• No results found

Het gehalte aan aflatoxine B1 in rundveevoeders en grondnotenschroot in 1983

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gehalte aan aflatoxine B1 in rundveevoeders en grondnotenschroot in 1983"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afdeling OCON RAPPORT 84.22

1984-03-02 Pr.nr. 404.0442 Onderwerp: Het gehalte aan aflatoxine B1

in rundveevoeders en grond -notenschroot in 1983.

Verzendlijst: direkteur, sektorhoofd (3x), direktie VKA (V.d. Meijs, Mol, Kloet), afd. Organische Contaminanten/Bestrijdings-middelen (4x), afd. Normalisatie/Harmonisatie (Humme), Projektbeheer, Projektleider (Roos), afd. sektor Veilig-heid (5x), LAC Stuurgroep Zuivelverontreiniging (20x), LAC werkgroep Nycotoxinen (15x).

(2)
(3)

Afdeling Organische Contaminanten/Bestrijdingsmiddelen 1984-03-02

RAPPORT 84.22 Pr.nr. 404.0442

Projekt: Inventariserend onderzoek naar het voorkomen van aflatoxine. Onderwerp: Het gehalte aan aflatoxine n1 in rundveevoeders en

grond-notenschroot in 1983.

Voorgaande rapport: 83.33 dd. 1983-04-07

Doel:

Een overzicht te geven van de besmetting van rundveevoeders en grond-notenschroot met aflatoxine n1 in 1983 in relatie tot voorgaande jaren.

Samenvatting/Conclusie:

Van alle geanalyseerde rundveevoeders (n=231) werd in 12% van de monsters de norm voor aflatoxine n1 overschreden. De mediaan van de aflatoxine B1 besmetting bedroeg 8 pg/kg en is een faktor 2 hoger dan in voorafgaande jaren. De in de voorgaande jaren gemeten lagere be-smetting in de weideperiode kon niet aangetoond worden.

De hogere besmetting van de rundveevoeders hangt mede samen met de gemiddeld een faktor 2 hogere besmetting van grondnotenschroot met aflatoxine

n

1 • De mediaan in grondnotenschroot bedroeg in 1983 0,4 mg/kg tegen 0,2 mg/kg in 1982. Naast grondnotenschroot bleek in vrij-wel alle monsters rundveevoeder, met een gehalte groter dan 20 ~g/kg,

kokosschroot (meel) te zijn verwerkt. In kokosschroot(meel) werd in een 3-tal monsters maximaal 150 pg aflatoxine B1/kg aangetoond.

Verantwoordelijk: ir L.G.M.Th. Tuinstra

rvÓ

Medewerkers/Samenstellers: R.J. van Mazijk, Th.C.H. van Neer, A.H. Roos Projektleider: A.H. Roos~

(4)

Inleiding

Voor het verkrijgen van een totaal overzicht van de mate van besmet

-ting van rundveevoeders en grondnotenschroot met aflatoxine B1 zijn de resultaten evenals in voorafgaande jaren getabel~eerd.

Voor aflatoxine B1 gelden in deze produkten de volgende toleranties:

- Rundveevoeders 0,02 rog/kg bij een vochtgehalte van 12% (Bijlage bij de Verordening Vvr ongewenste stoffen en pro

-dukten 1975).

- Grondnotenschroot: 1,0 mg/kg op produktbasis (Besluit Vvr ongewenste

stoffen en produkten 1975).

Monstermateriaal

De monstername werd verzorgd door de Algemene Inspectiedienst en de Dienst Invoerrechten en Accijnzen.

Door de Algemene Inspectiedienst werden 231 monsters rundveevoeder, 10 monsters grondnotenschroot en 3 monsters kokosschroot(meel) aangebo

-den; door de Dienst Invoerrechten en Accijnzen werden 98 monsters grondnotenschroot aangeboden.

