• No results found

Seizoensarbeid nodig voor groei biologische landbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Seizoensarbeid nodig voor groei biologische landbouw"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

SEIZOENSARBEID NODIG VOOR GROEI BIOLOGISCHE LANDBOUW

Marie José Smits en Boudewijn Koole

In de nota

Een biologische markt te winnen

heeft de Minister van LNV laten weten dat het Nederland zou sie-ren wanneer de biologische sector in 2010 10% van het agrarisch areaal omvat. Dat betekent dat de oppervlakte biologische landbouw zeer sterk moet groeien. Het LEI onderzocht, in samenwerking met IMAG en PPO, hoeveel extra arbeid hiervoor nodig is en hoe in de extra behoefte aan arbeid kan worden voorzien. Het gaat met name om extra seizoensarbeid. Deze extra arbeid zal voornamelijk ingezet moeten worden om onkruid met de hand te bestrijden, omdat men immers geen chemische onkruidverdelgers mag gebruiken. Berekend is dat, bij een zelfde manier van werken, een extra arbeidsinzet van 1,5 miljoen uur per jaar nodig zal zijn. Afhankelijk van vooronderstellingen omtrent het aantal uren dat een arbeidskracht zal werken in een seizoen, komt dit neer op zo'n 5.000 tot 10.000 extra arbeidskrachten per jaar. De helft van de uren is no-dig van half juni tot half juli. Allereerst is nagegaan in hoeverre de arbeid door machines kan worden verricht, vervolgens hoe de werving van extra arbeidskrachten kan verlopen. Hierbij is nog de situatie in het buiten-land verkend.

Mechanisatie en teeltmethode

In de biologische landbouw mag onkruid niet chemisch bestreden worden, maar er wordt hard gewerkt om de mechanische mogelijkheden uit te breiden. Twee apparaten die al op de markt zijn en mogelijkheden lij-ken te bieden zijn de vinger- en torsiewieder. Beide kunnen gebruikt worden om onkruid in de rij te verwijderen (en dus niet alleen tussen de rijen). Daarnaast zijn er apparaten in ontwikkeling. Het IMAG werkt momenteel aan een wiedrobot die op eigen kracht door het gewas moet kunnen hobbelen en onderscheid moet kunnen maken tussen cultuurgewas en onkruid. Verwacht wordt dat nieuwe technieken voor mechani-sche onkruidbestrijding op de middellange termijn het aantal benodigde arbeidsuren voor het onkruid wieden met 40% kunnen verminderen.

Naast mechanische ontwikkelingen wordt er gewerkt aan verbetering van de teeltmethoden. Een voorbeeld hiervan is een vals zaaibed. De grond wordt zaaiklaar gemaakt, waarna gewacht wordt tot het onkruid ge-kiemd is. Dan kan onkruid gemakkelijk mechanisch bestreden worden, waarna er daadwerkelijk gezaaid wordt. Op deze wijze worden veel onkruidzaden onschadelijk gemaakt.

Werven extra arbeid

Het probleem van arbeidstekort kan ook bestreden worden door extra arbeid aan te trekken. In zekere zin is het arbeidsprobleem voor de biologische landbouw hetzelfde als voor de gangbare. De wetgeving is immers gelijk voor beide vormen van landbouw. Maar omdat de biologische landbouw een arbeidspiek kent in de pe-riode tussen half mei en half juli en de gangbare vooral aan het einde van de zomer (oogsten) is er toch een verschil. Voor de biologische landbouw is het van belang om vroeg in de zomer al scholieren of eindexa-menkandidaten in te kunnen zetten. Daarmee samenhangend is de regelgeving voor deze groep interessant. Overigens geldt dat ook de asperge- en aardbeienoogst aan het begin van de zomer plaats heeft. Specifiek voor de biologische landbouw is ook dat voor bepaalde werkzaamheden de regels omtrent indu-striële arbeid van belang zijn, dit geldt met name voor wieden op een wiedbed. Dit betekent dat voor bepaalde werkzaamheden op biologische bedrijven een andere leeftijdsgrens geldt dan voor de meeste agrarische arbeid. Onder de 16 jaar mag geen industriële arbeid worden verricht.

De regeling gelegenheidsarbeid houdt in dat voor bepaalde groepen werknemers onder voorwaarden minder WW-premie betaald hoeft te worden. Per CAO is afgesproken voor welke (groep van) werknemers gebruik gemaakt mag worden van de regeling. De afspraken verschillen per bedrijfstype. Omdat in de biologische landbouw andere, en vooral meer gewassen per bedrijf worden verbouwd, valt de indeling in bedrijfstypen in de biologische landbouw anders uit dan in de gangbare landbouw. Inmiddels geldt voor de biologische ak-kerbouw wat dit betreft de gunstige CAO-tuinbouw.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, oktober 2003 pagina 2

Biologische landbouw in het buitenland

Niet alleen de Nederlandse regering streeft naar uitbreiding van de biologische sector. Ook in het buitenland (onder andere Duitsland) zijn dergelijke geluiden te horen. Wanneer gekeken wordt naar het biologische aandeel in de totale oppervlakte cultuurgrond is Oostenrijk koploper met 8%, op de voet gevolgd door Italië (7%). Griekenland is hekkensluiter met 0,7%. Nederland zit met 1,4% bij de onderste helft. Opvallend voor Nederland is het relatief grote aandeel groenten en akkerbouwgewassen in de biologische landbouw. Dit zijn arbeidsintensieve gewassen. Daardoor is de benodigde hoeveelheid arbeid per hectare hoog. (tabel 3) Daar komt bij dat de arbeidskosten in Nederland hoog liggen (zie figuur 5).

Ook de wetgeving omtrent seizoensarbeid verschilt per land. Dit geldt zowel voor de arbeid verricht door scholieren en studenten, als het aantrekken van buitenlandse werknemers. Verwacht mag worden dat door de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU in 2004 het gemakkelijker wordt werknemers uit deze landen te werven om in Nederland arbeid te verrichten.

Tabel 3 Arbeidsinzet per hecta e cultuurg ond op biologische bedrijven als percentage van die op gangbare bedrijven

r r

Land Jaar Aandeel

Oostenrijk 1993 91 Zwitserland 1993-96 110-132 Duitsland 1993-97 102-118 Denemarken 1996-97 105 Finland 1995 89 Frankrijk 1997 125 Luxemburg 1997 125 Italië 1992-95 60-90 Nederland 1995 157

Bron: Offerman en Nieberg.

0 5 10 15 20 25 30 35 40 BE DK DE GR ES FR IE IT LU NL AT PT FI SE UK x 1.000 euro 1998 1999 2000 Figuur 5 Arbeidskosten agrarische sector per mensjaa in de EUr

Bron: Eurostat, Economic Accounts of Agriculture.

Meer informatie:

Rapport 6.02.09:

Arbeidsknelpunten en groei biologische landbouw - een verkenning van oplossings

ichtin-gen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It is also apparent from the literature and relevant quoted legislation that factors such as education, age, tenure and work experience, as well as family responsibility, should

Die gesagsverhouding tussen die onderwyser en sy werkgewer (d.i. die onderwysdepartemcnt sowcl as die bcstuursliggaam van die staatsondersteunde skool) is

Daar bestaan ’n wisselwerking tussen ekstrinsieke leerversperrings en hul intrinsieke versperrings, naamlik hul motoriese gestremdhede, wat hulle tydens hul vroeë kinderjare

Dit raak hier nie slegs die pasiënt nie, maar het ook ʼn impak op die pasiënt se direkte familie (Pellerin, 2009:3).. By die toepassing van die wetgewing word die handhawing van

(xii)

With reference to un involvement of parents, the researcher's experience of monitoring school administration since 1990 has reinforced his conviction that the principals of

The secondary research objectives of this study included determining what the current perception of KovsieFM is among students of the University of the Free State, what the