HERHALINGSOEFENINGEN KLOKLEZEN (uur + half uur)
1. Is het nacht, ochtend, voormiddag, middag, namiddag of avond ? Als het 15:30 is, dan is het half vier in de………... Als het 21:30 is, dan is het half tien in de……… Als het 09:30 is, dan is het ……….. in de……….. Als het 16:30 is, dan is het ……….. in de……….. Als het 22:30 is, dan is het ……… in de……….. 2. Schrijf zelf de digitale klok:
We zeggen:
Half één in de middag. 12 : 30 Half tien in de voormiddag. ……… : ……… Half vijf in de namiddag. ……… : ……… Half acht in de avond. ……… : ……… Half acht in de ochtend. ……… : ……… Elf uur in de nacht. ……… : ……… Drie uur in de nacht. ……… : ……… Vier uur in de namiddag. ……… : ……… Zeven uur in de avond. ……… : ……… Elf uur in de voormiddag. ……… : ………
3. Hoe laat is het ? Schrijf het op in spreektaal. Kijk naar het voorbeeld. 10:30 = Het is half elf in de voormiddag.
06:30 = Het is………. 16:30 = Het is………. 02:30 = Het is………. 19:30 = Het is……….
4. Lees en antwoord met een zin:
✓ Anna moet om 08:30 naar school vertrekken. Zij zet haar wekker om 07:00.
Hoeveel tijd heeft zij om zich klaar te maken ?
...
✓ De kinderen krijgen anderhalf uur voor hun zelfstandig werk. Ze beginnen om 09:00. Om hoe laat moeten ze stoppen ?
...
✓ Ali gaat met zijn mama op bezoek bij oma. Ze vertrekken om 14:30 Ze blijven daar 2 uur. Oma woont op een half uur rijden met de bus. Om hoe laat zijn ze terug thuis ?
HERHALINGSOEFENINGEN KLOKLEZEN (uur, halfuur,kwartier)
1 uur=………minuten Een half uur=…………minuten Een kwartier=……….minuten
1. Is het nacht, ochtend, voormiddag, middag, namiddag of avond ? Als het 21:30 is, dan is het half tien in de………...
Als het 08:45 is, dan is het kwart voor negen in de……… Als het 12:15 is, dan is het ……….. in de………..
Als het 19:45 is, dan is het ……….. in de……….. Als het 11:00 is, dan is het ……… in de……….. 2. Schrijf zelf de digitale klok:
We zeggen:
Kwart voor één in de middag. 12 : 45 Tien uur in de nacht. ……… : ……… Half vijf in de namiddag. ……… : ……… Kwart over acht in de avond. ……… : ……… Kwart voor acht in de ochtend. ……… : ……… Kwart voor vier in de namiddag. ……… : ……… Kwart na zes in de avond. ……… : ……… Kwart voor 5 in de nacht. ……… : ……… Half zeven uur in de avond. ……… : ……… Tien uur in de voormiddag. ……… : ………
3. Hoe laat is het ? Schrijf het op in spreektaal. Kijk naar het voorbeeld. 10:15 = Het is kwart over tien in de voormiddag.
06:45 = Het is………. 16:45 = Het is………. 19:15 = Het is………. 23:30 = Het is………. 17:00 = Het is……….
4. Lees en antwoord met een zin:
✓ Lena haar school begint om 08:45. Zij zet haar wekker om 07:15. Hoeveel tijd heeft zij om zich klaar te maken en op school te geraken ? ...
✓ De kinderen krijgen beginnen aan hun zelfstandig werk om 09:45. De juf zegt dat ze drie kwartier tijd hebben. Om hoe laat moeten ze stoppen ?
...
✓ De dag voor het kerstfeest moet papa nog boodschappen doen. Hij vertrekt om 15:45. Hij schat dat hij anderhalf uur zal weg zijn. Kan hij nog op tijd zijn om een kerstboom te kopen, als de Aveve sluit om 17:00 ?
……… Zo nee, om hoe laat zou hij beter vertrekken voor de boodschappen ? ………
HERHALINGSOEFENINGEN KLOKLEZEN (uur, halfuur,kwartier, 10 min.)
1 uur=………minuten
Een half uur =1/… van een uur = …………minuten Een kwartier =1/… van een uur = ……….minuten Anderhalf uur = … uur en … half uur = ……… minuten
Drie kwartier = ….. x …. Minuten = ……… minuten
1. Is het nacht, ochtend, voormiddag, middag, namiddag of avond ? Als het 20:30 is, dan is het half negen in de………... Als het 09:45 is, dan is het kwart voor tien in de……… Als het 12:10 is, dan is het ………..…….. in de……….. Als het 19:50 is, dan is het ……..……….. in de……….. Als het 15:00 is, dan is het ………..……… in de……….. 2. Schrijf zelf de digitale klok:
We zeggen:
Kwart voor één in de middag. 12 : 45 Tien uur in de nacht. ……… : ……… Half vijf in de namiddag. ……… : ……… Tien over zeven in de avond. ……… : ……… Tien voor acht in de ochtend. ……… : ……… Kwart voor vier in de namiddag. ……… : ……… Tien na zes in de avond. ……… : ……… Tien voor vijf in de nacht. ……… : ……… Kwart over zeven uur in de avond. ……… : ………
3. Hoe laat is het ? Schrijf het op in spreektaal. Kijk naar het voorbeeld. 10:10 = Het is tien over tien in de voormiddag.