Methode (HPLC)

De monsters werden onderzocht zoals beschreven in Intern Voorschrift F 70. Het gemalen produkt werd gei!xtraheerd met chloroform en het

extrakt werd zonder clean-up direkt aan tweedimensionale dunnelaag-chromatografie onderworpen. Aflatoxine B1 wordt van de plaat geË!xtra-heerd, drooggedampt en opgenomen in methanol. Een vloeistofchromato-grafische scheiding wordt daarna uitgevoerd met behulp van een

reversed phase kolom, na post-column derivatisering met een

jodiumop-lossing wordt het aflatoxine B1 met een fluorescentiedetektor gemeten

(1). De methode is routinematig bruikbaar op het 2 ~g/kg niveau. Voor rundveevoeder werd in de rapportage als ondergrens 5 ~g/kg aangehouden en voor grondnotenschroot 0,1 mg/kg. De recovery van aflatoxine B1

toegevoegd aan rundveevoeders op het 40 ~g/kg niveau bedraagt

gemid-deld ca. 100% (range 71-114%) (n=9).

De resultaten van bovengenoemde HPLC methode zijn vergelijkbaar met de resultaten verkregen met de in het vorige verslag (83.33) beschreven

dunnelaagchromatografische methode en zijn in beide gevallen als een screeningsresultaat te beschouwen.

(5)

-- 2

-Monsters met een gehalte groter dan de tolerantie voor aflatoxine B1

werden bevestigd volgens de EEG-methode nr. 76/372/EEG.

Resultaten/Discussie

In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de aflatoxine B1 resultaten

verkregen met de HPLC-methode.

Tabel 1. Het aflatoxine B1 gehalte in rundveevoeders in 1983

(~g/kg bij een vochtgehalte van 12%)

Maand Hediaan Hax. gehalte Aantal monsters Totaal aantal

>

norm monsters Januari 7 42 2 26 Februari 16 74 4 12 Haart 8 25 1 13 April 7 17 0 13 Hei < 5 21 1 17 Juni 7 67 10 31 Juli 12 350 3 20 Augustus 12 62 2 24 September 8 50 4 20 Oktober 17 68 8 17 November 8 160 6 24 December 8 38 3 14 Totaal 8 350 44 231

In tabel 2 zijn ter vergelijking van de resultaten van het aflatoxine

B1 gehalte in rundveevoeders de mediaan en het aantal

overschrij-dingen in de periode 1980-1983 gegeven.

Tabel 2. Overzicht van het aflatoxine B1 gehalte in rundveevoeders

in de periode 1980-1983

Periode Hediaan aflatoxine B1 gehalte Aantal Aantal

( ~g/kg bij een vochtgehalte van 12%) monsters overschrijdingen

(EEG-methode)

1980 < 0,004 193 2

1981 < 0,004 226 3

1982 < 0,005 220 8

1983 0,008 231 28

In 1983 is ten opzichte van voorgaande jaren een sterke toename van de

aflatoxine Bl besmetting in rundveevoeders gemeten. De in de

voor-gaande jaren gemeten lagere besmetting in de weideperiode kon niet

aangetoond lolorden.

(6)

-- 3

-Uit de bij de monsters gegeven samenstelling was af te leiden dat de

hogere besmetting van de rundveevoeders samen kan hangen met de ver-werking van grondnotenschroot en kokosschroot in rundveevoeders.

In tabel 3 wordt voor grondnotenschroot een overzicht gegeven van de

mediaan, aantal monsters en aantal overschrijdingen van de norm van 1,0 mg aflatoxine B1 per kg produkt.

Tabel 3. Overzicht van het aflatoxine B1 gehalte in grondnotenschroot in de periode 1980-1983

Periode Mediaan aflatoxine B1 gehalte Aantal Aantal

(}lg/kg produkt) monsters overschrijdingen

(EEG-methode)

1980 0,1 64 5

1981 0' 1 35 2

1982 0,2 79 2

1983 0,4 108 3

In tabel 4 wordt voor zover de herkomst van de monsters grondnoten-schroot bekend is aangegeven de herkomst, mediaan, range en aantal monsters.

