• No results found

Welke persoonlijkheidsdimensies voorspellen het aantal ontvangen nominaties van jongvolwassenen in een speeddate setting? : en verschilt dit voor mannen en vrouwen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Welke persoonlijkheidsdimensies voorspellen het aantal ontvangen nominaties van jongvolwassenen in een speeddate setting? : en verschilt dit voor mannen en vrouwen?"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Welke Persoonlijkheidsdimensies Voorspellen het Aantal Ontvangen Nominaties van Jongvolwassenen in een Speeddate Setting?

En Verschilt dit voor Mannen en Vrouwen?

Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Graduate School of Child Development and Education

Universiteit van Amsterdam L. Denis 10885366

Begeleider: Dr. Daphne van de Bongardt Tweede beoordelaar: Dr. Inge Wissink Amsterdam, juli 2016

(2)

2 Abstract

In the present study the relationship between personality and partner selection during

speeddates was examined, and whether this relationship was moderated by gender. The focus of this study was the relationship between different personality dimensions such as

extraversion, neuroticism, conscientiousness, openness, agreeableness and the number of received speeddate nominations. The collected data for the analysis derived from a speeddate study at music festival Lowlands. The study consisted of 163 young adults with an age

ranging between 18 and 38 years. In order to research personality, the shortened version of the Big Five was used with five separate personality dimensions. The results from five regression analysis showed a significant higher degrees of neuroticism and extraversion were associated with a higher number of received speeddate nominations. Neuroticism had a slightly stronger effect on the number of received speeddate nominations than extraversion. However, a higher degrees of agreeableness, conscientiousness and openness were no significant explaining variables of the total number of received speeddate nominations. Additionally, the study showed that gender had no moderating effect on the connection between personality and the number of received speeddate nominations. The relationship between personality dimensions and the number of received speeddate nominations was not different for male than for female young adults. Overall, this study contributes to the knowledge on the role of the five

personality dimensions in partner selection processes.

(3)

3 Welke Persoonlijkheidsdimensies Voorspellen het Aantal Ontvangen Nominaties van Jongvolwassenen in een Speeddate Setting, en Verschilt dit voor Mannen en Vrouwen?

Intieme relaties dienen als basis voor het gezamenlijk omgaan met huishoudelijke taken, inkomen, vrijetijdsbesteding, seksualiteit, het eventueel krijgen en opvoeden van kinderen en het zich verhouden tot andere sociale systemen zoals familie, vrienden en de maatschappij (Roisman, Collins, Sroufe, & Egeland, 2005). Eerder onderzoek naar relaties is voornamelijk gericht op de langdurige en exclusieve intieme liefdesrelaties tussen twee volwassen mensen (Donnellan, Conger, & Bryant, 2004; Barelds, 2005; Fisher & McNulty, 2008). Uit onderzoek naar deze vorm van intieme relaties bij jongvolwassenen bleek dat mensen met een dergelijke relatie gelukkiger zijn dan mensen zonder deze relatie (Diener & Seligman, 2002).

In het huidige onderzoek ligt de focus op het verband tussen persoonlijkheid en het ontstaan van partnerrelaties bij jongvolwassenen. Persoonlijkheid is een belangrijke

voorspellende factor in het ontstaan van intieme relaties (Barelds, 2004). Daarnaast bleek uit onderzoek van Barelds (2005) dat de persoonlijkheid van beide partners van invloed zijn op de kwaliteit en stabiliteit van relaties. In de meeste studies lag voornamelijk de focus op de rol van persoonlijkheid in de kwaliteit van relaties (Barelds, 2005). Er is echter veel minder onderzoek gedaan naar het verband tussen persoonlijkheidsdimensies, partnerkeuze en het ontstaan van een intieme relatie. Dit onderzoek, naar persoonlijkheid bij jongvolwassenen in een speeddate setting, is juist gericht op het aantonen van de voorspellende waarde van persoonlijkheid in partnerkeuzeprocessen.

Mensen met intieme relaties zijn over het algemeen gelukkiger, fysiek gezonder en vertonen minder psychische klachten dan mensen zonder relatie (Diener & Seligman, 2002). Daarnaast zijn mensen met intieme relaties niet alleen gelukkiger en gezonder op individueel niveau maar dit vertaalt zich ook naar maatschappelijk niveau. Mensen die intieme relaties

(4)

4 verbreken lopen een verhoogd risico op ongelukken, suïcide, depressie, psychiatrische

opname, lichamelijke ziekten en overlijden (Diener & Seligman, 2002). Zo kost de behandeling van mensen met een depressie in Nederland jaarlijks bijna 700 miljoen euro (Meijer, Smit, Schoemaker, & Cuijpers, 2006). Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid als gevolg van psychische klachten zijn omvangrijk; één op de drie arbeidsongeschikten kan niet werken vanwege psychische klachten. Ook dat leidt jaarlijks tot hoge kosten. Het hebben van een intieme relatie kan dus een preventief effect hebben op vermindering van economische en maatschappelijke kosten. Aangezien de persoonlijkheid een belangrijke voorspeller is bij het ontstaan van intieme relaties, is het van belang om de kennis over partnervoorkeuren te vergroten. Het hebben van een partnerrelatie kan dus positieve gevolgen hebben voor de algemene gezondheid. Daarentegen kan het ontbreken van een relatie negatieve gevolgen hebben voor het welbevinden.

Persoonlijkheid blijkt een belangrijke factor bij het ontstaan van intieme relaties (Barelds, 2004; Vernon, Villani, Vickers, & Harris, 2008). Bij het ontstaan van relaties gaat het om de fase van de partnerkeuze (Barelds, 2005). In eerder speeddate onderzoek bleek dat persoonlijkheid een cruciale rol speelt in partnerkeuzeprocessen (Botwin, Buss, &

Shackelford, 1997). Om de persoonlijkheid van mensen te omschrijven wordt veelal de Big Five persoonlijkheidsstructuur gebruikt. Deze persoonlijkheidsstructuur bestaat uit vijf dimensies waarin afzonderlijk een relatief hoge of lage score kan worden behaald (McCrae & Costa, 1985).

De eerste persoonlijkheidsdimensie, neuroticisme, is de mate waarin mensen negatieve emoties ervaren zoals angst, woede, walging, verdriet en schaamte (Costa & McCrae, 1992). Mensen die hoog score op neuroticisme hebben de neiging om gebeurtenissen negatief te interpreteren, waardoor ze over het algemeen een slechtere intieme relaties rapporteren (Hoekstra, Ormel, & de Fruyt, 2003). Daarentegen zijn mensen met een lage score op

(5)

5 neuroticisme, emotioneel stabiel, kalm en ontspannen (Hoekstra et al., 2003). Van de Big Five persoonlijkheidsdimensies is neuroticisme de sterkste voorspeller voor partnerkeuzes

(Bouchard, Lussier, & Sabourin,1999; Caughlin, Huston, & Houts, 2000; Robins, Caspi & Moffitt, 2000). Een hoge score op neuroticisme belemmert het aangaan van intieme relaties bij jongvolwassenen (Bruch, Kaflowitz, & Pearl, 1988; Davis & Oathout, 1992). Daarnaast hangt neuroticisme negatief samen met relatiekwaliteit en partnerinteresse (Bouchard et al., 1999; Donnellan et al., 2004; Fisher & McNulty, 2008). Tevens beoordelen mensen met een hoge score op neuroticisme de relatie als minder goed en interpreteren zij gebeurtenissen negatiever dan mensen die emotioneel stabiel zijn (Barelds, 2005). Hoogscoorders op neuroticisme worden over het algemeen als minder aantrekkelijk gezien, wat zorgt voor minder aandacht van het andere geslacht in partnerkeuzeprocessen van jongvolwassenen (Neyer & Voigh, 2004; Gaunt, 2006). Jongvolwassenen met een hoge score op neuroticisme hebben dus minder succes bij partnerkeuzeprocessen.

