• No results found

nederlands_tenzij.pdf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "nederlands_tenzij.pdf"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NEDERLANDS, TENZIJ …

Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG

In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd:

• Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse wetenschappers in het Nederlands publiceren of in een andere taal?

• In welke mate hebben de verschillende factoren invloed op de beslissing in welke taal een Nederlandse wetenschapper publiceert?

• Wat is het huidige beleid van onderzoekscholen die verbonden zijn aan alfa- en gammafaculteiten?

Er is gebruik gemaakt van de volgende definities:

• Populair wetenschappelijke tijdschriften: dit zijn tijdschriften die door een breder publiek gelezen worden en verkrijgbaar zijn in bijvoorbeeld een kiosk.

• Auteurs: iedereen die meegeschreven heeft aan de desbetreffende publicatie.

• Boeken: boeken die beroepsmatig over het vakgebied geschreven worden, bijvoorbeeld studieboeken.

De vragen naar de factoren die van invloed zullen zijn op de taalkeuze van de wetenschappers zijn onderzocht aan de hand van diepte-interviews met wetenschappers van de alfa- en gammafaculteiten in Nederland. Dit is een exploratief kwalitatief onderdeel van het onderzoek: de factoren werden achterhaald om later in de enquête verwerkt te worden. Er zijn zes diepte-interviews gehouden, waarvan twee met onderzoekscholen en vier met publicerende wetenschappers, waarvan één KNAW-lid. Bij de keuze van de respondenten is gebruik gemaakt van convenience sampling (wie het eerst kan, wordt geïnterviewd) om niet te veel tijd te verliezen bij dit exploratieve deel.

De mate waarin de met de diepte-interviews gevonden factoren invloed hebben zijn onderzocht aan de hand van een schriftelijke enquête. Deze enquête is gestuurd naar een steekproef van wetenschappers die werkzaam zijn bij alfa- en gammafaculteiten. Deze enquête is opgesteld aan de hand van de resultaten van de eerder gehouden diepte-interviews. De steekproef is getrokken uit die

wetenschappers in Nederland, zoals bekend bij de Nederlandse Onderzoeks Database (NOD). Mede door de positieve invloed van de KNAW werd een responspercentage van ±30 procent verwacht en zijn er 1000 enquêtes verstuurd. Uiteindelijk zijn er 312 ingevulde enquêtes terug ontvangen. Dit is ruim voldoende voor het doen van statistisch verantwoorde uitspraken.

Interviews

In de diepte-interviews is getracht een beeld over de mogelijke factoren die de keuze van de taal waarin het artikel en/of boek geschreven wordt te verkrijgen. In de interviews zijn vragen gesteld over de keuze van de taal en welke factoren deze keuze beïnvloedt. Er zijn enkele algemene kenmerken naar voren gekomen die in deze en de volgende paragrafen besproken worden. We beginnen met enkele opvallende citaten die in de diepte-interviews naar voren kwamen.

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

‘Ik schrijf en denk zelfs in het Engels. In ons gebied is dat standaard.’

Het blijkt dat in veel gebieden het Engels de algemene taalnorm is geworden voor het publiceren van artikelen. Tevens bepaalt de doelgroep de taalkeuze. In het geval van deze wetenschapper was het zo dat de doelgroep in Nederland te klein was en dat er dus in het Engels geschreven wordt om een grotere doelgroep te kunnen bereiken.

Eén wetenschapper vertelde, over de reden waarom hij in Nederlandstalige, populair wetenschappelijke tijdschriften schrijft, het volgende:

(2)

‘Ik zie dat wel als een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is natuurlijk mooi om goed

onderzoek te doen, maar je wilt natuurlijk wel een breder publiek laten weten wat je doet. Een kwestie van verantwoordelijkheid nemen.’

De bovenstaande gedachtegang is meerdere malen naar voren gekomen. De wetenschappers die zijn geïnterviewd zijn zich bewust van de maatschappelijke rol die zij vervullen en zijn bereid hun verantwoordelijkheid naar de Nederlandse samenleving na te komen.

De factoren

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen populair wetenschappelijke artikelen en wetenschappelijke artikelen. Wetenschappers schrijven veelal populair wetenschappelijke artikelen om een breder

publiek te laten weten wat ze doen. Deze artikelen worden voornamelijk in het Nederlands geschreven om het helder en begrijpelijk te maken. Wetenschappelijke artikelen kunnen ook in het Engels

geschreven worden, omdat deze wetenschappelijke artikelen veelal gelezen worden door collega’s of studenten. Hierin kunnen dus ook vakgerichte termen gebruikt worden.

