• No results found

Hoofdstuk 5 Rijen en recursie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoofdstuk 5 Rijen en recursie"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoofdstuk 5:

Rijen en recursie

1 a. 3, 2, -1, -10, … b. …, -118, -361 2 a. u(0) 2 u(1) 10 (0) 4 24 u   u(2) 10 (1) 4 244 u   (3) 10 (2) 4 2444 u  u   b. A(0) 34 1 2 (1) (0) 17 A  A  1 1 2 2 (2) (1) 8 A  A  1 1 2 4 (3) (2) 4 A  A  c. 1 2 (0) K   1 (0) (1) K 3 1 K    1 (1) (2) K 3 4 K    1 1 (2) 4 (3) K 3 3 K    3 a. u n(  1) u n( ) 3 met u(0) 3 … 15, 18, 21, 24 b. u n(   1) 4 ( )u n met u(0) 5 … 5120, 20480, 81920 c. u n(   1) 0,5 ( )u n met u(0) 1200 … 75, 1 2 37  , 3 4 18 , 3 8 9  4 a. t 1: 1000 1,03 1000 € 2030,    b. t 2 : 2030 1,03 1000 € 3090,90   3 : 2090,90 1,03 1000 € 4183,63 t     c. K n(  1) 1,03K n( ) 1000 met K(0) 1000

d. mode seq (4e rij)

0

nMin (geboortedag)

( ) 1,03 ( 1) 1000

u n  u n  (u: 2nd en n: x)

( ) 1000

u nMin  (eerste term)

Op zijn 18e verjaardag staat er ongeveer € 25.117,- op de bank. 5

a. 30: er worden ieder jaar 30 walvissen gevangen. 230: de beginpopulatie is 230

1,1: de groei is 10% per jaar.

b. u n( ) 1,1 ( u n 1) 20 met u(0) 230

c. De 10% aangroei moet dan ook weer gevangen worden: 0,10 230 23  walvissen. 6 a. 7, 15, 31, 63, … b. u(0) 2 0q  1 2q  1 7 3 2 8 2 3 q q    c. u n( ) 2 n3  1 2 2n 3  1 8 2n1 7 a. u n( ) 7 4  n b. u n( ) 200 5  n

(2)

8

a. u(0) 1 u(1)u(0) 2 0 3 4    u(2)u(1) 2 1 3 9   

(3) (2) 2 2 3 16

uu    

b. u n( ) ( n1)2 (

maar of je dit kunt bedenken?)

c. -9 a./b. c. u n( ) 10 2 n d. -10 a./b. A: u n(  1) u n( ) 5 met u(0) 12 …, 37, 42, 47 B: 1 2 ( 1) ( ) u n  u n met u(0) 100 …, 1 1 9 4 8 16 6 , 3 ,1

C: u n(   1) 4 ( ) 1u n  met u(0) 1 …, 683, 2731, 10923 bedenk het maar!

D: u n(   1) 2 ( )u n met u(0) 3 …, 96, 192, 384

E: u n(   1) 3 ( ) 1u n  met u(0) 2 …, 202, 607, 1822 bedenk het maar!

F: u n(  1) u n( ) 3 met u(0) 20 …, 8, 5, 2

11

a. 4, 12, 36, 108, 324

b. Elke volgende term kun je berekenen door te vermenigvuldigen met 3. Je moet dan 40 keer met 3 vermenigvuldigen, ofwel met 340.

c. u n( ) 4 3  n 12 a. A en F zijn rekenkundig. b. B en D zijn meetkundig. c. A: u n( ) 12 5  n B: 1 2 ( ) 100 ( )n u n   D: u n( ) 3 2  n F: u n( ) 20 3 n d. zie vraag 10. 13

a. in drie stappen is er 114 bijgekomen. Dat is 38 per stap.

