• No results found

Archeologische prospectie Kinrooi, Breeërsteenweg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie Kinrooi, Breeërsteenweg"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE KINROOI, Breeërsteenweg

verslag Bree,10-07-2013

HAAST

Historisch en Archeologisch Advies, Studies en Toegepast onderzoek Rik van de Konijnenburg

Grauwe Torenwal 6/00/1 B-3960 Bree (BE)

Mob. 0496 209 018

e-mail: rik@konijnenburg.com

Haast-rapport 2013-08 / OE project 2013-098/ wettelijk depot: D/2013/12654/09

verwijzing: VAN DE KONIJNENBURG, R. , JANSSEN J. (2013) Archeologische prospectie Kinrooi - Breeërsteenweg, HAAST rapport 2013-09, Bree, D/2013/12654/09

(2)

In opdracht van:

Bouwonderneming E. Jehoul Veeweidestraat 56

B-3960 Bree

Contact:

Site: KINROOI, Breeërsteenweg

Vergunningsnummer: Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed: 2013-202 Datum aanvraag: 20/04/2013

Datum vergunning: Terreinonderzoek:

Leidend archeoloog: Rik van de Konijnenburg (vergunninghouder) Archeologen: Joan Janssen

Stagiar KULeuven: Niels Geelen

Grondwerken: Ronny Beuten, Eindestraat 137 te Dilsen-Stokkem Auteur: Rik van de Konijnenburg

© 2013 HAAST bvba, Grauwe Torenwal 6/00/1, B-3960 Bree Foto's: HAAST – Rik vd Konijnenburg (tenzij anders vermeld) Tekeningen: HAAST (tenzij anders vermeld)

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Wettelijk depot: D/2013/12654/09

Copyright reserved. No part of this publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without the permission from the publisher.

(3)

Inhoud

ADMINISTRATIEVE FICHE 1

1.INLEIDING 2

2.PROJECTBESCHRIJVING 2

3. SITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED 3

4.GEOMORFOLOGIE EN BODEMKUNDIGE OPBOUW VAN DE SITE 6

5.GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING 9

6.ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 10

7.METHODE 11

8.RESULTATEN 12

8.1ARCHEOLOGISCHE NIVEAUS 12

8.2ARCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN 12

8.3ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN 15 8.4METAALDETECTIE 15 9.EVALUATIE 15 9.1EVALUATIE 15 9.2WAARDERING 15 9.3AANBEVELINGEN 15

10.BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN 16

11.BIBLIOGRAFIE 16

(4)

A

DMINISTRATIEVE FICHE

Opdrachtgever Bouwonderneming E. Jehoul, Veeweidestraat 56 te 3960 Bree Uitvoerder HAAST bvba, Grauwe Torenwal 6/00/1 te 3960 Bree

Vergunninghouder Rik van de Konijnenburg Bewaarplaats archief HAAST bvba

Bewaarplaats vondsten

Gemeentearchief Kinrooi Vergunningsnummer 2013/202

Projectcode 2013-202

Vindplaatsnaam Kinrooi - Breeërsteenweg Locatie Provincie Limburg Gemeente Kinrooi Deelgemeente Kinrooi Plaats Breeërsteenweg 247 Toponiem Lambertcoördinaten

Nummer X Y Z (TAW-niveau) Opmerkingen

1 246275,21 204841,43 33.71 Allesporenplan meetpunt 1

2 246326,3 204835,83 33.13 Allesporenplan meetpunt 5

3 246318,66 204779,81 33.18 Allesporenplan meetpunt 24

4 246289,4 204773,33 33.61 Allesporenplan meetpunt 26

5 246269,78 204779,41 33.80 Allesporenplan meetpunt 27

Kadaster Kinrooi afd. 1 Sie C, percelen 2P, 2S en 2Y Begin- en einddatum

terreinwerk

18/06 en 19/06 telkens een halve dag, 2/07/2013 halve dag Opp projectgebied: 33,96 ha

(5)

1. I

NLEIDING

Binnen de stedenbouwkundige vergunning voor de realisatie van een superette aan de Breeersteenweg 247 te Kinrooi, werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een archeologische prospectie met ingreep in de bodem opgelegd aan de bouwheer.

De opdracht werd door de bouwheer, Bouwonderneming Jehoul, Veeweidestraat 56 te 3960 Bree, toegekend aan HAAST bvba op 3/04/2013.

De prospectievergunning werd afgeleverd op 13 mei 2013. De opdracht werd uitgevoerd tussen 18 juni 2013 en 2 juli 2013. De spreiding in tijd voor een terrein van slechts 34 aren is te wijten aan de manier van werken op het terrein. Bij aankomst op 18/06 bleek immers op de westelijke helft van het terrein de teelaarde al afgevoerd te zijn en lag in de noordwest hoek een berg kiezel klaar als onderbed voor de verharding van de toekomstige parking. Op 18/06 en 19/06 hebben we de westelijke helft nog kunnen prospecteren door aanleg van enkele sleuven, maar zonder het verband nog vast te kunnen stellen tussen de A-horizont en de B-horizont.