Uit de diepte-interviews zijn zeven factoren naar voren gekomen die van invloed zouden kunnen zijn op de taalkeuze van wetenschappers. Een belangrijke factor die de taalkeuze zou kunnen beïnvloeden is de doelgroep. Men kijkt naar de doelgroep om te bepalen in welke taal de publicatie geschreven moet worden. Als de doelgroep vooral uit Nederlandstalige lezers bestaat zal men in het Nederlands schrijven en als de doelgroep met name uit buitenlandse lezers bestaat dan schrijft men in een vreemde taal. Het komt ook voor dat de doelgroep erg klein is. In dat geval wordt er vaak in het Engels

geschreven om dan toch nog een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken.

Het onderwerp van de publicatie kan ook de taal bepalen waarin het artikel geschreven gaat worden. Onderwerpen die betrekking hebben op Nederland zullen veelal in het Nederlands geschreven worden. Een voorbeeld is een tijdschrift over de geschiedenis van het Drentse landschap. Internationale

onderwerpen zullen voornamelijk in het Engels geschreven worden of een andere vreemde taal. Tevens kan het universitair beleid van invloed zijn op de taalkeuze. Het kan voorkomen dat vanuit de universiteit de voorkeur bestaat voor het publiceren in een bepaalde taal. Dit zal met name Engels of Nederlands zijn. Wetenschappers worden beoordeeld aan de hand van een normering. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de publicaties van de wetenschapper. Het is belangrijk om in

gerenommeerde tijdschriften te publiceren. Dit zijn veelal Engelstalige tijdschriften. Op deze manier wordt de wetenschapper een beetje gedwongen in het Engels te publiceren.

Voor facultair beleid geldt in principe hetzelfde als voor het universitair beleid. Het kan echter zijn dat de faculteit afzonderlijk van de universiteit haar beleid bepaalt en dat derhalve de faculteit een

voorkeur voor het publiceren in een bepaalde taal kan uitspreken.

Wetenschappers kunnen ook te maken hebben met de algemene taalnorm binnen hun vakgebied. Deze algemene taalnorm kan al jaren bestaan en het is heel moeilijk om daar van af te wijken. Hierdoor kan het voorkomen dat Engelstalige begrippen gemeengoed worden waardoor de Engelse taal een

prominente plaats inneemt in de communicatie binnen het vakgebied. Bij sommige vakgebieden is het heel normaal dat er in het Engels of een andere vreemde taal geschreven wordt. Het kan ook zijn dat er juist voornamelijk in het Nederlands geschreven wordt. Dit kan ook samenhangen met de doelgroep. Als het vakgebied erg internationaal is, zal er voornamelijk in het Engels gepubliceerd worden. De kennis van talen kan voor sommige wetenschappers ook invloed hebben op de taal waarin de publicaties geschreven gaan worden. Een gebrekkige kennis van bijvoorbeeld Engels kan een wetenschapper ervan weerhouden in deze taal te publiceren.

Bij sommige studies, met name filosofische en sociologische studies, wordt aangegeven dat er soms zo diep over de materie moet worden nagedacht dat men de uitkomsten hiervan makkelijker kan

verwoorden in de moedertaal. Sommige onderwerpen zijn zo moeilijk onder woorden te brengen dat

(3)

Enquête

Hieronder wordt ingegaan op de uitkomsten van de schriftelijke enquête.

In totaal hebben 312 respondenten de enquête volledig ingevuld en teruggestuurd. Hier zal ingegaan worden op de algemene uitkomsten van de enquête.

In onderstaande tabel worden de percentages weergegeven van de afzonderlijk onderzochte variabelen voor alle respondenten. Omdat er bij sommige variabelen meerdere antwoorden mogelijk waren kan het zijn dat de uitkomsten niet tot 100 procent optellen.

