grote partijen nog steeds ontvangen omdat zij vanouds relaties onderhouden met hetzij het kerkvolk, hetzij de massa van de werknemers of de onder-nemers en vrije beroepsbeoefenaren - die baten of soortgelijke voordelen moet D'66 missen.

Vandaar de algemene bekende en erkende kwetsbaarheid van de partij, maar ook de on-waarschijnlijkheid dat zij zich, desnoods op ter-mijn, tot een vierde stroming in het Nederlandse

politieke landschap ontwikkelen. Stromingen

hebben een maatschappelijke bedding nodig;

ideeën zijn ontoereikend.

Dat laatste zeg ik met pijn in het hart, want ik zelf zag het graag anders. Maar zo werkt de po-litiek nu eenmaal niet, anders was Bart Tromp al lang in Troelstra's voetsporen getreden.

(3)

oen. itief ant, Nist ) de het ~ en ge-vde. I de oog vak s er ft te mc-aak zIJn ooit nng rote ,uds olk, :ler-lten nde on- ter-ldse gen ::lig; .t ik po-mp

idee'66 / jaargang 7 / nummer 3/4 / december Ig86/ blz. 93

D

e

toekomst is niet verloren

Betekent dat dan dat 0'66 er genoegen mee moet

nemen in de toekomst te fungeren als 'het zout

in de politieke pap', zoals ik onlangs in Trouw las?

Het lijkt mij de bescheidenheid wat ver gedre

-ven, al was het maar omdat pap weinig

zouthou-dend is en het hele beeld trouwens een achteloze

toevoeging suggereert die geen politicus

aantrek-kelijk zal vinden.

Mij dunkt dat het aspiratieniveau aanzienlijk

hoger kan worden gesteld. Allereerst kan dat om

-dat bij de grote politieke partijen de traditionele

achterbannen opvallend sterk beginnen te ver

-kruimelen. De laatste Kamerverkiezingen

heb-ben dat weer aangetoond: terwijl, na de VVD, de

PVDA bezig is het vanouds roomse zuiden te ver

-overen, weet het CDA zich breed te maken in

cen-tra die voorheen als rode bolwerken werden

be-schouwd. Dat wil zeggen: de oude zuilen worden verder gesloopt, de politiek wordt meer een

'markt'.

Dat klinkt niet zonder meer positief, tenzij men

een tweede ontwikJ.<.eling mede in aanmerking

neemt: de gemiddelde burger is méér dan die van een generatie geleden mondig, individualistisch

en goed geïnformeerd. Hij gaat, met andere woorden, lijken op de categorie Nederlanders die

zich vanouds tot 0'66 aangetrokken hebben ge-voeld.

Nu zijn die, als partijleden en kiezers, niet van

de gemakkelijkste soort. Maar terwijl de grote partijen aan dit nieuwe electoraat nog moeten

wennen, is 0'66 er van de aanvang af mee ver-trouwd. Anders gezegd: het winnen en vasthou

-den van de zwevende kiezer, ooit vooral een 0'66-probleem, gaat thans alle partijen aan. Dat

maakt de positie van 0'66 relatief gemakkelijker.

Als ik in deze laatste alinea, al op de drempel

staande, mij uitspreek als liberaal met vvD-sym

-pathieën, dan is dat niet om alsnog enige

missio-neringsijver te tonen of zelfs maar te pogen

on-derlinge gevoeligheden glad te strijken; daarvoor

lijkt mij de gelegenheid niet geschikt zo de

in-spanning al iets kan opleveren. Slechts wil ik de

hoop uitspreken dat het onmiskenbaar liberale,

mijnentwege links-liberale element in 0'66 goed

herkenbaar zal blijven, zodat veel vvo-ers, bij

alle rivaliteit, 0'66 zullen kunnen waarderen als

het zout in de liberale pap.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Positieve berichten uit Borue, waar D'66 - nu (nog) niet in de gemeenteraad vertegenwoordigd - bij de algemene beschouwingen een pluim op de hoed kreeg van de

gebied van de bewustwordingsproces- sen met betrekking tot de milieu- en grondstoffenproblematiek, dient in haar publicatiemiddelen gebruik te maken van recycled

ven. Een maatregel zou kunnen zijn dat de onvrijwillig werkloze de vrijheid krijgt vrijwilligerswerk t.e verrichten ook gedurende de zogenaamde werk- tijd. Daar zijn

6 Van het eigen oeuvre van Toki Lammers-Koeleman (1911-2000), wier werk en dat van haar echtgenoot altijd onder beider naam werd gepubliceerd, kon dankzij een ooit afgeno-

 Een beroep doen op eigen kracht is niet ‘regel het zelf maar’, maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn.. Daarna volgt

‘benutten’, de burger ‘in zijn kracht zetten’ of ‘beroep doen op eigen verantwoordelijkheid’… lang niet altijd is uitgewerkt wat men precies onder ‘eigen kracht’

Een enkele professional benoemt expliciet dat het om hulp uit het sociale netwerk zou moeten gaan; een andere professional benoemt dat deze hulp of ondersteuning ook professioneel

Voor een onderzoek naar het langer in eigen huis blijven wonen van cliënten met een ZZP 3 of ZZP4 indicatie zijn wij geïnteresseerd in hoe het verlenen van mantelzorg door u