AANPASSINGEN EXAMENS 2018 TIJDVAK 2
VWO NEDERLANDS
Algemene aanpassingen
Onder het kopje "Tekst (...)" staat welke vragen erbij horen, (indien van toepassing) uit hoeveel alinea's de tekst bestaat, de naam van de auteur en de bron.
De bronvermelding aan het einde van het tekstboekje is niet overgenomen.
Opdrachtenboekje Titelblad
Verwijderd:
Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 41 vragen. Toegevoegd:
Bij dit examen hoort een tekstboekje. Beantwoord alle vragen op een apart blad.
Dit examen bestaat uit 4 teksten met in totaal 41 vragen.
"Voor elk vraagnummer (…)" wordt "Achter elk vraagnummer (…)" Toegevoegd:
Let op: de meeste vragen zijn open vragen. Als een vraag een
meerkeuzevraag is, dan wordt dat aangegeven achter het vraagnummer. Blz. 2:
Vraag 1 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
A Opnieuw 'meer aandacht voor persoonlijke en sociale ontwikkeling'.
B Minder feitenkennis ('stampen'), maar meer gewiekstheid in het vinden van informatie.
C En het verplichte nummertje Engels vanaf de eerste klas.
D Dat dat apekool is, zal deze leerlinge waarschijnlijk nooit ontdekken. Vraag 2 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
"Misschien is het daarom juist aan hén te wijten dat dergelijke verzuchtingen almaar weer opklinken" (alinea 4)
Vraag 3 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
"... al heeft die de afgelopen decennia toch nog heel wat schade weten te veroorzaken." (einde alinea 4)
Vraag 4 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
"Neem het voorbeeld dat de voorzitter aanvoert om parate kennis in het hoekje te zetten: 'Schud jij de termijn van koning Willem III zo uit je mouw?'" (alinea 5)
Blz. 3:
Vraag 5 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
"Maar de voorzitter weet ongetwijfeld zelf ook wel dat dat een flauwe truc is." (alinea 5)
Vraag 6 aangepast:
Alinea 6 van tekst 1 bevat een redenering die uit twee delen bestaat. Van vijf verschillende zinnen uit deze alinea kun je de functie binnen deze redenering aangeven. Van de eerste zin is de functie hieronder al gegeven.
Neem de nummers 2 tot en met 5 uit onderstaande redenering over en noteer achter ieder nummer de juiste functie uit de volgende 10 mogelijkheden:
- argument - conclusie - constatering - doelstelling - nuancering - oorzaak - standpunt - tegenwerping - voorwaarde - weerlegging
Functies mogen meer dan eens gebruikt worden. Eerste deel van de redenering (alinea 6):
1. Wie denkt dat iedereen deze globale kennis zomaar heeft, moet ik teleurstellen. Functie 1: standpunt.
2. Ik vrees dat menige scholier inmiddels een fikse gok zou moeten wagen bij de vraag of Karel V voor of na de Franse Revolutie leefde. Functie 2: ...
Tweede deel van de redenering (alinea 6): 3. Is dat belangrijk? Ja, dat is het. Functie 3: ...
4. Wanneer hedendaagse filosofen vaststellen dat onze persoonlijke identiteit voornamelijk ligt in het (levens)verhaal dat wij over onszelf vertellen, geldt dat ook voor de collectieven waar we deel van uitmaken. Functie 4: ...
5. Nederland, Europa of wat dan ook ís onze geschiedenis. Functie 5: ... Blz. 4:
Vraag 7 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
In alinea 7 wordt gesproken over "de historische mist waarin leerlingen vaak ronddwalen" als gevolg van thematisch onderwijs.
Welke van onderstaande vijf uitspraken geeft het beste weer wat hiermee wordt bedoeld?
Vraag 8 aangepast:
Welke drie van onderstaande zeven citaten zouden als ironisch kunnen worden opgevat?