Tabel 1: Resultaten alle respondenten (n=312)

Soort publicatie, in welke taal en voor welke doelgroep Percentage dat genoemde publicatie schrijft:

Populair wetenschappelijke artikelen 66

Taal Nederlands 96 Engels 11 Duits 1 Frans 2 Doelgroep Studenten 37 collega’s 35 de maatschappij 79 Wetenschappelijke artikelen 99 Taal Nederlands 38 Engels 76 Duits 8 Frans 4

Samenvatting in het Nederlands 25

Boeken 84 Taal Nederlands 66 Engels 53 Duits 4 Frans 3 Doelgroep Studenten 66 collega’s 90 Maatschappij 43

Uit analyse van de respons is gebleken dat 66 procent van de respondenten populair wetenschappelijke artikelen schrijft. Deze populair wetenschappelijke artikelen worden voornamelijk in het Nederlands geschreven, 96 procent van de respondenten geeft aan in ieder geval in de moedertaal te publiceren. Echter, 11 procent van de respondenten geeft aan ook veelal populair wetenschappelijke artikelen in het Engels te publiceren. Deze Engelstalige artikelen worden door de respondenten zelf in het Engels geschreven en bij enkelen (29 procent) worden ze daarna door een derde gecorrigeerd.

Nagenoeg alle respondenten hebben zich aan de definitie geconformeerd. Dit blijkt uit de vraag voor welke doelgroep zij hun populair wetenschappelijke artikelen schrijven. Deze artikelen worden door 79 procent van de respondenten geschreven voor de maatschappij. Echter veelal bedienen ze ook studenten en collega’s met hun publicaties.

Tevens is gevraagd welke invloed de taal heeft op de door de wetenschapper gepercipieerde kwaliteit van de publicatie. De respondenten geven aan dat de taal waarin een populair wetenschappelijk artikel geschreven is geen eenduidige invloed heeft op de gepercipieerde kwaliteit ervan.

Wetenschappelijke artikelen.

Van de respondenten geeft 99 procent aan wetenschappelijke artikelen te schrijven. Deze artikelen worden voornamelijk in het Engels geschreven. Bijna 80 procent van de respondenten geeft aan dat dit hun favoriete taal is. Echter, 22 procent van de respondenten die veelal in het Engels publiceren geven

(4)

aan dat zij ook regelmatig in het Nederlands publiceren. De respondenten die voornamelijk in het Engels publiceren schrijven de wetenschappelijke artikelen zelf in deze taal, waarna éénderde van deze groep ze door iemand anders laat corrigeren. Overigens is er geen verschil in doelgroep gevonden tussen wetenschappers die in het Engels publiceren en wetenschappers die in het Nederlands

publiceren. De grootste doelgroep bij alle respondenten bestaat uit collega’s en studenten.

Het overgrote deel van de wetenschappers die wetenschappelijke artikelen publiceert schrijft geen Nederlandse vertaling voor een populair wetenschappelijk tijdschrift. Slechts 25 procent van de respondenten doet dit soms of vaak terwijl 75 procent van de respondenten zegt dit zelden of nooit te doen.

Boeken.

Van alle respondenten schrijft 84 procent van de respondenten boeken met een wetenschappelijk karakter. Veelal worden deze boeken geschreven voor collega’s. Tweederde van de boeken wordt ook voor studenten geschreven, en de helft van deze boeken is tevens voor de maatschappij bedoeld. Verschillen tussen diverse vakgebieden.

Er is gekeken naar het onderscheid tussen de verschillende faculteiten. Omdat de respons vanuit enkele faculteiten te laag was om op een betrouwbaar niveau uitspraken te doen zijn enkele faculteiten bij elkaar in een vakgebied gevoegd. Na overleg met de KNAW is gekozen voor de volgende indeling: • Juridisch (Jur): 59 reacties

• Economie, Bedrijfskunde, Bestuurskunde en Management Wetenschappen (Eco): 86 reacties • Psychologie, Pedagogiek, Sociologie en Maatschappij- en Gedragswetenschappen (PPSW): 51

reacties

• Letteren en Archeologie (Let): 54 reacties • Godgeleerdheid (GG): 35 reacties

Per vakgebied is gekeken naar de taalkeuze van de wetenschapper die bij een faculteit werkzaam is. Evenals in de rest van dit rapport is daarbij onderscheid gemaakt tussen populair wetenschappelijke artikelen, wetenschappelijke artikelen en boeken.

(5)

Tabel 2: Percentages afzonderlijke variabelen.