( 1) ( ) 38

u n u n  met u(0) 28 u n( ) 28 38 n

b. in drie stappen is er met 3 8

3 vermenigvuldigd. Dat is met 3 13 1

8 2 (3 ) 1 per stap. 1 2 ( 1) 1 ( ) u n  u n met 1 3 (0) 21 u  1 1 3 2 ( ) 21 (1 )n u n   14 a. …, 7, 1 3 2 4 5 , 4 b. 1 2 ( 1) ( ) 2 u n  u n  met u(0) 100 c. 1 0 2 (0) ( ) 100 u  p    q p q 1 2p(100p) 52 1 1 1 2 2 (1) ( ) 52 u  p  q p q  1 2 48 96 4 p p en q    d. 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 ( ) 96 ( )n 4 96 ( )n 4 (96 ( )n 4) 2 ( 1) 2 u n         u n  n 0 1 2 3 4 un 10 20 40 80 160 2n 1 2 4 8 16

(3)

15 a. 1, 3, 5, 7, 9 b. 1, 4, 9, 16, 25 c. s n( ) ( n1)2 16 u n( )s n( )s n(   1) a n( 1)2 a n2  a n( 22n  1) a n2 a (2n1) 17 a. recursieformule: u n(  1) u n( ) 6 met u(0) 3 rangnummerformule: u n( ) 3 6  n b. s n( ) 3 (  n1)2 (neem a3 in opgave 16) 18 a. 2 (99) 100 101 10100s    b. 2som501 (500 1000) 751500   1 2 (99) 10100 5050 s    som375750 19 a. 2 (30) 31 92 2852 (30) 1426 s s     

b. 2 (30) 31 (1 91)s     aantal termen  (eerste term + laatste term)

1 2

(30)

s   aantal termen  (eerste term + laatste term) 20 1 1 2 2 2 ( ) ( 1)(2 ) ( ) ( 1)(2 ) ( 1)( ) s n n a bn s n n a bn n a a bn            n+1: aantal termen

a+a+bn: eerste term + laatste term

21 a. 3, 5, 7, 9, 11, …, 43 1 2 (20) 21 (3 43) 483 s      b. 4, 7, 10, 13, …, 64 rangnummerformule: u n( ) 4 3  n 1 2 (20) 21 (4 64) 714 s      c. 110, 98, 86, …, -130 rangnummerformule: u n( ) 110 12  n 1 2 (20) 21 (110 130) 210 s        22 a. u n( ) 4 13  n b. 1 2 (20) 21 (4 264) 2814 s      c. 1 1 1 2 1 2 2 2 2 ( ) ( 1)(4 4 13 ) ( 1)(8 13 ) 6 10 4 s n   n   n   n  nnnn 0 1 2 3 4 … 29 30 u(n) 1 4 7 10 13 … 88 91 u(30-n) 91 88 85 82 79 … 4 1 n 0 1 2 3 … n-1 n

u(n) a a+b a+2b a+3b

a+bn-b

a+bn

u(30-n) a+bn

(4)

23 1 1 1 2 1 2 2 2 2 ( ) ( 1)( ) ( 1)(2 ) ( ) s n   na a bn    na bn  bnab n a24 a. s(n): 3, 10, 21, 36, 55 u(n): 3, 7, 11, 15, 19

b. s(n) is de som van de eerste n+1 termen en s(n-1) is de som van de eerste n

termen van de rij. Het verschil van deze sommen is de n+1ste term: u(n). c. s n(  1) 2(n1)25(n  1) 3 2(n22n 1) 5n  5 3 2n2n d. u n( )s n( )s n(  1) 2n25n 3 (2n2n) 4 n3 e. s n(  1) a n( 1)2b n(   1) c a n( 22n 1) bn b c an   2(b2 )a n a b c   2 2 ( ) ( ( 2 ) ) 2 u nanbn c  anba n a b c    an b a  f. u(0)   b a c s(0)

25 A n( ) 1 2  n (A(0) is het eerste veld) A(63) 2 63 9,22 10 18 rijstkorrels

26 a. s(3)u(4)u(0) 16 1 15   en s(4)u(5)u(0) 32 1 31   b. s(63)u(64)u(0) 2 64 1 1,84 10 19 27 u n( ) 4 3  n 11 4 3 4 (10) 354.292 2 s     28 a. (9) 3 1 210 3069 1 2 s      10 1 0,2 (9) 100 124,9999872 1 0,2 s      10 1 1,5 (9) 16 1813,28125 1 1,5 s      b. s n( ) 3(1 10 ) n1 s n( ) 125(1 0,2 ) n1 s n( ) 32(1 1,5 ) n1

c. Bij alleen de middelste rij zal s(n) niet onbeperkt toenemen. Het grondtal is kleiner dan 1 en dus nadert dat deel naar 0.

