• No results found

Kunstmest; minder in de kant, meer op de rand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kunstmest; minder in de kant, meer op de rand"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Berekende opbrengstderving

Met de gegevens van strooibeelden van twee kunstmeststrooiers is een voorbeeldberekening gemaakt van de verschillen in bemesting van de slootkant en de perceelsrand. Verondersteld wordt dat de slootkant 1,5 m breed is en dat er zo ver van de slootkant wordt gereden dat er juist geen kunstmest in de sloot komt.

In Figuur 1a staat de verdeling van een kunst-meststrooier zonder kantstrooivoorziening die op vijf meter afstand van de sloot rijdt. Uit figuur 2a blijkt dat de buitenste halve meter slootkant slechts 10 % van de ingestelde per-ceelsgift krijgt. De volgende meter krijgt onge-veer 20 %. Bij een jaarlijkse kunstmestgift van 250 kg stikstof per ha, komt slechts 25 kg stik-stof per ha op de buitenste halve meter sloot-kant en 50 kg op de volgende meter. Op het perceel loopt de gift op van 30 % op de eerste halve meter vanaf de insteek naar 100 % op 3,5 m vanaf de insteek. Dat betekent dat een strook van 2,5 m niet optimaal wordt bemest. Op basis van de gemeten opbrengstverschillen op de per-ceelsranden (zie vorige artikel) kan worden afgeleid dat dit per jaar ongeveer 375 kg droge stof per km slootkant kost.

In Figuur 1b is de verdeling weergegeven van een kunstmeststrooier met

kantstrooivoorzie-ning, waarmee met de wielen vrijwel over de insteek wordt gereden. Op de buitenste halve meter van de slootkant komt geen kunstmest en op de volgende meter slechts 10%. Op het per-ceel wordt de eerste halve meter vanaf de insteek met 10 in plaats van 100 % bemest. Dit kost jaarlijks ongeveer 100 kg droge stof per km slootkant. De rest van de perceelsrand kan voor 100 % worden bemest.

Geen slootkant bemesten

Bij de bovenstaande berekening is er vanuit gegaan dat de slootkanten meebemest worden. Om ervoor te zorgen dat er geen kunstmest in de slootkant komt moet men verder van de sloot af rijden. Dat betekent dat het strooibeeld ver-schuift. In Figuur 2 is dit aangegeven.

Bij de gewone strooier daalt de stikstofgift in de slootkant van 20 of 10 naar 0 %. Dit geeft een opbrengstdaling van ongeveer 50 kg droge stof per km slootkant. Op het perceel daalt de stik-stofgift op de eerste vier meter met gemiddeld 30 %. Dit kost ongeveer 375 kg droge stof per km slootkant.

Bij de kantenstrooier zijn de gevolgen voor de bemesting en de opbrengst van de slootkant minimaal. Op de perceelsrand wordt 1 m, die anders met de volledige perceelsgift wordt

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 43

Kunstmest; minder in de kant, meer op

de rand

Jan Corporaal

In het artikel “Verdeling van kunstmest te verbeteren door kennis van strooibeeld” zijn de resulta-ten weergegeven van een onderzoek naar het strooien van kunstmest op een aantal praktijkbedrij-ven. Deze bedrijven proberen bij het bemesten van de perceelsranden de sloten en slootkanten zo veel mogelijk te ontzien. Dit kan door verder van de sloot af te rijden of met een kantenstrooier. Uit berekeningen blijkt dat de gevolgen voor de perceelsrand groter zijn dan voor de slootkant.

Praktijkonderzoek 99-2

Figuur 1 Kunstmestgift per 0,5 m vanaf de waterlijn

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 insteek

(2)

bemest, nu bemest met slechts 10 %. Dat geeft een opbrengstverlaging van 200 kg ds per km slootkant. Dat betekent dat het verschuiven van het strooibeeld bij een kantenstrooier minder nadelig is dan bij een gewone strooier. In tabel 1 is de opbrengstderving weergegeven. Samenvatting

Op slootkanten wordt zowel met gewone kunst-meststrooiers als met kantenstrooiers duidelijk minder kunstmest gestrooid dan midden op het perceel. Bij kunstmeststrooiers zonder kants-trooivoorzieningen wordt ook de perceelsrand niet optimaal bemest. Dit leidt tot een

opbrengstderving, die vooral voor bedrijven met lange smalle percelen aanzienlijk kan zijn.

Wanneer men met een strooier zonder kant-strooivoorziening de slootkant wil ontzien, resulteert dit met name in extra opbrengstder-ving op de perceelsrand.

44

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 99-2

Figuur 2 Kunstmestgift per 0,5 m vanaf de waterlijn, wanneer het strooibeeld wordt

opgeschoven 100 80 20 0 40 60 Tot slootkant Tot insteek insteek 100 80 20 0 40 60 insteek Tot slootkant Tot insteek

% van gewenste per

ceelgift

% van gewenste per

ceelgift

2a. Gewone kunstmeststrooier 2b. Kantenstrooier

Tabel 1 Opbrengstderving perceelsrand (kg ds per km) door niet optimaal bemesten

Bemesting met kunstmest Zo ver mogelijk Tot insteek

Met kantstrooier 100 300

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We quantified the amounts of fine overbank sediment trapped in different compartments of the delta over different time slices since 6000 BP.. 0

[r]

De lagere aankoopprijs kan veroorzaakt zijn door een slechtere kwaliteit waardoor een nadelig efficiencyverschil ontstaat.. Antwoorden

2p 16 † Leg door middel van een berekening en met behulp van bovenstaande gegevens uit dat niet iedereen door alleen maar hard te trainen een toploper kan worden.. Er kunnen

Rosetta doet vanuit haar baan metingen aan de komeet. Zo

Voor een duurzaam behoud van de vloer na de afwerking, dienen alle gemorste verontreinigingen zo spoedig mogelijk te worden verwijderd en moet regelmatig worden schoongemaakt

Leidt het tillen van bouwmaterialen (glas, kozijn en betonnen latei) van maximaal 100 kg door vier personen tot meer (rug) belasting per persoon dan het tillen van 50 kg door twee

[r]