• No results found

Onderzoek naar het optimale zinkniveau van veensubstraat voor de teelt van komkommers (1973)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar het optimale zinkniveau van veensubstraat voor de teelt van komkommers (1973)"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ft « -~T

^ äö - h Z S / f ; so

V

(

PsLoe.fata£Lon vooh. do, Gtwojntm- en FmjJXteett onden. Gla/> te Naaldwijk.

Ondesizoek naaA het optimale. ZsLnktilve.au

van veen&ub^thaat vooh. de. teelt van komkommen* f 7 9 7 3 ) . doon. : <ing. S.J. i/oogt hlaaZdiMLj'k,. jimi 1974. No. 660-74. BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION voor de GROENTEN- en FRUITTEELT ondar GLAS te NAALDWIJK

(2)

Inhoud VoeZ ?H.odiopzQjt V&iloop van dz ReAultcut&n GhOYidondoJizoek GewaóondeAzo&k CoyicJLUA-LQA BZjlag en.

(3)

3 .

Voel

Het doel van de proef is het verkrijgen van informatie over het optimale zinkniveau van veensubstraat voor de teelt van komkommer.

VfwajopzoJ:

De teelt vond plaats in bassins. In de proef werd Zweeds sphagnum-veen gebruikt. De volgende zinktrappen werden aangelegd.

0 - geen

3

1 - 25 gram zinksulfaat (ZnSO^.7 1^0) per m 2 - 50 gram zinksulfaat per m^

3 3 - 75 gram zinksulfaat per m

3 4 - 100 gram zinksulfaat per m

De proef werd aangelegd in 4 herhalingen volgens het schema opgenomen in bijlage 1. Elk proefvak omvatte 5 planten. De op­ kweek van het plantmateriaal werd in hetzelfde substraat^, met bovengenoemde zinktrappen uitgevoerd. Per plant werd 50 liter substraat gebruikt.

SUBSTRAAT. Aan het substraat werden de volgende hoeveelheden

3

meststof per m toegediend. 7 kg dolokal 1,0 kg kalksalpeter 1,5. kg patentkali 0,5 kg dubbelsuperfosfaat 25 gram kopersulfaat 10 gram borax 25 gram mangaansulfaat 8 'gram ammoniummolybdàat

25 gram ijzerchelaat (Chel 138 Fe).

(4)

-4-WATERGEVEN EN OVERBEMESTING

De hoeveelheid water die wordt gegeven wordt aangepast aan de groei van het gewas. De overbemesting wordt in een constante concentratie van ongeveer h atmosfeer aan het gietwater toege­ diend. Aanvankelijk zal worden gewerkt met een stikstof - kaliver­ h o u d i n g v a n 1 : 2 e n l a t e r m e t e e n v e r h o u d i n g v a n 1 : 1 .

Afhankelijk van de resultaten van het grondonderzoek zal worden bijgemest met zinksulfaat. De aanvankelijk in het substraat be­

reikte zinkniveaus zullen door middel van overbemesting op peil worden gehouden.

GRONDONDERZOEK

Bij aanvang van de teelt en daarna met tussentijd van telkens één maand wordt de grond bemonsterd en onderzocht óp zink. Voor de zinkbepaling worden de volgende extractiemethoden uitgevoerd :

a. persextract

b . 1 : 1 ^ vo l u m e - e x t r a c t

VéAZoóp 'van dé. pnnn\f

Op 11 december werd het oppotmengsel klaargemaakt. .Aan-het substraat werden de reeds genoemde hoeveelheden aan meststoffen toegediend. Eveneens werden de zinkniveaus aangebracht. Op 13 december werden de komkommers gezaaid; ras Briljant.

Op 14 december werden de bassins klaargemaakt. De bassins werden vervaardigd van plastic. De hoogte was ongeveer 15 cm en de breedte ongeveer 80 cm. In het midden onder het plastic werd wat grond • weggehaald, zodat het bassin wat hol kwam te liggen. Als drainage werd een plastic drainbuis in het midden van het bassin gelegd

waarop + 5 cm gr-ind werd gestort. Vervolgens werden de verschillende mengsels in het bassin gestort.

