• No results found

[Review of: H.J. Zuidervaart (2013) Ridders, priesters en predikanten in Schelluinen. De geschiedenis van een Commanderij van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "[Review of: H.J. Zuidervaart (2013) Ridders, priesters en predikanten in Schelluinen. De geschiedenis van een Commanderij van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht]"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© 2014 Royal Netherlands Historical Society | KNHG

Creative Commons Attribution 3.0 Unported License

URN:NBN:NL:UI:10-1-110179 | www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505

BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 129-4 (2014) | review 96

Huib J. Zuidervaart, Ridders, priesters en predikanten in Schelluinen. De geschiedenis van

een commanderij van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht (Hilversum:

Verloren, 2013, 204 pp., ISBN 978 90 8704 389 6).

De commanderij van Schelluinen, gelegen bij Gorinchem, heeft meermaals in haar lange geschiedenis een kwijnend bestaan geleden. De geschiedenis van deze kleine

commanderij van de Duitse Orde van 1220 tot aan de afbraak van het middeleeuwse kerkgebouw in 1899, nu bijeengebracht door Huib Zuidervaart, leest bij vlagen als een opeenvolging van watersnoodrampen, oorlogsschades en soms ook wanbeheer. Toch blijkt het dorp ook iedere keer weer zijn aantrekkingskracht behouden voor nieuwe lichtingen die bereid zijn te investeren in kerk en commanderij.

Met het verschijnen van Ridders, priesters en predikanten in Schelluinen heeft Zuidervaart een mooie en rijk geïllustreerde afsluiting gegeven aan een verzameling kortere teksten van zijn hand over Schelluinen, verschenen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het boek is echter geen simpele reprise van eerder geuit materiaal. Nieuwe inzichten en literatuur over de Utrechtse balije, de middeleeuwse provinciale

organisatiestructuur van de Duitse Orde in de Noordelijke Nederlanden, zijn verwerkt en aangevuld met nieuw bronnenonderzoek.

Het boek begint met de vroege geschiedenis van het dorp en de commanderij, beide voortvloeiend uit deelname aan de kruistochten van leden van de adellijke familie Van Altena. De naam Schelluinen is afgeleid van Ashkelon, de Israëlische badplaats die in 1153 veroverd werd door de kruisvaarders. Uit de ontginningsstructuur en archeologisch onderzoek blijkt dat rond die tijd het dorp gestalte moet hebben gekregen. Pas later, in 1220, schenkt een nieuwe telg van de familie, Dirk III van Altena, de Duitse Orde

bezittingen in en rond Schelluinen, waaronder het patronaatsrecht van de kerk. Kort daarvoor had de jonge orde zich onderscheiden tijdens het beleg van de Egyptische havenstad Damietta in 1218. De schenkingen in Schelluinen passen dan ook in een reeks van giften uit deze periode in het Avondland die tegelijk tot de vroegste schenkingen aan de orde in de Nederlanden behoren.

Dat de eerste schenking niet direct leidde tot een welvarend domus was reeds bekend uit latere oorkonden waaruit blijkt dat de vestiging zelfs kort verlaten is geweest. Zuidervaart weet echter met behulp van literatuur over de Dialogus Miraculorum van de cisterciënzer monnik Caesarius van Heisterbach, met daarin een wondervertelling over de

(2)

eerste ‘commandeur’ van Schelluinen, deze vroegste geschiedenis overtuigend aan te scherpen. Minder overtuigend zijn de daaropvolgende stukken over de geschiedenis van de Duitse Orde in het algemeen, waar toch nog her en der kleine fouten in zijn

achtergebleven en die op deze plaats in het boek een enigszins obligatoire indruk achterlaten.

