HET PROFIEL VAN DE CIO:
EEN COMPETENTIE-ANALYSE
Aantal woorden: 13.588
Stamnummer : 01502375
Promotor: Prof. Dr. Greet Maes
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van:
Master in de handelswetenschappen: management en informatica
Vertrouwelijkheidsclausule
PERMISSION
Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of
gereproduceerd worden, mits bronvermelding.
I
Woord vooraf
De masterproef. Het sluitstuk van de Master of Science in de Handelswetenschappen:
Management & informatica. Na 5 jaar volharding en doorzetting ben ik fier dit hoofdstuk te
mogen afsluiten met deze masterproef.
Eind juni 2019 startte ik de zoektocht naar een geschikt onderwerp. Ik was op zoek naar een
onderwerp waar ik mezelf voor de volle 100% in kon vinden. Zo kwam ik terecht bij het
onderwerp over het profiel van de CIO. Al vanaf het begin rees de vraag naar boven of ik met
een diploma Master of Science Handelswetenschappen met als afstudeerrichting
Management & informatica desbetreffende functie in de toekomst zou kunnen ambiëren.
Tijdens het schrijfproces van de masterproef zorgde de coronacrisis even voor een writers
block. Het onderzoek op zich werd licht gewijzigd. Deze crisis zorgde ervoor dat er minder
vacatures werden uitgeschreven voor de functie Chief Information Officer, die gebruikt zouden
worden in een vacature-analyse. Dit is dan ook de reden waarom ik mij enkel heb toegespitst
op interviews met CIO’s. Deze interviews werden telkens via een videoconferencetool
afgenomen. De lockdown zorgde ervoor dat de interviews niet on-site konden afgenomen
worden.
Als laatste zou ik nog graag enkele personen willen bedanken die ervoor hebben gezorgd dat
ik deze masterproef tot een goed einde heb kunnen brengen. In eerste instantie bedank ik
graag mijn promotor Greet Maes. Tijdens de coronaperiode kon ik steeds beroep doen op haar
snelle feedback. Daarnaast wil ik mijn vriendin bedanken om mijn steun en toeverlaat te zijn
op momenten wanneer ik deze het hardst nodig had. Mijn ouders zou ik ook graag willen
bedanken om mij steeds opnieuw positieve moed te geven, en me op een positieve manier te
benaderen. Als laatste, en misschien ook wel de belangrijkste personen met betrekking tot het
masterproefonderwerp, zou ik graag nogmaals de 14 respondenten willen bedanken om deel
te nemen aan het onderzoek, en de nodige tijd uit te rekken om deskundig te antwoorden op
alle vragen.
II
Inhoudsopgave
WOORD VOORAF ... I INHOUDSOPGAVE ... II LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN ... V LIJST MET FIGUREN ... VI LIJST MET TABELLEN ... VII
INLEIDING... 1
DEEL 1: LITERATUURSTUDIE ... 3
1.DEFINITIE VAN EEN CHIEF INFORMATION OFFICER (CIO) ... 3
2.DE ROL VAN DE CIO ... 4
2.1 De oorsprong van de rol ... 5
2.2 Mainframe tijdperk ... 5
2.3 Gedistribueerd tijdperk ... 5
2.4 Web tijdperk ... 6
2.5 De hedendaagse en toekomstige CIO ... 7
3.VERSCHILLEN TUSSEN DE IT FUNCTIES ... 7
3.1 Chief Information Officer (CIO) ... 7
3.2 IT-directeur ... 9
3.3 IT-manager ... 10
3.4 Chief Technology Officer (CTO) ... 11
3.5 Chief Digital (Information) Officer (CD(I)O) ... 11
4.TAKENPAKKET ... 11 5.COMPETENTIES ... 16 DEEL 2: METHODOLOGIE ... 19 1.ONDERZOEKSVRAAG ... 19 2.STEEKPROEF ... 20 3.ONDERZOEKSPROCEDURE ... 22
3.1 Het profiel van de respondent ... 23
III
DEEL 3: DE ONDERZOEKSRESULTATEN ... 25
1.GESLACHT ... 25
2.LEEFTIJD ... 25
3.FUNCTIETITEL ... 25
4.INHOUD VAN DE FUNCTIETITEL ... 26
5.VERSCHIL TUSSEN CIO EN IT-MANAGER ... 26
6.BEDRIJFSGROOTTE ... 27 7.BEDRIJFSSECTOR ... 28 8.ANCIËNNITEIT ... 28 9.OPLEIDINGSNIVEAU ... 29 10.DIPLOMA ... 30 11.MANAGEMENTOPLEIDING ... 31
12.GEMIDDELDE SCORES PER TOPIC ... 32
13.CARRIÈREPAD ... 33
14.TALENKENNIS ... 34
15.TAKENPAKKET ... 35
16.KENNIS ... 41
17.COMPETENTIES ... 42
18.BELANGRIJKSTE SOORT SKILL ... 50
19.RECHTSTREEKSE SUPERVISIE ... 51
20.RAPPORTERING ... 51
21.TOEKOMST ... 52
DEEL 4: DISCUSSIE ... 53
1.TERUGKOPPELING NAAR DE LITERATUUR ... 53
2.LIMITATIES EN BEPERKINGEN VAN HET ONDERZOEK ... 54
3.AANZET TOT VERDER ONDERZOEK ... 55
DEEL 5: CONCLUSIE ... 56 BRONNENLIJST ... I BIJLAGEN... VII BIJLAGE 1:VRAGENLIJST MASTERPROEF:HET PROFIEL VAN DE CIO - EEN COMPETENTIE-ANALYSE ... VII BIJLAGE 2:TRANSCRIPTIE INTERVIEWS ... XI RESPONDENT 1 ... XI RESPONDENT 2 ... XXV RESPONDENT 3 ... XXXVI RESPONDENT 4 ... L RESPONDENT 5 ... LXII
IV RESPONDENT 6 ... LXXII RESPONDENT 7 ... LXXXIII RESPONDENT 8 ... XCVIII RESPONDENT 9 ... CVIII RESPONDENT 10 ... CXXI RESPONDENT 11 ... CXXXII RESPONDENT 12 ... CXLVII RESPONDENT 13 ... CLIX RESPONDENT 14 ... CLXXIII
V
Lijst met gebruikte afkortingen
CIO = Chief Information Officer
IT = Information Technology
IS = Information System
IS-manager = Information System Manager
CD(I)O = Chief Digital (Information) Officer
CTO = Chief Technology Officer
CEO = Chief Executive Officer
COO = Chief Operating Officer
CFO = Chief Financial Officer
VI
Lijst met figuren
FIGUUR 1:RAPPORTERINGSTRUCTUUR VAN DE CIO(DELOITTE,2018) ... 8
FIGUUR 2:DE EVOLUTIE VAN RAPPORTERING VAN DE CIO(DELOITTE,2018)... 9
FIGUUR 3:OPROEP LINKEDIN... 20
FIGUUR 4:TAKENPAKKET:BEHOREN TOT HET TAKENPAKKET ... 39
FIGUUR 5:TAKENPAKKET:BELANG VAN DE TAAK ... 41
FIGUUR 6:COMPETENTIE: HET BELANG VAN DE SKILL ... 45
VII
Lijst met tabellen
TABEL 1:SAMENVATTING VAN CIO DEFINITIES (AL TAIE,LANE &CATER-STEEL,2014: P.181-182) ... 3
TABEL 2:HET TAKENPAKKET VAN DE CIO(CARVALHO ET AL.,2018: P.460) ... 12
TABEL 3:INFORMATIEVE GEGEVENS VAN HET INTERVIEW ... 21
TABEL 4:GESLACHT VAN DE RESPONDENT ... 25
TABEL 5:FUNCTIETITEL VAN DE RESPONDENT ... 26
TABEL 6:BEDRIJFSGROOTTE ... 27
TABEL 7:BEDRIJFSSECTOR ... 28
TABEL 8:HOOGSTE OPLEIDINGSNIVEAU (STATBEL,2017: P.10)... 29
TABEL 9:OPLEIDINGSNIVEAU VAN DE RESPONDENT ... 30
TABEL 10:DIPLOMA VAN DE RESPONDENT ... 31
TABEL 11:MANAGEMENTOPLEIDING ... 32
TABEL 12:GEMIDDELDE SCORES PER TOPIC... 33
TABEL 13:TALENKENNIS VAN DE RESPONDENT ... 34
TABEL 14:TAKENPAKKET VAN DE RESPONDENT ... 36
TABEL 15:HET BELANG VAN DE COMPETENTIE ... 43
TABEL 16:DE MANIER WAAROP DE COMPETENTIE WERD VERWORVEN DOOR DE RESPONDENT ... 48
TABEL 17:BELANGRIJKSTE SOORT SKILL ... 50
1
Inleiding
De functie als CIO bestaat ongeveer een 40-tal jaar. Doorheen de jaren is de functie van Chief
Information Officer geëvolueerd van een rol waarin deze persoon verantwoordelijk was voor
het beheer van de IT-infrastructuur van de organisatie naar een managementfunctie waarbij
de CIO mee beslissingen neemt in de directieraad, en de organisatie op een strategische
manier helpt sturen op het vlak van IT.
Deze evolutie bracht ook een verandering in competenties met zich mee. In de jaren
’80
hadden bedrijven meer nood aan een CIO die de technische skills en kennis had om de IT
binnen het bedrijf op te zetten. Doorheen de jaren veranderde de rol als Chief Information
Officer, waardoor de skills als manager, om strategisch na te denken over de manier waarop
IT kan zorgen voor toegevoegde waarde binnen het bedrijf, een prominentere rol ging spelen.
De studie van Ball & Anderson (2017) ging echter nog een stap verder. In eerste instantie
gingen de onderzoekers op zoek naar de skills die momenteel het meest belangrijk zijn in de
rol als CIO. In tweede instantie wilden Ball & Anderson te weten komen op welke manier deze
skills werden verworven. Werden de competenties vergaard door de schoolse opleiding, door
werkervaring voor de functie als CIO of door werkervaring tijdens het uitoefenen van de functie
als CIO?
Deze masterproef is gebaseerd op het onderzoek van Ball & Anderson (2017) waarin op zoek
gegaan wordt naar de belangrijke skills en competenties van een CIO, alsook de manier
waarop deze skills of competenties werden verworven.
De masterproef bestaat uit een aantal delen. In de literatuurstudie worden in de eerste plaats
de definities van een CIO over de jaren heen besproken. Daarna wordt bekeken op welke
manier de functie doorheen de tijd veranderde. Vervolgens werden de verschillende rollen
besproken die nauw samenhangen met de rol als CIO. De literatuurstudie wordt afgesloten
met de verschillende taken en competenties die een CIO bezit. Het tweede gedeelte bespreekt
de methodologie, waarin de onderzoeksvraag, de steekproef en de onderzoeksprocedure van
dichtbij worden bekeken. In het derde gedeelde worden alle onderzoeksresultaten besproken.
In het voorlaatste gedeelte van de masterproef is er een discussie voorzien, waarin terug
gekoppeld zal worden naar de literatuurstudie. Verder worden de limitaties van het onderzoek
2
besproken en de mogelijke onderzoeken die kunnen voortvloeien uit de resultaten van het
onderzoek. Als laatste wordt het onderzoek afgesloten met een algemene conclusie.
3
Deel 1: Literatuurstudie
1. Definitie van een Chief Information Officer (CIO)
Begin de jaren ‘80 werd in het boek “ Information Resource Management: Opportunities and
strategies for the
1980’s”, geschreven door William Synnott en William Gruber, waarin een
eerste keer gewag werd gemaakt van het begrip Chief Information Officer (Huer, 2018). Hierbij
kreeg de CIO de volgende definitie: “De Chief Information Officer is een hogere leidinggevende
die verantwoordelijk is voor de vaststelling van het beleid, de standaarden en de
managementcontrole van de bedrijfsinformatie over alle bedrijfsinformatiebronnen heen.”
(Synnott & Gruber, 1981, p.66).
In die tijd was het zeer moeilijk om het concept van CIO te verkopen aan het topmanagement.
De bedrijfstop moest overtuigd worden dat de job van Information Manager een meerwaarde
kon bieden aan het bedrijf, doordat er waarde gecreëerd wordt door informatie op een
effectieve en efficiënte manier bij de juiste persoon op het juiste moment te brengen (Synnott
& Gruber, 1981).
Tabel 1: Samenvatting van CIO definities (Al Taie, Lane & Cater-Steel, 2014: p. 181-182)
Auteur(s)
Definitie
(Synnott & Gruber, 1981)
Een hogere leidinggevende die verantwoordelijk is voor de
vaststelling van het beleid, de standaarden en de
managementcontrole van de bedrijfsinformatie over alle
bedrijfsinformatiebronnen heen.
(Synnott, 1987)
De hoogste uitvoerende in rang die de verantwoordelijkheid
draagt over informatiemanagement.
(Boyle & Burbridge Jr, 1991)
Een uitvoerende met bestuursverantwoordelijkheid wat
betreft IT (bijvoorbeeld: gegevensverwerking,
telecommunicatie, automatisering van taken op kantoor), en
diegene die rapporteert naar een hogere leidinggevende
(bijvoorbeeld: CEO)
(Emery, 1991)
Een hogere verantwoordelijke voor zowel het business als
het technisch perspectief, en diegene die actief kunnen
4
bijdragen aan de formulering van een effectieve
samenvoeging van bedrijfsstrategieën.
(Broadbent & Kitzis, 2005)
De hoogste leidinggevende die verantwoordelijk is voor de
identificatie van informatie en technologische behoeften, en
die diensten zal verlenen om deze behoeften te voldoen.
(Agarwal & Beath, 2007)
Een zeer belangrijke leidinggevende binnen het bedrijf die de
verantwoordelijkheid heeft om ervoor te zorgen dat de
IT-mogelijkheden van het bedrijf zijn afgelijnd met de
bedrijfsstrategie, en waarbij IT de waarde zal opleveren die
het bedrijf zoekt.
(Tansley et al., 2008)
Een teamlid die deel uitmaakt van het hoger management, en
die verantwoordelijk is voor de invloed van huidige en
toekomstige waarde wat betreft informatie en technologie,
maar die ook verantwoordelijk is voor de prestaties, groei en
het bestuur van de organisatie.
(Chun & Mooney, 2009)
De verantwoordelijke op het hoogste niveau die instaat voor
het managen en de invloed van technologie om de business
van waarde te voorzien.
Zoals te zien is in tabel 1, is de definitie van de CIO enigszins gewijzigd over de jaren heen.
Uit de definities van de voorgaande tabel kan er duidelijk gesteld worden dat de impact van de
Chief Information Officer is vergroot.
CIO wordt als volgt gedefinieerd: “De Chief Information Officer (CIO) is een uitvoerende functie
die meestal gegeven wordt aan de persoon die binnen een bedrijf verantwoordelijk is voor de
informatietechnologie (IT) strategie en de computersystemen die nodig zijn om de unieke
bedrijfsdoelstellingen en doelen te ondersteunen.” (Rouse, 2019b).
2. De rol van de CIO
Tijdens de afgelopen decennia veranderde de rol van de CIO van een eerder technisch, naar
een meer strategisch profiel (Al-Taie, Lane & Cater-Steel, 2014). De rol van de Chief
Information Officer wijzigde van de beheerder van een onbeduidende ondersteunende
servicefunctie naar een manager van de IT-afdeling die een strategische invloed heeft op de
5
bedrijfsvoering op managementniveau (Chun & Mooney, 2009; Hütter & Riedl, 2017; Ball &
Anderson, 2017).