Extraversie is een tweede dimensie van de Big Five. Mensen met een hoge score op extraversie, worden gezien als individuen die energiek en optimistisch zijn (Hoekstra et al., 2003). Daarnaast kunnen hoogscoorders hun aandacht sterk op hun directe omgeving richten en alert zijn. Daarentegen worden mensen die laag scoren op deze dimensie introvert

genoemd. Introverte mensen worden gezien als nadenkende, gereserveerde, afstandelijke en onafhankelijke individuen (Hoekstra et al., 2003). Daarnaast is de aandacht niet sterk op de directe omgeving gericht, maar meer intern op de eigen gevoelens, gedachten en bezigheden. De meest gewenste persoonlijkheidsdimensie van een potentiële partner is een hoge score op extraversie (Buss & Larsen, 2010). Tevens bleek uit een speeddate studie dat

jongvolwassenen met een hoge mate van extraversie succes in de datingfase ervaarden (Botwin et al., 1997). Jongvolwassenen met een hoge score op extraversie hebben dus meer succes bij partnerkeuzeprocessen.

(6)

6 De derde dimensie van de Big Five is openheid. Mensen die hoog scoren op deze dimensie zijn over het algemeen nieuwsgierig, flexibel, tolerant, creatief en staan open voor nieuwe ervaringen (Hoekstra et al., 2003). Tevens is de ervaringswereld van hoogscoorders doorgaans rijk en gevarieerd. Laagscoorders neigen daarentegen naar conventioneel gedrag en conservatieve opvattingen; zij verkiezen het vertrouwde boven het nieuwe, zijn praktisch, en houden zich het liefst bezig met de feiten van het hier en nu (Hoekstra et al., 2003). De mate van openheid toont, bij slechts een deel van de studies, lichte positieve correlaties aan met het ontstaan van een partnerrelatie bij jongvolwassenen (Botwin et al., 1997; Bouchard et al., 1999; Neyer & Voigt, 2004).

De vierde persoonlijkheidsdimensie, altruïsme, is de mate waarin mensen anderen positief en onbaatzuchtig benaderen (Donnellan et al., 2004). Mensen met een hoge score op altruïsme zijn hulpvaardig, vriendelijk en coöperatief (Hoekstra et al., 2003). Daarentegen kunnen laagscoorders op deze dimensie hun afwijzing of agressie jegens anderen makkelijker uiten. Ook zijn ze over het algemeen antagonistisch, egocentrisch en competitief ingesteld (Hoekstra et al., 2003). De mate van altruïsme toont, in de meeste studies, licht positieve correlaties met het ontstaan van een partnerrelatie aan (Botwin et al., 1997; Watson, Hubbard, & Wiese, 2000; Neyer & Voigt, 2004). Tevens zijn er in verschillende studies positieve relaties gevonden tussen een hoge mate van altruïsme en partnerinteresse bij jongvolwassenen (Botwin et al., 1997; Donnellan et al., 2004).

De laatste dimensie, consciëntieusheid, is de mate waarin mensen georganiseerd en doelgericht te werk gaan. Mensen die hoog scoren op deze dimensie zijn volhardend, ambitieus, gewetensvol en betrouwbaar (Hoekstra et al., 2003). Daarnaast zijn deze mensen goed in het plannen, organiseren en uitvoeren van taken. Mensen met een lage score op deze dimensie zijn daarentegen minder strikt in het toepassen en nastreven van eigen normen, waarden of idealen. De mate van consciëntieusheid tonen licht positieve correlaties met het

(7)

7 ontstaan van een partnerrelatie bij jongvolwassenen aan (Botwin et al., 1997; Watson et al., 2000; Neyer & Voigt, 2004).

In het huidige onderzoek gaat het specifiek om het verband tussen de vijf

persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties. Dit verband is onderzocht door middel van speeddates op een festival. Daarnaast wordt er onderzocht welke persoonlijkheidsdimensies belangrijk en minder belangrijk zijn als voorspeller van het aantal ontvangen speeddate nominaties. Er wordt verwacht dat een hogere mate van extraversie, openheid, altruïsme en consciëntieusheid samenhangen met meer ontvangen speeddate nominaties en een hogere mate van neurotiscisme samenhangt met minder ontvangen speeddate nominaties. Ook wordt verwacht dat neuroticisme de belangrijkste, extraversie de medium belangrijke en consciëntieusheid, altruïsme en openheid de minst belangrijke

voorspellers van het aantal ontvangen speeddate nominaties zijn. Tot slot wordt onderzocht of de verbanden tussen de vijf persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen nominaties verschillen voor mannen en vrouwen. Hierbij wordt verwacht dat de relatie tussen

persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties wordt gemodereerd door sekse. Met de resultaten van deze studie kan een beeld worden gevormd van het verband tussen persoonlijkheidsdimensies, partnerkeuzes en het ontstaan van intieme relaties.

Om te kunnen voorspellen welke persoonlijkheidsdimensies van belang zijn bij het ontstaan van intieme relaties is in deze studie gebruik gemaakt van een speeddate studie. Door het gebruik van een speeddate design was er sprake van ecologische validiteit (Overbeek, Nelemans, Karremans, & Engels, 2013). In deze studie hadden de speeddates namelijk werkelijk plaatsgevonden, waardoor de partnerkeuzeprocessen konden worden geobserveerd. Hierdoor ontstond er een hoge overeenkomst tussen de onderzoeksresultaten en de alledaagse praktijk. Speeddaten is een snelle vorm van dating. Bij een speeddate zien eventuele

(8)

8 elkaar snel te leren kennen en in een veilige situatie ervaringen uit te laten wisselen. Eerder speeddate onderzoek was voornamelijk gericht op de rol van uiterlijke kenmerken en status bij de eventuele partners (Kruijff, 2011; Finkel, Eastwick, & Matthews, 2007). Daarnaast was speeddate onderzoek gedaan naar voorkeuren in persoonlijkheid van een potentiële partner en of dit resulteerde in intieme relaties met een partner die deze voorkeur bezat (Botwin et al., 1997).

Naast de voorkeur voor persoonlijkheidsdimensies bij het aangaan van intieme relaties zijn er ook verschillen tussen seksen gevonden in de relatie tussen persoonlijkheid en

partnerkeuzes. Studies op dit gebied laten echter wisselende resultaten zien. Zo bleek uit de studie van Geist en Gilbert (1996) dat de mate van neuroticisme bij vrouwen de beste voorspeller was voor desinteresse van mannen, terwijl de mate van neuroticisme bij mannen geen invloed had op de partnerinteresse van de vrouw. Er zijn echter ook studies waarin geen sekseverschillen zijn gevonden bij deze persoonlijkheidsdimensie (Eysenck & Wakefield, 1981; Karney & Bradbury, 1997). Verder vonden Bouchard et al. (1999) dat een hogere mate van openheid en consciëntieusheid bij mannen leidde tot meer interesse van vrouwen (Fisher & McNulty, 2008). Daarnaast had een hogere mate van openheid bij de man, de voorkeur bij een vrouw bij een potentiële partner (Bouchard et al., 1999). Tevens bleek uit eerder

speeddate onderzoek dat sociaal wenselijke persoonlijkheidsdimensies, namelijk een hoge mate van altruïsme, consciëntieusheid en openheid, van een potentiële partner belangrijker zijn voor vrouwen dan voor mannen (Botwin et al., 1997).

Volgens de seksuele selectie theorie is de sekse die de grootste investering in de opvoeding van het nageslacht moet leveren, de sekse die het kieskeurigst is in het selecteren van een partner (Trivers, 1972). Deze theorie komt voort uit de evolutionaire theorie van Darwin (1871) en doet een voorspelling over welke partner mensen kiezen om zich mee voort te planten. Vrouwen zijn de sekse die zich langzamer voortplanten en zullen dus minder

(9)

9 geneigd zijn intieme relaties aan te gaan. Vrouwen zoeken naar partners die middelen hebben om een kind op te voeden (Buss, 1989). Heteroseksuele mannen zoeken naar vruchtbare partners. Daarnaast biedt deze theorie een verklaring voor meerdere sekseverschillen. De partnerkeuze is een proces waarin dit sekseverschil zich kan manifesteren. Voor het

reproductieve succes van een man is het nodig een vrouw te vinden die vruchtbaar is. Echter, vrouwen hebben niet alleen mannen nodig die vruchtbaar zijn, maar mannen moeten ook voor kinderen kunnen zorgen. Vrouwen zullen eerder selecteren op het inkomen, opleidingsniveau en de persoonlijkheid dan mannen (Berry & Miller, 2001). Dat vrouwen bij de partnerkeuze selectiever zijn dan mannen komt, doordat ze biologisch meer moeten investeren in

reproductie. Volgens deze theorie hebben mannen en vrouwen verschillende eisen en behoeftes bij het vinden van een partner.

Methode Steekproef

Voor deze studie was gebruik gemaakt van data die zijn verzameld in een speeddate studie op muziekfestival Lowlands. Er hadden 177 jongvolwassenen (88 mannen, 87 vrouwen) deelgenomen aan de speeddate sessies. De deelnemers hadden een leeftijd van 18 tot 63 jaar (M = 26.0, SD = 6.8). De deelnemers met de leeftijden 41, 44, 56, 59 en 63 jaar (M +2 SD) werden niet meegenomen in de analyses omdat deze niet binnen de doelgroep van jongvolwassenen vielen en het statistische outliers waren. Bij de variabele leeftijd waren 4 missing values. De overige gegevens van deze participanten waren echter wel meegenomen in het onderzoek. Daarnaast hadden 9 jongvolwassenen een relatie. Deze personen waren ook niet meegenomen in de data. Het hebben van een relatie was namelijk een exclusiecriterium van het onderzoek, omdat hierdoor de nominaties mogelijk werden beïnvloed. Tevens werd hiermee rekening gehouden met de ecologische validiteit van een speeddate studie design. Uiteindelijk bleven er 163 jongvolwassenen (82 mannen, 81 vrouwen) over voor de analyses.

(10)

10 De gemiddelde leeftijd van deze analysesteekproef was 25.7 jaar (n = 160, SD = 5.0, min = 18.0, max = 38.9). Het merendeel van de participanten had een Nederlandse/anders Westerse etniciteit (86.2%). Tevens was het merendeel van de jongvolwassenen heteroseksueel

(80.4%). Daarnaast was 17.2% van de participanten voornamelijk heteroseksueel, maar voelden zich enigszins aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht. Tevens was een klein deel (1.6%) biseksueel, deze personen voelden zich dus zowel aangetrokken tot mannen als vrouwen. Daarnaast had 78.7% van de participanten een hoge opleiding en 21.3% een lage opleiding afgerond. Een hoge opleiding was havo/vwo of hoger en een lage opleiding was onder het niveau van havo.

Procedure

Het speeddate onderzoek vond plaats tijdens het festival Lowlands op 21, 22 en 23 augustus 2015. Festivalbezoekers werden door onderzoeksassistenten ter plekke gevraagd om deel te nemen aan de speeddate sessies. Deelname aan het onderzoek was op vrijwillige basis. Daarnaast was deelname aan het onderzoek gebaseerd op drie selectiecriteria; (1) leeftijd boven de 18 jaar; (2) geen relatie; (3) aangetrokken voelen tot het andere geslacht. De deelnemers hadden een toestemmingsformulier getekend, zodat de gegevens voor

wetenschappelijke doeleinden gebruikt konden worden. De participanten hadden voor de speeddates een vragenlijst ingevuld, waarmee verschillende variabelen werden gemeten zoals sekse, persoonlijkheid en achtergrondgegevens. Er hadden negen sessies, met elk tien rondes, verdeeld over drie dagen in het Speeddate Lab plaatsgevonden. De speeddate sessies

bestonden uit tien mannen en tien vrouwen. Bijna iedere deelnemer had met tien andere deelnemers een speeddate gehad. In een klein aantal gevallen waren dit er minder door een tekort aan participanten. Elke speeddate ronde had een duur van drie minuten waarna de mannen van plek wisselden en de vrouwen bleven zitten.

(11)

11 Aantal ontvangen speeddate nominaties. Na elke speeddate hadden de participanten aangegeven op een matchformulier of ze de date een match vonden. Dit was gedaan aan de hand van het volgende item: “Was het een match?” (0 = ja, 1 = nee). Ontvangen speeddate nominaties stonden voor het aantal matches die de proefpersonen hadden ontvangen na afloop van de speeddate. Als een proefpersoon 10 dates had, was het maximale aantal nominaties 10 en het minimale aantal 0 nominaties.

Persoonlijkheid. Persoonlijkheid werd gemeten aan de hand van een verkorte en vertaalde versie van de Big Five (BFI-10; Rammstedt & John, 2007; Nederlandse vertaling; Denissen et al., 2008). De BFI-10 was een vragenlijst om de vijf dimensies van

persoonlijkheid vast te stellen, namelijk: neuroticisme, extraversie, openheid,

consciëntieusheid en altruïsme. De BFI-10 bestond uit 10 items, twee voor elk van de vijf dimensies van persoonlijkheid volgens de Big Five (zie Bijlage 1). De deelnemers konden bij de items uit een vijf-punt Likertschaal kiezen (1 = sterk mee oneens, 5 = sterk mee eens). Één van de twee items van elk van de vijf persoonlijkheidsdimensies werd gehercodeerd (items A, G, C, D en E). Vervolgens werd per dimensie het gemiddelde van het gehercodeerde en het niet gehercodeerde item bepaald, waarbij de waarde tussen de één en de vijf kon liggen. De proefpersonen konden op de persoonlijkheidsdimensies een relatief hoge of lage score halen. Een hogere score stond gelijk aan een hogere mate van één van de persoonlijkheidsdimensies. Tevens was er een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd om de betrouwbaarheid van de schalen neuroticisme (α = .52), extraversie (α = .42), openheid (α = .43), consciëntieusheid (α = .43), en altruïsme (α = .27) te meten. Deze lage betrouwbaarheid kwam mogelijk doordat de schalen slechts uit twee items bestonden (Moore & McCabe, 2005). De Cronbach’s Alpha kon door het aantal items niet worden verhoogd, omdat bij het verwijderen van een item niet meer van een schaal kon worden gesproken.

(12)

12 Bij onderzoeksvraag één werd gekeken naar het verband tussen de afzonderlijke

persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties. Deze

onderzoekvraag werd beantwoord door middel van vijf multipele regressie analyses. Met elke regressie analyse werd het verband tussen de vijf afzonderlijke persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties getoetst. Om te bepalen welke controle variabelen werden meegenomen in de analyses waren er t-toetsen, ANOVA’s en correlatieanalyses uitgevoerd. Voor de variabele dag (1 = vrijdag, 2 = zaterdag, 3 = zondag), dagdeel (1 = 12u, 2 = 14u, 3 = 16u) en seksuele oriëntatie (1 = 100% heteroseksueel, 2 = voornamelijk

heteroseksueel, maar enigszins aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht, 3 =

biseksueel, dus evenveel aangetrokken tot mannen en vrouwen, 4 = 100% homoseksueel, 5 = voornamelijk homoseksueel, maar enigszins aangetrokken tot mensen van het andere

geslacht, 6 = anders, namelijk)werden ANOVA’s uitgevoerd, een correlatieanalyse voor de

variabele leeftijd en T-testen voor de variabele geslacht (1 = man, 2 = vrouw), educatie (0 = laag, 1 = hoog) en etniciteit (0 = NL, anders Westers, 1 = niet-Westers).

Vervolgens werd er bij onderzoeksvraag twee gekeken naar het relatieve belang van de vijf persoonlijkheidsdimensies als voorspellers van het aantal ontvangen speeddate nominaties. Dit werd met één multipele regressie analyse uitgevoerd.

Als laatste werd, bij onderzoeksvraag drie, gekeken of de verbanden tussen de persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate werd gemodereerd door sekse. Hiervoor werden vijf nieuwe variabelen aangemaakt: de interactie-effecten tussen sekse (0 = mannen, 1 = vrouwen) en de vijf persoonlijkheidsdimensies. De persoonlijkheidsdimensies werden eerst gestandaardiseerd en vervolgens vermenigvuldigd met sekse. De vijf interactie-effecten, ‘sekse x persoonlijkheidsdimensie’, werden aan de multipele regressie analyse toegevoegd. Statistische significantie van de uitkomsten werd aangenomen bij een p < .05.

(13)

13 De analyses werden uitgevoerd met Statistical Package for the Social Sciences (SPSS) versie 22 van IBM.

Resultaten Beschrijvende statistieken en sekseverschillen

In Tabel 1 staan de frequenties, percentages, gemiddelden, standaarddeviaties en verschiltoets statistieken voor mannen en vrouwen. Uit de tabel is af te leiden dat de mannen gemiddeld ouder waren dan de vrouwen. Voor de persoonlijkheidsdimensies neuroticisme en extraversie scoorden de vrouwen significant hoger dan de mannen. Daarnaast ontvingen de vrouwen gemiddeld meer ontvangen speeddate nominaties dan de mannen, respectievelijk 5.21 nominaties versus 2.99 ontvangen nominaties.

Correlaties

In Tabel 2 staan de Pearson correlaties tussen de onderzochte variabelen afzonderlijk voor mannen en vrouwen weergegeven. Voor de mannen waren er significante positieve correlaties gevonden tussen conscientieusheid en extraversie. Een hogere mate van

consciëntieusheid hing dus samen met een hogere mate van extraversie. Tevens was er bij de mannen een significant negatieve correlatie gevonden tussen extraversie en neuroticisme. Dus een hogere mate van extraversie hing samen met een lagere mate van neuroticisme. Voor vrouwen waren geen correlaties significant.

Toetsen controlevariabelen

Met t-toetsen, ANOVA’s en correlaties werd gekeken welke controlevariabelen werden meegenomen in de regressie analyses. T-toetsen werden uitgevoerd voor de controlevariabelen opleidingsniveau en etniciteit. Uit de resultaten bleek dat het aantal ontvangen speeddate nominaties significant verschilden voor een hoog of laag

(14)

14 speeddate nominaties niet significant voor participanten met een Nederlandse of een andere westerse etniciteit en participanten met een niet-westerse etniciteit (t(157) = -.112, p = .911).

ANOVA’s werden uitgevoerd voor de controlevariabelen dag, dagdeel en seksuele oriëntatie. Uit de resultaten bleek een significant verschil in het aantal ontvangen speeddate nominaties tussen de dagen (F(2,159) = 4.91, p = .009). Uit de Post Hoc toets bleek dat er op zondag significant meer speeddate nominaties waren ontvangen dan op zaterdag (p = .007). Daarentegen was er geen significant verschil gevonden in het aantal ontvangen speeddate nominaties tussen de verschillende dagdelen (F(2,160) = .59, p = .522) en de verschillende seksuele oriëntaties (F(3,159) = .74, p = .528).

Tenslotte is er een Pearson correlatietoets uitgevoerd voor de variabele leeftijd. Uit de resultaten bleek dat bij een hogere leeftijd meer speeddate nominaties werden ontvangen (r = -.18, p = .026). Daarnaast waren significante positieve correlaties gevonden tussen leeftijd en consciëntieusheid voor mannen.

Op basis van deze resultaten werden de controlevariabelen opleidingsniveau, dag en leeftijd meegenomen in de regressie analyses. Etniciteit, dagdelen en seksuele oriëntatie werden niet meegenomen als controlevariabelen in de regressie analyses.

Multipele regressie analyses

In Tabellen 3 t/m 7 staan de resultaten van de vijf multipele regressie analyses per persoonlijkheidsdimensie apart. De controlevariabelen leeftijd en opleidingsniveau bleken significante voorspellers voor het aantal ontvangen speeddate nominaties. De

persoonlijkheidsdimensies neuroticisme en extraversie hingen positief significant samen met het aantal ontvangen speeddate nominaties (zie Tabel 7). Een hogere mate van neuroticisme en extraversie voorspelden meer ontvangen speeddate nominaties. Openheid,

consciëntieusheid en altruïsme hadden geen significant effect op het aantal ontvangen speeddate nominaties (zie Tabellen 3 t/m 6).

(15)

15 In Tabel 8 staan de resultaten van de multipele regressie analyse met alle vijf

persoonlijkheidsdimensies tegelijkertijd, om het relatieve belang te toetsen van persoonlijkheidsdimensies voor het aantal ontvangen speeddate nominaties. De

controlevariabelen leeftijd en opleidingsniveau bleken ook in deze analyse significante voorspellers voor het aantal ontvangen speeddate nominaties. Tevens bleken neuroticisme en extraversie significante positieve voorspellers voor het aantal ontvangen speeddate

nominaties. Een hogere mate van neuroticisme en extraversie voorspelden meer ontvangen speeddate nominaties. Neuroticisme had een iets sterker effect op het aantal ontvangen speeddate nominaties dan extraversie. Openheid, altruïsme en consciëntieusheid bleken geen significante voorspellers van het aantal ontvangen speeddate nominaties.

Moderator analyse

Met een multipele regressie analyse werd gekeken of de effecten van

persoonlijkheidsdimensies op het aantal ontvangen speeddate nominaties werd gemodereerd door geslacht (zie Tabel 9). In de multipele regressie analyse bleek de controlevariabele opleidingsniveau een significante voorspeller voor het aantal ontvangen speeddate nominaties. De interactie-effecten bleken voor geen enkele persoonlijkheidsdimensie significant te zijn. Oftewel, de relatie tussen de persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties was niet anders voor mannen dan voor vrouwen.

Discussie

In de huidige studie werd het verband onderzocht tussen persoonlijkheid en partnerkeuze en het verschil in dit verband voor mannen en vrouwen. Dit verband werd onderzocht met gegevens die waren verzameld in een speeddate studie op muziekfestival Lowlands. Specifiek was gekeken naar de persoonlijkheidsdimensies van de Big Five, namelijk extraversie, neuroticisme, openheid, consciëntieusheid en altruïsme, waarbij werd verwacht dat hogere mate van extraversie, openheid, altruïsme en consciëntieusheid samen

(16)

16 zouden hangen met meer ontvangen speeddate nominaties en dat een hogere mate van

neuroticisme samen zou hangen met minder ontvangen speeddate nominaties. Eerder speeddate onderzoek toonde namelijk een positief verband aan tussen een hoge mate van extraversie, altruïsme, openheid, consciëntieusheid en het ontstaan van een partnerrelatie (Botwin et al., 1997), terwijl een hoge mate van neuroticisme negatief samenhing met partnerinteresse (Gattis, Berns, Simpson, & Christensen, 2004).

Daarnaast werd gekeken naar het relatieve belang van de vijf

persoonlijkheidsdimensies als voorspellers van het aantal ontvangen speeddate nominaties. Er werd verwacht dat neuroticisme de belangrijkste, extraversie de medium belangrijke en altruïsme, openheid en consciëntieusheid de minst belangrijke voorspellers van het aantal ontvangen speeddate nominaties waren. Uit eerder onderzoek bleek neuroticisme de sterkste voorspeller voor partnerinteresse (Caughlin et al., 2000; Robins et al., 2000). Daarnaast toonde onderzoek van Botwin et al. (1997) een positief verband aan tussen een hoge mate van extraversie en het ervaren van succes tijdens speeddates. De mate van consciëntieusheid, altruïsme en openheid toonden, in sommige studies, licht positieve correlaties met partnerinteresse (Watson et al., 2000; Neyer & Voigt, 2004).

Uit de resultaten van het huidige onderzoek bleek dat neuroticisme en extraversie significant positief samenhingen met het aantal ontvangen speeddate nominaties. Een hogere mate van neuroticisme voorspelde het grootste aantal ontvangen speeddate nominaties. Extraversie voorspelde het op één na grootste aantal ontvangen speeddate nominaties. Het significante positieve verband tussen neuroticisme en het aantal ontvangen speeddate nominaties kwam niet overeen met de verwachting. In eerder onderzoek hing neuroticisme juist negatief samen met partnerinteresse (Barelds, 2005). Daarentegen kwam het significante verband tussen extraversie en het aantal ontvangen speeddate nominaties wel overeen met de verwachting. In eerder speeddate onderzoek bleek namelijk dat mensen met een hoge mate

(17)

17 van extraversie meer succes in de datingfase ervaarden (Botwin et al., 1997). Openheid, altruïsme en consciëntieusheid bleken in dit onderzoek niet significant. Dit kwam overeen met de verwachting aangezien er in verschillende studies geen relatie tussen deze

persoonlijkheidsdimensies en partnerinteresse werd gevonden (Robins et al., 2000). Openheid, altruïsme en consciëntieusheid bleken minder belangrijke voorspellers in het partnerkeuzeproces.

Als laatste werd gekeken naar de verschillen in de verbanden tussen de vijf

persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen nominaties voor mannen en vrouwen. Er werd verwacht dat, wanneer tegelijk onderzocht, de relatie tussen persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties werd gemodereerd door sekse. Zo bleek uit onderzoek van Geist en Gilbert (1996) dat een hogere mate van neuroticisme van vrouwen de beste voorspeller was voor desinteresse van mannen, terwijl de mate van neuroticisme van mannen geen invloed had op de partnerinteresse van vrouwen. Verder bleek dat een hogere mate van openheid en consciëntieusheid bij mannen de voorkeur had bij vrouwen voor een partner (Bouchard et al., 1999; Fisher & McNulty, 2008).

Uit de resultaten bleek dat het verband tussen de persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties niet werd gemodereerd door sekse. De verbanden tussen alle persoonlijkheidsdimensies en het aantal ontvangen speeddate nominaties was dus niet significant anders voor mannelijke dan voor vrouwelijke jongvolwassenen. Dit komt niet overeen met onderzoek waarin vrouwen meer dan mannen de voorkeur hadden voor een hogere mate van openheid, altruïsme en consciëntieusheid in een partner (Robins et al., 2000). De theorie van de ouderlijke investeringen en seksuele selectie, ondersteunde dit sterkere verband voor vrouwen (Trivers, 1972). Dat vrouwen bij de partnerkeuze selectiever zijn dan mannen komt, doordat ze biologisch meer moeten investeren in reproductie. Volgens deze theorie stellen vrouwen hogere eisen aan een potentiële partner, maar geen andere voorkeuren

(18)

18 dan mannen. De voorkeur voor persoonlijkheidsdimensies bij mannen en vrouwen in een potentiële partner hoeft dus niet te verschillen. Alleen de mate waarin deze voorkeur zich voordoet verschilt. Ook in andere studies werden geen sekseverschillen gevonden tussen de persoonlijkheidsdimensies en partnerinteresse (Eysenck & Wakefield, 1981; Karney & Bradbury, 1997). In eerder speeddate onderzoek bleek dat mannen en vrouwen met een hoge mate van bepaalde persoonlijkheidsdimensies een voorkeur hadden voor potentiële partners met een hoge score op diezelfde persoonlijkheidsdimensies (Botwin et al., 1997).

Deze studie kent enkele sterke kanten. Allereerst was door het gebruik van een speeddate design sprake van ecologische validiteit (Overbeek et al., 2013). In dit onderzoek hadden namelijk de speeddates werkelijk plaatsgevonden, waardoor de partnerkeuze

processen konden worden geobserveerd. Hierdoor ontstond er een hoge overeenkomst tussen de onderzoeksresultaten en de alledaagse praktijk (Overbeek et al., 2013). Daarnaast is voor jongvolwassenen het uitgaansleven in het algemeen, en een festival in het bijzonder, een populaire plek om nieuwe mensen te ontmoeten en dus eventueel een partner te ontmoeten (Packer & Ballantyne, 2011). De kans om een partner te ontmoeten is hier aanwezig, omdat er vanuit werd gegaan dat er gedeelde interesse in een bepaalde muziekstijl en het uitgaansleven is (Buss & Barnes, 1986; North & Hargreaves, 2008). Uit een onderzoek onder

jongvolwassenen bleek dat bijna 40% een relatie had met iemand die zij ontmoet hebben in een bar, club, discotheek of tijdens een festival (Packer & Ballantyne, 2011). Tevens vond 40% van de jongvolwassenen zomerse festivals de beste plek om een nieuwe partner te ontmoeten (Packer & Ballantyne, 2011). Een festival is dus een belangrijke plek, voor jongvolwassenen van nu, om een potentiële partner te ontmoeten.

Naast de genoemde sterke punten kent dit onderzoek ook enkele beperkingen. Allereerst was voor dit onderzoek enkel gebruik gemaakt van zelf-rapportagevragenlijsten. Scores zouden hierdoor enkel de eigen perceptie van de jongvolwassenen van zijn of haar

(19)

19 persoonlijkheid kunnen weergeven, in plaats van de persoonlijkheid die waargenomen werd door de speeddatepartners. Ook is het mogelijk dat de jongvolwassenen de vragenlijst niet serieus of sociaal wenselijk hebben ingevuld. Dit zou de resultaten kunnen beïnvloeden. Naast zelf-gerapporteerde scores kan er in toekomstig onderzoek ook gebruik gemaakt worden van persoonlijkheidsscores, gerapporteerd of geobserveerd door mensen uit de omgeving van de jongvolwassenen, zoals een vriend of vriendin.

Ondanks de genoemde beperkingen is deze studie van belang voor het onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheid en partnerselectie. Persoonlijkheidsdimensies zijn namelijk belangrijke voorspellers in het ontstaan van intieme relaties. Desondanks is er weinig

onderzoek gedaan naar deze specifieke verbanden. Voor zover bekend is het enige speeddate onderzoek naar de invloed van persoonlijkheidsdimensies op partnerselectie gedaan door Botwin et al. (1997). Partnerkeuzeprocessen kunnen in een periode van bijna twintig jaar veranderen. Het is van belang om de invloed van persoonlijkheidsdimensies op partnerselectie na verloop van tijd te herhalen om mogelijke veranderingen van de invloed van

persoonlijkheidsdimensies op partnerselectie vast te stellen.

Uit huidig onderzoek bleek dat de persoonlijkheidsdimensies neuroticisme en extraversie een belangrijke rol speelden bij het aantal ontvangen speeddate nominaties. Neuroticisme en extraversie zijn dus belangrijke persoonlijkheidsdimensies in

partnerkeuzeprocessen. Tegelijkertijd bleek dat openheid, altuïsme en consciëntieusheid in dit onderzoek geen significant effect hadden op het aantal ontvangen speeddate nominaties. Openheid, altruïsme en consciëntieusheid bleken in dit onderzoek dus minder belangrijke voorspellers voor partnerkeuzeprocessen. Ook bleek er geen modererend effect van sekseverschillen te bestaan in de relatie tussen persoonlijkheid en het aantal ontvangen speeddate nominaties. Het verband tussen de persoonlijkheidsdimensies en de partnerkeuze was dus niet anders voor mannen dan voor vrouwen.

(20)

20 Bij datingvoorkeuren van jongvolwassenen bleek fysieke aantrekkelijkheid in een potentiële partner van groot belang (Buunk, Dijkstra, Fetchenhauer, & Kenrick, 2002; Sprecher & Regan, 2002). Het bleek dat de fysieke aantrekkelijkheid van de mannen en vrouwen een goede voorspeller was voor een positieve beoordeling van de kwaliteit van de interactie. Tevens bleek uit speeddate onderzoek dat fysieke aantrekkelijkheid in partnerkeuze een grotere rol speelde dan de interne eigenschappen zoals persoonlijkheid (Eastwick, & Finkel, 2008; Overbeek et al., 2013). Het was dus mogelijk dat binnen een speeddate setting fysieke aantrekkelijkheid een betere voorspeller was dan de persoonlijkheidsdimensies. Het is daarom aan te bevelen om de fysieke aantrekkelijkheid van de proefpersonen in

vervolgonderzoek mee te nemen. Daarnaast kan in vervolgonderzoek een nameting worden gedaan. Dit om te bepalen in hoeverre een speeddate nominatie leidt tot een partnerrelatie en wat de persoonlijkheid in verdere stadia betekent voor deze partnerrelatie.

Mensen met een partnerrelatie zijn over het algemeen gelukkiger, fysiek gezonder en vertonen minder psychische klachten dan mensen zonder relatie (Diener & Seligman, 2002). Daarentegen lopen mensen die intieme relaties verbreken een verhoogd risico op ongelukken, suïcide, depressie, psychiatrische opname, lichamelijke ziekten en overlijden (Diener & Seligman, 2002). Zo kost de behandeling van mensen met een depressie in Nederland jaarlijks bijna 700 miljoen euro (Meijer et al., 2006). Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid als gevolg van psychische klachten zijn omvangrijk, één op de drie arbeidsongeschikten kan niet werken vanwege psychische klachten. Ook dat leidt jaarlijks tot hoge kosten. Het hebben van een partnerrelatie kan dus positieve gevolgen hebben voor de algemene gezondheid.

Daarentegen kan het ontbreken van een relatie negatieve gevolgen hebben voor het

welbevinden. Het huidige onderzoek heeft bijgedragen aan de kennis over de voorspellende waarde van persoonlijkheid op het ontstaan van partnerrelaties, waarbij mannen en vrouwen dus niet verschillen in de voorkeur voor persoonlijkheid in het ontstaan van partnerrelaties.

(21)

21 Literatuurlijst

Barelds, D. (2005). Self and partner personality in intimate relationships. European Journal of

Personality, 24(3), 112-120. doi: 10.1002/per.549

Barelds, D. (2004). De rol van persoonlijkheid in intieme relaties. Directieve Therapie, 24(3), 112-120. doi: 10.1007/BF03060351

Berry, D. S., & Miller, K. M. (2001). When boy meets girl: Attractiveness and the five-factor model in opposite-sex interactions. Journal of Research in Personality, 35(1), 62-77. doi:10.1006/jrpe.2000.2304

Botwin, M. D., Buss, D. M., & Shackelford, T. K. (1997). Personality and mate preferences: Five factors in mate selection and marital satisfaction. Journal of Personality, 65(1), 107-136. doi:10.1111/j.1467-6494.1997.tb00531.x

Bouchard, G., Lussier, Y., & Sabourin, S. (1999). Personality and marital adjustment: Utility of the five-factor model of personality. Journal of Marriage and the Family, 61(3), 651-660. doi:10.2307/353567

Bruch, M. A., Kaflowitz, N. G., & Pearl, L. (1988). Mediated and nonmediated relationships of personality components to loneliness. Journal of Social and Clinical

Psychology, 6(3-4), 346-355. doi:10.1521/jscp.1988.6.3-4.346

Buss, D. M., & Barnes, M. (1986). Preferences in human mate selection. Journal of

Personality and Social Psychology, 50(3), 559-570. doi:10.1037/0022-3514.50.3.559 Buss, D. M. (1989). Sex differences in human mate preferences: Evolutionary hypotheses

tested in 37 cultures. Behavioral and Brain Sciences, 12(1), 1-14. doi:10.1017/S0140525X00023992

Buunk, B. P., Dijkstra, P., Fetchenhauer, D., & Kenrick, D. T. (2002). Age and gender differences in mate selection criteria for various involvement levels. Personal Relationships, 9(3), 271-278. doi:10.1111/1475-6811.00018

(22)

22 Caughlin, J. P., Huston, T. L., & Houts, R. M. (2000). How does personality matter in

marriage? An examination of trait anxiety, interpersonal negativity, and marital satisfaction. Journal of Personality and Social Psychology, 78(2), 326-336. doi:10.1037/0022-3514.78.2.326

Costa, P. T., & McCrae, R. R. (1992). Revised NEO personality inventory (NEO-PI-R) and NEO five-factor inventory (NEO-FFI) professional manual. Psychological Assessment Resources, 45(2), 214-225. doi:10.1521/pedi.1992.6.4.343

Costa, P., Terracciano, A., & McCrae, R. R. (2001). Gender differences in personality traits across cultures: Robust and surprising findings. Journal of Personality and Social Psychology, 81(2), 322-331. doi:10.1037/0022-3514.81.2.322

Davis, M. H., & Oathout, H. A. (1992). The effect of dispositional empathy on romantic relationship behaviors: Heterosocial anxiety as a moderating influence. Personality and Social Psychology Bulletin, 18(1), 76-83. doi:10.1177/0146167292181011 Denissen, J.J.A., Geenen, R., van Aken, M. A. G., Gosling, S.D., & Potter, J. (2008).

