• No results found

Grasland doorzaaien voor levensduurverlenging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Grasland doorzaaien voor levensduurverlenging"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Factsheet

Ruwvoer &

Bodem

Grasland doorzaaien voor levensduurverlenging

9

|

Samenvatting

Doorzaaien van blijvend grasland kan mogelijk het aandeel Engels raaigras verhogen en daarmee de levensduur van grasland verlengen. De effectiviteit van doorzaaien is onderzocht in een driejarige veldproef op vijf percelen grasland. Uit de resultaten blijkt dat het aantal getelde kiemplanten sterk afhankelijk was van de doorzaaiomstandigheden; pas bij de vierde keer doorzaaien werden aanzienlijk hoeveelheden kiemplanten geteld. Na de derde keer doorzaaien was, ondanks een beperkte opkomst van kiemplanten (9% van het zaad), het aandeel Engels raaigras in de volgende zomer toegenomen van 63% tot 68% (P < 0,001). Op basis van de resultaten tot nu toe lijkt doorzaaien perspectief te hebben.

Onderzoeksprogramma

Het hoofddoel van dit publiek private samenwerkingsprogramma is verbetering en verduurzaming van ruwvoerproductie en bodemmanagement. De PPS Ruwvoer & Bodem is een publiek-private samenwerking tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en een consortium van verschillende partijen uit de zaadveredelingsindustrie en de agrarische productieketen. De PPS valt onder het topsectorbeleid van de overheid, namelijk onder de Topsector Agri & Food.

Ruwvo er

&

INSTITUUT

(2)

Opnieuw inzaaien of doorzaaien?

Na verloop van tijd gaat de botanische samenstelling van grasland achteruit, waardoor naast de opbrengst vooral ook de voederwaarde afneemt Grasland vernieuwen door ploegen en opnieuw inzaaien is echter onwenselijk, vanwege de kosten, het verlies van opgeslagen koolstof en nutriënten, en het verlies van bodemleven. Doorzaaien van blijvend grasland met Engels raaigras kan het aandeel van deze gewenste grassoort in de zode mogelijk verhogen, de botanische achteruitgang vertragen en zo de levensduur van grasland verlengen. Vanwege dat perspectief is de effectiviteit van doorzaaien onderzocht in een driejarige veldproef op vijf verschillende percelen grasland op kleigrond. Doorzaaien werd gedaan met een Vredo Agri.

Veldproeven doorzaaien

In totaal is er vier keer in het najaar doorgezaaid. In de eerste twee jaren werden slechts gemiddeld 25 tot 31 planten per m2 geteld, in het derde jaar 84 planten per m2, en in het vierde jaar 418 planten per m2 (zie Figuur). De kiemplanten van de eerste twee keer doorzaaien gaven in het volgende seizoen geen verhoging van het aandeel Engels raaigras. Doorzaaien in het derde jaar (2018) gaf in de zomer van 2019 een toename van het aandeel Engels raaigras van 63% tot 68% (P < 0,001); het effect van de laatste doorzaai (2019) moet volgend jaar nog worden vastgesteld. De omstandigheden bij het doorzaaien (droogte, natheid, temperatuur, sluiten van de sneden) hebben een doorslaggevend effect op de effectiviteit van doorzaaien, gemeten aan het aantal getelde kiemplanten. Op basis hiervan zijn een aantal aanbevelingen voor de praktijk opgesteld.

Aanbevelingen voor de praktijk

• Doorzaaien kan het best uitgevoerd worden bij zo kort mogelijk gras, bijvoorbeeld direct na het maaien en de veldperiode;

• Krachtig eggen voorafgaande aan het doorzaaien verwijderd onkruid en dood organisch materiaal uit de zode. Hiermee wordt extra ruimte voor kiemplanten gecreëerd;

• Zaai alleen door bij een vochtige (kneedbare) toplaag, een voldoende hoge temperatuur, en bij voorkeur bij verwachting van neerslag. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, stel het doorzaaien dan uit;

• Zaai niet door bij een uitgedroogde of natte toplaag;

• Zaai niet door in het vroege voorjaar, aan het begin van de eerste groeiperiode;

• Zaai niet meer door als de nachttemperatuur blijvend onder de 10 graden zakt;

• Gebruik minimaal 15 kg goed kiemkrachtig zaad per ha, en zaai op een gemiddelde diepte van twee keer de zaadlengte. Meestal is dat 12-15 mm;

• Zorg voor een correcte afstelling van de doorzaaimachine; zaai een teststrook en controleer de insnijding, de zaaidiepte, de zaadverdeling in de snede, en het sluiten van de sneden (bij gebruik van een Vredo);

• Zorg voor een zo goed mogelijk contact tussen de zaden en de grond; rol desgewenst na met een Cambridge-rol en zorg bij het gebruik van een Vredo ervoor dat de sneden zo veel mogelijk sluiten.

Meer informatie

Lees meer over alle proefresultaten in het voorjaar van 2020 (www.ruwvoerenbodem.nl).

Meer info | Herman de Boer T| +31 (0)317 480692 E | herman.deboer@wur.nl 2019

Meer info | Henk Schilder T| +31 (0)317 480748 E | henk.schilder@wur.nl

26 okt. 16 932

25

6 nov. 17 1 nov. 18 22 okt. 19

1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 927 31 874 84 539 418

Aantal (#m

-2

)

Kiemplanten Niet-gekiemde zaden

Aantal getelde kiemplanten en niet-gekiemde zaden, drie tot zes weken na het doorzaaien van een bestaande graszode met Engels raaigras.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dan leert hij zijn object(en) kennen en weet, dat het onderzoek loopt, zoals hij het zich denkt. &#34;Wanneer hij dan later een verslag over het onderzoek schrijft, zal dit voor

Ondergetekende geeft hierbij uitdrukkelijk de toestemming om een linker coloscopie of een rectoscopie uit te voeren bij zijn/haar kind door een (kinder)gastro-enteroloog in

voor. Bij de oogst bleek dat naarmate er dichter was gepoot) het gemiddeld gewicht per struik kleiner werd, maar het totaal gewicht per eenheid van oppervlakte, toenam. Bij

Ik zou niet weten waarom de landbouw in het Groene Hart geen toekomst heeft. Waarom zou je niet, analoog wat in Frankrijk, Italië en Spanje met ham en kaas gebeurt, een specifieke

Cryptocoryne parva de Wit 1: habitus bloeiende plant (Schuhe 20-2-'67); 2: gesloten eu 3.' geopende spatha; 4: vruchtbeginsels en meeldraden; 5: meeldraad; 6: zaadbeginsel.. Ineens

 De sociale praktijken benadering voor consumenten gedrag laat zien dat gedrag niet gevolg is van gedachten, maar van een veelheid aan factoren zoals bewustzijn, lichamelijkheid en

Op basis van deze metingen konden golflengtes gedetecteerd worden die typisch voor schurft zijn. Gebaseerd op deze conclusie kan een sensor

den aan de fitheid nauwelijks aangeboden voor lang transport. Bovendien zijn de eisen aan vrachtwagens en vakbekwaamheid van personeel voor lang transport hoger. Regu­