• No results found

Persbericht: De ingenieur en de buurman

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Persbericht: De ingenieur en de buurman"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Persbericht, 13 december 2012

Transparantie via nieuwe media loont

Nieuwe media kunnen bijdragen aan een relatie van openheid en vertrouwen tussen overheid en burgers. Dat concludeert de RMO uit zijn onderzoeksrapport

De ingenieur en de buurman

Communicatie rondom de aanleg van de Noord/Zuidlijn

dat vandaag in Amsterdam gepresenteerd wordt.

Tot eind 2008 was de Amsterdamse Noord/Zuidlijn in allerlei opzichten een moeizaam verlopend uitvoeringsproject. Met de inzet van de ontluikende sociale media gooide de gemeente Amsterdam radicaal het roer in de communicatie om. Zij zocht aansluiting bij bestaande netwerken rondom de Noord/Zuidlijn en is zich open en aanspreekbaar gaan opstellen.

Op YouTube, Twitter, Flickr, Facebook, blogs, debovengrondse.nl en hierzijnwij.nu houden gemeente en burgers elkaar op de hoogte over wat er (dagelijks) gebeurt. Tweezijdige communicatie staat daarbij centraal. Goed informeren betekent een uitwisseling van positieve én negatieve boodschappen, direct beantwoorden van vragen, en meteen in actie komen bij concrete problemen. Of zoals de studie aangeeft: als iemand een natte vloer heeft, moet je gaan dweilen, en geen brieven sturen dat je het in behandeling gaat nemen. Ook moet je aan de buurman ‘aangeven wat je gaat doen ... en als het heel erg tegenvalt gewoon je

excuses maken’ (p.125).

Deze openheid en omgevingssensitiviteit van de overheid heeft de

vertrouwensrelatie tussen overheid en samenleving aanzienlijk verbeterd. Niet langer is de inzet van het hoofdkantoor van de Noord/Zuidlijn om over zijn eigen reputatie te waken, maar om de buitenwereld soms letterlijk naar binnen te halen. De nieuwe aanpak heeft de eigen interne overheidsorganisatie, zo laat de studie zien, niet ongemoeid gelaten. Ambtenaren kregen meer zeggenschap en

handelingsruimte om open met burgers te communiceren. Boorders en ingenieurs traden zelf zonder tussenkomst of overleg met leidinggevenden, in contact met burgers.

Auteur Ton Baetens toont met deze narratief-kwalitatieve aanpak hoe nieuwe media gaandeweg de overheid in staat stelden om zich anders tot haar burgers te verhouden, en hoe de menselijke maat de nieuwe standaard werd. Met de studie werpt de RMO licht op de vraag in hoeverre internet de verhouding tussen overheid en burger (structureel) verandert. De publicatie vormt een achtergrondstudie voor een binnenkort te verschijnen advies hierover.

--- De studie De ingenieur en de buurman. Communicatie rondom de Noord/Zuidlijn is te downloaden op www.adviesorgaan-rmo.nl

Voor meer informatie over de studie kunt u contact opnemen met Albertine van Diepen a.van.diepen@adviesorgaan-rmo.nl of 070-3406028.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

De LOSR heeft de staatssecretaris schriftelijk gevraagd ervoor te zorgen dat gemeenten, het UWV en de SVB instructie krijgen over de wijze waarop zij bij het verrekenen op

Om het risico van verkeersdeelname te kunnen vergelijken met het risico in de privé-sfeer en op het werk, zijn voor elk van deze drie activiteiten gegevens

De wetenschappelijke onderzoeker moet het zich aantrekken als uitkomsten van onderzoek de praktijk niet bereiken of, erger nog, daar op geen enkele manier aan te relateren zijn..

Doch J akhals peinsde op middelen om zijn straf te ontgaan, en verzocht dus eerst ten· aanhore van het ganse volk zijn zonden te mogen belijden, opdat later

De stelling van Annemarie Sprokkereef: men realiseert zich te laat hoe ingrijpend de nieuwe Paspoortwet is.. De vingerafdrukken van alle Nederlanders komen in een

In het nieuwe systeem stem je óf op een partij óf op één persoon van die partij. Als de helft van de mensen op de partij heeft gestemd en de andere helft heeft gestemd op een

In dit hoofdstuk komen de volgende twee onderzoeksvragen aan bod: welke segmenten van burgers staan het meest positief of negatief tegenover digitale