• No results found

View of Richard J. Evans, The Pursuit of Power. Europe 1815-1914.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Richard J. Evans, The Pursuit of Power. Europe 1815-1914."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VOL. 14, NO. 3, 2017

RECENSIE

139

C&A verder en poogde voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten. Hier-bij speelde angst voor het communisme tijdens de Koude Oorlog een belang-rijke rol. De investeringen in de VS werden gefinancierd met winsten behaald in de Europese vestigingen; leningen (vreemd vermogen) sloot C&A in de on-derzoeksperiode nooit af. Het succes in Amerika bleef lang uit en in 2004 trok C&A zich helemaal terug uit het land. Eerder, in 2001, had de onderneming ook Groot-Brittannië verlaten.

Het laatste hoofdstuk gaat over C&A als familiebedrijf: wat verklaart het suc-ces van C&A? Spoerer wijst op verschillende factoren, zoals de grote gezinnen eigen aan katholieken (er waren altijd voldoende mannelijke kandidaten); een opleidingsprogramma en selectie gebaseerd op bewezen kwaliteiten. Uiteinde-lijk kon een zoon lid worden van de ondernemersgroep. Hier werden alle be-langrijke beslissingen genomen gebaseerd op regels die in 1919 waren opgesteld. Zo moest iedere directeur op 55-jarige leeftijd met pensioen. Essentieel voor de ondernemersgroep, en daarmee voor C&A, was het idee van ‘unitas’: eenheid of eensgezindheid. Om het familiekapitaal te beschermen en belasting te ontwijken, richtte C&A vanaf 1921 talloze holdings op in onder andere Zwitserland, Liech-tenstein en Curaçao.

Dit is een heel degelijke en informatieve studie, gebaseerd op uitgebreid on-derzoek in het bedrijfsarchief en andere bronnen. Het is voorzien van vele grafie-ken en tabellen. Spoerer gaat nauwelijks in op de mode in de kledingbranche en hoe C&A deze wel of niet volgde, bijvoorbeeld in de eigen productiebedrijven of de winkels. Daar staat tegenover dat zeer uitgebreid wordt ingegaan op de recla-mecampagnes, de oorlogsjaren en het management. C&A probeert zo min moge-lijk in de publiciteit te komen al is daar recent verandering in gekomen. Afgezien van enkele artikelen over de beginjaren zijn er geen wetenschappelijke bedrijfs-geschiedenissen geschreven. Mede daarom is dit boek een welkome aanvulling op de bedrijfshistorische literatuur.

Ferry de Goey, Erasmus Universiteit Rotterdam

Richard J. Evans, The Pursuit of Power. Europe 1815-1914. (Londen: Allen Lane, 2016). 819 p. ISBN 9780713990881.

doi: 

10.18352

/tseg

.969

De ‘lange’ negentiende eeuw was in veel opzichten de eeuw van Europa. In die periode onderwierpen de Europeanen het overgrote deel van de wereld en ver-spreidden ideeën als liberalisme, democratie, nationalisme, vrijheid en gelijkheid

(2)

140

VOL. 14, NO. 3, 2017 TSEG

zich over de wereld. Economisch en qua industriële ontwikkeling nam het Conti-nent een grote voorsprong op de rest van de wereld: voor het eerst vond aanhou-dende economische groei plaats en de levensstandaard lag er, uitgezonderd van de Verenigde Staten, hoger dan waar ook ter wereld. Miljoenen Europeanen im-migreerden naar andere werelddelen.

Wellicht is het menselijk bestaan in geen andere eeuw zo ingrijpend veran-derd als in de negentiende eeuw. Rond 1800 stonden de Europeanen dichter bij de Middeleeuwen dan bij de twintigste eeuw. Honderd jaar later was dat totaal anders: elektriciteit, spoorwegen, auto’s, vliegtuigen, de telegraaf en telefoon had-den ruimschoots hun intrede gedaan, de levensstandaard was radicaal verbeterd (zij het dat dit langzaam was gegaan), een aantal endemische ziekten uitgeroeid. In het laatste kwart van de negentiende eeuw zag een spectaculaire hoeveelheid nieuwe uitvindingen het licht. Het optimisme en het vertrouwen in de vooruitgang was rond de eeuwwisseling in Europa bijna onbeperkt. En toen stortte het Con-tinent zich veertien jaar later in een vernietigende oorlog, die een einde maakte aan de Europese wereldhegemonie.

