I
I
I
I
If
I : I II
I I I i 1\ I I.
till..
284
s &_o 6 2oooOude en nieuwe
'
rlSlCO S:
In het artikel 'Regeren is achteruitzien' in de Volks-krant van 2o mei 2ooo
stel-len Pieter Hilhorst en Hans
De ramp in
Enschede
risico's die het product zijn van ons eigen, bewust ge
-kozen gedrag. Roken bij-Wansink naar aanleiding
voorbeeld. Volgens Gid
-dens is de verzorgingsstaat van de vuurwerkramp in
Enschede dat het nu te
ver-wachten beleid van
stren-ROMKE VAN DER VEEN
gericht op het omgaan met externe risico's. Naarmate
gere regulering van dergelijke risico's zinloos is. De auteurs plaatsen hiervoor de ramp in het kader van
de theorie van de 'risicomaatschappij' van de Duitse
socioloog Ulrich Beck. Centraal in Beck's notie van
de risicomaatschappij staat het idee dat de
nevenef-fecten van de instituties van de moderne samenle-ving tegenwoordig zo groot zijn geworden dat zij de bedoelde effecten gaan overheersen. Bijvoorbeeld de milieurisico's van moderne technologieen als kernenergie. Vergelijkbare processen kunnen zich
ook voordoen bij sociale instituties, denk bijvoor-beeld aan de WAO. Vanwege de dominantie van
ne-veneffecten, Beck spreekt over reflexiviteit, neemt de beheersbaarheid van risico's af. Waar er in een eerste fase van modernisering sprake was van toene-mende mogelijkheden tot beheersing - technolo-gisch, sociaal, politiek- is er in de huidige fase van riflexieve moderniserinB juist sprake van afnemende mogelijkheden tot beheersing. Dit noopt tot een an-dere politiek, een politiek van bezinning en
behoed-zaamheid, niet tot het vertoon van spierballen. Beck's ideeen over de risicomaatschappij liggen mede ten grondslag aan het zich vormende gedach
-tengoed van de derde wea, bijvoorbeeld uitgewerkt door Anthony Giddens. Bij Giddens heeft het begrip reflexiviteit een andere betekenis dan bij Beck. Re-flexiviteit staat voor het gebruik van kennis in sociaal
handelen, het maken van bewuste keuzen.
Reflexi-viteit staat tegenover traditioneel handelen: het min of meer onbewust, ongereflecteerd sociaal hande-len. Toenemende reflexiviteit impliceert volgens
Giddens dat risico's steeds vaker een 'intern' karak-ter krijgen. Exkarak-terne risico's zijn zaken die ons
dom-weg overkomen, die we niet kunnen be'invloeden.
Natuurrampen bijvoorbeeld. Interne risico's zijn
risico's een meer intern ka
-rakter krijgen, zijn de arrangementen van de verzor
-gingsstaat echter minder geschikt om ze te bestrij-den.
De verleiding is groot om het gedachtengoed van
de risicomaatschappij los te Iaten op de
vuurwer-kramp in Enschede, zoals Hilhorst en Wansink en ook
anderen hebben gedaan. De vraag is echter of dat t
e-recht en verstandig is. Laten we om deze vraag te be-antwoorden eerst nader kijken naar het risicobegrip.
Externe risico's zijn van aile tijden, maar het zijn
niet de risico's waar de verzorgingsstaat ons tegen beschermt. De verzorgingsstaat beschermt juist tegen de risico's die het product zijn van het mo-derne samenleven en produceren. Bijvoorbeeld al-lerlei volksgezondheidsarrangementen die bescher-men tegen het risico van ziekten en epidimieen die het resultaat zijn van verstedelijking. Of een
arbeids-ongeschiktheidsverzekering die beschermt tegen
het risico van een arbeidsongeval ten gevolge van
moderne productiemethoden. Dergelijke risico's
zijn niet extern, maar evenmin intern. Epidemieen
en arbeidsongevallen zijn het product van mense-lijke instituties - de stad, de fabriek- en in zoverre man made. Ze zijn echter niet het product van be
-wuste individuele keuzes en evenmin is er sprake van een toenemende dominantie van neveneffecten. De risico's waar de verzorgingsstaat ons tegen be
-schermt zou ik willen typeren als institutionele risi
-co's. Institutionele risico's kunnen interne of re
-flexieve risico's worden wanneer de keuzes van indi
-viduen in toenemende mate van invloed zijn op het risico of wanneer neveneffecten gaan domineren. Wanneer bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid in
toenemende mate mede het product wordt van de
-jn e-i j- :i-at et te a- r- ij-
e-P·
jn ~n .st 0- Ll- T-ie s-~n m •'s ~n e-re e-m )e e- ;i-e-
li-et n. in :le r-s &_o 6 2ooobeeld stress ten gevolge van dubbele belasting - is
sprake van een verschuiving in de richting van een intern of reflexief risico.