Totaal Jur Eco PPSW Let GG

Aantallen N = 312 59 86 51 54 35

Percentage dat genoemde publicatie schrijft:

Populair wetenschappelijke artikelen 66 46* 60 69 79 86*

Taal Nederlands 96 100 98 91 98 93 Engels 11 4 15 18 13 10 Duits 1 0 0 3 3 0 Frans 2 0 2 3 3 0 Doelgroep Studenten 37 40 42 29 32 33 collega’s 35 44 29 47 27 37 de maatschappij 79 64 79 77 90 77 Wetenschappelijke artikelen 99 100 99 100 100 100 Taal Nederlands 38 77* 21* 36 44 24 Engels 76 44* 86* 86 72 82 Duits 8 12 0 2 20* 9 Frans 4 7 0 2 6 6

Samenvatting in het Nederlands 25 10 37 28 29 18

Boeken 84 98* 73* 70* 98* 94 Taal Nederlands 66 75 60 69 65 52 Engels 53 32* 61 63 60 58 Duits 4 5 0 3 6 12* Frans 3 2 0 3 6 3 Doelgroep Studenten 66 61 74 58 65 58 collega’s 90 93 81* 91 94 94 de maatschappij 43 33 40 52 55 33

Indien achter een waarde een * staat wijkt de waarde significant af van het totaal.

Juridische faculteiten

Populair wetenschappelijke artikelen zijn relatief impopulair bij wetenschappers die aan een juridische faculteit verbonden zijn. Slechts 46 procent van deze respondenten geeft aan populair

wetenschappelijke artikelen te schrijven. Deze artikelen worden merendeels in het Nederlands geschreven. Er wordt relatief meer voor collega’s geschreven en minder voor de maatschappij. Alle respondenten binnen deze groep schrijven wetenschappelijke artikelen. Driekwart van deze wetenschappers geeft aan de wetenschappelijke artikelen voornamelijk in het Nederlands te schrijven. Dit ligt veel hoger dan het totale percentage van 38 procent. Daarentegen ligt het percentage van de wetenschappelijke artikelen die in het Engels geschreven wordt met 44 procent veel lager dan het totale percentage van 76 procent. Opvallend is ook dat relatief weinig respondenten aangeven dat ze een Nederlandse samenvatting van een Engels artikel (laten) maken.

Bijna alle respondenten geven aan boeken te schrijven. Dit is meer dan het totale percentage van 84 procent. Driekwart van de ondervraagden schrijft haar boeken in het Nederlands. Dit is meer ten opzichte van het totaal. Daarentegen wordt er weer relatief minder in het Engels geschreven.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de respondenten die verbonden zijn aan een juridische faculteit niet verwachten dat zij in de toekomst minder in het Nederlands gaan publiceren.

(6)

Faculteiten Economie, Bedrijfskunde, Bestuurskunde en Managementwetenschappen

Van de wetenschappers die aangesloten zijn bij één van de faculteiten die tot dit vakgebied behoren schrijft 60 procent populair wetenschappelijke artikelen. Het blijkt dat er onder deze respondenten relatief meer populair wetenschappelijke artikelen voor studenten geschreven wordt en minder voor collega’s.

Nagenoeg alle respondenten die in deze groep vallen schrijven wetenschappelijke artikelen. Van deze respondenten schrijft 86 procent deze artikelen voornamelijk in het Engels. Dit ligt hoger dan het totale percentage van 76 procent. Daarentegen schrijven er weer minder van deze respondenten in het Nederlands wetenschappelijke artikelen. Beduidend meer van deze respondenten schrijven een Nederlandse samenvatting van een Engels artikel.

Driekwart van de hier behandelde respondenten schrijft boeken. Dit percentage ligt lager dan het totale percentage van 84 procent. Veelal zijn collega’s en studenten de doelgroep. Nederlands en Engels zijn beide even favoriet bij de boekenschrijvers. Van de 60 procent van de respondenten die Engelstalige boeken schrijft doet de helft dit zelf en legt één derde hun teksten voor aan een corrector.

Faculteiten Psychologie, Pedagogiek, Sociologie en Maatschappij- en Gedragswetenschappen Van deze respondenten schrijft 69 procent populair wetenschappelijke artikelen, het grootste gedeelte van deze artikelen is bedoeld voor de maatschappij. Opvallend is dat er voor studenten relatief minder geschreven wordt en voor de collega’s relatief meer. Van de populair wetenschappelijke artikelen wordt 91 procent in het Nederlands geschreven, terwijl 18 procent van de populair wetenschappelijke artikelen in het Engels wordt geschreven. Dit ligt relatief hoog.