1. Als je het lijstje aanbevelingen doorleest, krijg je een ontmoedigend déjà-vugevoel. (alinea 1)
3. De waarde van dat laatste werd veelzeggend toegelicht door een tiener die werd geïnterviewd. (alinea 1)
4. Met een thematische catalogus op de schoolbibliotheek zouden de leerlingen de informatie die zij voor hun werkstukken nodig hadden, gemakkelijker kunnen
achterhalen. (alinea 2)
5. Dat was zo'n veertig jaar geleden - en nu komt het Platform triomfantelijk tot dezelfde conclusie. (alinea 3)
6. Maar dat is al net zo'n makkelijk weerwoord als de achteloze manier waarop de voorzitter van het Platform zich afmaakte van de tegenwerping dat computers op school helemaal niet zo succesvol zijn. (alinea 4)
7. 'Technologische ontwikkelingen gaan zo snel ...'; een cliché dat de gemeenplaatsen in het rapport naar de kroon steekt. (alinea 4)
Vraag 9 toegevoegd: "meerkeuze" + aangepast:
Welke van onderstaande vier formuleringen geeft het beste de strekking van het tekstgedeelte van de alinea's 1 tot en met 8 van tekst 1 weer?
Blz. 5:
Vraag 10 aangepast:
In alinea 5 tot en met 9 worden drie nadelen van de onderwijsvernieuwingsdrift genoemd in de vorm van een oorzaak-gevolgketen.
Parafraseer deze keten door onderstaande drie zinnen (X, Y en Z) over te nemen en aan te vullen bij letter Y en Z. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. (X) Leerlingen hebben geen parate kennis meer.
Daardoor (Y) ... Daardoor (Z) ...
Vraag 13 toegevoegd: "meerkeuze". Vraag 14 aangepast:
"Ik verslik me bijna in dat '21st century skills'. Alsof je zonder die 'skills' een half mens of een hopeloos uitgerangeerde bejaarde bent." (alinea 2)
Blz. 6:
Vraag 15 aangepast:
"De ene vondst leidt naar een andere interessante site, en zo sprokkel je allerlei onderscheiden en losse wetenswaardigheden bij elkaar." (alinea 3)
Vraag 16 aangepast:
In alinea 1 tot en met 3 van tekst 2 worden kenmerken aangeduid die typerend zijn voor de kennisvergaring in 1980 en van de '21st century skills'.
Citeer woorden of woordgroepen uit alinea 1 tot en met 3 van tekst 2 die bedoelde kenmerken aanduiden. Neem daarvoor onderstaande zes zinnen (1a, 1b, 2a, 2b, 3a en 3b) over en vul deze aan.
1a. Het resultaat van kennisvergaring uit het begin van de jaren tachtig was: (1a) ... 1b. Het resultaat bij de '21st century skills' is: (1b) ...
2a. De middelen die men gebruikte bij kennisvergaring uit het begin van de jaren tachtig waren: (2a) ...
2b. De middelen die men gebruikt bij '21st century skills' zijn: (2b) ...
3b. Het tempo bij '21st century skills' is: (3b) ... Vraag 17 toegevoegd: "meerkeuze". Vraag 18 toegevoegd: "meerkeuze". Vraag 20 aangepast:
Tekst 2 kan in vier opeenvolgende delen worden onderverdeeld: deel 1: Vroeger
deel 2: Nu
deel 3: Consequenties voor het onderwijs deel 4: Slot
Bij welke alinea begint deel 3 'Consequenties voor het onderwijs'? Blz. 7:
Vraag 21 toegevoegd: "meerkeuze". Vraag 22 toegevoegd: "meerkeuze". Vraag 23 toegevoegd: "meerkeuze". Onder Tekstfragment 1 toegevoegd:
Bij dit tekstfragment hoort vraag 24. Korte tekst.