Op 10 januari werden de komkommers geplant. De start van deze teelt was bijzonder goed. Na een periode van ongeveer twee maanden gingen

(5)

5.

echter een groot aantal planten dood, zodat de proef vroegtijdig moest worden beëindigd.

Op 19 maart werden echter opnieuw komkommers geplant; ras Virgo A. Per vak werden vijf komkommerplanten gepoot. Op 19 april werden de

eerste vruchten geoogst. De teelt werd beëindigd op 6 augustus.

'WcuteJig&vm m ovQJibmoAtzn tijdzyii> de. tzaLt

Direkt na het poten werden de planten aangegoten met de slang.Tij­ dens de teelt werd gegoten met behulp van een smalsproeiende regen­ leiding die was voorzien van boogsproeiers. Elke sproeidop gaf on­ geveer 750 ml water per minuut. In totaal werd tijdens de teelt' ongeveer 180 minuten water gegeven, wat overeenkomt'met 135 liter per sproeidop. Bij elke plant was een sproeidop aanwezig (vijf per vak) zodat gemiddeld over de hele teeltperiode elke plant on­ geveer 1 liter water per dag kreeg.

Het bijmesten tijdens de teelt vond via de regenleiding plaats. Met behulp van een concentratiemeter werd telkens wanneer werd ge­ goten een h atmosfeer mest meegegeven. Bij het bijmesten werd ge­ bruik gemaakt van de volgende meststoffen : s®4* ® acï en Ca (NO 3) 2* ^ a<2»De stikstof - kali verhouding van de voedingsoplos­

sing was 1 : 1. Tijdens de proef werd iedere maand het .substraat van de laagste zinktrap bemonsterd. In de monsters werd het. voedings­ niveau bepaald. In tabel 1 is een overzicht van het voedingsniveau .tijdens de teelt gegeven.

(6)

Datum pH Gloei-rest NaCl N P . K Mg 13 maart 1973 6,3 2,8 3,2 22,0 13,0 7,0 11,8 1 mei - 1973 6,8 3,4 2,4 8,2 13,0 3,4 9,5 15 juni 1973 6,8 3,1 1,2 2,6 -4,6 1,1 2,6 2 juli 1973 7,3 1,7 0,7 2,1 1,2 1 CO 1 1 O 1 1,3 TABEL 1. De analyses van het substraat tijdens de teelt.

Zoals blijkt, lag het voedingsniveau aan het eind van de eerste teelt bijzonder hoog. Naarmate de tweede teelt echter in een later stadium komt, daalt het voedingsniveau. Het hoge voedingsniveau aan het einde van de eerste teelt is een gevolg geweest van een defect aan de concentratiemeter die daardoor verkeerd heeft aan­ gewezen. Na de eerste teelt werd het substraat eerst wat uitge­ spoeld. Tevens werd tijdens het begin van de tweede teelt geen mest meer gedoseerd, waardoor het voedingsniveau in het substraat kon dalen.

Het keukenzoutgehalte bleek eveneens na verloop van tijd sterk

te zijn gedaald. Dit kwam omdat er tijdens de gehele tweede teelt werd gegoten met gedemineraliseerd water.

Tijdens de teelt werd getracht de in het veen aangebrachte zinknir ... . veau's te handhaven door middel van het bijmesten van zinksulfaat. Dit is echt niet gelukt (zie tabel 7). In tabel 2 zijn de in

totaal bijgemeste hoeveelheden zinksulfaat weergegeven. ^^"^-^zinktrap

Datum ' 0 1 2 3 4

8 mei 1973 - 5 10 15 20

4 juni 1973 - 5 10 15 20

20 juli 1973 - 5 10 15 20

TABEL 2.„* De hoeveelheden zinksulfaat (ZnSO .7 H„0) in grammen 3

(7)

De zinksulfaat werd bij het bijmesten in opgeloste vorm bij de planten gegoten.