Alle respondenten schrijven wetenschappelijke artikelen. Van deze artikelen wordt 86 procent in het Engels gepubliceerd, wat hoger is dan het totale percentage.

Slechts 70 procent van de wetenschappers geeft aan boeken te schrijven. Dit ligt beduidend lager dan de 84 procent voor het totale percentage. Veelal worden deze boeken voor collega’s en studenten geschreven. Er wordt echter ook relatief veel voor de maatschappij geschreven door deze

respondenten. Engels en Nederlands zijn hierbij ongeveer even populair. Faculteiten Letteren en Archeologie

Drie op de vier respondenten die in dit vakgebied vallen geeft aan populair wetenschappelijke artikelen te schrijven. Dit ligt relatief hoog. Veruit de grootste groep schrijft enkel populair wetenschappelijke artikelen in het Nederlands. Deze artikelen worden relatief veel voor de maatschappij geschreven.

Van de zestig respondenten die in deze groep vallen schrijft iedereen regelmatig wetenschappelijke artikelen. Van deze respondenten geeft 72 procent de voorkeur aan Engels, terwijl een deel hiervan ook in het Nederlands publiceert. Er is ook een groep die alleen in het Duits schrijft, zij vormen 20 procent van respondenten die hier aan bod komen.

Een op de vijf respondenten geeft aan zijn wetenschappelijke artikelen in het Nederlands te schrijven en ze daarna in een vreemde taal te laten vertalen.

Bijna alle respondenten in deze groep geven aan boeken te schrijven. Ook hier zijn Nederlands en Engels ongeveer even populair. Nederlands ligt hier dus relatief laag.

Deze respondenten verwachten niet dat ze in de toekomst minder in het Nederlands gaan publiceren, dit geldt ook voor populair wetenschappelijke artikelen en wetenschappelijke artikelen.

De faculteit Godgeleerdheid

Maar liefst 86 procent van de wetenschappers die in dit vakgebied vallen schrijft populair

wetenschappelijke artikelen. Dit is het hoogste percentage van alle vakgebieden. Deze worden voor 93 procent in het Nederlands geschreven.

Elke respondent uit deze groep schrijft wetenschappelijke artikelen, dit gebeurt door 82 procent van de respondenten voornamelijk in het Engels. Daarnaast schrijft 24 procent ook wel eens in het

(7)

Nederlands. Dit ligt relatief laag. Ook hier geldt dat iedereen zelf in het Engels schrijft, waarna in enkele gevallen een corrector er naar kijkt.

Meer dan 94 procent van deze respondenten schrijft boeken, veelal voor studenten en collega’s. Engels en Nederlands zijn hierbij ongeveer even populair. Ook hier ligt het Nederlands relatief laag met 52 procent. De helft van de respondenten geeft aan in het Engels én het Nederlands te schrijven. Deze respondenten verwachten niet dat ze in de toekomst minder in het Nederlands gaan publiceren, dit geldt tevens voor de populair wetenschappelijke artikelen en de wetenschappelijke artikelen. Lidmaatschap onderzoekschool

Bij de RuG zijn veel wetenschappers die wetenschappelijke artikelen publiceren lid van een onderzoekschool. Bij de Juridische faculteiten ligt dit percentage zowel bij wetenschappelijke artikelen als bij boeken relatief vrij laag. Een opvallend hoog percentage scoort de faculteit Letteren bij wetenschappelijke artikelen. Hier is 94 procent van deze wetenschappers lid van een

onderzoekschool.

De gemiddelde tijd die men aan onderzoek besteed is 17 uur per week. Dit wijkt niet significant af van de gemiddelde onderzoekstijd van wetenschappers die geen lid zijn van een onderzoekschool.

Verrassend detail is wel dat dit gemiddelde wel iets hoger ligt, te weten 18 uur per week. Leden van een onderzoekschool publiceren gemiddeld reeds 23 jaar. Niet-leden publiceren gemiddeld reeds 25 jaar. Het aantal wetenschappelijke artikelen dat leden van onderzoekscholen per jaar schrijven (3,77) ligt iets hoger dan dat van niet-leden (3,34).