In de moderne samenleving zijn risico's meer en
meer een mengsel aan het worden van externe,
in-stitutionele en reflexieve risico's. De verschuiving in
de richting van toenemende reflexiviteit is een
pro-duct van toenemende keuzevijheid. Emancipatie,
individualisering en mondialisering zorgen voor een verruiming van de keuzevrijheid, ruet aileen voor individuen, maar ook voor bijvoorbeeld bedrijven. Dit is de betekerus die Giddens toekent aan het
be-grip reflexiviteit. Wanneer deze processen vervol-gens resulteren in een sterke toename van
nevenef-fecten van bestaande instituties komt Beck's defmi-tie van reflexiviteit in zicht.
De kern van het risicobegrip van Giddens en
Beck is onbeheersbaarheid. Dit impliceert volgens
heiden het onvermogen van de overheid richting te
geven aan het maatschappelijk verkeer. De overheid ontbeert hiervoor de noodzakelijke informatie en is niet meer het zenuwcentrum van de samenleving. 'Co-productie' van beleid is noodzakelijk en
'inter-actief bestuur' onvermijdelijk. De overheid is slechts een van de actoren die richting geeft aan de maatschappij en is voor het bereiken van haar doelen in hoge mate afhankelijk van anderen.
De analyses van Giddens en Beck zijn zonder
meer uitdagend maar wanneer onnadenkend toege-past, worden zij als vuurwerk in de handen van
kin-deren: het schiet aile kanten op maar slechts bij
toe-val de gewenste en het risico van ongevallen is groot. Een zorgvuldig gebruik van de notie van de risico-maatschappij vereist allereerst een zorgvuldige ana-lyse van het risico waar we over spreken. Bij een deel
van de moderne technologische, sociale en
econo-mische risico's lijkt het mij verdedigbaar te spreken over toenemende reflexiviteit. Maar is - voorzover wij nu weten - de vuurwerkramp zoals die zich in Enschede heeft voltrokken illustratief voor de
risi-co's waarover Giddens en Beck schrijven? Een
der-gelijke stelling lijkt mij onverdedigbaar. De ramp in Enschede vertoont vee! meer overeenkomsten met
de klassieke, oude risico's van de industriele maat-schappij. Risko's die, hoe klein ook, het
onvermij-delijke bijproduct zijn van industriele productie-methoden. De geschiedenis he eft ons geleerd dat het
verstandig en mogelijk is deze risico's te beperken en vooraf maatregelen te treffen om de kans dat ze zich daadwerkelijk voordoen zo klein mogelijk te maken. Regeren blijft dan dus vooruitzien. Met goede
regelgeving en een nauwgezette implementatie zijn
deze risico's niet te voorkomen, maar kan de kans op ongelukken wel degelijk verkleind worden.
Het gedachtengoed van de risicomaatschappij
wordt vuurwerk in de handen van kinderen wanneer zij wordt toegepast op risico 's die zich daar ruet voor
len en. De conclusie dat de overheid vooral haar han
-den terug moet trekken en het irutiatief meer moet
overlaten aan de markt en het eigen irutiatief van
burgers lijkt mij, toegepast op de ramp in Enschede,
onverantwoord.
Het gebeuren in Enschede- wederom: voorzo-ver nu bekend - illustreert voor mij vee! meer de
keerzijde van de Nederlandse traditie van gedogen en onderhandelen. Een traditie die kan leiden tot
een lankmoedige uitvoering van wet- en regelgeving
en tot een gebrekkig toezicht. Soms is een dergelijke
aanpak wellicht verstandig en draagt zij bij aan de
flexibiliteit en responsiviteit van een
bureaucrati-sche uitvoering. In andere gevallen, zoals
bijvoor-beeld bij de productie en verwerking van gevaarlijke stoffen, is het verstandiger wet- en regelgeving stringent toe te passen. Hiermee worden risico's
ruet tot nul gereduceerd en zijn rampen dus ruet
uit-gesloten, maar wordt wel een zekere lankmoedig-heid bij zowel de uitvoerder van de betreffende wet-en regelgeving als bij de mensen die met de
gevaar-lijke stoffen werken tegengegaan.
ROMKE VAN DER VEEN