R&óultatzn £u)e.&d.e. tuult

Bij het oogsten werden de vruchten per vak geteld en gewogen. Te­ vens werd het gewicht en het aantal stek bepaald. Een volledig over­ zicht van de oogstresultaten is in de bijlagen 2 en 3 gegeven.

Opbtimqit

In tabel 3 is de gemiddelde opbrengst in kg per plant weergegeven.

Behandeling Kg/plant 0 10,47 1 12,80 2 15,48 3 15,05 4 12,80

TABEL 3. De gemiddelde opbrengst in kg per plant.

Zoals blijkt zijn de verschillen tussen de behandelingen vrij groot. De hoogste opbrengst werd verkregen bij een zinksulfaatbemesting van

3

50 g ZnSO^ 7 aq per m . Bij de wiskundige verwerking bleek de over­ schrijdingskans 0,04 te zijn.

AANTAL

In tabel 4 is het gemiddelde aantal geoogste vruchten per plant weergegeven.

(8)

8. Behandeling Aantal/plant 0 18,87 1 22,20 2 27,23 3 26,90 4 24,28

TABEL 4. Het aantal per plant geoogste vruchten

Evenals de opbrengst in kg per plant was het aantal vruchten per 3 plant het grootst bij de zinkbemesting van 50 g ZnS0^.7 aq per m . Bij de behandelingen met hogere zinksulfaatbemesting nam het aantal 'pe.r : plant af. De verschillen bleken na wiskundige verwerking

betrouwbaar te zijn ( p = 0,01) . '

GEMIDDELD VRUCHTGEWICHT

In tabel 5 is het gemiddeld vruchtgewicht weergegeven.

Behandeling Gemiddeld vruchtgewicht

0 558,8

1 565,8

2 573,4

3 556,0

4 555,2

TABEL 5. Het gemiddeld vruchtgewicht in grammen per stuk. Zoals blijkt is het gemiddeld vruchtgewicht het grootst bij bé-handeling 2. De verschillen waren echter niet betrouwbaar. PERCENTAGE STEK

Bij het oogsten werd het aantal stek bepaald. In tabel 6 is het percentage stek van het totaal aantal per plant geoogste vruchten weergegeven.

(9)

Behandeling Percentage stek 0 10,9 1 7,8 2 8,5 3 5,8 4 7,9

TABEL 6. Het gemiddeld percentage stek.

Het grootste percentage stek werd geoogst bij de objecten die geen zinksulfaatbemesting kregen. De verschillen waren echter niet betrouwbaar (p = 0,10).

GfyondohdoAzozk

Tijdens de teelt werd om de vier weken het substraat bemgnsterd. In deze monsters werd zink bepaald. Voor de zinkbepaling werden de volgende extractiemethoden uitgevoerd.

a. persextract

b. 1 ; 1^ volume-extract

De bepalingen werden in duplo uitgevoerd. In tabel 7 zijn de ge­ middelde zinkgehalten, die door middel van deze extractiemethoden werden gevonden weergegeven.

(10)