Op 1/07/2013 is men begonnen met de afbraak van het woonhuis met aanhorigheden nadat een gespecialiseerde firma alle asbesthoudende materialen was komen verwijderen. Op 2/07 hebben we in het oostelijk deel van het terrein wel nog proefsleuven kunnen maken zonder dat de teelaarde al afgevoerd was.

Omdat over een groot deel van het terrein de teelaarde verdwenen was hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om nagenoeg héél het terrein op sporen in de B-horizont te controleren.

2. P

ROJECTBESCHRIJVING

Het doel van deze prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Zijn er sporen aanwezig ?

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen? - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek? - Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding?

- Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden? - Zijn er tekenen van erosie?

- Wat is de relatie tussen de bodem, de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, ..) en de archeologische sporen?

De opgeleverde eindproducten omvatten (in overeenstemming met de minimumnormen):  Het eindrapport

 Het werkputinplantingsplan  Sporenplannen

(6)

 Inventarislijsten vondsten, sporenbeschrijving, plannen/tekeningen, foto’s  Dagboek

 Rapport

 Foto’s, plannen/tekeningen, profieltekeningen en beschrijvingen  Vondsten

3. S

ITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Het te onderzoeken terrein ligt ten oosten van de dorpskern van de gemeente Kinrooi op ca. 330 m van de Sint-Martinuskerk. Ten noorden grenst het terrein aan de Breeërsteenweg, de N73, ten westen, ten oosten en ten zuiden grenzen de percelen aan percelen met open bebouwing voor woningen. In feite maakt dit perceel met het rond de jaren 1950 gebouwde huis deel uit van de lintbebouwing langsheen de Breeërsteenweg.

Kaart plangebied ( ©AGIV): De te onderzoeken percelen zijn donkergeel gekleurd. Ten noorden ligt de Breeërsteenweg, N73

(7)

Uit de gegevens, de hoogtelijnen, van de topografische kaart blijkt dat het terrein op de westrand ligt van een kleine depressie in het landschap. Het landschap ligt hier lager dan +32 m TAW terwijl de omgeving stijgt naar 33 m en 34 m.

Hydrografie: ten oosten, op ca. 370 m afstand stroomt de Lossing. Er bestaat nogal wat verwarring omtrent de benaming van deze waterloop. Hier is het weldegelijk de Lossing; een in de tweede helft van de 19de eeuw gegraven ontwateringskanaal dat liep van de wateringen ten noorden van Bocholt (Lozen) tot aan de Maas in Ophoven. Voor het volledige verhaal van A-beek en Lossing verwijzen we naar het boek van Capals, e.a.1 Ten zuidoosten, op ca. 500 m van het onderzoeksgebied stroomt de Itterbeek. Alle natuurlijke beekbeddingen in dit gebied zijn zuidzuidwest – noordnoordoost

georiënteerd; de beekjes en rivieren stromen met andere woorden vanaf zuidzuidwest, vanaf het Kempisch Plateau, naar het noordnoordwesten waar ze hetzij in elkaar, hetzij in de Maas uitmonden. De artificieel aangelegde loop van de Lossing is gemakkelijk herkenbaar op topografische en andere kaarten aangezien de bedding van de Lossing loopt van Noordnoordwest naar zuidzuidoost om in Ophoven, vlakbij de Maas toch een bocht naar noordnoordoost te maken vooraleer in de Maas uit te monden.

Hydrografische kaart met aanduiding van de Lossing en de Itterbeek (in rood het onderzoeksgebied) ©AGIV

Kadastraal valt het gebied onder Kinrooi afd. 1 Sie C, percelen 2P, 2S en 2Y. Perceel 2S was voor aanvang van de werken door een draad afgescheiden van de andere percelen en lag braak; op dit perceel stonden verschillende struiken en bomen. Perceel 2P was een grasweide die zonder scheiding overliep op perceel 2Y waar een woonhuis met achterbouw en apart een stal op stonden. De stal is niet aangeduid op het kadasterplan.

