• No results found

Introductie van herzien Koemodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Introductie van herzien Koemodel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

In 1987 introduceerde het toenmalige Proefstation voor de Rundveehouderij, Schapenhouderij en Paardenhouderij (PR) het befaamde Koemodel. Het Koemodel vormt een belangrijke pijler onder het bedrijfsbegrotingsprogramma BBPR dat wordt gebruikt voor het opstellen van bedrijfsbe-grotingen en strategieën. Daarnaast is het een fundament onder de vele rantsoenberekeningsprogramma’s. In 1993 is een studie in gang gezet om het Koemodel te verbete-ren. Dit artikel gaat in op het hoe en waarom van de her-ziening van het Koemodel. Een afzonderlijk artikel bespreekt het voorspellen van de voeropname met het Herziene Koemodel.

Wat doet Koemodel?

Het Koemodel is een rekenmodel waarmee de voeropname en uiteindelijk de melkproductie van melkkoeien kan worden voorspeld. Het model bestaat uit twee afzonderlijke delen. Het eerste deel voorspelt de voeropname op basis van voer-factoren en koevoer-factoren. Als de voeropname bekend is, dan

kan ook de opname van energie (VEM) en eiwit (DVE) worden berekend. Het tweede deel voorspelt hoe de opgenomen energie wordt verdeeld over onderhoud, dracht, ontwikkelings-groei, melkproductie en de aanzet of mobilisatie van lichaam-sreserves. Dit is schematisch weergegeven in figuur 1. Waarom is Koemodel verbeterd?

De aanleiding voor herziening van het Koemodel is een optel-som van meerdere aspecten. Ten eerste had het model een aantal technische en operationele beperkingen. Dat wil zeggen dat het model zich slecht leende voor aanpassingen en ver-beteringen. Dit had vooral te maken met de opbouw en de structuur van het model. Het toevoegen van nieuwe onderde-len aan het model vereiste een volledige reconstructie van het model. Een andere beperking van het Koemodel was dat het alleen geschikt was voor het berekenen van de voerop-name bij een tussenkalftijd van 365 dagen. Echter, in Nederland gaat de gemiddelde tussenkalftijd al in de richting van 400 dagen.

Een ander aspect is dat er sinds de introductie van het Koemodel door intensivering van het veevoedingsonderzoek veel meer gegevens over voeropname van verschillende voe-dermiddelen en rantsoenen beschikbaar zijn gekomen. Bovendien hebben de koeien tegenwoordig een andere geneti-sche aanleg door de toename van het gebruik van HF-stieren. Modellen zoals het Koemodel zijn in de praktijk eigenlijk alleen goed bruikbaar als ze voor vergelijkbare omstandigheden (koeien en rantsoenen) worden toegepast als in de proeven waarop het model is gebaseerd. De klacht uit de praktijk dat het Koemodel soms een te lage voeropname voorspelt, is waarschijnlijk te verklaren uit het feit dat we tegenwoordig te maken hebben met een ander type koe, maar ook met een ander type ruwvoer (snijmaïs) in het rantsoen.

Ten slotte misten de rekenregels van het Koemodel soms een goede fysiologische en biologische onderbouwing. Met andere woorden: sommige verbanden zijn niet gebaseerd op logische biologische verbanden. Zo werd er bijvoorbeeld geen onder-scheid gemaakt tussen voersoorten. De drogestofopname was altijd afhankelijk van de VEM/kg droge stof, ongeacht of dit nu gras, graskuil, snijmaïs, hooi, of stro was. De opnamecapaciteit van een koe was volgens het model afhankelijk van de

melkpro-Introductie van

herzien Koemodel

Ronald Zom en Geert André

16

Praktijkonderzoek Veehouderij - RSP Juni 2001

Het Koemodel voorspelt de voeropname en uiteindelijk de melkproductie

(2)

ductie. Een hogere productie leidde volgens het model tot een hogere opname, die op zijn beurt weer een hogere melkproduc-tie tot gevolg had. Hierdoor is sprake van een zekere cirkelrede-nering.