29

a. 2, 6, 18, 54, 162

b. u(n) is een meetkundige rij met reden 3: u n( ) 2 3  n c. ( ) 2 1 3 1 3 1 1 1 3 n n s n     30

a. De zijden van de gele

driehoek zijn 1 en de hoogte 1 2 3 . De totale oppervlakte: 1 1 1 2 2 4 (0) 1 3 3 A     b. c. L n( ) 3 1,5  n s(10) 4 12 36 … 4 3 10 3 (10)s 12 36 … 4 3 10 4 3 11 2 (10)s   4  4 311 n 0 1 2 3 aantal geel 1 3 9 27 lengte 1 driehoek 1 1 2 14 18 L(n) 3 1 2 4 3 4 6 1 8 10 opp 1 driehoek 1 4 3 161 3 641 3 2561 3 A(n) 1 4 3 163 3 649 3 25627 3

(5)

d. 1 4

( ) 3 0,75n

A n  

e. L(n) wordt steeds groter bij toenemende waarden van n.

f. A(n) wordt steeds kleiner (nadert naar 0) bij toenemende waarden van n.

31 a. 3, 11, 27, 59, 123 b. n0 :a20   b a b 3 2a  3 a 11 1 1: 2 2 11 na  b a b  a8 en b 5 32

a. met een meetkundige rij omdat de volgende term berekend wordt door zijn voorganger met p te vermenigvuldigen.

b. u n( ) 3 pn c. u(1) 3 p q 2 2 3 2 (2) (3 ) 3 ( 1) (3) (3 ( 1) ) 3 ( 1) u p p q q p p q u p p p q q p p p q               d. u(0) a p0   b a b 3 ap  3 a 3p q 1 (1) 3 u  a p  b ap b  p qa p(  1) 3p q  3 3(p 1) q 1 1 3 q q p p a  en b  33

a. De termen worden steeds kleiner en naderen naar 0.

b. De termen alterneren rond 0 (positief-negatief) en worden absoluut steeds groter. c. Voor   1 p 1 naderen de termen naar 0.

d. p 1: de termen alterneren en worden steeds groter.

1 p 0

   : de termen alterneren en naderen naar 0.

34 a. u(n): 2, 6, 18, 54, 162, 486 b. v(n): 4, 12, 36, 108 c. v n( )u n(  1) u n( ) 2 3  n1 2 3n  2 3 3 2 3n   n  2 3 (3 1) 4 3n    n 35 a. v n( )u n(  1) u n( ) a b n(  1) (a bn ) a bn b a bn b    b. v(n): 1, 2, 3, 4, 5, … u(n): 1, 3, 6, 10, 15, … c. v(2)u(3)u(2) 10 u(2) 12 v(1)u(2)u(1)  2 u(1) 6 (2) 2 u   u(1) 8 (0) (1) (0) 8 (0) 0 (0) 8 (3) (0) (1) (2) (3) 8 8 2 10 8 v u u u u s u u u u                      36 a. v n( )u n(  1) u n( ) b rn1 b rn  b rn  r b rn  b r rn( 1)

(6)

37 a. 100, 101, 100, 101, 100 b. v n(    1) 1 ( )v n en v n( ) ( 1)  n c. 1 1 2 2 ( ) 100 ( 1)n u n     38 a. u(1) 6 u(0) 1 , u(2) 6 u(1) 5 en u(3) 6 u(2) 1 b. u n(   1) 6 u n( ) met u(0) 5 c. u n( ) 3 2 ( 1)    n

d. Bij u(0) 3 zijn de termen allemaal hetzelfde.

e. u n(  1) 10 2 ( ) u n f. u n(  1) u n( ) 1 3 10 2 ( ) ( ) 3 ( ) 10 ( ) 3 u n u n u n u n       Als je 1 3 (0) 3

u  kiest, zijn alle termen hetzelfde. 39 a. v(n): 5, 15, 45 v n(   1) 3 ( )v n met v(0) 5 b./c. u n(   1) 3 ( ) 1u n  d. v(n): 4, 16, 64 v n(   1) 4 ( )v n u n(   1) 4 ( ) 5u n  met u(0) 3 40 a. u n(  1) u n( ) 2 met u(0) 1

De rangnummerformule wordt dan u n( ) 1 2  n

b. s(n): 1, 4, 9, 16 c. s n( )n2 d. 9 1 2 0 2 0 2 4 6 ... 18 10 (0 18) 90 k k            

e. 1 1 2 2 0 2 0 2 4 6 ... 2 ( 1)(0 2 ) ( 1) 2 ( 1) n k k n n n n n n n                  

41 a. 1 jaar: 500 1,05 € 525,   n jaar: K n( ) 500 1,05 n

b. K(10) 500 1,05 10 is het bedrag na 10 jaar. De rente is het bedrag na 10 jaar min

de inleg van €

500,-(10) € 314,45

R

c. V(0)K(1)K(0) 500 1,05 500 0,05 500     : de rente is 5% van het bedrag

ervoor.

Dus V(1) is 5% van het bedrag na 1 jaar: V(1) 0,05 (500 1,05)   V(n) is 5% van het bedrag na n-1 jaar: V n( ) 0,05 (500 1,05 ) n d. r 1,05 e. 10 9 0 1 1,05 (9) ( ) 25 314,45 1 1,05 n s V n       

(7)

42

a. De termen naderen naar 50.

b. Bij elke startwaarde naderen de termen naar 50. c. Dan is de rij constant.

d. x0,8x10 0,2 10 50 x x   Dit is de evenwichtsstand. 43

a. De termen naderen tot 9. b. x 72x 2 2 72 72 ( 9)( 8) 0 9 8 x x x x x x x x             44 a. b. u(0) 1 c. u(n): 1, 5, 12, 22, 35 d. v(n): 4, 7, 10, 13 e. v n(  1) v n( ) 3 met v(0) 4 , dus v n( ) 4 3  n

f. De rij u(n) is kwadratisch: u n( )an2bn c (0) 1 (1) 1 5 (2) 4 2 1 12 u c u a b u a b           4 42(4 ) 1 2 9 12 b a a a a         1 1 2 2 2 3 1 2 a a en b    2 1 1 2 2 ( ) 1 2 1 u nnn45

a. Met drie schijven zijn er 3 1 3 7   zetten nodig. b.

c. Bij n1 schijven: het kost Z(n) zetten om de bovenste n schijven naar het tweede stokje te

verplaatsen. Dan de onderste schijf naar stokje 3 (in totaal dan Z n( ) 1 zetten). En vervolgens kost het weer Z(n) zetten om de n schijven van het tweede naar het derde stokje te verplaatsen. In totaal dus 2Z n( ) 1 zetten.

d. v(n): 2, 4, 8, 16 De verschilrij is een meetkundige rij met reden 2. 1 ( ) 2n 1 Z n e. Z(64) 2 65 1 3,69 10 19 seconden 1,17 10 12 jaar. aantal schijven 1 2 3 4 5 aantal zetten 1 3 7 15 31

(8)

Test jezelf

T-1

a. 2500: nieuwe aanplant 0,8: 20% wordt gekapt, dus 80% blijft staan. b. Het stijgt steeds minder en komt uiteindelijk in een evenwichtssituatie.

c. B t(  1) 0,8B t( ) 3000

d. In de loop van de tijd wordt het aantal bomen nagenoeg constant: 15000. T-2 a. 1 3 ( 1) ( ) u n  u n meetkundig 1 3 ( ) 54 ( )n u n   b. u n(  1) u n( ) 1,5 : rekenkundig u n( ) 9 1,5  n

c. geen van beide u n( ) ( n1)3

verzin het maar!