10. JC *-< i 1 1 1 1 1 co 1 rH (N 00 CN 1 1 r** ** 1 rH 1 rH CM CNJ 1 1 Oï N w •> 1 1 ' rH J i O O O O O 1 1 1 *H I r-1 i i 1 1 1 P W 1 CO r- cn r- <3* 1 1 'D M i O H Ol "=# m 1 0 i «> N «k 1 1 .CM ft i i 1 O O O O O 1 1 rJC 1 - 1 1 H 1 1 r- CM O co 1 1 1 CO O O rH CNJ CM 1 1 ^ 1 K 1 1 <Tt *—i 1 O O O O O 1 1 ^ 1 —1 1 *rl r i 1 1 1 S M 1 00 O in co rH 1 1 P M 1 H CM co KD CO 1 1 ai i «. •» 1 ft i i O O O O O 1 J LD ft i i —1 1 "Jrt-H j 1 ! 1 1 1 O tH >- vo 1 1 co H rH rH H CM 1 1 1 V K k» 1 1 cr> H j O O O O O 1 1 rH 1 1 I *H 1 1 1 1 a) ta i 00 KD CNJ O 1 1 B ^ i •H rH co d) i K 1 1 1 ft i i O O O O O 1 —1 i rJC 1 1 1 1 CO 1 1 1 r* 1 co c\ KD O O 1 1 cr> • • i rH rH CNJ co 1 1 H H j O O O O O 1 1 v K 1 1 H —1-1 'H 1 1 M • o. 1 1 ! & U! 1 KD 1 1 M 1 tn r- CTi ro 1 1 VO a) i V •k •» 1 ft i O O O O rH 1 1 co JP 1 1 1 I r- r—i 1 1 1 O CN ro 00 rH KD 1 1 *""* II 1 H CM "3* O 1 «. V «» KD 1 1 1 -P *-) j O O O rH O 1 1 U 1 1 1 1 1 1 ti 1 1 1 B (0 1 co 1 co O ro rH KD CTl CM CO 1 1 1 cr> M 1 V 1 1 ' a) i O O rH CO CM 1 ft i H i ——1- H i 1 co rJP 1 H i 1 r^ T—1 f i 1 CF> 1 in 00 CM in i 1 ^ 1 co «. V co 00 CM i «» fe. i 1 *H t-H j O O O O rH i 1 1 (Ö U 1 1 i i 1 3 1 M 1 i 1 A 1 i i 1 a) 1 m en i M i LD 1 KO CM LO CM 00 i i KD rH r- tn i 1 co 0 i v w K i 1 H ft i O rH CO CM i i 1 1 1 (U i i i i i i i 1 'O 1 fi i i i 1 id d 1 O rH CM ro i 1 .fi fi i i 1 (U •H 1 i 1 ra H 1 i O 0 0 a •r» •a •H • « i—1 c fi c •p 0) 0 0 id r—1 X +j rH ro <U u a id -p 0) 0) id >o tn 4J g 0 fi •P >ö rQ O) ro X •n "O «s 0 •H 0 +J •p 01 w 0 "d fi fi 'Ö 5 • "d <D !d ld fi ts id c > id •n u> ro JQ •rH > ft M •P 0 0 0 O 0 0 > fi 0) •P u td îh •p x 0 0 w M 0 > •H (U •a

§

w •P u Id n -M X a) fi id > > ft f—î 3 Xi (U Xi •p a) S fi 0 Cn a) S ft d c •H •p $ 0) •a •P id 0 u > id id 0 C M o> id -P M S fi X G 0 0 •H • 0 w N •P Vl id * 0 , -P id tn 0 ft 0 C 0 ft •p •H rH -p U) rH • 0 •P g 0) T3 Ä 3 0 •p C ro •n w eu u 0 00 fi •H U) id CTl tO r—I +) 4J - 0 ». > Xi © Xi •P X U 0 O ft M 0 X} II r—t -P G G M >0 3 M •rH ro M >0 u ä 0 Xi •P a> S AJ Cn U •P fi 0 •H 0 > 3 •P rH «• fi ro fi •n • Ä 0 -H 0 •P N & rH M id C Xi 0 •H 0 -P en i-H N A! id C Xi Ü2 >0 •H 0 N Cn fi •n 0 0 •H Q Q N •P •n •H H Id O N O O > •p O id +J X a) c <u Cn 0 M M M «H JP i> .. •P 0) A -P (U a c 0 c aj ft & 10 M -P a; c •H N a) •p -s td M J3 (U ty G (U -a 0 en r—! £ a) en fi (U -p

s, s

•p (U Xi G 0 •P U (0 M 3 £ rH (U -£> Jf •H «H •a •• 0) td td s V) •H •p <u .fi •a a) > -p •H t) M 0