Uitgangspunten bij herziening Koemodel

Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat het herziene Koemodel ook geschikt is voor de huidige gebruikersgroep: vee-voedingadviseurs en veehouders die het model gebruiken bij rantsoenberekening en het bepalen van voerstrategieën. Voor deze toepassing is het Koemodel vaak geïntegreerd met een managementsysteem of een speciaal rantsoenberekeningspro-gramma. Als onderdeel van het BBPR-softwarepakket1wordt het

Koemodel tevens gebruikt door bedrijfsadviseurs en accoun-tants als instrument bij sterkte/zwakteanalyse van bedrijven. Daarnaast wordt het Koemodel gebruikt door het

Praktijkonderzoek bij strategische studies. In het agrarisch onderwijs wordt het Koemodel als onderwijsmateriaal gebruikt bij lesmodules over melkveevoeding en bedrijfseconomie. Een andere belangrijk uitgangspunt bij de herziening van het Koemodel is dat de toepassing praktisch, eenvoudig en goed-koop moet zijn. Alle benodigde informatie die nodig is om met het Koemodel te kunnen werken moet op elk melkveebedrijf met een ‘normaal’ management beschikbaar zijn. Dat kan informatie

zijn die afkomstig is van een geautomatiseerd management-systeem, maar evengoed kan werken op een bedrijf zonder geautomatiseerd management. Dat zijn onder andere gegevens van de koekalender zoals leeftijd, afkalfdatum, lactatienummer, eventueel drachtigheid, leeftijd bij eerste afkalving en gegevens die op het voederwaardeanalyseformulier staan.

Praktijkonderzoek Veehouderij - RSP Juni 2001

17

Figuur 1 Schematische weergave van het Koemodel

VOEROPNAME MODEL

drogestof, VEM, nutriënt opname Voer chem. samenstelling verteerbaarheid ENERGIEVERDELING MODEL (VEM) FPCM productie (VEM in melk) Koe lactatiedagen, leeftijd, dracht

Netto energie (VEM) onderhoud, groei, dracht

Netto energie (VEM) mobilisatie/aanzet

Samenvatting

Het Praktijkonderzoek Veehouderij rondt dit jaar de herziening van het Koemodel af. Met het Herziene Koemodel kan de voer-opname en de meetmelkproductie van melkkoeien worden voorspeld. Hiermee is men in staat om bijvoorbeeld de lange-retermijneffecten van verschillende voerstrategieën met elkaar te vergelijken. Omdat in de afgelopen jaren de ontwikkelingen in de melkveehouderij en het veevoedingsonderzoek niet stil hebben gestaan, was het Koemodel toe aan een herziening. Uitgangspunt bij de herziening van het Koemodel is geweest dat het praktisch, eenvoudig en goedkoop in het gebruik moet zijn. Daarom wordt voor de invoer gebruik gemaakt van een-voudige gegevens die in principe op elk melkveehouderijbedrijf beschikbaar zijn. Het model is daardoor geschikt voor een brede toepassing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderzoek bevestigt dat wetenschappelijke modellen belangrijke en vaak onmisbare instrumenten zijn in natuurbeleid, maar dat er in het algemeen meer aandacht uit moet gaan naar

Hoewel die Nasionale Museum sedert die vyftigerjare lokale beskikbaar gestel het vir die aanbied van kunsuitstallings en ook 'n kernversameling van kunswerke

Due to the inability to redress the apartheid spatial landscape through the creation of integrated and sustainable human settlements in the complex town and regional

Despite this, national university law clinics have played, and continue to play, an important role in public interest litigation – particularly in the realm of civil litigation

Keywords such as, sustainable development, sustainability indicators, the natural environment and businesses, urban environmental management, integrated environmental

Keywords: Oral history; Constructivism; Teaching and learning; Undergraduate module; Third-year university students; Outcomes; Assessment; Evaluation forms;

Consequently, the potential role for beetroot as an adjunct treatment in several clinical conditions will be presented; Specifically, the aims of this review are twofold: (1)

Het handboek beschrijft op een heldere manier hoe u betrouwbare visstandgegevens kunt verzamelen en hoe u op basis van de visstand iets kunt zeggen over de ecologische