Bron: www.onderwijs2032.nl
Vraag 25 toegevoegd: "meerkeuze". Blz. 8:
Vraag 27 aangepast:
"Wat ik wél weet, is dat die regeringsperiode ('termijn') in de late negentiende eeuw lag. En dus niet in de middeleeuwen of ten tijde van Julius Caesar." (tekst 1, alinea 5)
Vraag 30 aangepast:
"Een niet onbelangrijk deel van het nieuwe onderzoek vond ... niets." (alinea 4) Vraag 31 aangepast:
"Het zou ook kunnen dat de eerdere bevindingen toevalstreffers waren. Maar dat lijkt Blom onwaarschijnlijk (...)" (alinea 4)
Blz. 9:
Vraag 32 aangepast:
Welke twee van onderstaande acht adviezen zijn in overeenstemming met de strekking van de tekst? Noteer de nummers.
Vraag 33 aangepast:
"We zijn er als mens op gebouwd" (alinea 6) Blz. 10:
Onder Tekstfragment 2 toegevoegd: Bij dit tekstfragment hoort vraag 35. Korte tekst met drie alinea's.
Auteur: Gaston Dorren
Bron: Levende Talen Magazine 2015-7
Vraag 36 toegevoegd: "meerkeuze" + regelverwijzing verwijderd. Blz. 11:
Vraag 38 aangepast:
"Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de wetenschap, maar in sommige
wetenschapsgebieden zijn ze meer ondervertegenwoordigd dan in andere." (alinea 1)
Vraag 39 aangepast:
In alinea 4 en 5 van tekst 4 komt een zichzelf bevestigend mechanisme aan de orde.
Beschrijf dit mechanisme. Maak daarbij gebruik van de onderstaande drie zinnen. Neem de laatste twee over en vul deze aan met een of meer volledige zinnen: - In sommige wetenschappelijke disciplines zijn mannen sterk
oververtegenwoordigd. - Vooral in die disciplines ... - Daardoor ...
Vraag 41 toegevoegd: "meerkeuze". Tekstboekje
Blz. 2
Toegevoegd onder Tekst 1 (...):
Bij deze tekst horen vraag 1 t/m 12 en 26 t/m 28. Lange tekst met tien alinea's.
Auteur: Ger Groot. Ger Groot (1954) is bijzonder hoogleraar 'Filosofie en literatuur' aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Groot is columnist en publiceert regelmatig in filosofische en literaire tijdschriften.
Bron: Trouw, 3 oktober 2015 Blz. 3
Noot 1 in tekst verwerkt:
(...) aardrijkskunde en zijn TomTom (= een navigatiesysteem) het navigatiewerk laat doen, (...)
Blz. 4
Toegevoegd onder Tekst 2 (...): Bij deze tekst horen vraag 13 t/m 28. Lange tekst met zes alinea's.
Auteur: Nelleke Noordervliet. Nelleke Noordervliet (1945) is een Nederlandse schrijfster die meer dan 25 boeken op haar naam heeft en met regelmaat columns publiceert in verschillende dagbladen.
noot 1. doorslag: een kopie, gemaakt met behulp van carbonpapier.
noot 2. swipen: met je vingers een veegbeweging maken op een aanraakscherm. Blz. 5
Toegevoegd onder Tekst 3 (...): Bij deze tekst horen vraag 29 t/m 36. Lange tekst met zes alinea's.
Auteur: Gaston Dorren. Gaston Dorren is een journalist die vaak publiceert over taal en taalkunde.
Bron: Onze Taal, 2016-1 Blz. 7
Toegevoegd onder Tekst 4 (...): Bij deze tekst horen vraag 37 t/m 41. Lange tekst met vijf alinea's.
Auteur: Ellen de Bruin. Ellen de Bruin is wetenschapsredacteur bij NRC Handelsblad en nrc.next. Ze schrijft regelmatig over psychologie en menselijk gedrag.
Bron: NRC Handelsblad, 16 januari 2015 Blz. 8
Verwijderd tekst onderaan: