• No results found

Onderzoeksprogramma onkruiden 1999 t/m 2002

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoeksprogramma onkruiden 1999 t/m 2002"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Thema’s binnen het

programma

De invulling van het DLO/PO-pro-gramma 343 is grotendeels in 1998 tot stand gekomen in samenspraak tussen DLO, het Praktijkonderzoek, LNV en andere actoren. Een uitge-breide beschrijving van het gramma is te verkrijgen bij de pro-grammaleider (L.A.P. Lotz van Plant Research International) of de bege-leidingscommissie (met voorzitter D.D. van der Stelt-Scheele van L, en secretaris T. Breimer van LNV-DWK).

DLO/PO 343 heeft twee hoofd-thema’s:

1. Afname van de afhankelijkheid van herbiciden,

2. Afname van het gebruik van her-biciden.

Duidelijk herkenbaar hierin zijn twee MJP-G doelstellingen: dering van het gebruik en vermin-dering van de afhankelijkheid van bestrijdingsmiddelen. Aan de derde doelstelling uit het MJP-G, vermin-dering van de emissie van bestrij-dingsmiddelen, wordt aandacht be-steed in het DLO/PO programma 359 (Bestrijdingsmiddelen en mi-lieu).

Onderwerpen binnen de

thema’s

Binnen de twee thema’s worden verschillende onderzoeksonderwer-pen onderscheiden. Om de afhan-kelijkheid van herbiciden te ver-minderen is er aandacht voor de ontwikkeling en toepassing van 1. Onkruidpreventie, 2. Onkruidonderdrukkende bo-dembedekkers, 3. Mechanische onkruidbestrij-ding, 4. Biologische onkruidbestrijding, 5. Innovatieve fysische

onkruidbe-strijding.

Om het gebruik van herbiciden te verminderen is er aandacht voor ontwikkeling en toepassing van 1. Meer rationele

herbicidedoserin-gen,

2. Pleksgewijze toediening van her-biciden,

3. Resistentie- en adaptatie-management,

4. Kleine toepassingen problema-tiek.

6. Onkruidbeheersing in openbaar groen.

Het gaat hier te ver om alle onder-werpen in detail te bespreken. Wat betreft het eerste thema is er vooral aandacht voor preventieve en

niet-chemische systemen en methoden. Hoe kunnen strategische en tacti-sche maatregelen zoals gewasrota-tie, rassenkeuze, zaaitijdstip en bo-dembedekkers optimaal ingezet worden om onkruiddruk te minima-liseren? En, hoe kunnen de huidige mechanische bestrijdingsmethoden verbeterd worden zodat ze beter toepasbaar en kosten-effectief wor-den? Verder is er meer strategisch onderzoek naar biologische on-kruidbestrijding (mycoherbiciden) en nieuwe fysische bestrijdingstech-nieken die gebruikmaken van laser-, water- en magnetronstralen. Wat betreft het tweede thema is er relatief veel aandacht voor het ver-minderen van doseringen van her-biciden. Begrippen hierbij: LDS, ADS en MLHD. LDS staat voor laag doseringssysteem, en is ontwikkeld door het IRS voor suikerbieten, en daarna voor aardappelen, diverse vollegrondsgroenten en bloembol-len door o.a. PAV en PBB. ADS staat voor aangepaste doseringen, en is ontwikkeld door PAV voor maïs. MLHD staat voor minimum letale herbicide doseringen, en is ontwik-keld door Plant Research Interna-tional voor fotosyntheseremmende herbiciden. In dit veld van afkortin-gen is de rode draad een rationele inzet van herbiciden op basis van kennis, sensingtechnieken (bijvoor-beeld inzet van fluorescentiemeet-techniek binnen MLHD) en advies-systemen. Rationeel wil zeggen minimale inzet van herbiciden zon-der onaanvaardbare risico’s van ver-onkruiding of resistentie- of adap-tatieontwikkeling. Verder is er aandacht voor toepassingen van herbiciden in teelten waarvoor de toelatingskosten te groot zijn voor de bestrijdingsmiddelenindustrie. Het onderwerp Onkruidbeheersing

Pagina 72 Gewasbescherming jaargang 31, nummer 3, mei 2000

[

ARTIKEL

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Planteziektenkundige Vereniging

Onderzoeksprogramma

‘onkruiden 1999 t/m 2002’

C. Kempenaar

1

, R.Y. van der Weide

2

en L.A.P. Lotz

1

1

Plant Research International, Postbus 16, 6700 AA Wageningen

2

Praktijkonderzoek voor de Akkerbouw en de Vollegrondsgroenteteelt,

Postbus 430, 8200 AK Lelystad

‘Gewasbescherming’ publiceert een serie artikelen over DLO-PO onder-zoeksprogramma’s. In dit artikel wordt het programma Beheersing en bestrijding van onkruiden (DLO/PO 343) beschreven. Dit programma loopt nu ruim een jaar, en heeft als doel bij te dragen aan de ontwikke-ling van ecologisch, economisch en maatschappelijk verantwoorde sys-temen van onkruidbeheersing. Vertrekpunt van dit programma was dat de Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G)-doelstellingen aangaan-de herbiciaangaan-den niet gehaald zouaangaan-den woraangaan-den. Uit recente evaluaties blijkt dit inderdaad het geval te zijn. Programma DLO/PO 343 richt zich niet alleen op landbouw maar ook op verhardingen en het openbare groen waar de onkruidproblematiek minstens zo groot is.

