• No results found

Tweede kwartaal vleesvarkens: saldo hoger

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tweede kwartaal vleesvarkens: saldo hoger"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

TWEEDE KWARTAAL VLEESVARKENS: SALDO HOGER

Arjan Wisman en Jan Bolhuis

Het aantal varkensslachtingen in de EU zal in 2005 volgens de ramingen van de Europese Commissie met 1,6 miljoen afnemen tot ruim 240 miljoen stuks. Die teruggang komt volledig voor rekening van de 10 nieuwe EU-lidstaten waar de daling op ruim 5% wordt geraamd. Voor de EU-15 wordt een marginale toename verwacht (+0,2%). Voorlopige cijfers over de omvang van de varkensstapel in mei duiden er echter op dat het aantal varkens in Duitsland met 4,5% is toegenomen tot 26,8 miljoen dieren. Er wordt kennelijk meer geïnvesteerd in de bouw van nieuwe stallen. Daarnaast is door het ontkoppelen van de slachtpremies voor runderen een aantal Duitse rundvleesproducenten overgeschakeld naar het houden van vleesvarkens. De meest recente informatie uit Denemarken duidt erop dat de varkensstapel zich daar stabiliseert rond de 13 miljoen dieren. Volgens voorlopige cijfers van de Landbouwtelling bedraagt het aantal varkens in Nederland 11,2 miljoen stuks, een fractie hoger dan in 2004.

Afzet

De consumptie van varkensvlees loopt in een aantal Europese landen iets terug omdat de consument de voorkeur geeft aan het goedkopere pluimveevlees. De afzet van varkensvlees verliep hierdoor moeizaam waardoor de druk op de prijzen in het begin van het tweede kwartaal toenam. In de loop van het kwartaal nam het aanbod iets af en kwam onder invloed van het zonnige weer extra vraag los. Mede daardoor vertoonden de prijzen tot het eind van het kwartaal een stijgende tendens (figuur 1). Ook was er in het tweede kwartaal opnieuw sprake van een forse toename van de uitvoer van levende varkens. Daardoor werden in het eerste halfjaar ruim 1,3 miljoen slachtvarkens levend uitgevoerd, bijna 300.000 meer dan vorig jaar. De export naar Duitsland liet opnieuw een sterke groei zien. Dat geldt ook voor de uitvoer van biggen: van 2 miljoen uitgevoerde biggen ging de helft naar onze oosterburen. Nieuwe EU-lidstaten zoals Polen en Hongarije zijn ook belangrijke afnemers geworden van Nederlandse biggen. Door de teruglopende vraag vanuit Spanje en de lagere varkensprijzen in april stonden de biggenprijzen echter onder druk. In de loop van het tweede kwartaal trad wel enige prijsherstel op door de opleving op de varkensmarkt, maar de biggen bleven door het ruime aanbod moeilijk te plaatsen. Daarnaast werd op de Duitse markt een toenemende concurrentie ondervonden van het aanbod van biggen uit Denemarken.

0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,5

jan feb maartapril mei juni juli aug sep okt nov dec Euro per kg

2003 2004 2005

Figuur 1 Prijs varkensvlees per kg geslacht gewicht

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw ;; ; ; ;; ;; ;; ; ; ;; ;; ; ; ; -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35

1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Euro per bedrijf x 1.000

;;

2002 2003 2004

;;2005

Figuur 2 Saldo per kwa taal op vleesvarkensbedrijven (bij een omvang van 1.300 vleesvarkens r per bedrijf)

Resultaten

Door bovengenoemde marktontwikkelingen zijn de resultaten van de vleesvarkensbedrijven verder verbeterd. Het saldo per bedrijf is voor een bedrijf met 1.300 vleesvarkens in het tweede kwartaal bijna 4.000 euro hoger uitgekomen dan in hetzelfde kwartaal van 2004 (figuur 2). Daarmee werd bijna het niveau van het vijfjaarlijkse gemiddelde (1996-2000) van 15.000 euro per bedrijf bereikt. Op maandbasis werden in het tweede kwartaal saldi gerealiseerd van 2.400 euro in april, 5.200 euro in mei en 7.100 euro in juni, uitgaande van continue productie op basis van vervangingswaarde. Cumulatief was het saldo in het eerste halfjaar ruim 23.000 euro per bedrijf. Dat is in de afgelopen vier jaar niet meer voorgekomen. Dankzij de relatief hoge vleesvarkensprijzen en het goedkopere voer zette de verbetering van de saldi dus door. De lagere voerprijzen leverden een belangrijke bijdrage aan het gunstige kwartaalresultaat, omdat de voerkosten op kwartaalbasis ruim 8.000 euro per bedrijf lager waren dan in het tweede kwartaal van 2004. De kosten voor de biggen waren toen wel duidelijk lager. Het voorjaar begon traditioneel weer met hoge biggenprijzen, maar in de loop van het tweede kwartaal daalden de biggenprijzen door de moeizamere afzet. Of het traditionele seizoenpatroon in de economische resultaten ook dit jaar van toepassing zal zijn valt nog te bezien. De prijsontwikkelingen in juli en begin augustus wijzen daar voorlopig wel op, maar voor het komende halfjaar zijn de prijsverwachtingen iets minder positief. De verwachting blijft wel gehandhaafd dat het saldo (excl. balansverschillen) op jaarbasis hoger zal uitkomen dan in 2004.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In die nuwe lesingsaal wat gedurende Mei in gebruik geneem sal word, is ruim voorsiening gemaak vir die gebruik van oudio-visuele hulp- middels.. In die bestaande lesingsaal

Hilhorst stelt echter de vraag of de sociale dienst voldoende aandacht heeft voor hun maatschappelijke taak om mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt naar vormen

Brown D & Fogg A “The Law of Resumption in Australia” in GM Erasmus Compensation for Expropriation - A Comparative Study Volume I 1990 Proceedings of the 1990 Conference of the

The objectives of the empirical study was to obtain information from the members of the municipality, strategic managers and the different managers with regard to

(op dorpe en in stede) is die Christelik-nasionale onder- wysideaal nagestreef. 136) Gegewens is verkry uit die betrokke skole se feesjaar- blaaie wat tydens elke

context for the rock engravings of Redan, it was therefore necessary to review the prehistory ofthe southern Highveld against the backdrop of the Stone and Iron Ages in South

While the Dutch East India Company invested little in the economic development of the Cape Colony, it did not use the fiscal system to extract as much surplus as possible.. Keywords:

This article examines this fragmentation and omission of a consolidated public health policy during the first 10 years of the Union on the basis that a comprehensive national