£

<0 M a) & &i ro G <X) -H CM a: Cn 0 id M 0 e +> > 0 u e •r-l > X G Q c 0 M 0 0 •H 0 s • -p (0 > 0 fi 0 fi rH (0 ro 0 0 -P Xi M •H • 0 •U •p id r—1 0 Cn Ä en 0 M fi' 0 0 0 ro 0 en •a 0 T3 •p A! •0 fi c fi n (Q •M 0 0 0 Cn fi ro N U} en w rH O ro 0 0 O xi en •a EH > t£> O 0 &ï •p U ro u •p X (U I (U 0 > X JC <u «H «1 n •• 0) ft *-• •p a (0 c N (/) •H fi •H M (0 (d & fi N B S « ft ft •a 13 I I >1 X -p *6 (d M Xi 0 01 •a i—î 0 0 Xi G •H § fi 0 > •P O rfi W •H ÊJ 3 & •H Ö H

(11)

Figuur 1.

Het verband tussen de zinkge­

halten van het pers. en 1*. 1V2

.pm

l

\

(12)

12.

GmcUóndéAiónk ~

Tijdens de teelt werd op 27 juni het blad bemonsterd. Voor de be­ monstering werden jonge volgroeide bladeren genomen waarin het zinkge­ halte werd bepaald. In tabel 8 zijn de resultaten weergegeven.

Behandeling p.p.m. Zn 0 141 1 130 2 183 3 239 4 285

TABEL 8. De zinkgehalten van het blad op 27 juni. De gehalten zijn uitgedrukt in d.p.m. van de droge ,stof.

Uit de tabel blijkt dat het zinkgehalte in het gewas toeneemt naarmate er meer zink aan het substraat wordt toegediend. Tussen de zinkgehalten van het gewas op 27 juni en de zinkgehalten van het pers- en het

1 : 1^ volume-extract op 2 juli bestaat een nauw verband. De vol­ gende regressievergelijkingen werden hiervoor betékend.

y = 326,95 x + 94,25 r = 0,967 waarin : y = p.p.m. Zn gewas x = p.p.m. Zn persextract y = 963,74 x + 22,13 r = 0,988 waarin : y = p.p.m. Zn gewas . x = p.p.m. Zn 1 : lh volume-extract. Zoals blijkt'zijn beide correlatiecoëfficiënten hoog.

(13)

-13-Fig. 2

Het Verband tussen de zink­

gehalten van het persextract

en de zinkgehalten van het

gewas.

fxpmn. Zn gewas

200

(14)

Fig. 3

Het verband tussen de zinkgehalten

van het V

.1V2

volume extract en de

zinkgehalten van het gewas.

(15)

15.

CôncMÂ-Lù

In een bassinteelt voor komkommers werd de invloed van' het zink-niveau in het veensubstraat op de opbrengst nagegaan. Aan het

substraat werd 0, 25, 50, 75 of 100 gram zinksulfaat (ZnSO .7 HO) 3

per m veen toegevoegd.

De in de proef aangebrachte zinkniveau's bleken een duidelijke invloed te hebben op de produktie. De produktie was het hoogst

3

bij een gift van 50 gram ZnSO^. 7 H^O per m . Daarboven daalde de pro­ duktie. Eveneens werd een duidelijke invloed van de zinkbemesting op het zinkgehalte van het blad waargenomen. Een geringe stijging van het zinkgehalte in het persextract veroorzaakte een sterke stijging van het zinkgehalte in het blad.

Tussen de zinkgehalten van het 1 : 1^ volume-extract en het pers-extract bestond zeer nauw verband.

(16)

3

lattearond

iantB'iff'.iir v whf f i m •Eanancé^E^AattcaagagaTiW'Ef.arra

5

4

10

2

15

0

. 2 0 j

3 -j

4

0

9

1

14

19 j

2

3

3

S

0

13

4

10 j

1

2

1

7

12

1 7 j

4

1

2

6

4

11

1

1 6 ]

0

(17)

17.