d. geen van beide. De verschilrij is v n( ) 3 2  n. De rij is dus kwadratisch. (0) 2 (1) 2 1 (2) 4 2 2 6 u c u a b u a b            4 2(3 ) 2 6 2 2 1 2 a a a a en b        2 ( ) 2 2 u nnnT-3 a(n): 1, 0.5, 0, -0.5, … rekenkundig

b(n): 0, 1, 3, 6, 10, … geen van beide

c(n): 100, 50, 25, … meetkundig

T-4

a. Het verschil tussen de 5e en 9e term van een rekenkundige rij is ook 4a. 4 16 4 a a   u n(  1) u n( ) 4 met u(0) 3 , ofwel u n( ) 3 4  n b. 1 2 (100) 101 (3 403) 20503 s      c. 1 1 2 2 ( ) ( 1)(3 3 4 ) ( 1)(6 4 ) 1176 s n   n   nn  n  2 1 2 2 1 2 ( 1) 2(3 2 ) ( 1)(3 2 ) 2 5 3 1176 2 5 1173 0 25 23 ABC formule n n n n n n n n n n                   T-5 a. 3 3712 1 300 8 r   1 2 5 1 2 (0) 300 ( ) 9600 r u      b. 11 1 2 1 2 1 ( ) (10) 9600 19190,625 1 s      c. De factor 1 1 2

( )n nadert naar 0. Dan gaat s(n) naar

1 2 1 1 9600 19200 T-6 a. v n( ) 12 8  n b. v(9)u(10)u(9)u(10) 100 84  u(10) 184 c. n 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 v(n) 12 20 28 36 44 52 60 68 76 84 u(n) -296 -284 -264 -236 -200 -156 -104 -44 24 100

(9)

( ) ( 1) ( ) 12 8 v nu n u n   n u n(  1) u n( ) 12 8  n met u(0) 296 d. u(n) is kwadratisch. (0) 296 (1) 296 284 (2) 4 2 296 264 u c u a b u a b              12 12 4 2(12 ) 2 24 32 a b b a a a a          2 8 4 8 a a en b    2 ( ) 4 8 296 u nnnT-7 a. u(n): -1, 2, 7, 14, 23, 34, 47 b. v(n): 3, 5, 7, 9, 11, 13

c. het verschil wordt steeds 2 groter. De verschilrij is een rekenkundige rij

d. v n( ) 3 2  n T-8 a. omdat 24 2 ( ) 0 u n  2 ( ) 24 ( ) 12 u n u n    

b. De rij nadert tot 4. c. x 24 2 x 2 2 24 2 2 24 ( 6)( 4) 0 6 4 x x x x x x x x             T-9

a. Nummer 5 geeft 4 handdrukken.

b. 6 4 10 

c.

d. Het aantal handdrukken bij 2 personen is 1. De derde persoon geeft 2

handdrukken, de vierde geeft er 3, …. De nde persoon geeft n-1 handdrukken. Bij twee personen wordt er in totaal 1 handdruk gegeven. Bij drie personen worden er in totaal 1 2 3  handdrukken gegeven, bij vier personen 1 2 3 6  

handdrukken, … en bij n personen 1 2 3 ... (    n1). Bij 25 personen: 1

2

1 2 3 ... 24     24 (1 24) 300   handdrukken.

e. Bij 26 personen worden er 25 handdrukken meer gegeven: 325 handdrukken. f. rekenkundig: H(1)H(0) 2 H(2)H(1) 3 Nee! meetkundig: (0)(1) 3 H H  (2) (1) 2 H H  Nee! ( 1) ( ) 1 u n u n  met u(0) 1 u n( ) 1 n 48 1 2 0 (50) ( ) 1 2 3 ... 49 49 (1 49) 1225 k H u k  

          rangnummer n 0 1 2 3 4 5 6 aantal mensen 2 3 4 5 6 7 8 aantal handdrukken 1 3 6 10 15 21 28

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als de continuïteitscorrectie bij deze vraag niet is toegepast, geen punten hiervoor in

• de lengte van het deel van deze lijn van de plek waar de speer landt tot de afwerpboog, is de gemeten afstand.. Door deze manier van meten kan het voorkomen dat er een verschil

Voor volledige uitwerkingen verwijs ik je door naar het filmpje dat op de site staat.. Zorg dat je eigen uitwerkingen

Iedere antwoord dient gemotiveerd te worden, anders worden er geen punten toegekend.. Gebruik van grafische rekenmachine

Voor volledige uitwerkingen verwijs ik je door naar het filmpje dat op de site staat.. Zorg dat je eigen uitwerkingen

[r]

[r]

Een meetkundige rij is een rij waarbij elke term gelijk is aan het product van de vorige term met een constant getal q , dat we het quotiënt van die rij noemen (soms wordt