(8)
(9)

4. G

EOMORFOLOGIE EN BODEMKUNDIGE OPBOUW VAN DE SITE

“KINROOI

B

REEËRSTEENWEG

247”

4.1

Geomorfologische context

Geomorfologisch2 wordt het gebied gesitueerd in de Vlakte van Bocholt tegen de overgang naar de Maasterassen. De toplagen worden enerzijds toegewezen aan de eolische afzettingen die de formatie van Wildert vormen en anderzijds de formatie van Singraven. Deze laatste formatie wordt vooral aangetroffen in beekvalleien en wordt gekenmerkt door aanwezigheid van veen of veenrijk materiaal. Gelet op de afwezigheid van veen of venig materiaal in het onderzoeksgebied kunnen we stellen dat de C-horizont bestaat uit eolische afzettingen; de formatie van Wildert. In het Maasgebied noemt E. Paulissen deze dekzanden de formatie van Kessenich. Ze worden gekenmerkt door zwakke gelaagdheid waarbij lemigere en minder lemige laagjes elkaar afwisselen. Ook kenmerkend zijn de sporen van cryoturbatie.

4.2

Evaluatie van de bodems

Uittreksel uit de Bodemkaart van Belgie (© AGIV) (rood omcirkeld het onderzoeksgebied)

Het gebied bevindt zich in OB zone (bebouwd). Ten oosten werd een Scfz bodem gekarteerd: matig droge lemige zandgronden met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont met lichter of grover

2

BEERTEN, K (2005) Technische tekst bij de quartair geologische kaart, 10 – 18 Maaseik, KULeuven – Vlaams Agentschap LNE, p. 29.

(10)

wordende sedimenten in de diepte. Ten noorden bevinden zich Scm bodems: matig droge lemig zandgronden met diepe antropogene humus A horizont. Ten zuiden / zuidoosten werden Sdm bodems gekarteerd: matig natte lemige zandgronden met diepe antropogene humus A horizont3. Gedetailleerde profielbeschrijving

Over heel het terrein werden 9 profielputten gegraven. Zoals gemeld was in de sleuven 1 tot en met 6 – profielputten 1 tot en met 7 – de teelaarde, de A-horizont, verwijderd vooraleer de proefsleuven gegraven werden. Het bodemprofiel dat in alle profielputten werd aangetroffen was overal identiek: een A-horizont, sterk verdicht waarschijnlijk vastaangereden door voertuigen van de bewoners van huisnummer 247, daaronder een weinig ontwikkelde, vage B-horizont en onmiddellijk daaronder een C-horizont bestaande uit een fijne opeenvolging van laagjes, sterk verstoord echter door

cryoturbatie.

Sleuf 1, profiel 1: maaiveld (top van het maaiveld na

verwijdering van de teelaarde: +32.76 m TAW), bodem van de profielput: +31.66 m TAW)

Restant van de teelaarde Vage B-horizont

C-horizont: fijne gelaagdheid met sporen van cryoturbatie

Ter vergelijking:

Sleuf 2, profiel 2 Sleuf 3, profiel 3 Sleuf 4, profiel 4

3

VAN RANST, E. en SYS, C (2000), Eenduidige legende voor de digitale Bodemkaart van Vlaanderen (Schaal 1:20 000), Laboratorium voor Bodemkunde – Gent.

(11)

Daar waar de teelaarde wel nog aanwezig was kon geen verschil in bodemstratigrafie opgemerkt worden.

Sleuf 5, profiel 5 met een duidelijke

A-horizont met aan de onderzijde sporen van het spitten van de tuin met een schop.

Vervolgens de B-horizont en aansluitend

de C-bodem.

(profiel 5: top = +34.35 m TAW, bodem = +33.79 m TAW)

Een identiek beeld werd vastgesteld in de sleuven 7 (profiel 8) en 8 (profiel 9)

Hierbij dient echter opgemerkt dat de A-horizont in deze sleuven verstoord is door vergravingen voor funderingen van het woonhuis en de achterbouwtjes.

Uitzondering op heel dit beeld vormt de uiterste zuidwest hoek van het terrein. Hier is de teelaarde veel dikker, tot 1 m, maar

vermengd met recent bouwpuin. Deze hoek, ook door een draad afgescheiden van de rest van het terrein, werd door de achterbuur

gedurende vele jaren gebruikt als

“composthoop”.

Zuidwesthoek met tot 1.20 m teelaarde op de B-horizont.

(12)

Samengevat kan gesteld worden dat heel het terrein kan beschreven worden als een Scfz bodem: matig droge lemige zandgronden met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont met lichter of grover wordende sedimenten in de diepte. De sedimenten kunnen gedetermineerd worden als behorende tot de Formatie van Wildert.

5. G

EPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Op het terrein zal de firma Jehoul een parking aanleggen en een winkelruimte annex magazijn voor de Colruytgroep.

(13)

6. A

RCHEOLOGISCHE VERWACHTING

Uittreksel uit de Centrale Archeologische Inventaris (rood omcirkeld het onderzoeksgebied). In de nabijheid zijn verschillende archeologische vindplaatsen bekend:

- CAI 50769 Romeins, zonder enige verdere specificatie

- CAI 700484. Waterput, alleenstaand zonder verdere gegevens of datering - CAI 51522: vlakgraf en Romeins aardewerk , onder andere terra sigillata - CAI 50771: Romeins, zonder enige verdere specificatie

De Ferrariskaart (Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, 1771 – 1775 ©KBR).

