• No results found

Berigheidsstimulatie en groepsvorming

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Berigheidsstimulatie en groepsvorming"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Berigheidsstimulatie en groepsvorming

Peter Vesseur

Om de vergelijking van de vier bedrijfssystemen goed te laten verlopen zijn er voor ieder systeem afspraken gemaakt met betrekking tot de berigheidsstimulatie en groepsvorming. Deze afspraken zijn er op gericht om binnen elk bedrijfssysteem zo goed mogelijk te kunnen produceren.

Berigheidsstimulatie en groepsvorming bij

zeugen

Bij groepshuisvesting voor zeugen is er naast de berigheidsstimulatie ook rekening gehouden met de noodzaak een stabiele sociale groep te vor-men. Uit vooronderzoek is gebleken dat het continu in de groep laten van zeugen na spenen soms aanleiding geeft tot ernstige spierstijfheid en pijn bij de zeugen. Dit kan zulke ernstige vor-men aannevor-men dat de stareflex voor de man niet goed meer te beoordelen is. Een ander pro-bleem bleek de continue aanwezigheid van een beer. Dit is wel gunstig voor de berigheidsstimu-latie, maar bemoeilijkt de berigheidscontrole. Eerste- en oudereworpszeugen worden op don-derdagmorgen (na het voeren van het gebrui-kelijke ochtendrantsoen) gespeend en op de buitenuitloop gebracht. Zeugen uit het bedrijfs-systeem met individuele huisvesting in voerlig-boxen komen op een kale uitloop. Zeugen uit bedrijfssystemen met een vorm van groepshuis-vesting komen op een uitloop waarop schotten zijn geplaatst en waarop stro wordt gebruikt. De uitloop is buiten, maar in verband met neerslag (mestvolume) overkapt.

Voerligboxen zonder uitloop

In de afdeling met voerligboxen zonder uitloop, krijgen de zeugen op donderdagmiddag (de speendag) uitloop binnen. De zeugen worden achter de boxen gelaten en kunnen het bere-hok bereiken.

Minimaal één keer wordt op deze dag geduren-de I uur buitenuitloop gegeven.

Op zaterdag wordt één keer uitloop gegeven (binnen) en op zondag wordt geen uitloop gegeven.

Voerligboxen met uitloop en het

Biofix-systeem

In de afdeling met voerligboxen met uitloop en in het Biofix-systeem krijgen de zeugen op don-derdag, aansluitend aan de uitloop buiten, voor het voeren nog 2-3 uur uitloop binnen.

Beercontact moet mogelijk zijn door een beer in een hok grenzend aan de uitloop te huisves-ten. Vanaf dag 4 na spenen blijven de (berige) zeugen in de dekboxen. Eén week na spenen, kunnen de zeugen permanent in de groep. In het Biofìx-systeem worden de jongste zeugen gedurende de nacht en gedurende de berigheid niet opgesloten.

Groepshuisvesting met voerstation

In de afdeling met groepshuisvesting met voer-station krijgen de zeugen, aansluitend aan de uit-loop buiten nog 2-3 uur uituit-loop binnen. Nulde-worpszeugen blijven ‘s nachts in de groep, oudereworpszeugen worden opgesloten. Berige zeugen worden in voerligboxen opgesloten. Het toevoegen van nuldeworpszeugen aan de groep gespeende zeugen vindt plaats door ze op woensdag, de dag voor de speendag, reeds in het betreffende huisvestingssysteem te brengen. Hierdoor kunnen deze dieren ongestoord met dit systeem kennis maken. Het in contact bren-gen met de oudereworpszeubren-gen vindt plaats op de speendag, door deze dieren op de uitloop te laten en er de gespeende zeugen daarna, direct uit de kraamstal, aan toe te voegen.

Voer en water rond spenen

De zeugen worden in alle systemen rond het spenen gewoon doorgevoerd en hebben vrije beschikking over drinkwater. Dit is gunstig voor

(2)

de energie- balans van de zeugen en dus voor het weer berig worden, bovendien zal het meer rust onder de pas gespeende zeugen geven.

Berigheidsstimulatie en groepsvorming bij

opfokzeugen

Opfokzeugen krijgen buitenuitloop. Om er voor te zorgen dat de opfokzeugen in een goed

cyclusstadium zijn op het moment dat ze inge-zet moeten worden, moet ervoor gezorgd wor-den dat de eerste keer dat uitloop gegeven wordt hierop is afgestemd. Dit houdt in dat bij inzet op een leeftijd van 217 dagen, met de bedoeling de eerste inseminatie uit te voeren op 222 dagen, voor het eerst uitloop moet worden gegeven op 175 dagen en dat dit drie weken later, dus op 196 dagen, wordt herhaald. Vóór een leeftijd van 175 dagen en tussentijds worden opfokzeugen gedurende de opfokfase in principe niet gemengd of verplaatst. Bij het geven van uitloop (op 175 en op 196 dagen) vindt ook beercontact plaats, door een beer

naast de opfokzeugen uitloop te geven, Opfok-zeugen van 175 dagen en de drie weken oude-re (196 dagen) opfokzeugen krijgen op hetzelf-de moment en met elkaar gemengd uitloop. Dit laatste is belangrijk voor de sociale ontwik-keling van deze dieren, Ze krijgen eerst contact met oudere, sterkere en dus waarschijnlijk rang-hogere dieren en later zijn ze zelf de oudste. De inzetleeftijd van 2 17 dagen is zo gekozen, dat opfokgelten ouder zijn dan 200 dagen op het moment van inzet/inseminatie en in principe kunnen worden ingezet in het systeem waaruit ze geboren zijn. De som van leeftijd bij inzet, duur van de dracht van de moederzeug en haar interval spenen-inseminatie, is deelbaar door 2 I dagen (2 I7+ I I5+5/2 I = 16). Hierdoor zijn er in de week dat er twee systemen gespeend wor-den (er zijn 4 drieweekse produktiesystemen) voldoende opfokzeugen beschikbaar om in te zetten. Tevens is het aantal dekkingen voor de fokkerij dan evenredig over de vier systemen verdeeld. n

Berigheidsstimulatie en groepsvorming.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

per as of fiets (v lak), zijn geen flambouwen nood ig ; deze grot is een prachtige gri lli ge gewelvenvor- ming in marmerrotsen. Deze grot is vroeger blijkbaar een

Dat herinnert ons aan de palmtakken waarmee de mensen Jezus toezwaaiden toen Hij Jeruzalem binnenreed op Zijn ezeltje.. Maar dit takje betekent nog

Maar het zal hem niet lukken Gods kerk geheel ten onder te brengen, want de Heere heeft zelf gezegd, dat de poorten der hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen én Hij

Ga eens voor jezelf na wat je de voorbije dagen voor andere mensen hebt gedaan!. Som de

In de klas begrijpt ze er niks van, thuis heeft niemand tijd voor haar en omdat mama en papa zo’n drukke job hebben, moet ze lang in de opvang blijven.. Gelukkig kon ze haar

De Nationale Wiskunde Dagen worden georganiseerd door het Freudenthal Instituut (Universiteit Utrecht) onder auspiciën van Platform Wiskunde Nederland (pwn) en de

De architectuur van Antonio Gaudí y Cornet (1852-1926) is zo geheel anders dan wij dagelijks om ons heen zien, dat zij ons in eerste instantie volslagen vreemd voorkomt. Dat wij

De lijst is samengesteld voor gebruik in de bibliotheek van het Mathematisch Instituut van de Universiteit Utrecht (Budapestlaan 6, De Uithof), maar veel boeken zullen ook in