2.1 De oorsprong van de rol
De oorsprong van de rol van CIO bevindt zich in het tijdperk van de mainframes. Deze periode
startte tussen het einde van de jaren ’50 en het begin van de jaren ’60. De rol van CIO werd
toen ingevuld als IS-manager. In deze functie kreeg de IS-manager de rol van operationeel
manager toebedeeld. In eerste instantie kreeg deze persoon de taak om binnen tijd en budget
nieuwe systemen te gaan ontwikkelen. Daarnaast behoorde het operationeel houden van de
bestaande systemen tot het takenpakket van de IS-manager. (Ross & Feeny, 1999)
2.2 Mainframe tijdperk
Verder in de tijdperk van de mainframes kwam er een nieuwe rol naar voor namelijk de rol van
data processing manager, die als doel had om de informatiemanagers per afdeling toegang te
geven tot bepaalde data, zodat deze personen hun eigen systemen konden beheren (Huer,
2018).
Naarmate de tijd vorderde, leverden de grote opdrachten de IS-manager enkele kopzorgen,
waarbij projecten vaak niet binnen budget konden gerealiseerd worden (Ross & Feeny, 1999).
Het is echter de taak van de IS-manager en het bijhorend departement om om de
veranderende context van het bedrijf te begrijpen, en te kunnen voldoen aan de noden van het
bedrijf (Ross & Feeny, 1999).
2.3 Gedistribueerd tijdperk
De start van het gedistribueerd tijdperk op het einde van de jaren ‘70 werd gekenmerkt door
de opmars van microprocessors, die op hun beurt ervoor zorgden dat computers binnen de
gehele organisatie verdeeld werden (Huer, 2018). Deze evolutie maakte het mogelijk voor
bedrijven om nieuwe technologie te implementeren die bijdraagt tot het verhogen van de
efficiëntie van de administratieve verwerking (Huer, 2018).
In het begin van de jaren ’80 kwamen Synott en Gruber een eerste keer op de proppen met
de functie van Chief Information Officer. Uit een studie van Ross en Feeny uit 1999 bleek dat
de CIO vier verschillende rollen op zich nam tijdens deze periode, namelijk de rol van
ontwerper van de organisatie, strategische partner, technologie architect en als geïnformeerde
koper.
6
In deze eerste rol was de CIO verantwoordelijk om de IT-organisatie op te zetten, zodat deze
zich snel zou kunnen aanpassen aan de bedrijfsnoden. Naast deze verantwoordelijkheid stond
de C-level manager ook in voor de rekrutering en de verdere ontwikkeling van personeel die
voldoende technisch onderlegd zijn, alsook voeling hebben met de bedrijfsvoering (Ross &
Feeny, 1999).
De rol als strategische partner hield in dat de IT op een goede manier moest afgestemd worden
met de business. CIO’s vulden de rol van strategische partner in, door te zoeken naar
opportuniteiten om de business te ondersteunen, vanuit technologisch perspectief, maar ook
door het management te overtuigen van dergelijke opportuniteiten (Ross & Feeny, 1999).
Verder bleek uit de studie van Ross en Feeny dat de CIO in de rol van technologie architect
diende in te staan voor het zoeken naar nieuwe technologieën, en de manier waarop deze
technologieën in de toekomst voor opportuniteiten kunnen zorgen. In de rol van technologie
architect diende de IT architectuur te worden uitgetekend en opgezet om aan de noden binnen
het bedrijf op het vlak van IT te voldoen.
In de laatste rol als geïnformeerde koper kreeg de Chief Information Officer de taak om
enerzijds de middelen die binnen de organisatie beschikbaar werden gesteld op een
strategische manier in te zetten, zodat de kosten op bedrijfsniveau zouden dalen.
Aan het einde van deze periode in het gedistribueerd tijdperk werd een verschuiving zichtbaar,
waarbij de rol van de CIO meer gericht was op het management door de rol als strategische
partner, die aan belang won. Dit had als gevolg dat de technische rol die de Chief Information
Officer in het verleden vervulde, minder belangrijk werd (Huer, 2018).
2.4 Web tijdperk
Het web tijdperk startte in het midden van de jaren ’90. Deze periode staat ook gekend als de
periode waarin Internet z’n grote opwachting maakte, en waarin duchtig gebruik werd gemaakt
van netwerken om nieuwe technologieën binnen de organisatie te implementeren (Huer,
2018). De verandering die reeds plaatsvond in het gedistribueerd tijdperk, zette zich verder.
De Chief Information Officer werd als waardevol beschouwd, waardoor ze meer
7
verantwoordelijkheid kreeg binnen de functie. Het zorgde er zelfs voor dat de CIO rechtstreeks
rapporteerde aan de CEO (Chun & Mooney, 2009).
De CIO ondervond enkele problemen, naarmate z’n functie belangrijker werd binnen het
bedrijf. Het IT-departement kostte het bedrijf zeer veel geld en middelen, en zorgde slechts
voor een beperkte meerwaarde binnen het bedrijf (Chun & Mooney, 2009).
Naarmate de tijd vorderde, ondervond de CIO de impact van externe factoren op de
bedrijfsomgeving, waardoor meer aandacht werd besteed aan het smeden van goede relaties
met de verantwoordelijke van ieder departement, om samen op zoek te gaan naar mogelijke
opportuniteiten op vlak van IT, die waarde kunnen toevoegen aan de organisatie (Chun &
Mooney, 2009).
2.5 De hedendaagse en toekomstige CIO
In het jaar 2020 evolueert de rol als Chief Information Officer nog steeds. Top op heden wordt
de CIO gezien als de bedrijfsleider die ervoor zorgt dat IT op een strategische manier opgezet
kan worden, en die in overeenstemming is met de bedrijfsstrategie (McLaughlin,2020).
In het artikel van McLaughlin blijkt dat de CIO op termijn zal evolueren naar de rol van CDIO,
waarin de persoon in deze functie specifieke bedrijfskennis moet hebben om nieuwe
technologieën in tijden van digitale transformatie te kunnen koppelen aan de specifieke noden
van de organisatie, zodat het bedrijf verder kan groeien.
3. Verschillen tussen de IT functies
3.1 Chief Information Officer (CIO)
De Chief Information Officer is de persoon die als hoogst verantwoordelijke aangesteld is met
betrekking tot de computersystemen en informatietechnologie (Marqit, z.d.). Als hoofd
verantwoordelijke van IT zetelt deze manager ook in de directieraad (Fortino, 2008). Het doel
van de CIO is om de visie van het bedrijf op een strategische manier mee te bepalen, en te
kijken op welke manier IT hierin een ondersteunende en sturende rol kan spelen (Rouse,
2019b).
8
De globale taken waar de CIO het meest mee bezig is, zijn de volgende: De CIO zorgt ervoor
dat IT op een bepaalde manier wordt ingezet, zodat deze toegevoegde waarde oplevert voor
het bedrijf. Daarnaast maakt deze persoon de planning op, om het bedrijf verder te laten
groeien op basis van strategische doelstellingen. Ten derde dient deze C-level manager in
staat te zijn om de resultaten in overeenstemming te laten komen met de doelstellingen op
bedrijfsniveau door middel van het beheer van IT-systemen (Hoogenraad, 2019).
Een studie van Deloitte uit 2018 bij meer dan 500 CIO’s toont aan dat de globale CIO in 46%
van de gevallen rapporteert aan de CEO. 28% van de personen in deze C-level functie
rapporteert aan de CFO, terwijl slechts 11% dient te rapporteren aan de Chief Operating
Officer. Verder diende 10% van de CIO’s te rapporteren aan het directiecomité, waarin alle
C-level manager zijn vertegenwoordigd.
In figuur 2 is de evolutie op het gebied van rapportering te zien tussen de periode 2015 tot en
met 2018. Daarin is duidelijk zichtbaar dat over de jaren heen er steeds meer CIO’s
rechtstreeks dienen te rapporteren aan de Chief Executive Officer. Daarnaast is ook een lichte
stijging te zien van het procentueel aantal CIO’s die rapporteren aan de Chief Financial Officer.
Als er gekeken wordt naar de percentages van rapportering naar het directiecomité of de Chief
Operating Officer, dan is er een kleine daling merkbaar. Als laatste was er een stijging
waarneembaar over de jaren heen van andere personen waaraan gerapporteerd moest
worden door de Chief Information Officer (Deloitte, 2018).
9 Figuur 2: De evolutie van rapportering van de CIO (Deloitte, 2018)
3.2 IT-directeur
De IT-directeur wordt binnen de organisatie gezien als verantwoordelijke voor IT (Samuels,
2020b). In eerste instantie lijkt deze definitie zeer sterk op de rol van Chief Information Officer,
wat ook de reden blijkt te zijn waarom deze functies vaak door elkaar gebruikt worden. Bij
grote organisaties is een duidelijke specifieke rol weggelegd voor beide functies (Rouse,
2013). In vele organisaties kan de rol als CIO en IT-directeur door één en dezelfde persoon
worden uitgevoerd (Samuels, 2020b).
De verantwoordelijkheid van de directeur ligt voornamelijk op het operationele luik. Als
IT-directeur is het belangrijk om ervoor te zorgen dat alle IT-systemen, die binnen het bedrijf
gebruikt worden naar behoren functioneren. Wat nog tot het takenpakket van de IT-directeur
behoort is de analyse van de interne noden van het bedrijf over nieuwe technologieën (Bika,
2020). Daarna gaat de IT-directeur op zoek naar nieuwe opportuniteiten op vlak van IT, en
gaat deze proberen in te plassen in de reeds bestaande IT-architectuur (Samuels, 2020b).
Daarnaast is het ook belangrijk om adviezen te geven over het beleid op vlak van IT, en de
IT-10
systemen op een manier in te zetten zodat ze de bedrijfsstrategie mee helpen ondersteunen
(Bika, 2020).
De verschillen tussen een CIO en een IT-directeur liggen in eerste instantie bij het takenpakket,
waarbij de CIO zich eerder bezig zal houden met het opzetten van de IT-strategie en het mee
helpen bepalen van de bedrijfsstrategie. De IT-directeur focust zich op de dagdagelijkse
operaties binnen de IT-afdeling (Samuels, 2019). Ten tweede rapporteert de IT-directeur
rechtstreeks aan de Chief Information Officer (Rouse, 2013). Dit hangt natuurlijk wel af van de
grootte van het bedrijf (Samuels, 2019). Samuels geeft in een artikel ook aan dat de CIO meer
een front-office rol vervult, terwijl de IT-directeur zich bezig houdt met de backoffice.
3.3 IT-manager
De IT-manager is de persoon die de verantwoordelijkheid draagt over de implementatie en het
onderhoud van de IT-infrastructuur binnen de organisatie, waarin deze manager een eerder
superviserende dan een uitvoerende rol zal hebben (Beal, z.d.; Kourmentza, 2020). In deze
rol dient de IT-manager op de hoogte zijn van alle technologieën op de markt, en samen met
de IT-afdeling op zoek te gaan naar nieuwe IT-oplossingen (Stepstone, 2020). Eens de
oplossingen voor handen zijn, staat deze persoon ook in voor de keuze van zowel
softwarepakketten als hardware, die noodzakelijk zijn om het netwerk operationeel te houden
(CareerExplorer, 2019). Naast het onderhandelen over specifieke softwarepakketten, dient de
IT-manager ook het personeel op de IT-afdeling aan te sturen (Kourmentza, 2020).
Het grote verschil tussen een IT-manager en een Chief Information Officer ligt voornamelijk in
het takenpakket en het niveau waarop gewerkt wordt. Een IT-manager zal zoals reeds
aangegeven zich bezig houden met het operationeel houden van alle zaken die te maken
hebben met technologie, terwijl er van een CIO verwacht wordt om de strategische visie van
het bedrijf te faciliteren, zowel op vlak van IT als de overkoepelende strategie. (Institute of
Next, 2009). In tweede instantie is de rol als CIO een C-level rol waar leiderschap nodig is. Als
manager zal de managementrol de bovenhand nemen, wat ervoor zal zorgen dat de
IT-manager diegene zal zijn die alles gaat coördineren (Institute of Next, 2009).
11 3.4 Chief Technology Officer (CTO)
De persoon die verantwoordelijk is voor de technologie binnen de organisatie, wordt ook wel
de Chief Technology Officer genoemd (Frankenfield, 2020). In eerste instantie moet de CTO
een strategie opstellen waarin technologie centraal staat. Vanuit die strategie gaat hij op zoek
naar nieuwe technologieën die een opportuniteit kunnen vormen voor het bedrijf (Rouse,
2018). Hiervoor is een zeer goede technologische kennis nodig, waarbij de trends op vlak van
technologie onder de loep moeten genomen worden, zodat ze kunnen bijdragen aan de
bedrijfsdoelstellingen (Samuels, 2020a).
De rol van CTO komt voort uit de rol van Chief Information Officer. Doordat technologie zeer
snel veranderd, en naar mate de tijd vorderde belangrijker werd, werd de functie als CIO in 2
delen opgesplitst (Frankenfield, 2020). De CIO staat in voor de interne operationele zaken,
terwijl de CTO zich focust op de externe processen. Net zoals de Chief Information Officer
rapporteert de CTO aan de CEO (Frankenfield, 2020).
3.5 Chief Digital (Information) Officer (CD(I)O)
De Chief Digital Officer of de Chief Digital Information Officer is de naam die wordt gegeven
aan de persoon die de verantwoordelijkheid draagt om de onderneming te helpen in de digitale
transformatie (Rouse, 2019). Om deze digitale transformatie in goede banen te leiden, moet
er een strategie opgezet worden, die binnen het bedrijf ingepast moet worden (Gibson, 2018).
Naast deze taken dient de CDO in staat te zijn om processen te digitaliseren en verder te
innoveren (Fleck, 2019).
Het grote verschil tussen de CD(I)O en de CIO is dat de Chief Digital Officer een rol heeft
waarin change management zeer belangrijk is. Terwijl de CIO instaat voor de continuïteit van
alle zaken op het vlak van IT (Gibson, 2018).
4. Takenpakket
In het onderzoek van Carvalho et al. uit 2018 werd er gezocht naar de belangrijkste
activiteiten die deel uitmaken van het takenpakket van de CIO. Hierbij werden er 26 taken
geïdentificeerd, die opgelijst staan in de tabel 2.
12 Tabel 2: Het takenpakket van de CIO (Carvalho et al., 2018: p. 460)
Taak nummer
Naam van de taak
1
Interactie met het topmanagement
2
Analyseren van bedrijfsproblemen, de
identificatie van opportuniteiten en het
ontwerpen van IS-oplossingen
3
Planning van informatiesystemen
4
Managen van het IT-team
5
Maken van strategische beslissingen
6
Evalueren en optimaliseren van de
prestaties van informatiesystemen
7
Beheren en beveiligen van informatie
8
Op de hoogte blijven van nieuwe
technologieën en kennis
9
Optimaliseren van activiteiten die
gerelateerd zijn aan de planning,
ontwikkeling en de werking van
informatiesystemen
10
Opstellen van IS-regels en -procedures
11
Managen van de ontwikkeling en
implementatie van informatiesystemen
12
Optimaliseren van bedrijfsprocessen
13
Managen van systeemintegratie
14
Managen van een IS-crisis
15
Analyseren, evalueren en selecteren van
IT/IS oplossingen
13
16
Budgetteren van IT/IS oplossingen
17
Beoordelen van de levensvatbaarheid van
nieuwe IT/IS oplossingen
18
Managen van service procurement
19
Managen van projecten
20
Opstellen van standaarden voor
IS-documentatie
21
Beheren van IS-infrastructuur
22
Managen van het onderhoud van
informatiesystemen
23
Bemiddelen in organisatorische en
individuele conflicten
24
Aankoop van apparatuur
25
Helpen van eindgebruikers
26
Ontwikkelen van capabilities voor
eindgebruikers
De interactie met het topmanagement is een van de meest belangrijke taken van een CIO. In
overleg met de C-level managers die mee aan boord schuiven van het directiecomité gaat de
CIO de strategie van de informatiesystemen afstemmen met de bedrijfsstrategie (Samuels,
2019). De Chief Information Officer probeert de noden en wensen van de IT-systemen binnen
de topmanagementlaag te capteren, zodat kunnen voldaan worden aan de verwachtingen
(Broadbent & Kitzis, 2005).