Het projectgebied, rood omcirkeld op het uittreksel uit de ferrariskaart, kaartblad 206 – maeseyck, ligt aan de rand van de dorpskern van Kinrooi, tussen de laatste gebouwen van de dorpskern en een klein beekje dat noordelijk uitmondt in een ven of moeras. Iets meer oostelijk stroomt de Itterbeek. Het projectgebied is ingekleurd als akkerland.

(14)

De Atlas van Buurtwegen (ca. 1850)

Een exacte situering van het onderzoeksgebied op het uittreksel van de Atlas van buurtwegen is vrij moeilijk omdat de wegenstructuur vanuit het centrum van Kinrooi grondig gewijzigd en vooral

rechtgetrokken is. Het rode vierkant geeft een indicatie van waar het onderzoeksgebied gesitueerd kan worden. Wat opvalt is het kleine beekje ten oosten van het terrein, loopt quasi gelijk met de bedding van de huidige Lossing.

In de rechter benedenhoek is de Itterbeek ingetekend.

7. M

ETHODE

De Bijzondere Voorwaarden Kinrooi – Breeërsteenweg 247 schreven voor het terrein te onderzoeken doormiddel van proefsleuven van 4 m breedte. De verschillende rijen proefsleuven worden, om een goede spreiding te krijgen over het terrein, geschrankt gegraven, de afstand tussen de proefsleuven in de breedte bedraagt niet meer dan 20 m (van middenpunt tot middenpunt).

Hierbij wordt 10% opengelegd d.m.v. proefsleuven in een vast grid en 2,5% d.m.v. kijkvensters en/of dwarssleuven. De zijden van de kijkvensters meten maximaal de afstand tussen twee sleuven. De kijkvensters en/of dwarssleuven moeten voldoende groot zijn om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden.

Zoals eerder al beschreven was bij aankomst op het terrein al op een behoorlijk groot deel de teelaarde weggegraven. Dit gaf enerzijds het voordeel dat heel het terrein op sporen kon gecontroleerd worden, anders ontbrak daardoor het verband tussen teelaarde en B-horizont waardoor mogelijke invloed van bewerkinssporen op de B-horizont of de eventuele aanwezigheid van een tweede A-horizont niet konden nagegaan worden. In de B-horizont werden 6 oost – west gerichte proefsleuven geschrankt gegraven van 4 meter breed.

In het oostelijk gedeelte van het terrein werden nog drie extra proefsleuven gegraven. Hier kon wel de gegraven worden vanaf de teelaarde, maar die bleek sterk verstoord door de bouw van het woonhuis en aan- en achterbouwsels.

(15)

Afmetingen van de sleuven:

Spreiding van de sleuven – in geel ingekleurd -op het terrein

8. R

ESULTATEN

8.1. A

RCHEOLOGISCHE NIVEAUS

Er werd één archeologisch niveau aangetroffen dat zich situeert tussen +32.40 m TAW en 32.70 m TAW.

8.2. A

RCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN

De sporen zijn beperkt tot recente, zelfs zeer recente restanten van activiteiten die invloed gehad hebben op de bodem. In sleuf 1 en deels vlak ten zuiden ervan werd een spoor (spoor 1)

aangetroffen van een licht kronkelende greppel die gemiddeld 40 cm breed was en, in profiel en voor afmetingen sleuven 2013-202

sleuf Lengte m Breedte m Opp m²

1 19,8 4 79,2 2 17,1 4 68,4 3 19,8 4 79,2 4 15,5 4 62 5 13,5 4 54 6 13,9 4 55,6 7 11,02 4 44,08 8 15,1 4 60,4 9 7 2 14 tot opp 516,88 opp terrein 3396 % onderzocht 15,22026

(16)

zover nog meetbaar, tussen 5 cm en 10 cm diep bewaard. In deze greppel werden geen archeologica aangetroffen.

In het westelijk terrein gedeelte werd een noord – zuid gericht rechtlijnig greppelspoor (spoor 2) aangetroffen dat perfect overeen komt met de perceelsgrens tussen de percelen 2S en 2P. Ten westen van die greppel, op perceel 2S werden enkele sporen aangetroffen van plantkuilen. In sleuf 8 werd de funderingsgreppel (spoor 3) nog aangetroffen van de achterbouw horende bij het recent afgebroken woonhuis.

Sleuf 1 met het greppelspoor 1 Sleuf 2: plantgat vlak voor de Sleuf 3: op de voorgrond en vlak Profielput (spoor 4) naast de profielput

plantgaten(sporen 5 en 6)

Tussen de sleuven 1 en 2 aangetroffen afvalput met restanten van een zinken emmer en ander recent afval.