In The Pursuit of Power. Europe 1815-1914, schetst de vermaarde Britse historicus Richard J. Evans een werkelijk prachtig veelkleurig beeld van de ingrijpende veran-deringen die zich in Europa in de negentiende eeuw voltrokken. Evans, die eerder onder meer een drietal lovend ontvangen boeken over de geschiedenis van het Derde Rijk schreef, spreidt daarbij een diepgaande kennis tentoon, geïllustreerd met een ongelooflijke hoeveelheid feiten, cijfers en persoonlijke getuigenissen. Ondanks de grote informatiedichtheid blijft de rode draad steeds helder, en slaagt Evans er tegelijkertijd aan de hand van individuele ervaringen/beschrijvingen dui-delijk te maken hoe de grote, meer structurele ontwikkelingen uitwerkten in het leven van mensen, van keizers tot het enorme leger armen.

Voor laatstgenoemden betekende een aanzienlijk deel van de negentiende eeuw ondanks alle vooruitgang een naargeestig en ellendig bestaan, wat pas in de loop van de eeuw langzaam verbeterde. Aan grootschalige hongersnood kwam na ongeveer 1850 een eind, maar Evans beschrijft op huiveringwekkende wijze het lot van velen voor die tijd, bijvoorbeeld ten tijde van de grote aardappelcri-ses van eind jaren 1840, niet alleen in Ierland en Schotland, maar in grote delen van Euro pa. In de woorden van Evans: ‘People in the winter of 1846-7 were said to have nothing to eat except grass and nettles, coltsfoot, or a mess concocted of chaff, clover and blood’ (p. 123).

De Industriële Revolutie – die op langere termijn een enorme vooruitgang van het dagelijks leven betekende, zij het niet voor het milieu – maakte het leven van de massa in eerste instantie bepaald niet prettiger, integendeel. Het werk in de fabrie-ken was zwaar, zeer ongezond en levensgevaarlijk. De eerste katoenmolens waren wat dat betreft illustratief: ‘Workers suffered from bronchitis, indigestion, varicose

(3)

VOL. 14, NO. 3, 2017

RECENSIE

141

veins and deafness, caused respectively by working long hours in an environment filled with fluff and dust, by standing for lengthy periods of time, and by spending their days amid the enormous noise of machinery’ (p. 137). De door de Industrië-le Revolutie explosief groeiende steden waren smerige pIndustrië-lekken waar ziektes welig tierden en de levensverwachting niet veel hoger lag dan veertig, vooral onder de dicht op elkaar gepakt levende armen en arbeiders. Evans wijst bovendien, even-als Robert J. Gordon in zijn prachtige The Rise and Fall of American Growth, op de enorme hoeveelheid paardenmest in de steden, op zichzelf al een bron van ziek-ten bij gebrek aan basale hygiëne. Nog eind 1892 waren er 12.000 paarden gestald in het centrum van Hamburg; ‘It was estimated that 20,000 tons of horse drop-pings had to be cleared away from London’s streets every year in the 1850s; thir-ty years later, 100,000 tons of dung were being removed from the streets of Berlin each year’ (p. 309).

In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam daar, zeker in West-Euro-pa, langzaam verandering in, al was het maar omdat de overheid steeds meer ta-ken op zich nam wat betreft stedenplanning, verbeterde hygiëne en een aarzelend begin met de opbouw van een soort sociaal vangnet: ‘Civic pride and bourgeo-is squeambourgeo-ishness combined to overcome these problems’ (p. 309). Epidemieën behoorden aan het eind van de negentiende eeuw grotendeels tot het verleden, door een vaccinatieprogramma (Jenner, Koch, Pasteur) maar waarschijnlijk boven-al door betere voeding. Het aantboven-al sterftegevboven-allen nam dramatisch af, gevolg door een even opvallende daling in de geboortecijfers (p. 408), al noemt Evans het uit-zonderlijke geval Nederland niet expliciet.

Evan’s vuistdikke studie, deel van een meerdelige Penguin-reeks over de Euro-pese geschiedenis, besteedt niet alleen uitvoerig aandacht aan sociaal-economi-sche ontwikkelingen; ideologie, cultuur, muziek (inclusief beschrijvingen van de rellen die na diverse concerten uitbraken, bijvoorbeeld p. 535), politiek, oorlog: het komt allemaal ruimschoots aan bod. Elk hoofdstuk begint met een individu, wiens ervaringen of ideeën vervolgens naar het algemene beeld worden getild. The

Pur-suit of Power is met veel vaart geschreven, en een absoluut standaardwerk over de

negentiende eeuw, al is het ontbreken van voetnoten een gemis.