Factoren die taalkeuze beïnvloeden

Er wordt gekeken welke factoren significant van invloed zijn op de taalkeuze van de respondenten. Het blijkt dat de doelgroep in zeer grote mate bepalend is voor de taalkeuze van de wetenschappers. In de toekomst zal de omvang van deze invloed niet veel veranderen. Daarnaast zijn zowel de algemene taalnorm als de kennis van de taal significant van invloed op de taalkeuze van de wetenschapper. Dit is het geval bij alle drie de soorten publicaties. Het beleid van de onderzoekschool is significant van invloed op de taalkeuze bij het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Dit komt waarschijnlijk door het feit dat alleen deze publicaties formeel gewaardeerd worden door een onderzoekschool. Onderzoekscholen kijken over het algemeen sterk naar het tijdschrift waarin het artikel gepubliceerd is. Engelstalige tijdschriften worden veelal hoger gewaardeerd.

In de volgende tabel is voor alle respondenten opgenomen welke factoren van invloed zijn op hun taalkeuze. Hoe hoger de score, hoe groter de invloed van een factor op de taalkeuze. In de rechter kolom is aangegeven in welke mate de invloed van de factor in de toekomst verandert ten opzichte van de huidige invloed. Een grote positieve waarde geeft aan dat de respondenten verwachten dat de invloed van een factor groter wordt. Het aantal sterretjes achter een waarde geeft aan op welke niveau de waarde significant is. De factoren die grijs gekleurd zijn, hebben een waarde significant groter dan 3, met een overschrijdingskans kleiner dan 0.01. Dit zijn de factoren die de grootste invloed hebben op de taalkeuze.

(8)

Huidig Toekomst Factoren P.W.A.1 W.A.2 Boeken P.W.A. W.A. Boeken

Doelgroep 4.49*** 4.51*** 4.59*** -0.03 -0.03** 0.06 Universitair beleid 2.69** 3.08 2.65*** 0.03* 0.05* 0 Facultair beleid 2.74* 3.15* 2.72*** 0.04* 0.10** 0.03 Beleid van de onderzoekschool 2.82* 3.26*** 2.77*** 0.02 0.01 0 Taalnorm 3.52*** 4.34*** 3.71*** 0.02 -0.29 0.04

Kennis van de taal 3.43*** 3.44*** 3.47*** 0.01 -0.02** -0.04**

De mate waarin de wetenschapper zich in een taal kan uiten

2.88 2.42*** 2.77*** 0 0 -0.02***

* overschrijdingskans < 0.1 ** overschrijdingskans < 0.05 *** overschrijdingskans < 0.01 Wat opvalt in de tabel is dat over het algemeen de factoren in de toekomst weinig verschillen van het heden. Er zijn echter toch enkele die significant verschillen van het heden. Het meest opvallende is de waarde van de factor ‘de mate waarin de wetenschapper zich in een taal kan uiten’ voor boeken. Het blijkt dat de respondenten verwachten in de toekomst minder invloed hiervan te ondervinden bij de keuze van de taal.

Een andere factor die in het oog springt is de factor ‘facultair beleid’ voor wetenschappelijke

publicaties. Hiervan verwachten de respondenten in de toekomst juist meer invloed te ondervinden bij de taalkeuze, terwijl de overige sterk significante factoren neigen naar minder invloed.

Tot slot wordt er gekeken of er een relatie is tussen het aantal jaren van publiceren en de verwachting van de taalkeuze over vijf jaar. Hierbij is gebruik gemaakt van een correlatie-analyse. Van de drie soorten publicaties heeft alleen de wetenschappelijke artikelen een significant correlatie met de taalkeuzeverwachting. Vanuit deze correlatie-analyse, waar een waarde van –0,153 uitkomt, blijkt dat er een negatieve relatie is tussen het aantal jaren dat een respondent heeft gepubliceerd en in welke mate deze respondent verwacht minder in het Nederlands te publiceren. Dit betekent dat naarmate de respondenten langer publiceren zij verwachten minder in het Engels te gaan publiceren. De relatie is significant op een niveau van 0.01.

1P.W.A. = populair wetenschappelijke artikelen

(9)

Verschillen in de invloed van de factoren tussen diverse vakgebieden Juridische faculteit

De doelgroep is bij alle publicaties significant van invloed op de taalkeuze. Bij wetenschappelijke artikelen en boeken is deze invloed het grootst. Bij populair wetenschappelijke artikelen resulteren deze invloeden in Nederlandstalige artikelen en bij wetenschappelijke artikelen veelal in Engelstalige artikelen. Daarnaast blijkt de kennis van talen en de algemene taalnorm alleen significant van invloed te zijn bij de publicatie van wetenschappelijke artikelen en boeken; dit komt omdat deze vaker in het Engels geschreven worden. Verder zijn bij alle drie de categorieën weinig factoren van invloed. Faculteiten Economie, Bedrijfskunde, Bestuurskunde en Managementwetenschappen Hier is de doelgroep en de algemene taalnorm bij alle categorieën significant van invloed op de taalkeuze. Bij de publicatie van wetenschappelijke artikelen zijn beleidsmatige invloeden zeer groot. Zowel het beleid van de faculteit, de universiteit als de onderzoekschool bepalen in grote de mate de taalkeuze van de wetenschapper. Dit resulteert voornamelijk in Engelstalige publicaties. Bij de keuze voor het schrijven van Engelstalige publicaties geven de respondenten aan sterk beïnvloed te worden door de algemeen geldende taalnorm.

Faculteiten Psychologie, Pedagogiek, Sociale Wetenschappen en Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Naast de belangrijke invloed die de doelgroep hier op de taalkeuze uitoefent zijn er geen andere beweegredenen die de taalkeuze bij het schrijven van een populair wetenschappelijk artikel significant beïnvloeden. Bij wetenschappelijke artikelen ligt dit echter geheel anders. Hierbij is naast

beleidsmatige invloeden ook de algemene taalnorm significant van invloed op de taalkeuze van de wetenschapper. Bij boeken is alleen de doelgroep significant van invloed op de taalkeuze van de wetenschapper.

Faculteiten Letteren en Archeologie

Bij deze faculteiten heeft de factor doelgroep voor alle verschillende publicaties een significante invloed op de taalkeuze. Voor de taalnorm en kennis van de taal geldt hetzelfde, alleen is de taalnorm bij populair wetenschappelijke publicaties niet significant groter dan drie, juist kleiner. Er zijn geen significante verschillen tussen de factoren in het heden en in de toekomst te vinden.

Faculteiten Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Geesteswetenschappen

Bij deze faculteiten hebben beleidsmatige invloeden geen doorslaggevend effect op de taalkeuze van de wetenschapper. Dit geldt voor alle categorieën. Bij deze groep is het voornamelijk de algemene norm en de kennis van talen die de taalkeuze beïnvloed. Echter, alleen bij wetenschappelijke artikelen leidt dit ertoe dat er overwegend in het Engels wordt gepubliceerd.

Verschillen in de invloed van de factoren tussen eventueel lidmaatschap onderzoekschool Hier wordt gekeken of de scores van respondenten die lid zijn van een onderzoekschool significant verschillen van iemand die niet lid is van een onderzoekschool. Dit is wederom gedaan aan de hand van de kerntabel. De waarden in de tabel zijn de gemiddelde scores per factor bij leden en niet-leden.

(10)

Tabel 3: de factoren waarbij de invloed ervan significant verschilt tussen leden en niet-leden van onderzoekscholen.

Lid (gem) Niet lid (gem)

Wetenschappelijke artikelen

Het feit dat ik mij beter kan uiten in mijn moedertaal heeft nu invloed op mijn taalkeuze

2.29 2.74 Het feit dat ik mij beter kan uiten in mijn moedertaal heeft in de

toekomst invloed op mijn taalkeuze 2.28 2.79

Boeken Het beleid van de onderzoekschool heeft nu invloed op mijn

taalkeuze

2.84 2.37 Het beleid van de onderzoekschool heeft in de toekomst invloed op

mijn taalkeuze

2.84 2.37 Het feit dat ik mij beter kan uiten in mijn moedertaal heeft nu

invloed op mijn taalkeuze

2.60 3.11 Het feit dat ik mij beter kan uiten in mijn moedertaal heeft in de

toekomst invloed op mijn taalkeuze

2.59 3.08

Wetenschappelijke artikelen

Er is een significant verschil tussen leden en niet-leden in de mate waarin zij vinden dat het feit dat zij zich beter kunnen uiten in hun moedertaal invloed heeft op hun taalkeuze.