(17)

Sleuf 4 Sleuf 5 Sleuf 6

Panoramisch beeld met aanduiding van de eerste 6 sleuven. De sleuven 7, 8 en 9 werden pas aangelegd na afbraak van het huis en de stal.

Sleuf 7 Sleuf 8 met rechts het funderingsspoor van de achterbouw van het woonhuis

(18)

Tussen sleuven 8 en 9: restanten van een septische put die onder het woonhuis lag en vlak

daarachter, buiten het huis en tegen de perceelscheiding met de buren aan de oostzijde twee betonnen putten van elk 90 cm diameter

Sleuf 9

8.3. A

RCHEOLOGISCHE VONDSTEN

Er werden geen archeologische vondsten aangetroffen.

8.4. M

ETAALDETECTIE

De metaaldetectie, uitgevoerd met een Garret Ace 250 GTP, leverde geen vondsten op.

9. E

VALUATIE

,

WAARDERING EN AANBEVELINGEN

9.1 Evaluatie

De terreinprospectie met ingreep in de bodem heeft vanuit archeologisch standpunt geen resultaten opgeleverd. De aangetroffen sporen, twee greppeltjes, plantgaten en funderingssporen kunnen allemaal toegewezen worden aan recente (bouw)activiteiten op het terrein: tweede helft 20ste eeuw.

9.2 Waardering

Omdat het terrein geen waardevolle archeologische sporen en archeologica bevat kan het als archeologisch niet waardevol beschreven worden.

9.3 Aanbevelingen

Een vervolgonderzoek is, gelet op de afwezigheid van waardevolle archeologische sporen en archeologica niet nodig.

(19)

10. B

EANTWOORDING VAN DE GESTELDE ONDERZOEKSVRAGEN

:

10.1.

Zijn er sporen aanwezig ?

Er zijn enkele sporen aanwezig maar die kunnen allemaal toegewezen worden aan activiteiten uit de tweede helft van de 20ste eeuw

10.2.

Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

De sporen zij zowel antropogeen als natuurlijk: antropogeen zijn de greppels, de platkuilen en de funderingsgreppel, natuurlijk enkele sporadische pollengangen en wortelwerking van struikgewas en bomen op perceel 2S

10.3.

Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

De sporen zijn zeer duidelijk zichtbaar en dus goed bewaard hetgeen logisch is aangezien het heel recente sporen zijn.

10.4.

Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

De funderingsgreppel in sleuf 8 maakt deel uit van het woonhuis met achterbouw, opgetrokken rond 1950 / 1955

10.5.

Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

De sporen kunne tot meerdere periodes behoren; de greppel in sleuf 1 lijkt (veel) ouder dan alle andere sporen, maar, bij gebrek aan archeologica of ander dateerbaar

materiaal kan geen nadere datering vooropgesteld worden.

10.6.

Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

Niet van toepassing

10.7.

Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding?

Samengevat kan gesteld worden dat heel het terrein kan beschreven worden als een Scfz bodem: matig droge lemige zandgronden met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont met lichter of grover wordende sedimenten in de diepte. De sedimenten kunnen gedetermineerd worden als behorende tot de Formatie van Wildert.

10.8.

Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden?

Volgens onze vaststellingen is er geen sprake van een ontbrekende horizont

10.9.

Zijn er tekenen van erosie?

Er zijn geen tekenen van erosie

10.10.

Wat is de relatie tussen de bodem, de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, ..) en de archeologische sporen?

Er is bij gebrek aan archeologische sporen geen relatie vastgesteld tussen dergelijke sporen en de bodem en de landschappelijke context. Wel kan gesteld worden dat de bodem aansluit uit de ten oosten van het onderzoeksgebied gekarteerde bodemserie Scfz.

11. B

IBLIOGRAFIE

AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (2011), http://www.agiv.be/gis/. CAI (Centrale Archeologische Inventaris) (2011), http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/cai/.

GIS Limburg (2013) Atlas van de Buurtwegen, http://www.limburg.be/atlasvandebuurtwegen. Koninklijke Bibliotheek van België (2010), Ferrariskaart,

(20)

12. B

IJLAGEN

SPORENLIJST

PROJECTNAA

M: KINROOI PLAATS: KINROOI

PROJECTNUM

MER: 2013-202

DEELGEMEENT

E: KINROOI_DORP

LICENTIE O&E: 2013-202 STRAAT: BREEERSTEENWEG 247

JAAR: 2013 TOPONIEM:

SPOORNR SLEUF VULLING VORM

GEM.AFMETIN GEN

DATE

RING DETERMINATIE OPMERKINGEN

1 1 Grijs-donkergrijs Licht kronkelende greppel 30 m x 30 à 35 cm 18de / 19de E perceelscheiding slechts gedeeltelijk in sleuf 1