Boven die eeuw en het boek als geheel hangt bijna onvermijdelijk de scha-duw van de Eerste Wereldoorlog. De aanloop daarnaartoe wordt soms wat sum-mier maar afdoende beschreven. Evenals Evans blijf je je als lezer verbazen over het enthousiasme waarmee zovelen een grote oorlog verwelkomden, al waren er mensen die daarvan afweken. Zo voorspelde de Poolse bankier Jan Bloch in 1900 het karakter van zo’n conflict, waarin een patstelling zou ontstaan die miljoenen mensen het leven zou kosten en samenlevingen zou ontwrichten (p. 703). Naar Bloch en anderen werd in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog echter niet of nauwelijks geluisterd. Vol optimisme vertrokken miljoenen jonge mannen in

(4)

au-142

VOL. 14, NO. 3, 2017 TSEG

gustus 1914 naar het front. Van dat optimisme en van henzelf was een paar maan-den later weinig meer over. Zoals de Britse minister van Buitenlandse Zaken Ed-ward Grey tegen een vriend verzuchtte: ‘The lamps are going out all over Europe. We shall not see them lit again in our lifetime’ (p. 704).

Martijn Lak, De Haagse Hogeschool/Erasmus Universiteit Rotterdam

Vera Hajtó, Milk Sauce and Paprika. Migration, Childhood and Memories of the

In-terwar Belgian-Hungarian Child Relief Project. (Leuven: Leuven University Press,

2016). 298 p. ISBN 9789462700789.

doi: 

10.18352

/tseg

.965

Vera Hajtó’s Milk sauce and Paprika is not only an account of the history of the Hungarian Children Relief Project in Belgium; it is also a theoretical contribution to the field of children’s migration and memory. Hajtó starts with the question of structure versus agency and the degree to which children could play an active role in shaping their destiny. In the introduction, she suggests that – contrary to recent arguments about children’s social leverage in migratory decisions – her research provided important evidence for the ‘lack of individual agency’ (p. 30). Her his-torical-ethnographic method allows her to investigate the narrative of an impres-sive body of sources, ranging from oral histories with participants, letters in both Hungarian and Dutch, photographs, and archival sources.

The monograph is divided in three parts with two or three chapters each. The first part elaborates on the role of institutions: the state, the Catholic Church, and the organising bodies that provided ‘holidays’ for over 20,000 Hungarian children in Belgium. Particularly striking is the omnipresence of the Catholic Church, though its role in Hungary and Belgium differed. In Hungary, the church collaborated with the state, but the project was the initiative of some hard-wor-king individuals. In Belgium, the church operated independently – initially even without informing the state about the arrival of Hungarian children – but the project got much more popular support from the Catholic population. Never-theless, in both countries the church was heavily involved politically. In Hun-gary, the church supported the state’s demands to revoke the Trianon Treaty. The children relief project was an attempt at re-establishing international rela-tions with former enemies. Meanwhile, Catholic rhetoric featured prominently in Belgian anticommunist propaganda. The Catholic character of all institutions provided a supranational network, to which Hajtó attributes the ultimate suc-cess of the project.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Therefore, the aim of the present study was to create first trimester size charts of human embryonic brain structures in singleton non-malformed live birth pregnancies, using

11 In a recently performed study, we investigated whether an extensive laboratory work-up (consisting of a set of 14 tests) could increase the probability that patients are

De Eerste Monteur Dak gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om

Zo werden beide broers gevormd door hun opvoeding in Pruisen, Gijsbert Karel door zijn reis in de VS en kunnen Dirks revolutionaire opvattingen alleen begrepen worden tegen

Van belang voor de koppeling van DOWNCAST aan het systeem voor geleide bestrijding van bladvlekken- ziekte is de werking van de onder- zochte middelen op bladvlekken- ziekte. In

Deze dertig leerlingen zijn geselecteerd op grond van hun inzet en motivatie tijdens het lesprogramma dat gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale

Kinderen voor de 12 e levensjaar laten volgens Tremblay, LeMarquand, & Vitaro (1999) dan wel probleemgedrag zien, maar worden over het algemeen niet onder criminelen

Was er ten tijde van de wereldwijde crisisperiode (2007-2009) een hogere mate van earnings management bij Britse beursgenoteerde ondernemingen (FTSE 100) die in