Boeken

Ook bij boeken geldt dat er een significant verschil is tussen leden en niet-leden in welke mate zij vinden dat zij zich kunnen uiten in hun moedertaal. Daarnaast geldt ook nog dat er een significant verschil is in de mate waarin het beleid van de onderzoekschool invloed heeft op de taalkeuze. Conclusies

Uit de diepte-interviews zijn zeven factoren naar voren gekomen die invloed kunnen hebben op de taalkeuze. Dit zijn achtereenvolgens: doelgroep, onderwerp van de publicatie, universitair beleid, facultair beleid, de algemene taalnorm, kennis van talen en het feit dat uiten in de moedertaal makkelijker is.

Verder zijn er zijn enkele andere zaken die van invloed zijn op de taalkeuze bij een publicatie. Allereerst is het soort publicatie van belang. Populair wetenschappelijke artikelen worden veelal geschreven in het Nederlands, wetenschappelijke artikelen in het Engels en bij boeken zijn beide talen ongeveer even populair.

Na de enquêtes zijn er drie factoren naar voren gekomen die een sterke invloed hebben op de taalkeuze. Allereerst is dat de doelgroep waarvoor gepubliceerd wordt. Daarnaast zijn de geldende taalnorm en de kennis van het Engels van invloed op de taalkeuze. De geldende taalnorm is over het algemeen Engels, maar dit kan per vakgebied verschillen.

Er zijn verschillen geconstateerd tussen universiteiten en met name ook faculteiten op het gebied van taal van de publicatie en doelgroep.

Tussen de verschillende universiteiten is geen verschil gevonden op het gebied van welke factoren invloed hebben op de taal van de publicatie. Bij de afzonderlijke faculteiten zijn echter wel verschillen in invloed gevonden. Vooral bij de wetenschappelijke artikelen wijken de faculteiten sterk van elkaar af.

Ten slotte kunnen de onderzoekscholen invloed hebben als het gaat om wetenschappelijke publicaties. Deze invloed is het grootst bij lokale onderzoekscholen. De landelijke onderzoekscholen zouden ook graag wat meer te vertellen hebben over de publicaties van hun leden, maar missen veelal de middelen daarvoor.

(11)

Puntsgewijs samengevat:

• De taalkeuze wordt beïnvloed door het soort publicatie.

• Doelgroep, algemene taalnorm en kennis van de taal zijn belangrijke factoren die invloed hebben op de taalkeuze.

• Tussen de universiteiten zijn geen verschillen in de invloed van de verschillende factoren. • Tussen faculteiten zijn grote verschillen in de invloed van de verschillende factoren. • Engels is voor wetenschappelijke artikelen in veel gevallen de algemene taalnorm.

Afbeelding

Tabel 1: Resultaten alle respondenten (n=312)
Tabel 2: Percentages afzonderlijke variabelen.
Tabel 3: de factoren waarbij de invloed ervan significant verschilt tussen leden en niet-leden van  onderzoekscholen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Deze kostenstijging gedeeltelijk wordt veroorzaakt door autonome ontwikkelingen, maar gedeeltelijk ook door ‘een combinatie van factoren waarmee onvoldoende rekening gehouden

8 Studenten waren verantwoordelijk voor specifieke series: Shira Halevi en Sarah Roozendaal voor GTST, Nikki Timmermans en Maartje Rooker voor OnM, Patrick Crietee en Bibi

Deze schoolgids is bedoeld voor ouders of verzorgers van kinderen die al naar de Kameleon gaan en voor ouders of verzorgers die nog een school moeten kiezen voor hun kind.. In

• Verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens wel- ke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt;?. • Vragen om uw

De gegevens die door het NIK worden verwerkt, zijn alleen die gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de bovenstaande doeleinden en u wordt geacht toestemming te hebben

- Geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor ze zijn verstrekt;.. - Op de hoogte zijn van uw rechten

Persoonsgegevens van klanten, leden en/of vrijwilligers worden door de Vereniging Het Groninger Paard verwerkt ten behoeve van de volgende doelstelling(en):.. -

Uw persoonsgegevens worden door Autorijschool Helma opgeslagen ten behoeve van bovengenoemde verwerking(en) voor de periode:.. - Gedurende de looptijd van de overeenkomst en