2 1-2-3 grijs, grijsbruin rechte lijn

57 m x ca 15 cm

20ste

E perceelscheiding

spoor is over de sleuven heen te volgen

3 8 donkergrijs brede greppel 11,5 m x 55 cm

20ste E funderingsgreppel 4 2 donkergrijs bruin rechthoek 80 cm x 85 cm 20ste E plantkuil 5 3 donkergrijs bruin rechthoek 45 cm x 48 cm 20ste E plantkuil 6 3 bruingrijs gevlekt cirkel diameter 48 cm 20ste E plantkuil FOTOLIJST KINROOI - Breeërsteenweg 247 project 2013 - 202 fotolijst

nr sleuf spoor nr sleuf spoor

1 1 greppel 18 2 profielput 2 2 1 greppel 19 2 profielput 2 3 1 profielput 1 20 2 profielput 2 4 1 profielput 1 21 2 profielput 2 5 1 profielput 1 22 2 profielput 2 6 1 profielput 1 23 2 7 1 profielput 1 24 2 8 1 greppel 25 3 plantkuil 9 1 greppel 26 3 10 1 wortelwerking 27 3 plantkuil 11 1 greppel 28 3 plantkuil 12 tss 1 en 2 afvalkuil 29 3 plantkuil

13 tss 1 en 2 afvalkuil 30 3 geëlimineerd spoor

14 tss 1 en 2 afvalkuil 31 3 geëlimineerd spoor

15 2 32 3 geëlimineerd spoor

16 2 33 3 profielput 3

(21)

nr sleuf spoor nr sleuf spoor 35 3 profielput 3 79 7 profiel 8 36 3 profielput 3 80 7 profiel 8 37 3 profielput 3 81 8 funderingsspoor 38 3 profielput 3 82 8 funderingsspoor 39 3 83 8 funderingsspoor 40 3 84 8 funderingsspoor 41 4 85 8 profiel 9 42 4 86 8 profiel 9 43 4 87 8 profiel 9 44 4 88 8 profiel 9 45 4 profielput 4 89 kelderrest 46 4 profielput 4 90 kelderrest 47 4 profielput 4 91 9 48 5 92 9 49 5 93 9 50 5 94 beerput 51 5 95 beerput 52 5 96 beerput

53 5 profielput 5 spitsporen 97 beerput 54 5 profielput 5 spitsporen 98 beerput 55 5 profielput 5 spitsporen 99 septische put 56 5 profielput 5 spitsporen 100 beerput 57 5 profielput 5 spitsporen 101 beerput

58 5 profielput 5 spitsporen 102 profiel zuidwest hoek

59 6 103 profiel zuidwest hoek

60 6 104 profiel zuidwest hoek

61 6 profielput 6 105 profiel zuidwest hoek

62 6 profielput 6 106 zuidoosthoek oppervlak

63 6 107 zuidoosthoek oppervlak

64 6 profielput 7 boomval 108 zuidoosthoek oppervlak 65 6 profielput 7 boomval 109 panorama sleuven 1 - 6

66 2, 3, 4, 5 panorama 110 panorama sleuven 1 - 6

67 1, 2, 6 panorama 68 panorama 69 panorama 70 panorama 71 panorama 72 panorama 73 panorama 74 panorama 75 panorama 76 panorama 77 7 78 7

(22)
(23)
(24)

P

LANNENLIJST

(25)
(26)
(27)