Tabel 4. Overzicht naar herkomst van het aflatoxine B1 gehalte in

grondnotenschroot in 1983

Herkomst Mediaan Range Aantal monsters

Soedan 0,4

<

0,1-1,2 54 Senegal 0,6 0,3-0,9 17 Argentinii:!

<

0,1

<

0,1-0,2 17 Brazilië 2,0 1,5-2,5 2 India 0,6 0,2-0,9 7 USA

<

0,1

<

0,1 3

In 1983 is in grondnotenschroot ten opzichte van voorafgaande jaren een sterke toename van de aflatoxine B1 besmetting gemeten, welke mede geresulteerd heeft in een grotere besmetting van rundveevoeders met aflatoxine.

Ook de verwerking van kokosschroot(meel) zal een belangrijke bijdrage hebben gegeven gezien de hoge verwerkingapercentages (tot 15%) in rundveevoeders. In een 3-tal monsters is resp. 22, 110 en 150 }lg afla-toxine B1/kg aangetoond.

(7)

-• t t ' I

- 4

-Conclusie:

Van alle geanalyseerde rundveevoeders (n=231) werd in 12% van de monsters de norm voor aflatoxine B1 overschreden. De mediaan van de aflatoxine B1 besmetting bedroeg 8 ~g/kg en is een faktor 2 hoger dan in voorafgaande jaren. De in de voorgaande jaren gemeten lagere be-smetting in de weideperiode kon niet aangetoond worden.

De hogere besmetting van de rundveevoeders hangt mede samen met de gemiddeld een faktor 2 hogere besmetting van grondnotenschroot met aflatoxine B1 • De mediaan in grondnotenschroot bedroeg in 1983 0,4 mg/kg tegen 0,2 mg/kg in 1982. Naast grondnotenschroot bleek in vrij-wel alle monsters rundveevoeder, met een gehalte groter dan 20 ~g/kg, kokosschroot (meel) te zijn verwerkt. In kokosschroot(meel) '"erd in een 3-tal monsters maximaal 150 ~g aflatoxine B1/kg aangetoond.

Literatuur

1. L.G.M.Th. Tuinstra en

w.

Haasnoot, J. of Chromatography 282 (1983) 457-462.

2. L.G.M.Th. Tuinstra, C.A.H. VerhUlsdonk, J.M. Bronsgeest en W.E. Paulsch, Landbomo~kundig Tijdschrift 86-10.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Phage-derived λSA2 and B30 endolysins were tested in vitro and in a mouse mastitis model against bovine streptococci (Schmelcher et al., 2015).. Lyt- ic activities were

Immediately post- operatively, closed incision management with negative pressure wound therapy (NPWT) was applied to minimize the risk of postoperative complications.. The

De constatering dat in veel sectoren smokkelhan- del welig tierde, dat smokkel in veel gevallen een aanzienlijke omvang had, dat de belangen bij smokkel vaak nauw verweven waren

In dit boek zijn 14 biografieën opgeno- men van dominees, bekende maar ook veel minder bekende, die in deze Nederlands Hervormde Kerk actief waren van de 17 de tot de 19 de

Using a wide variety of documents from Dutch, British and South African archives, real wages were calculated for the Cape Colony from its foundation in 1652 up to the unification

De proefvelden werden aangelegd op klei-, kleiveen- en zand- grasland met zowel lage als hoge P-toestand. In het voorjaar van 1958 werd vóór de bemesting een grondmon- ster genomen

selecties oogstgegevens verzameld. Uit deze gegevens blijkt dat esn aantal nummers een hoog percentage 1 + B sla hadden. Enkele van hen hadden bovendien weinig of geen

schouwd. Een indruk over het verloop van prijzen voor luzernemeel kan verkre- gen worden uit het verloop van verbruikersprijzen van gras- en luzernemeel per kg ruw eiwit en uit