Development of a Dutch translation of the Big Five Inventory (BFI). Journal of Personality Assessment, 90(2), 152-157. doi:10.1080/00223890701845229

Diener, E., & Seligman, M. E. (2002). Very happy people. Psychological Science, 13(1), 81-84. doi:10.1111/1467-9280.00415

Donnellan, M. B., Conger, R. D., & Bryant, C. M. (2004). The Big Five and enduring marriages. Journal of Research in Personality, 38(5), 481-504.

doi:10.1016/j.jrp.2004.01.001

Eastwick, P. W., & Finkel, E. J. (2008). Sex differences in mate preferences revisited: Do people know what they initially desire in a romantic partner? Journal of Personality and Social Psychology, 94(2), 245-264. doi:10.1037/0022-3514.94.2.245

(23)

23 Eysenck, H. J., & Wakefield, J. A. (1981). Psychological factors as predictors of marital

satisfaction. Advances in Behaviour Research and Therapy, 3(4), 151-192. doi:10.1016/0146-6402(81)90002-3

Finkel, E. J., Eastwick, P. W., & Matthews, J. (2007). Speed‐dating as an invaluable tool for studying romantic attraction: A methodological primer. Personal Relationships, 14(1), 149-166. doi:10.1111/j.1475-6811.2006.00146.x

Fisher, T. D., & McNulty, J. K. (2008). Neuroticism and marital satisfaction: The mediating role played by the sexual relationship. Journal of Family Psychology, 22(1), 112-122. doi:10.1037/0893-3200.22.1.112

Gattis, K. S., Berns, S., Simpson, L. E., & Christensen, A. (2004). Birds of a feather or strange birds? Ties among personality dimensions, similarity, and marital quality. Journal of Family Psychology, 18(4), 564-574. doi:10.1037/0893-3200.18.4.564. Gaunt, R. (2006). Couple similarity and marital satisfaction: Are similar spouses

happier? Journal of Personality, 74(5), 1401-1420. doi:10.1111/j.1467-6494.2006.00414.x

Geist, R. L., & Gilbert, D. G. (1996). Correlates of expressed and felt emotion during marital conflict: Satisfaction, personality, process, and outcome. Personality and Individual Differences, 21(1), 49-60. doi:10.1016/0191-8869(96)00049-9

Hoekstra, H. A., Ormel, J., & de Fruyt, F. (2003). Handleiding bij de

NEOpersoonlijkheidsvragenlijsten NEO-PI-R, NEO-FFI. Lisse: Swets & Zeitlinger. Karney, B. R., & Bradbury, T. N. (1997). Neuroticism, marital interaction, and the trajectory

of marital satisfaction. Journal of Personality and Social Psychology, 72(5), 1075-1092. doi:10.1037/0022-3514.72.5.1075

(24)

24 Kruijff, J. W. F. (2011). Love at first shape: Onbewuste effecten van ronde vormen op de

beoordeling van sensualiteit tijdens speeddating. Journal of Research in Personality 24(3), 112-120. doi:10.1007/BF03060351

McCrae, R. R., & Costa, P. T. (1985). Openness to experience. Perspectives in Personality, 1, 145-172. doi:10.1016/B978-012134645-4/50032-9

Meijer, S. A., Smit, F., Schoemaker, C. G., & Cuijpers, P. (2006). Gezond verstand. Evidence-based preventie van psychische stoornissen. Geraadpleegd op 12 maart 2016, van https://rivm.openrepository.com/rivm/handle/10029/7290

Neyer, F. J., & Voigt, D. (2004). Personality and social network effects on romantic

relationships: A dyadic approach. European Journal of Personality, 18(4), 279-299. doi:10.1002/per.519

Overbeek, G., Nelemans, S. A., Karremans, J., & Engels, R. C. (2013). The malleability of mate selection in speed-dating events. Archives of Sexual Behavior, 42(7), 1163-1171. doi:10.1007/s10508-012-0067-1171

Packer, J., & Ballantyne, J. (2011). The impact of music festival attendance on young people’s psychological and social well-being. Psychology of Music, 39(2), 164–181. doi:10.1177/0305735610372611

Rammstedt, B., & John, O. P. (2007). Measuring personality in one minute or less: A 10-item short version of the Big Five Inventory in English and German. Journal of Research in Personality, 41(1), 203-212. doi:10.1016/j.jrp.2006.02.001

Robins, R. W., Caspi, A., & Moffitt, T. E. (2000). Two personalities, one relationship: Both partners' personality traits shape the quality of their relationship. Journal of

Personality and Social Psychology, 79(2), 251-259. doi:10.1037/0022-3514.79.2.251 Roisman, G. I., Collins, W. A., Sroufe, L. A., & Egeland, B. (2005). Predictors of young

(25)

25 Prospective tests of the prototype hypothesis. Attachment and Human Development, 7(2), 105-121. doi:10.1080/14616730500134928.

Sprecher, S., & Regan, P. C. (2002). Liking some things (in some people) more than others: Partner preferences in romantic relationships and friendships. Journal of Social and Personal Relationships, 19(4), 463-481. doi:10.1177/0265407502019004048 Trivers, R. L. (1972). Parental investment and sexual selection. Journal of Personality and

Social Psychology, 72(2), 251-259. doi:10.1037/0022-3514.79.2.251

Vernon, P. A., Villani, V. C., Vickers, L. C., & Harris, J. A. (2008). A behavioral genetic investigation of the Dark Triad and the Big 5. Personality and Individual Differences, 44(2), 445-452. doi:10.1016/j.paid.2007.09.007

Watson, D., Hubbard, B., & Wiese, D. (2000). General traits of personality and affectivity as predictors of satisfaction in intimate relationships: Evidence from self‐and partner‐ ratings. Journal of Personality, 68(3), 413-449. doi:10.1111/1467-6494.00102

(26)

26 Tabel 1

Ranges, Frequenties, Percentages, Gemiddelden, Standaarddeviaties en Verschiltoets Statistieken voor Mannen en Vrouwen