Coördinatenlijst: de nummers komen overeen met de meetpuntnummers op het allesporenplan nummer X Y Z nummer X Y Z 1 246275,2 204841,4 33,71 41 246299,5 204835,1 32,88 2 246285,4 204841,2 33,48 42 246312,5 204834 32,86 3 246296,2 204839,1 33,24 43 246273,8 204825,1 32,78 4 246310,6 204837,5 33,2 44 246271,8 204805,5 32,91 5 246326,3 204835,8 33,13 45 246270,5 204795,1 33,15 6 246316,4 204828,6 33,11 46 246274 204830,4 32,89 7 246323,3 204828,3 33,17 47 246284,6 204821,8 32,34 8 246313 204825,5 33,29 48 246283,7 204813,6 32,07 9 246312,1 204816,6 33,17 49 246281,6 204795,9 32 10 246312 204817,4 33,22 50 246285,1 204826,4 32,25 11 246311,5 204817,6 33,16 51 246274,4 204822,6 32,32 12 246311,4 204816,8 33,07 52 246278,1 204822,2 32,3 13 246311,6 204814,3 33,04 53 246282,1 204821,7 32,38 14 246313 204808,9 32,9 54 246285,3 204821,2 32,31 15 246308,6 204790,7 32,8 55 246289,2 204820,7 32,28 16 246308 204790,7 32,78 56 246293,2 204820,2 32,29 17 246307,8 204789,8 32,72 57 246293 204816,6 32,26 18 246307,9 204784,8 32,71 58 246290,6 204816,6 32,21 19 246314,7 204784 32,82 59 246286,1 204817 32,13 20 246315,4 204789,7 33,01 60 246285,7 204817,2 31,28 21 246320,9 204807,9 33,04 61 246285,5 204819 31,32 22 246322,4 204818,2 33,31 62 246283,5 204818,9 31,07 23 246321,6 204801 33,12 63 246283,6 204817,3 31,07 24 246318,7 204779,8 33,18 64 246283,2 204817,4 32,26 25 246306,5 204776,4 33,5 65 246279,9 204817,9 32,28 26 246289,4 204773,3 33,61 66 246276,6 204818,4 32,28 27 246269,8 204779,4 33,8 67 246273,5 204818,8 32,29 28 246274,1 204780,8 33,84 68 246275 204817,6 32,34 29 246277,8 204780,4 33,68 69 246277,5 204817,4 32,38 30 246282,2 204779 33,44 70 246286,4 204817,5 32,35 31 246291,8 204781,4 33,59 71 246288,5 204817,8 32,29 32 246304,1 204783,1 33,4 72 246290,7 204817,8 32,31 33 246304,2 204799,3 33,28 73 246292,5 204817,8 32,3 34 246292,8 204804 33,19 74 246291,6 204801,9 32,67 35 246293,7 204814,7 33,07 75 246287,7 204802,4 32,57 36 246302,2 204816,7 33,09 76 246284 204802,8 32,61 37 246308,2 204815,2 33,19 77 246279,9 204803,2 32,53 38 246308,4 204805,1 33,03 78 246276,5 204803,6 32,45 39 246309,8 204825,8 33,15 79 246272,3 204804 32,56 40 246300 204827,3 32,99 80 246271,8 204800 32,45

(28)

nummer X Y Z nummer X Y Z 81 246275,6 204799,6 32,44 121 246282,1 204786,3 32,49 82 246279,2 204799,3 32,35 122 246271,7 204788,7 32,36 83 246281,3 204799,1 32,27 123 246306,3 204778 32,87 84 246281,7 204799 31,46 124 246303,2 204778,5 32,82 85 246281,5 204800,6 31,47 125 246300,9 204778,7 32,78 86 246283,1 204800,6 31,49 126 246299,1 204778,9 32,16 87 246283,2 204799 31,44 127 246299,4 204780,4 32,18 88 246286,3 204798,4 32,19 128 246298,1 204780,6 32,21 89 246288,6 204798,2 32,12 129 246297,6 204779 32,07 90 246290,9 204798 32,12 130 246295,4 204779,1 32,59 91 246286,2 204798,8 32,25 131 246292,8 204779,5 32,56 92 246286,3 204799,5 32,24 132 246290,8 204779,9 32,51 93 246285,4 204799,7 32,18 133 246291,4 204783,6 32,35 94 246285,4 204798,9 32,18 134 246294,7 204783,1 32,26 95 246290,9 204786,4 32,53 135 246302 204782,1 32,4 96 246288,4 204787,7 32,28 136 246306,9 204781,4 32,42 97 246284,8 204788,2 32,24 137 246305,2 204800,7 32,58 98 246281,3 204788,6 32,37 138 246304,7 204801 32,2 99 246277,4 204789 32,42 139 246301,6 204801,3 32,04 100 246271,5 204789,6 32,56 140 246298,6 204801,7 31,89 101 246271,1 204785,7 32,56 141 246295,5 204801,8 31,77 102 246273,8 204785,5 32,44 142 246292,4 204802,1 31,63 103 246276,8 204784,9 32,32 143 246293,2 204806,3 31,56 104 246279,7 204784,4 32,22 144 246296 204806 31,53 105 246281,8 204784 31,59 145 246299 204805,6 31,46 106 246281,5 204785,6 31,71 146 246302,1 204805,4 31,49 107 246283,4 204785,7 31,84 147 246305,9 204804,9 31,59 108 246283,5 204784 32,01 148 246306 204803 31,41 109 246285,5 204783,6 32,44 149 246305,7 204801,7 31,29 110 246287,7 204783,3 32,43 150 246305,7 204801,2 31,81 111 246290,7 204783,1 32,54 151 246306,1 204802,9 31,85 112 246287,8 204785,3 32,51 152 246307 204818,4 32,23 113 246287,4 204785,3 32,53 153 246303,9 204818,8 31,99 114 246287,4 204785,7 32,49 154 246300,1 204819,1 32,06 115 246287,7 204785,7 32,48 155 246296,2 204819,5 31,98 116 246282,2 204786,1 32,42 156 246293,2 204820,3 31,99 117 246282 204785,9 32,43 157 246293,7 204824 31,95 118 246281,7 204785,9 32,42 158 246296 204823,6 31,96 119 246281,6 204786,1 32,4 159 246301,9 204822,7 32,06 120 246281,8 204786,4 32,45 160 246304,7 204822,4 32,07