De analyse van bedrijfsproblemen, de identificatie van opportuniteiten en het ontwerpen van
IS-oplossingen is een taak waarbij de CIO op zoek moet gaan naar problemen die zich binnen
het bedrijf stellen, en deze probeert op te lossen door op zoek te gaan naar opportuniteiten,
en deze oplossing verder zal implementeren in de organisatie (Grover et al, 1993).
14
De planning van informatiesystemen is de taak waarbij de Chief Information Officer zorgt voor
de planning om de IT-infrastructuur op poten te zetten. Daarnaast dient de CIO ook te zorgen
voor verschillende IS-applicaties die kunnen gebruikt worden om de operaties binnen het
bedrijf te ondersteunen (Carvalho et al, 2018).
Managen van het IT-team is belangrijk om mee te helpen bouwen aan een sterk en
gemotiveerd team (Samuels, 2019).
Maken van strategische beslissingen is een activiteit die gekoppeld is aan de rol van CIO,
waarin deze persoon deel uitmaakt van het directiecomité (Leonard & Dooley, 2007).
Daarnaast is deze C-level manager ook verantwoordelijk voor de strategische beslissingen
binnen het IT-domein, zoals het coördineren van alle dagdagelijkse operaties op vlak van IT
(Rouse, 2019).
Evalueren en optimaliseren van de prestaties van informatiesystemen, waarbij rekening moet
gehouden worden met de maatstaven die de kwaliteit van IT-systemen kunnen meten, zodat
de informatiesystemen op een efficiëntere en effectievere manier kunnen werken (Carvalho et
al, 2018).
Beheren en beveiligen van informatie is een zeer belangrijke activiteit. In eerste instantie dient
de Chief Information Officer kennis te hebben van de kwetsbaarheden binnen de organisatie.
Daarnaast staat deze persoon ook in om het personeel alert te maken voor bedreigingen van
buitenaf (Koegler, 2016).
Op de hoogte blijven van nieuwe technologieën en kennis is de taak of activiteit, waarbij de
CIO de markt afspeurt naar nieuwe technologieën die kunnen zorgen voor een competitief
voordeel voor het bedrijf (Grover et al, 1993).
Optimaliseren van activiteiten die gerelateerd zijn aan de planning, ontwikkeling en de werking
van informatiesystemen.
Opstellen van IS-regels en -procedures heeft als doel dat de medewerkers binnen het bedrijf
weten op welke manier bepaalde IT-taken kunnen worden uitgevoerd (Koegler, 2016).
15
CIO heeft, waarbij gecontroleerd wordt of alles op een correcte manier is ontwikkeld, en werkt
binnen het vooropgestelde tijdsschema (Carvalho et al, 2018).
Optimaliseren van bedrijfsprocessen gebeurd door de CIO telkens vanuit een IT perspectief,
waarin IT kan dienen om bedrijfsprocessen verder te ondersteunen (Samuels, 2019).
Managen van systeemintegratie, waarbij moet gezorgd worden dat de verschillende systemen
vlot op elkaar zijn aangesloten, en de data tussen de systemen wordt geïntegreerd (CIO
Review, 2019).
Managen van een IS-crisis is een taak die weinig voorkomt bij een CIO, maar die wel van zeer
groot belang zijn. De C-level manager probeert om de crisis te bedwingen in 3 fases. In eerste
instantie worden er crisismanagementplannen uitgeschreven, waarin de verschillende
scenario’s vervat zitten die kunnen optreden. Tijdens de crisis zal de CIO een antwoord bieden
op de problemen die zich stellen. Als laatste wordt er een evaluatie gemaakt van de zaken die
fout liepen tijdens de crisis, om te voorkomen dat ze zich in te toekomst nog stellen (Smith,
z.d.).
Analyseren, evalueren en selecteren van IT/IS oplossingen. De CIO gaat op zoek naar
technologieën die kunnen bijdragen tot de verdere ontwikkeling van het bedrijf (Grover et al,
1993).
Budgetteren van IT/IS oplossingen, waarbij de Chief Information Officer verantwoordelijk is om
alle kosten en baten in kaart te brengen van desbetreffende projecten (Hunted Head, 2011).
Beoordelen van de levensvatbaarheid van nieuwe IT/IS oplossingen is de taak die de CIO
heeft om na de implementatie van IT/IS oplossingen een evaluatie te maken van de problemen
die de IT/IS oplossingen met zich hebben meegebracht (Carvalho et al, 2018).
Managen van service procurement, waarbij het in de rol van CIO belangrijk is om op een goede
manier te overleggen met de leveranciers van IT diensten om te voldoen aan de noden van
het bedrijf (Samuels, 2019).
Managen van projecten is de activiteit die CIO uitvoert om projecten te gaan sturen van begin
tot eindpunt met als doel om zoveel mogelijk kosten te besparen (Sellitto, 2012).
16
Opstellen van standaarden voor IS-documentatie, waarmee de CIO zorgt dat het IT-personeel
die verantwoordelijk is voor informatiesystemen, een houvast hebben om bepaalde
documentatie te voorzien (Carvalho et al, 2018).
Beheren van IS-infrastructuur is een belangrijke verantwoordelijkheid van de CIO, waarbij de
belangrijkste taak ligt bij het operationeel houden van de infrastructuur. Daarnaast moet er ook
rekening gehouden worden met een back-up plan indien de IT-infrastructuur niet meer werkt
(Hunted Head, 2011).
Managen van het onderhoud van informatiesystemen is een activiteit die ook bij het beheer
van de IT-infrastructuur kan gerekend worden. De CIO wordt verantwoordelijk gehouden
indien er problemen opduiken die toe te rekenen zijn aan updates of vernieuwing van de
IT-infrastructuur (Koegler, 2016).
Bemiddelen in organisatorische en individuele conflicten is een taak die toebehoort aan de
CIO, want deze persoon moet ervoor zorgen in de rol als leidinggevende dat er geen
spanningen zijn binnen de IT-afdeling, zodat er een goede interactie is tussen de medewerkers
op de IT-afdeling en de klanten (Hunted Head, 2011).
De aankoop van apparatuur wordt gemanaged door de CIO. Deze persoon zal de
onderhandelingen voeren met de leveranciers om het nodige IT aan te kopen tegen een
scherpe prijs (Hoogenraad, 2018).
Helpen van eindgebruikers is een activiteit die zich vertaalt in het opzetten van een IT-support
systeem waarbij alle eindgebruikers terecht kunnen bij deze helpdesk met hun vragen of
opmerkingen over IT-systemen (Carvalho et al, 2018).
Ontwikkelen van capabilities voor eindgebruikers zorgt ervoor dat de eindgebruikers binnen
de verschillende departementen training en opleiding krijgen over een bepaald IT-aspect,
waarbij de focus meer ligt op het gebruik, dan op de technische kennis (Service Express,
2018).
5. Competenties
In het onderzoek van Hodgson & Lane (2010) ging men op zoek naar de belangrijkste
competenties in de rol van CIO. Uit de verschillende interviews met CIO’s bleek unaniem dat
17
communicatie de meest belangrijke competentie is, waarbij het noodzakelijk is om zowel met
het topmanagement als met de andere medewerkers in open communicatie te kunnen treden.
Verder bleken de meeste Chief Information Officers aan te geven dat naast goede
communicatie skills er ook nog 2 belangrijke competenties cruciaal zijn in deze functie,
namelijk het maken van beslissingen in samenspraak met anderen en de skill om waarde toe
te voegen aan de bedrijf door IT op een strategische manier in te zetten die afgelijnd is op de
bedrijfsstrategie. Voor de laatste skill dient de CIO als strategisch leider ook over een goede
kennis van de bedrijfsvoering te beschikken.
Welke vaardigheden zijn het meest belangrijk in de rol van CIO? Op deze vragen gaven de
CIO’s een antwoord tijdens het onderzoek van La Paz, Laenge & Cancino uit 2010. De
ondervraagde personen gaven te kennen dat zowel technische en management skills
noodzakelijk zijn in de rol als CIO. Daarnaast gaven de respondenten aan de waarde van
zowel technische als management skills even hoog in te schatten om de functie succesvol te
volbrengen.
In hetzelfde onderzoek van La Paz, Laenge & Cancino uit 2010 werd ook gevraagd naar de
manier waarop desbetreffende skills werden verworven. De respondenten lieten weten dat
technische en management skills op 2 manieren zijn verworven. Enerzijds werden de
competenties verworven door schoolse opleiding. In vele gevallen behaalde de CIO in kwestie
een ingenieursdiploma of een diploma computerwetenschappen, waarbij de technischere
vakken aan bod kwamen. Daarenboven werd veelal een Master of Business Administration
(MBA) gevolgd om de managementvaardigheden aan te scherpen. Anderzijds bleek dat
bepaalde skills zo vroeg mogelijk moeten aangeleerd worden, zodat de basis van de
competentie verder kan ontwikkeld worden.
Allison (2010) deden eveneens een onderzoek naar de meest belangrijke skills als Chief
Information Officer. De onderzoeker wilde te weten komen welke competentie het meest
belangrijk is als CIO, alsook een top 3 van de meest belangrijke skills. Hieruit bleek dat 25.7%
van de respondenten aangaven dat de effectieve samenwerking en het smeden van een lange
termijn relatie tussen de verschillende partijen de belangrijkste skill van een CIO is. Op de
tweede onderzoeksvraag bleken de strategische visie (51.4%), de effectieve samenwerking
tussen verschillende partijen (42.9%) en communicatie skills (40.0%) de 3 meest cruciale
competenties te zijn in de rol als Chief Information Officer.
18
In het boek ‘Chief Information Officer Role Effectiveness: Literature Review and Implications
for Research and Practice’, geschreven door Hütter & Riedl (2017) werd in de literatuurstudie
gezocht naar de persoonlijke competenties die de CIO bezit. Volgens Hütter & Riedl konden
de persoonlijke competenties aan 5 categorieën toegeschreven worden, namelijk technische
competenties, IT-management competenties, de business skill, communicatieve skills en de
politieke competentie.
Tot de categorie technische competenties behoort het kunnen ontwikkelen en ontwerpen van
IT-systemen op een kosteneffectieve en -efficiënte manier. Bij de IT-management competentie
moet de CIO in staat zijn om de directieraad bij te staan en te adviseren bij investeringen op
IT vlak. Daarnaast moet de Chief Information Officer de potentiële IT opportuniteiten evalueren
en de strategische projecten kunnen managen. De business skill kan gedefinieerd worden als
het begrijpen van alle bedrijfsgerelateerde zaken zoals de bedrijfsstrategie en de noden op het
vlak van IT voor het bedrijf. Als vierde categorie zijn er de communicatieve skills, waarbij de
CIO de vertaalslag dient te maken om alle IT zaken op een duidelijke manier over te brengen
aan personen buiten de IT-afdeling. Als laatste is er de politieke competentie waarbij de Chief
Information Officer ervoor zorgt om andere C-level managers te overtuigen van de kracht van
IT binnen de organisatie.
Het onderzoek van Nicolas Ball & John Anderson uit 2017 zocht naar een antwoord op de
vraag welke skills het meest belangrijk zijn in de functie als CIO. Daarnaast wilden de
onderzoekers weten op welke manier desbetreffende skills werden verworven. De resultaten
gaven aan dat de competenties konden opgedeeld worden in 3 clusters. In het eerste cluster
zitten de competenties die gelinkt konden worden aan strategisch management, leiderschap
en communicatie. Deze zijn de meest belangrijke skills in de rol als CIO. Daarnaast blijkt dat
de meeste competenties uit het tweede cluster gekoppeld kunnen worden aan
managementvaardigheden. In het derde cluster, die minder belangrijk is, komen de technische
skills naar voor. Bij het resultaat op de tweede onderzoeksvraag werd duidelijk dat
werkervaring zowel voor de functie als CIO als tijdens de functie van CIO, de manier is waarop
desbetreffende management en technische skills aangeleerd of ontwikkeld werden.
19
Deel 2: Methodologie
In deze masterproef proberen we te achterhalen welke skills en competenties een Chief
Information Officer nodig heeft om z’n functie te kunnen uitoefenen. Daarnaast wordt er ook
gekeken op welke manier deze skills of competenties werden verworven.
Het onderzoek is gebaseerd op het onderzoek in 2017, gevoerd door Nicholas Ball en John
Anderson, die in Amerika wilden kijken naar welke skillset een CIO moet hebben, en op welke
manier deze skills verkregen werden.
1. Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag van dit onderzoek is tweeledig.
In de eerste plaats is de hoofdvraag:
Welke skills en competenties zijn nodig in de rol van Chief Information Officer?
Daarnaast wordt er nog een bijvraag gesteld.
Op welke manier werden de skills en competenties verkregen?
De respondenten konden aangeven op welke manier deze skill of competentie verkregen
werd. Door opleiding, door werkervaring voor de huidige functie, door werkervaring tijdens de
huidige functie of andere. Onder de categorie andere wordt verstaan alle activiteiten die
extra-professioneel, of in de persoonlijke levenssfeer plaatsvinden.
20
2. Steekproef
Tijdens dit onderzoek werd er gebruik gemaakt van een semigestructureerd interview die
peilde naar de competenties en skills van de CIO. In eerste instantie werd een algemene
oproep geplaatst op Linkedin, zoals te zien is in figuur 3, om respondenten aan te sporen om
deel te nemen aan het onderzoek. Dit bleek echter geen succesvolle strategie. Na één week,
waarin er zich geen respondenten aandienden, werd er overgestapt naar een nieuwe strategie.
Figuur 3: Oproep LinkedinTussen de periode van 30 April 2020 en 25 Mei 2020 werden de respondenten persoonlijk
gecontacteerd via Linkedin. Deze personen werden ad random geselecteerd. Er werden 23
CIO’s gecontacteerd via een privébericht op Linkedin of via e-mail. De responsgraad voor deze
oproep lag op 69.6%. Hierbij werden zowel alle positieve als negatieve antwoorden in rekening
gebracht. Uiteindelijk waren er 14 personen bereid om deel te nemen aan het onderzoek.
Volgens Guest, Bunce & Johnson (2006) zijn er 12 interviews nodig om een voldoende grote
steekproef te hebben, waarbij er duidelijk datasaturatie opmerkbaar is.
21
De semigestructureerde interviews werden afgenomen tussen 7 Mei 2020 en 5 Juni 2020. De
duurtijd van de interviews varieerde van 26 tot 57 minuten. Gemiddeld gezien duurde gesprek
zo’n 43 minuten om de volledige vragenlijst on-remote bij de respondent af te nemen. Door de
corona pandemie, en de bijhorende verstrengde maatregelen konden de interviews niet op
locatie doorgaan, en werden deze on-remote via een videoconferentie tool afgenomen.
Hiervoor werd Microsoft Teams gebruikt.
In totaal werden 14 interviews afgenomen, waarvan de leeftijd van de respondenten
respectievelijk tussen de 28 en 59 jaar lag. De gemiddelde leeftijd lag op 49 jaar. De
deelnemers van dit onderzoek waren hoofdzakelijk mannen (85.7 %), de vrouwen (14.4 %)
zijn in mindere mate vertegenwoordigd, wat ook blijkt uit de onderzoeken van Trueman uit
2019, waarin staat dat de rol als Chief Information Officer in het grotendeel van de gevallen
door mannen wordt uitgevoerd.
Tabel 3: Informatieve gegevens van het interview
Respondentnummer Datum
interview
Duurtijd
interview
Geslacht
Leeftijd
1
18 mei 2020
53 minuten
Vrouw
53 jaar
2
12 mei 2020
32 minuten
Man
37 jaar
3
02 juni 2020
57 minuten
Vrouw
50 jaar
4
26 mei 2020
51 minuten
Man
54 jaar
5
20 mei 2020
32 minuten
Man
28 jaar
6
18 mei 2020
36 minuten
Man
36 jaar
7
05 juni 2020
51 minuten
Man
52 jaar
8
03 juni 2020
26 minuten
Man
57 jaar
9
15 mei 2020
43 minuten
Man
53 jaar
10
19 mei 2020
37 minuten
Man
58 jaar
11
07 mei 2020
54 minuten
Man
48 jaar
12
27 mei 2020
49 minuten
Man
57 jaar
13
13 mei 2020
46 minuten
Man
44 jaar
14
02 juni 2020
33 minuten
Man
59 jaar
22
3. Onderzoeksprocedure
Aan het begin van de vragenlijst werd een korte inleiding gemaakt om de respondenten te
bedanken. Daarnaast werd het onderzoek verder gekaderd in de opleiding
Handelswetenschappen met als afstudeerrichting ‘Management & Informatica’. Verder volgde
een korte toelichting van het doel van het onderzoek, namelijk te weten komen welke skills en
competenties een Chief Information Officer nodig heeft om z’n functie te kunnen uitoefenen,
alsook de manier waarop deze skills en competenties werden verkregen. Daarna werd er
uitgelegd dat het onderzoek zich in 2 gedeeltes opsplitst namelijk het profiel van de respondent
– waarin voornamelijk persoonlijke vragen gesteld werden, aangevuld met enkele vragen over
het bedrijf – en het jobprofiel, waarin het takenpakket en de competenties worden besproken.
Tot slot werd er duidelijk gecommuniceerd dat het interview opgenomen werd in het kader van
transcriptie,
en
waarbij
alle
antwoorden
geanonimiseerd
zouden
worden.
De vragen voor het eerste deel van het interview zijn gebaseerd op de vragenlijst die opgesteld
werd door Dr. Professor
Van Looy in het kader van het vak ‘Onderzoeksmethoden in
management en informatica’. Deze werden aangevuld met enkele vragen, waarbij de
respondent met een score op tien kon aangeven hoe belangrijk een bepaald topic is voor de
functie als CIO. Op die manier konden de topics tussen de verschillende respondenten
vergeleken worden.
In het tweede gedeelte zijn de vragen gebaseerd op de onderzoeken van Carvalho et al. (2018)
en Ball & Anderson (2017). Het onderzoek van Carvalho et al. (2018) spitst zich toe op het
takenpakket van de CIO. Terwijl het onderzoek van Ball & Anderson (2017) zich specifiek richt
op de competenties van de CIO. Daarnaast bekeken deze onderzoekers ook op welke manier
deze competenties werden verkregen. De specifieke competenties voor een CIO werden
reeds door Ball & Anderson uit de ACM MSIS model curriculum gefilterd.
23 3.1 Het profiel van de respondent
In het eerste gedeelte van de vragenlijst zijn de vragen demografisch, waarbij wordt gevraagd
naar geslacht, geboortejaar, hoogste opleidingsniveau,… Daarnaast werden er vragen gesteld
die specifiek gericht zijn op de onderneming waarin de respondent tewerkgesteld is, zoals de
functietitel, de bedrijfsgrootte, de bedrijfssector en anciënniteit van de respondent. Vervolgens
werd er ook gevraagd naar het carrièrepad die de respondent reeds had doorlopen. De laatste
vragen binnen dit luik gingen specifiek over de talenkennis, trainingen en certificaten. Om een
bepaalde uniformiteit tussen de verschillende respondenten te creëren, werd er bij de laatste
drie topics gevraagd om de belangrijkheid van desbetreffende topics te quoteren op een schaal
van één tot tien.
3.2 Jobprofiel
Het jobprofiel kan opgesplitst worden in twee grote delen. Enerzijds het takenpakket, waarbij
de respondent in eerste instantie aangeeft welke taken tot het takenpakket van een Chief
Information Officer behoren. Daarna werden een 26-tal taken opgelijst die gebaseerd zijn op
het onderzoek van Carvalho et al. (2018). Hierbij werd in eerste plaats gevraagd om op een
5-punts likert-schaal (1 = helemaal niet akkoord, 2 = niet akkoord, 3 = neutraal, 4 = akkoord,
5 = helemaal akkoord) aan te geven in welke mate de taken tot het takenpakket van de CIO
behoren. In tweede instantie werd er ook gevraagd om op een 5-punts likert-schaal (1 = zeer
onbelangrijk, 2 = onbelangrijk, 3 = neutraal, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk) aan te geven
in
welke
mate
de
taken
belangrijk
zijn
in
het
uitoefenen
van
hun
job.
Anderzijds bestaat het jobprofiel nog uit het luik competenties, waarbij wordt gevraagd naar
welke competenties het belangrijkst zijn in de functie als Chief Information Officer. Daarnaast
werd ook gevraagd op welke manier ze desbetreffende skills of competenties hebben
verworven. Vervolgens werd er ook navraag gedaan over welke specifieke kennis men dient
te hebben om de rol als CIO te kunnen vervullen. Bij de volgende vraag werd een oplijsting
gemaakt van een 21-tal skills die gebaseerd zijn op het onderzoek van Ball & Anderson uit
2017. Hierbij diende de respondent de belangrijkheid van de skill aan te geven op een 5-punts
likerts-schaal (1 = zeer onbelangrijk, 2 = onbelangrijk, 3 = neutraal, 4 = belangrijk, 5 = zeer
belangrijk). In tweede instantie werd ook navraag gedaan naar de manier waarop deze skills
of competenties werden verworven. Om het gedeelte rond competenties af te sluiten werd ook
gevraagd welke soort skills of competenties belangrijker zijn bij het uitoefenen van de functie,
24
waarbij ze dienden aan te geven of het eerder om technische skills of om management skills
zou gaan.
Daarna werden er nog enkele vragen gesteld over het aantal personen die onder de
rechtstreekse supervisie van de CIO staan, en aan welke hogere functietitel men dient te
rapporteren. Tot slot werd er nog bevraagd hoe de functie van Chief Information Officer zal
evolueren in de komende vijf tot tien jaar, waarbij ze ook dienden aan te geven welke
competenties een grotere impact zouden hebben in de toekomst.
25
Deel 3: De onderzoeksresultaten
1. Geslacht
Zoals reeds aangegeven in het gedeelde ‘Methodologie’ werden er 14 respondenten
bevraagd, waarvan 12 mannelijk, en 2 vrouwelijk waren.
Tabel 4: Geslacht van de respondent
Geslacht
N
Percentage
Respondentnummer
Man
12
85.71%
R2, R4, R5, R6, R7, R8,
R9, R10, R11, R12, R13,
R14
Vrouw
2
14.29%
R1, R3
2. Leeftijd
De leeftijden van de respondenten varieerden van 28 jaar tot 59 jaar, waarbij de leeftijd
gemiddeld op 49 jaar lag.
3. Functietitel
In tabel 5 staan de verschillende functietitels die voortkwamen uit het onderzoek. Het
merendeel van de ondervraagden (78.6%) had de functietitel
‘Chief Information Officer’.
Respondent 10 gaf aan CDIO of ‘Chief Digital Information Officer’ te zijn. R10 en R12 zijn
respectievelijk ‘Vice President IT’ en ‘Directeur IT’. Respondent 10 zei: “Omdat het over een
groep gaat, noem ik het ook CIO, maar ik denk dat de officiële titel hier Vice President IT is”.
Door de grootte van desbetreffende onderneming, waarbij meerdere bedrijven onder één
groep vallen, wijzigt de officiële functietitel naar Vice President IT.
26 Tabel 5: Functietitel van de respondent
Functietitel
N
Percentage
Respondentnummer
Chief Information
Officer
11
78.57%
R2, R3, R4, R5, R6, R7,
R8, R9, R11, R13, R14
Chief Digital
Information Officer
1
7.14%
R1
Vice President IT
1
7.14%
R10
Directeur IT
1
7.14%
R12
4. Inhoud van de functietitel
Uit de interviews bleek eenzelfde antwoord steeds terug te komen. Bij de vraag wat de
functietitel Chief Information Officer inhoudt, beantwoordde zo goed als iedere respondent dat
de inhoud van de functie als volgt kon omschreven worden: alles die betrekking heeft op IT.
Verder bleek ook dat niet iedere CIO dezelfde specifieke taken had. Dit heeft voornamelijk te
maken met de bedrijfsgrootte, de sector waarin het bedrijf actief is en de mate waarin de
IT-afdeling is ontwikkeld binnen het bedrijf.
Hetgeen regelmatig terugkwam tijdens het interview, was in de eerste plaats het operationele
luik van de IT. Respondent 7 omschreef het als volgt: “ De CIO heeft de verantwoordelijkheid
om de continuïteit van alle systemen en applicaties te borgen, en dat die blijven werken, en
dat die werken volgens euh de noden van de interne klant.” Het opzetten en beheren van de
IT-infrastructuur van het bedrijf behoort ook tot het takenpakket. Een belangrijke taak als CIO
die ook hoog op het lijstje staat is het bepalen van de IT-strategie van het bedrijf, en de
organisatie probeert te begeleiden in de digitale transformatie.
5. Verschil tussen CIO en IT-manager
Uit de analyse van de transcripties van de interviews met de respondenten kwam duidelijk
naar voor dat de CIO meer bezig is met de strategie van het bedrijf, en de manier waarop IT
kan gealigneerd worden met de business. Terwijl een IT-manager meer met de operationele
zaken in het heden bezig is. Volgens respondent 13 is een IT-manager technischer dan een
Chief Information Officer, waarbij de focus ligt bij het opzetten van systemen.
27
Uiteraard dient er ook rekening gehouden te worden met de grootte van de onderneming.
Binnen een KMO zal de IT-manager dezelfde verantwoordelijkheid dragen als een CIO liet
respondent 9 weten. “De manier waarop het georganiseerd is, is totaal anders. Wij zitten in
veel grotere structuren met processen en procedures terwijl een KMO-manager het allemaal
zelf doet met 5 tot 6 mensen” besloot respondent 9.
Respondent 4 gaf te kennen dat het grootste verschil zit in het zetelen in het directiecomité
van het bedrijf, en het actief mee mogen beslissen overheen alle departementen.
Een laatste verschil die enkele respondenten aanhaalden, is de rapportage. Een CIO dient
rechtstreeks te rapporteren aan de CEO, terwijl een IT-manager veelal rapporteert aan de CIO
of CFO.
6. Bedrijfsgrootte
Op basis van het aantal werknemers die een bedrijf telt, werden de bedrijven waarin de
respondenten zijn tewerkgesteld opgedeeld in kleine onderneming, middelgrote onderneming
of grote onderneming. De opdeling werd gemaakt aan de hand van volgende bron
(Vlaanderen, 2015). Een onderneming werd aanzien als klein indien er minder dan 50
werknemers aanwezig zijn. Een middelgrote onderneming stelt tussen 51 en 250 personen te
werk. Er is sprake van een grote onderneming in het geval dat er meer dan 250 personen
werken voor deze onderneming. Uit de bevraging bleek dat 3 van de 14 respondenten
werkzaam is in een middelgrote onderneming. De overige respondenten gaven aan
tewerkgesteld te zijn in een grote onderneming.
Tabel 6: Bedrijfsgrootte
Bedrijfsgrootte
N
Percentage
Respondentnummer
Grote onderneming
11
78.57%
R1, R2, R3, R4, R8, R9,
R10, R11, R12, R13, R14
Middelgrote
onderneming
28
7. Bedrijfssector
Indien er wordt gekeken naar het globale beeld van het onderzoek, dan kan er geconstateerd
worden dat de verschillende bevraagde CIO’s zich in verschillende industrieën bevinden. Een
groot gedeelte (42.86%) is toe te schrijven aan de Industrie / Productie sector. Er waren telkens
2 respondenten die behoorden tot de financiële diensten / bankensector en tot de gezondheid
/ medische / onderzoekssector. Alle andere respondenten behoorden tot elk een specifieke
categorie, die te vinden is in onderstaande tabel.
Tabel 7: Bedrijfssector
Bedrijfssector
N
Percentage
Respondentnummer
Industrie / Productie
6
42.86%
R1, R4, R10, R11, R13,
R14
Zakelijke
dienstverlening
1
7.14%
R2
Financiële diensten /
Banken
2
14.29%
R3, R8
Retail / Distributie
1
7.14%
R7
Gezondheid /
Medische /
Onderzoek
2
14.29%
R1, R14
Media / Marketing /
Entertainment
1
7.14%
R12
Transport / Logistiek
1
7.14%
R9
Professionele
diensten
1
7.14%
R5
Andere
1
7.14%
R6
8. Anciënniteit
De anciënniteit van de ondervraagden varieert tussen 1 jaar en 12 jaar. Gemiddeld gezien ligt
de anciënniteit van de respondent op 5 jaar.
29
9. Opleidingsniveau
Bij het topic opleidingsniveau werd het hoogste opleidingsniveau van de respondent bevraagd,
waarbij ze de keuze kregen tussen maximaal lager secundair onderwijs, hoger (of post-)
secundair onderwijs, hoger onderwijs van het korte type of hoger onderwijs van het lange type.
In tabel 8 staan de 4 keuzemogelijkheden, alsook de verschillende diploma’s die tot de
bepaalde categorie van het hoogst behaalde opleidingsniveau behoren. Deze tabel werd
gemaakt op basis van een enquête van Statbel (2017).
Tabel 8: Hoogste opleidingsniveau (Statbel, 2017: p. 10)
Hoogste opleidingsniveau
Diploma’s
Maximaal lager secundair onderwijs
• Geen diploma of het lager onderwijs
werd zonder succes beëindigd
• Lager onderwijs
• Lager secundair onderwijs (1
etot en
met 5
ejaar ASO, KSO, TSO; 6
ejaar
BSO)
Hoger (of Post-) secundair onderwijs
• Hoger secundair onderwijs (6
ejaar
ASO, KSO, TSO; 7
ejaar BSO,
DBSO, leertijd)
• Post-secundair onderwijs (7
ejaar
KSO of TSO; 4
egraad BSO,
ondernemersopleiding Syntra)
Hoger onderwijs van het korte type
• Professionele of academische
bachelor
• Hogescholenonderwijs van het korte
type (1 cyclus)
• Graduaat (A1)
• BanaBa
• Hoger beroepsonderwijs (HBO5)
Hoger onderwijs van het lange type
• Licentiaat of master aan een
hogeschool of universiteit
• Hogescholenonderwijs van het
lange type (2 cycli)
30
• ManaMa
• Doctoraat met proefschrift
Hieruit blijkt dat alle ondervraagden minimum een diploma hoger onderwijs behaalden. Het
merendeel (64.29%) volgde hoger onderwijs van het lange type. De 5 overige respondenten
behaalden het diploma van hoger onderwijs van het korte type. Dat een hogere opleiding een
must is, liet respondent 6 weten op de vraag hoe belangrijk het opleidingsniveau is om de job
als CIO te kunnen uitoefenen:
“Vroeger minder, maar nu moet je wel heel veel kennis
samenbrengen. Dus zonder een minimale bachelor zal je dat wellicht niet kunnen.”
Tabel 9: Opleidingsniveau van de respondent
Opleidingsniveau
N
Percentage
Respondentnummer
Hoger onderwijs van
het korte type
5
35.71%
R2, R6, R7, R9, R14
Hoger onderwijs van
het lange type
9
64.29% R1, R3, R4, R5, R8, R10,
R11, R12, R13
10. Diploma
In het vorige topic werd reeds duidelijk dat een diploma hoger onderwijs belangrijk is om de
job als CIO te kunnen uitoefenen. Er zijn 3 respondenten die een Bachelor Toegepaste
Informatica / IT / IS hebben behaald. Verder blijkt dat de ingenieursopleidingen (Industrieel
ingenieur, Burgerlijk ingenieur en Handelsingenieur) een goede basis vormen om op termijn
te kunnen doorgroeien tot de functie Chief Information Officer. Uit tabel 10 kunnen we ook tot
de conclusie komen dat meer dan de helft van de respondenten geen IT-technische
achtergrond heeft. Hierbij moet ook kritische blik geworpen worden, en dienen de
afstudeerrichtingen in het tijdsperspectief geplaatst te worden, waarbij in sommige
afstudeerrichtingen geen IT-technische vakken werden opgenomen. Tegenwoordig worden
IT-vakken geïntegreerd in bepaalde opleidingen, wat vroeger niet het geval was.
31 Tabel 10: Diploma van de respondent