• No results found

Lekker in het vel: weerstand van koeien af te lezen aan uiterlijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lekker in het vel: weerstand van koeien af te lezen aan uiterlijk"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voor vragen over dit artikel kunt u aan-staande maandag tussen 12.00 en 13.00 uur telefonisch contact opnemen met de auteur(s) door te bellen naar: 0320-238238

V

ra

ge

n?

Gidi Smolders

N

iet voor niets wordt gezegd dat je

goed in je vel zit als het goed met je gaat. Voor een koe geldt dat ook. In een oriënterend onderzoek op zes biologische bedrijven is daarom gekeken naar kleur, glans, huidbeschadigingen, alertheid, li-chaamsconditie, kreupelheid en gezond-heidsafwijkingen; allemaal waarnemin-gen aan het dier zelf.

Daarnaast is bloed onderzocht op witte bloedcellen en de onderverdeling daarvan en op koperacetaat, recorcine en euglobu-linen. Haarmonsters zijn met de bioten-sor geanalyseerd en de koeien zijn ener-getisch beoordeeld op bovis (maat voor de kwaliteit van de energie) en dor (versto-ring van energie).

De productie varieerde van 5600 kg meet-melk op een bedrijf met jerseys tot 7600 kg op een bedrijf met brownswisskruis-lingen. Het percentage hoogcelgetalkoei-en varieerde van 12 tot 45, het perchoogcelgetalkoei-entage kreupele koeien van 2 tot 30. De koeien liepen tijdens het onderzoek in de weide. Op drie bedrijven liepen de kalveren

lan-gere tijd bij de koe en op vier bedrijven werd geen of zeer beperkt antibiotica ge-bruikt. De koeien zijn ingedeeld in gezond en ziek en in drie conditiegroepen (zie ta-bel 1). Door grote verschillen tussen koei-en in de groepkoei-en koei-en weinig koeikoei-en per groep lijken de resultaten verschillend, maar zijn dat statistisch gezien niet.

Gezonde koeien glanzen

Zieke en/of magere koeien hebben een minder glanzende vacht dan andere koei-en. Magere koeien hebben ook minder kleur. De alertheid was niet verschillend voor zieke en gezonde koeien. De sprei-ding binnen de groepen, ook wat betreft ziekte, was zo groot dat geen echt ver-schil kon worden aangetoond in produc-tiekenmerken. Bij de conditiegroepen is dat wel het geval: magere koeien produ-ceren meer melk, hebben een lager vet- en eiwitgehalte en hebben een lager cel-getal dan dikke koeien. Behalve het per-centage vet in de melk worden alle ken-merken sterk door de koe bepaald.

De energetische waarden (zoals bovis) van de koeien worden niet beïnvloed door ziekte en niet door de conditie. De spreiding in dor binnen de groepen is zo groot dat er geen echte verschillen tussen de groepen vastgesteld kunnen worden. Zelfs bij ernstig zieke dieren werden geen afwijkende energetische waarden geme-ten. Mogelijk houden dieren hun energie ook in het geval van ziekte op peil.

Bloedonderzoek

De verschillen in bloedwaarden tussen groepen worden vooral door de koe ver-klaard en minder door het bedrijf. Het aandeel lymfocyten is lager bij zieke en magere koeien. De eosinefiele cellen zijn niet verschillend, maar zijn bijna altijd hoger dan de streefwaarde; dat zou dui-den op een wormbesmetting.

De gemiddelden van recorcine liggen voor alle groepen ver boven de (humane) streefwaarde. Dat zou duiden op leverbe-lasting. Gezonde koeien en/of koeien met een normale conditie scoren voor een groot deel van de alternatieve bloedbepa-lingen lager dan zieke en/of magere en dikke koeien.

Ing. A. A. Smolders, onderzoeker ASG Ing. M. Plomp, onderzoeker ASG

Ir. J. P. Wagenaar, onderzoeker LBI Driebergen

Lekker in het vel

Weerstand van koeien af te lezen aan uiterlijk

Als we koeien gezond willen houden, is een goed niveau van

weer-stand vereist. Een koe die ziek is, kan er zelf weer bovenop komen.

Weerstand is niet in één getal te vatten. Onderzoek leverde wel

aanwijzingen op voor de bruikbaarheid van parameters.

Marleen Plomp

Jan Paul Wagenaar

Tabel 1 – Gemiddelde waarden bij gezonde/zieke en bij magere/normale/vette koeien en de streefwaarde (* is significant verschil tussen groepen)

gezondheid

parameter gezond ziek mager normaal vet

energetisch bovis 8166 8113 8067 8149 8201 8500 dor 0,57 0,85 0,80 0,71 0,61 0 regulier bloedonderzoek lymfocyten 46,2 40,7* 41,7 45,9* 42,6 40-70 eosinefiele 9,5 12,9 10,5 11,9 11,2 < 10

alternatief bloedonderzoek (HIPP)

koperacetaat 14,4 16,2* 15,0 15,4 15,5 0-17 recorcine 34,3 47,7 41,0 32,1* 49,8 0-20 alfa-euglobulinen 76,0 92,3* 85,3 82,2 85,0 40-100 lichaamsconditie streefwaarde september 2 2006

67

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Exploring the sub-national nature of South Africa’s exports The sub-national research on exports in South Africa has added to the empirical literature on geographic

It is notable that these worker co-operatives tended to outperform the unsuccessful ones in one or more aspect of every business management factor researched, namely

As P management of sugarcane in Mauritius does not differ from one soil group to another, the soil test P data examined show a greater tendency of P

While frequent milking of an infected udder is used to treat mastitis cases caused by coliforms and other environmental pathogens, severe cases have to be

In most studies, the LL has been used as an approach to investigate other topics, such as linguistic diversity in general; language policy and planning; language status,

For instance, if not enough heat is transferred at the beginning of the roasting process (which may be due to the roaster type used or the conditions of the roasting air) the

However, the pressures to eat less or to restrain their food intake did not only emanate from the participants' mothers. It appeared as if fathers also had a strong influence, but

The following section will discuss conclusions made regarding the relationship between the demographical variables and the overall success of the development tested in