09:50 = Het is………. 16:20 = Het is………. 18:40 = Het is………. 22:45 = Het is………. 17:30 = Het is……….
4. Lees en antwoord met een zin:
✓ De kleuters gaan om 11:50 naar de refter. Zij beginnen hun jasjes aan te doen om 12:20.
Hoeveel tijd hebben ze om te eten ?
...
✓ Chakira moet 20 min. rijden naar haar nieuwe school. De school begint om 08:50. Om hoe laat moet ze ten laatste vertrekken ?
... ✓ Seppe viert zijn verjaardag bij oma. Om naar oma te gaan moet Seppe
drie kwartier rijden. Ze vertrekken om 14:45. Om hoe laat komen ze aan bij oma ?
……… ✓ Juf Sarah gaat in de paasvakantie naar India. Haar vliegtuig vertrekt om 09:30 Ze moet 2 uur op voorhand op de luchthaven zijn. Het is 30 min. rijden. Om zeker op tijd te zijn wil ze 10 min. vroeger
vertrekken. Om hoe laat vetrekt juf Sarah thuis ?
……… De vlucht duurt 10 uur. Om hoe laat komt ze in India aan ?
Herhaling: digitale klok min. na het uur.
1. Vul in:schrijf in spreektaal
Als het 20:13 is, dan is het ………..…… in de ………. Als het 11:04 is, dan is het ……… in de …………..……. Als het 04:25 is, dan is het ……… in de ………..….
2. Schrijf zelf de digitale klok:
Acht over zeven in de ochtend ………:………. Twintig na 12 in de middag ………:……… Zeventien over drie in de namiddag ………:……… Dertien na negen in de avond ………:……….
3. Lees en vul in: antwoord met een zin !
✓ Het vliegtuig naar Turkije vertrekt om 10:10. Het komt aan om 13:27. Hoe lang moet je vliegen ?
...
✓ Arvid gaat bijna elke dag naar de opvang. De opvang begint om 16:00. Meestal moet hij anderhalf uur in de opvang blijven. Om hoe laat komt zijn papa hem halen ?
...
✓ Lisse werkt in de klas goed door aan haar rekenwerk. Ze begint eraan om 9:05. Ze heeft 19 minuten nodig om de oefeningen te maken en ze kijkt haar werk nog na gedurende 5 minuten. Om hoe laat kan ze
Herhaling: digitale klok min. voor het uur.
1. Is het nacht, ochtend, voormiddag, middag, namiddag of avond ?
Als het 20:35 is, dan is het vijfentwintig voor negen in de……….. Als het 09:40 is, dan is het twintig voor tien in de……….……… Als het 12:55 is, dan is het ………..……..….. in de………..
Als het 18:39 is, dan is het ……..……..……….. in de……….. Als het 15:50 is, dan is het ………..……..……… in de……….. 2. Schrijf zelf de digitale klok:
We zeggen:
Vijf voor één in de middag. 12 : 55 Zevenentwintig voor twaalf in de
nacht. ……… : ………
Dertien voor vier in de namiddag. ……… : ……… Zeven voor zeven in de avond. ……… : ……… Elf voor elf in de nacht. ……… : ……… Kwart voor vier in de namiddag. ……… : ……… Zeventien voor vijf in de nacht. ……… : ……… Tweeëntwintig voor zeven uur in
de avond. ……… : ………
3. Hoe laat is het ? Schrijf het op in spreektaal. Kijk naar het voorbeeld. 10:37 = Het is drieëntwintig voor elf in de voormiddag.
09:42 = Het is………. 16:53 = Het is………. 18:44 = Het is………. 22:45 = Het is……….
4. Lees en antwoord met een zin:
✓ Op vrijdag is er les muzische vorming van 13:00 tot 13:50. We
beginnen meestal met een kwartiertje voorlezen. Na de speeltijd gaat de les nog voort van 14:10 tot 15:00. Hoeveel tijd hebben we in totaal voor muzische vorming op vrijdag ?
...
✓ Door omstandigheden begon de match van FC Binkom om 18:35. Om hoe laat is het rust ?
...
✓ De schoolfotograaf heeft voor de kinderen van de 2de graad tijd van
9:40 tot 10:32. Hoeveel tijd heeft hij per persoon ?
……… ✓ Bij de kleuters wil hij vier minuten per kind. Hij begint om 13:00 met
de kleuters van juf An en juf Liesbeth. Ze zijn met 17. Om hoe laat is hij klaar ?