(29)

nummer X Y Z nummer X Y Z 161 246307,5 204822 32,11 201 246317,4 204806,7 33,19 162 246307,5 204820,5 32,04 202 246320,5 204806,2 33,23 163 246307,7 204821,9 32,4 203 246321,3 204811,9 33,14 164 246307,7 204820,5 32,38 204 246318,2 204812,4 33,09 165 246300,2 204821,2 31,84 205 246315,7 204812,6 33,06 166 246298,4 204821,2 31,87 206 246313,3 204812,8 32,84 167 246298,6 204823,2 31,32 207 246313,4 204811,3 32,79 168 246300 204823,1 31,35 208 246312,2 204811,3 32,8 169 246300,1 204823,1 32,06 209 246312,2 204813 32,61 170 246298,6 204823,5 32,09 210 246310,8 204813,1 32,9 171 246297 204815,4 32,09 211 246308,4 204813,6 32,91 172 246280,7 204808,6 32,04 212 246306,3 204813,7 32,95 173 246279,4 204792,4 31,96 213 246309,6 204809,6 32,75 174 246296,9 204793 32,1 214 246309,6 204808,9 32,68 175 246309,5 204797,4 32,68 215 246313,7 204808,4 32,58 176 246316,8 204796,2 32,77 216 246313,9 204809 32,54 177 246309,9 204814,8 32,92 217 246319,2 204808,6 32,42 178 246311 204829,3 32,99 218 246319,4 204808,1 32,47 179 246304,4 204800,9 32,52 219 246321,1 204807,8 32,45 180 246308,3 204800,4 32,67 220 246321,1 204808,4 32,34 181 246311 204800,4 32,7 221 246322,2 204812,8 32,05 182 246313,6 204800,4 32,65 222 246322,7 204814,2 31,82 183 246316,6 204800,3 32,7 223 246323,1 204823,3 32,49 184 246317,2 204804,2 33,14 224 246323,5 204828,3 32,46 185 246316,9 204804,1 32,75 225 246319,9 204828,9 32,44 186 246314,8 204804,5 33,21 226 246318,7 204824 32,39 187 246314,3 204804,3 32,7 227 246321,7 204824,5 31,09 188 246313,2 204804,4 32,8 228 246313 204818,2 33,81 189 246313,1 204804,7 33,28 229 246313,1 204821,1 33,77 190 246312 204804,5 32,69 230 246313,5 204825,1 33,72 191 246311,8 204804,8 33,26 231 246315,6 204824,3 33,1 192 246309,5 204804,7 32,62 232 246315,2 204822,3 33,1 193 246306,1 204805 32,69 233 246315 204818,2 33,05 194 246308,2 204805,1 32,98 195 246311,2 204804,9 33,07 196 246311,8 204804,8 33,06 197 246305,8 204808,7 33,26 198 246309 204808,3 33,23 199 246312,1 204807,8 33,19 200 246315,1 204807,1 33,17

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

massacultuur. Voor het ontstaan daarvan is de verbreiding van de televisie in de jaren vijftig van de twintigste eeuw van wezenlijk belang geweest. Televisie heeft het mogelijk

1p 31 † Beschrijf voor één van deze tegenstellingen hoe deze tot uiting komt in het werk op afbeelding 6.. In tekst 10 is sprake van ’ schilderen’ met de computer. 1p 32 †

2p 27 † Noem twee elementen in het schilderij op afbeelding 12 die nieuw zijn in het werk van Mondriaan.. In 1998 werd de ’Victory Boogie Woogie’ door de Nederlandse staat

In deze tekst belijdt Martha Graham haar expressionisme, dat haar tot een typisch modern kunstenares maakt. Grahams danskunst vertoonde echter nog andere eigenschappen die als

In videofragment 5 zie je beelden uit het computerspel Tomb Raider met Lara Croft als virtuele heldin.. Een computerspel als Tomb Raider kan gezien worden als een product

De berekende kostprijs voor de biologische teelt lag voor Acer, Buxus en Magnolia onder de gemiddelde indicatieve prijs die in de handel wordt gehanteerd; voor Mahonia, Pru- nus

generación de procesos autogestionarios que dotaran, primero a los facilitadores formados en el proceso y después a los agricul- tores con que ellos trabajan, de elementos para

De dierenarts houdt onder andere rekening met de behandelingsresultaten uit het verleden (welke middelen werkten goed en welke niet). Daarnaast zal het bedrijfsbehandelplan