Totaal (N = 163) Mannen (n = 82) Vrouwen (n = 81) Verschiltoets

Range N M(SD) Range N(%) M(SD) Range N(%) M(SD) t/X² df p

Leeftijd 18 – 39.92 160 25.67(5.03) 18 – 38.92 80 26.99(5.14) 18 – 38.58 80 24.35(4.57) -3.43 158 .001 Opleiding 155 .79(.41) 76 .72(.45) 79 .85(.36) .059 10 Laag 33 21(27.6) 12(15.2) Hoog 122 55(72.4) 67(84.8) Dag 162 2.06(.80) 82 80 .993 2 Vrijdag 47 24(29.3) 23(28.8) Zaterdag 58 29(35.4) 29(36.2) Zondag 57 29(35.3) 28(35) O 1 - 5 160 3.98(.92) 1 - 5 80 3.84(.93) 1 - 5 80 4.11(.84) 1.82 158 .071 C 1 - 5 159 3.37(.93) 1 - 5 79 3.31(1) 1 - 5 80 3.44(.86) .87 157 .388 E 1 - 5 160 3.82(.81) 1 - 5 80 3.66(.98) 1 - 5 80 3.97(.74) 2.25 158 .026 A 1 - 5 160 3.41(.79) 1 - 5 80 3.39(.76) 1 - 5 80 3.42(.83) .30 158 .765 N 1 - 5 160 3.41(.79) 1 - 5 80 2.38 (.84) 1 - 5 80 2.85(1.01) 3.26 158 .001 Nominaties 0 - 10 160 4.09(2.44) 0 - 9 82 2.99 (2.38) 1 - 10 81 2.61(.98) 6.51 161 .000 Noten. Laag = onder havo; Hoog = havo/vwo of hoger O = openheid. C = consciëntieusheid; E = extraversie; A = altruïsme; N = neuroticisme;

Nominaties = aantal ontvangen speeddate nominatie ; N = aantal; M = mean; SD = standaarddeviatie; CI = confidence intervals; t = t-test; df = degrees of freedom; p = p-waarde

(27)

27 Tabel 2

Pearson Correlaties voor de Relatie tussen Persoonlijkheidsdimensies, Leeftijd en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominaties

Leeftijd O C E A N Nominaties Leeftijd - -.04 .16 .07 -.01 -.06 -.12 O .16 - -.10 .17 .01 .05 .09 C E .41*** .16 -.05 .03 - .23* .16 - -.10 .14 -.07 -.22 -.12 -.03 A -.04 .14 -.11 .04 - -.11 .15 N .08 .09 .02 -.24* -.13 - .16 Nominaties -.02 .00 -.03 .15 -.02 -.01 -

Noten. Mannen zijn onder en vrouwen boven de diagonaal weergegeven. Nominaties = aantal ontvangen speeddate nominaties; O = openheid; C = consciëntieusheid; E = extraversie; A = altruïsme; N = neuroticisme, * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(28)

28 Tabel 3

Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen Openheid en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominatie B SE β p Leeftijd -.12 .04 -.24 .003 Opleidingsniveau 1.35 .49 .23 .006 Dag -.27 .24 -.09 .241 Openheid .17 .21 .06 .441 R2 .10**

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(29)

29 Tabel 4

Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen Consciëntieusheid en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominatie

B SE β p Leeftijd -.12 .04 -.25 .003 Opleidingsniveau 1.45 .48 .24 .003 Dag -.29 .24 -.09 .240 Consciëntieusheid .10 .22 .04 .651 .10**

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(30)

30 Tabel 5

Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen Extraversie en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominatie

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001 B SE β p Leeftijd -.12 .04 -.25 .002 Opleidingsniveau 1.46 .47 .25 .002 Dag -.33 .24 -.11 .165 Extraversie .48 .24 .16 .045 .12**

(31)

31 Tabel 6

Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen Altruïsme en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominatie B SE β p Leeftijd -.12 .04 -.24 .003 Opleidingsniveau 1.44 .47 .24 .003 Dag -.27 .24 -.09 .255 Altruïsme .16 .25 .05 .515 .10**

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(32)

32 Tabel 7

Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen Neuroticisme en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominatie B SE β p Leeftijd -.11 .04 -.24 .003 Opleidingsniveau 1.42 .47 .24 .003 Dag -.21 .24 -.07 .364 Neuroticisme .43 .20 .17 .033 .13**

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(33)

33 Tabel 8

Multipele Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen de Vijf Persoonlijkheidsdimensies en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominaties

B SE β p Leeftijd -.12 .04 -.25 .003 Opleidingsniveau 1.42 .48 .24 .004 Dag -.29 .24 -.10 .226 Openheid .05 .22 .02 .804 Consciëntieusheid .06 .22 .02 .786 Extraversie .52 .24 .17 .034 Altruïsme .20 .26 .06 .436 Neuroticisme .51 .21 .20 .015 .16***

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(34)

34 Tabel 9

Multipele Lineaire Regressie Analyse voor het Verband Tussen de Vijf

Persoonlijkheidsdimensies en het Aantal Ontvangen Speeddate Nominaties, Gemodereerd door Sekse B SE β p Leeftijd -.05 .04 -.11 .200 Opleidingsniveau .99 .48 .17 .039 Dag -.20 .23 -.07 .372 Geslacht 1.84 .41 .38 .000 Extraversie .23 .24 .08 .343 Consciëntieusheid -.13 .21 -.05 .537 Neuroticisme .21 .21 .09 .300 Openheid .03 .21 .01 .876 Altruïsme .09 .25 .03 .735 Sekse x extraversie -.28 .24 -.09 .243 Sekse x consciëntieusheid .06 .20 .02 .771 Sekse x neuroticisme .12 .21 .05 .572 Sekse x openheid .06 .20 .02 .752 Sekse x altruïsme .28 .25 .09 .273 .29***

Noten. B = Unstandardized regression Coefficient; SE = Standard Error; β = Standardized

regression Coefficient; p = p-waarde; R2 = proportie verklaarde variantie; * p <.05, ** p <.01, *** p <.001

(35)

35 Bijlage 1.

Instrument persoonlijkheid (Big Five Inventory-10, Rammstedt & John, 2007, Nederlandse vertaling: Denissen et al., 2008)

Instructie:

Hoe goed omschrijven de volgende stelling jouw eigen persoonlijkheid? Ik zie mezelf als iemand die …

Items:

A. Terughoudend is

B. Mensen over het algemeen vertrouwt C. Geneigd is lui te zijn

D. Ontspannen is, goed met stress kan omgaan E. Weinig interesse voor kunst heeft

F. Hartelijk, een gezelschapsmens is G. Geneigd is kritiek te hebben op anderen H. Grondig te werk gaat

I. Gemakkelijk zenuwachtig wordt J. Een levendige fantasie heeft

Antwoordcategorieën: 5 puntsschaal:

1 = Sterk mee oneens 2 = Een beetje mee oneens 3 = Niet mee eens of oneens 4 = Een beetje mee eens 5 = Sterk mee eens

Extraversie = A(R), F Altruïsme = B, G(R)

Consciëntieusheid = C(R), H Neuroticisme = D(R), I Openheid = E(R), J

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

“Jawel, maar ik dacht, dat ze me na al die jaren toch niet meer konden gebruiken en dus heb ik geen moeite gedaan een baan te krijgen”, antwoordt de 52-jarige huisvrouw Els.. Nu

[r]

Waar de loonkloof en het verschil in toelages nog relatief klein is onder UDs en UHDs (rond de €40 euro per maand en 3 tot 5 procentpunten minder kans op een toelage), is er

De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in

Als in de praktijk de druk om meer informele hulp te verlenen toeneemt, is er – gegeven de huidige verdeling van arbeid en zorg tussen vrouwen en mannen – een kans dat vrouwen meer