BIJLAGE 2

OOGSTRESULTATEN

Behandeling Vakken • Gewicht in kg

0 4 - 8 - 1 5 - 1 6 8 0 , 6 - 5 6 , 3 - 5 4 , 4 - 66 , 8 2 5 8 , 1 1 2 - 9 - 1 1 - 1 8 4 0 , 9 - 7 0 , 6 - 69 , 8 - 69 , 1 2 5 0 , 4 2 1 - 10 -12 - 19 63,7 - 93,7 - 65,2 - 59,9 282,5 3 3 - 7 - 1 4 - 2 0 5 8 , 4 - 66 , 4 - 4 5 , 8 - 7 3 , 0 2 4 3 , 6 4 5 - 6 - 1 3 - 1 7 8 2 , 7 - 7 5 , 5 - 66 , 0 - 8 6 , 7 3 1 0 , 9

Behandeling Vakken Aantal

0 4 - 8 - 15 - 16 140 - 96 - 102 - 115 ' 453 1 2 - 9 - 1 1 - 1 8 7 4 - 1 2 8 - 1 1 9 - 1 2 3 4 4 4 2 1 - 10 - 12 - 19 116 - 161 - 124 - 111 512 3 3 - 7 - 14 - 20 103 - 115 - 85 - 139 442 4 5 - 6 - 1 3 - 1 7 1 4 1 - 1 3 1 - 1 1 7 - 1 5 0 5 3 9

Behandeling Vakken Gemiddeld vruchtgewicht

0 4 - 8 - 15 - 16 575,5 - 586,4 - 533,0 - 581,0 2275,9 1 2 - 9 - 11 - 18 552,8 - 551,6 - 586,6 - 561,9 2252,9 2 1 - 10 - 12 - 19 549,3 - 582,1 - 525,6 - 539,4 2196,4 3 3 - 7 - 14 - 20 566,5 - 5.77,2 - 538,2 - 525,3 2207,2 4 5 - 6 - 13 - 17 586,6 - 576,6 - 564,2 - 578,1 2305,5

(18)

-1,8-,nd( O 1 2 3 4 / il di O 1 2 3 4 18. / BIJLAGE 3.

Vakken Aantal stek

4 - 8 - 1 5 - 1 6 7 - 1 3 - 1 0 - 9 3 9 2 - 9 - 1 1 - 1 8 9 - 9 - 9 - 1 1 3 8 1 - 1 0 - 1 2 — 1 9 1 2 - 1 4 - 8 - 1 5 4 9 3 - 7 - 1 4 - 2 0 1 2 - 8 - 1 3 - 1 2 4 6 5 - 6 - 1 3 - 1 7 ' 4 - 8 - 9 - 1 4 3 5

Vakken Gewicht in grammen

4 - 8 - 1 5 - 1 6 2 0 0 0 - 4 0 8 0 - 26 1 0 - 2 3 5 0 1 1 , 1 4 0 2-9-11-18 1800 - 2220 - 2300 - 2050 9,370 1-10 - 12 - 19 2460 - 3500 - 2070'- 3830 11,860 3 - 7 - 14 - 20 . 3600 - 2140 - 3750 - 2600 12,090 5 - 6 - 1 3 - 1 7 9 6 0 - 2 3 9 0 - 2 2 6 0 - 4 4 3 0 1 0 , 0 4 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Horizon van aanvrager is vaak kort en van project langjarig • Is vaak zelf niet in staat om project administratie te voeren • Draagt vaak veel in kind bij, is bij POP3

[r]

Koninklijke Philiphs Electronics N.V.. Mital Steel

Dit besluit sloeg op de toegang tot de toekenning van de bijzondere beroepstitels en stelde voor de jaren 2002 en 2003 de volgende quota voorop: 140 tandartsen voor België

ammonsalpeter van dezelfde waarde geacht als een baal kalk- salpeter, ondanks het hogere zuivere N-gehalte. Dit zou verklaard kunnen worden door aan te nemen, dat de overmaat kalk

In theorie zal er zeker sprake zijn van een relatie van maisteelt met bodemdaling, maar deze heeft dan vooral betrekking op de teeltwijze en niet direct op het gewas mais..

Hij maakt een planning voor de inzet van materieel en personeel en houdt bij het plannen rekening met kwaliteiten en (ontplooiings)wensen van medewerkers, de beschikbare middelen

− Voor het aflezen van andere toenames uit figuur 2 geldt een toegestane marge