(2)

in het Openbare Groen is aan het programma toegevoegd naar aan-leiding van de constatering dat op verhardingen het gebruik van her-biciden aanzienlijk is, en de emis-sieproblemen misschien nog wel groter zijn dan in de landbouw. Bin-nen dit onderwerp is er relatief veel aandacht voor niet-chemische me-thodieken van onkruidbestrijding.

De drie B’s van

onkruidbeheersing

In de systemen van onkruidbestrij-ding die het programma wil helpen ontwikkelen staan naast ecologi-sche, economische en maatschap-pelijke randvoorwaarden de drie B’s van onkruidbeheersing centraal: Behoeden, Beslissen en Bestrijden. De drie B’s van onkruidbeheersing komen uit de inaugurele rede van M.J. Kropff aan de Landbouw Uni-versiteit.

Behoeden heeft te maken met stra-tegische keuzes, en heeft een hori-zon van meerdere seizoenen. Hoe richt ik mijn gewasrotatie, bestra-ting of parken zodanig in dat de on-kruiddruk minimaal is?

Beslissen heeft te maken met tacti-sche keuzes, en heeft een horizon van maximaal een seizoen. Het gaat hier om vragen als bij welke mate van onkruidbezetting dient bestrij-ding uitgevoerd te worden, en wel-ke mate van bestrijding moet be-reikt worden om later niet in de problemen te komen. Het gaat dus om het inzetten van kennis van populatiedynamica van onkruiden en schaderelaties waarmee een jaarplanning gemaakt wordt. Bestrijden heeft tot slot te maken met tactische keuzes. Wanneer en met welke intensiteit zet ik een be-paalde bestrijdingsmethode in. Bij voorkeur is dit een niet-chemische methode (wordt uitgangspunt nieu-we gewasbeschermingsbeleid), maar als het niet anders kan een zo mini-maal mogelijke inzet van herbiciden. Bij het nadenken over onkruidbe-heersing binnen DLO-PO 343 wordt de denklijn achter de drie B’s zo veel mogelijk gevolgd.

Betrokken kennisinstellingen

Gezien de doelstellingen en rand-voorwaarden zal duidelijk zijn dat diverse expertises nodig zijn om het programma succesvol te laten wor-den. Benodigde expertises zijn bio-logische, ecobio-logische, agronomi-sche, technische en

maatschappelijke kennis. Deze zijn afkomstig vanuit DLO (Plant Re-search International, IMAG en Al-terra) en het Praktijkonderzoek (PAV, PBB, BPO, FPO en PBG). Ook het IRS participeert in het program-ma. De totale omvang van het pro-gramma uitgedrukt in fte’s is onge-veer 14.

Uitdagingen voor

DLO/PO 343

De uitdaging voor DLO/PO 343 is bij te dragen aan vermindering van afhankelijkheid en gebruik van her-biciden. Wat betreft reductie in het gebruik van herbiciden zal het pro-gramma zeker een basis leggen voor

een verdere rationalisering van het herbicidengebruik, en zal het de ontwikkeling en het gebruik van al-ternatieve niet-chemische metho-den stimuleren. Daarmee zal ook de afhankelijkheid van herbiciden ver-minderen, alhoewel een breed ge-dragen definitie van afhankelijkheid nog niet beschikbaar is waardoor toetsing van deze doelstelling min-der eenvoudig is. Anmin-dere uitdagin-gen voor DLO/PO 343 is in de pas te blijven lopen met zaken die te ma-ken hebben met het nieuwe gewas-beschermingsbeleid na 2000, preci-sielandbouw, bedrijfscertificering, multifunctionele landbouw en transgene rassen. Waarschijnlijk blijft na 2000 het spreekwoord on-kruid vergaat niet nog wel bestaan.

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Planteziektenkundige Vereniging

Pagina 73

Gewasbescherming jaargang 31, nummer 3, mei 2000

[

ARTIKEL

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De minister deelt de mening van de Algemene Rekenkamer dat voor een goede naleving van de regeling aandacht moet worden besteed aan de wijze waarop de directie FEZ toezicht zal

Het voorstel van de Wet toezicht Europese subsidies, waarin deze bevoegdheden worden geregeld, is medio maart 2000 voor advies aan de Rekenkamer voorgelegd.. – Het kabinet is van

Toezicht en verantwoording bij rechtspersonen met een wettelijke taak Rijksbrede inventarisatie van rechtspersonen met een wettelijke taak naar sector, en onderzoek naar het

Een onafhan- kelijk orgaan als de Rekenkamer zou evenwel voor de uitoefening van haar taak niet afhankelijk moeten zijn van de bereidheid tot vrijwillige medewerking, maar zich

Abraham noemde de zoon die Sara hem geschonken had, Isaäk (dat Ge- lach betekent) en 8 dagen later besneed hij hem, zoals God had bepaald. Abraham was toen 100 jaar oud. Sara was

33 vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten 33 fabrieken voor medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen,. optische instrumenten

In an attempt to address this research gap, this study proposes (1) to identify the most prevalent metaphors currently used in South Africa’s national HIV/AIDS education policy

The purpose of this article is to highlight the notion that the concept of sphere sovereignty as postulated by Abraham Kuyper was used in an ambiguous if not invidious manner in