In het vervolg wordt een grotendeels chronologische indeling aangehouden, waarbij de gebouwen van de kerk en commanderij een apart hoofdstuk zijn toebedeeld. Na de Reformatie eindigt de fysieke aanwezigheid van broeders van de Duitse Orde in het dorp. Hierdoor krijgt het boek steeds scherper het karakter van een beschrijving van de inmiddels hervormde kerk en haar predikanten. Sterk zijn de delen die direct betrekking hebben op de kerk en commanderij, waaruit telkens weer een uitstekende grip op de Schelluinse bronnen duidelijk wordt. De auteur heeft echter ook de neiging om korte uitweidingen in te voegen die slechts zijdelings kunnen worden gerelateerd aan de commanderij van Schelluinen. Een voorbeeld hiervan is de afwikkeling van een conflict tussen landcommandeur Johan van Drongelen en een van zijn voorgangers Johan van Haeften, op dat moment verblijvend in Tiel (59). Het gevolg is dat delen van het boek te veel anekdotisch worden en waardoor de tekst vaart verliest.

Tot slot, een gewaarde extra dienst aan de lezer zijn de goed verzorgde bijlagen, waarin diverse bronnen over de commanderij zijn uitgegeven en van expliquerend commentaar zijn voorzien. In het bijzonder moet daarbij de zogenaamde Constitutio

Scalunensis worden genoemd, een uiterst gedetailleerd vijftiende-eeuws instructieboek

voor de commandeur en pastoor van Schelluinen. Het is gedeeltelijk (de maanden februari-november missen) uitgegeven in de zeventiende eeuw, waarna het origineel is verloren gegaan. De vaststelling van Zuidervaart dat Johan van Drongelen (commandeur van Schelluinen van 1450 tot 1462) het document heeft opgesteld dan wel heeft laten opstellen lijkt mij zeer wel mogelijk, Zuidervaart geeft ook een aantal overwegingen hiervoor, maar eveneens te stellig. Zijn directe opvolger Hendrik van Hackfort (1463-1475) bijvoorbeeld, liet met eigen geld de kerk verbouwen en was dus aantoonbaar bij de kerk betrokken. Hij is op zijn minst een andere sterke kandidaat, maar bij gebrek aan precieze datering van de Constitutio zullen er meer zijn. Gelukkig houdt Zuidervaart dan ook elders (92) meer slagen om de arm ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor het stuk.

Wat ontbreekt is een duidelijke inbedding van een dergelijk document in een bredere middeleeuwse context. De voetnoten met uitleg over muntsoorten,

heiligendagen en liturgische zang en gebeden zijn prettig, maar vullen dit gemis niet. Een link met het werk van Axel Ehlers (Die Ablasspraxis des Deutschen Ordens im Mittelalter (Marburg 2007)) over het gebruik van aflaten in de Duitse Orde (waarin ook kort aflaten voor de Schelluinse commanderij worden besproken) was bijvoorbeeld op zijn plaats geweest. Dat is gelijk ook in algemene zin een beetje de makke aan het boek. Op gezette momenten mist de lezer de terugkoppeling met wat de casus Schelluinen bijzonder maakt ‒ of juist niet. De sterkte van het boek zit dan ook niet in het plaatsen van

(3)

vergelijkingen met andere commanderijen in de Utrechtse balije of daarbuiten krijgen weinig ruimte. De kracht van het werk zit hem in de gedetailleerde en zeer gedegen studie van al het beschikbare bronnenmateriaal. Dat zal in ieder geval een publiek in de regio aanspreken, op wiens verzoek, zo lezen we in het voorwoord, het boek

oorspronkelijk is samengesteld. Tegelijk zal het boek een zeer welkome en bruikbare aanvulling blijken voor toekomstige onderzoekers naar de ridderorden in de Nederlanden. Nu Schelluinen, na de Friese huizen van de orde, met stip een van de best

gedocumenteerde commanderijen van de balije Utrecht is geworden, is het te hopen dat het Zuidhollandse dorp ook meer onderzoek zal aantrekken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met deze ruime aandacht voor de bredere ontwikkelingen voorafgaand aan en tijdens de Opstand poogt de auteur op basis van de historiografie grip te krijgen op de hoofdlijnen van

Bijdragen tot de Geschiedenis van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht 7 (Hilversum: Verloren 2013).. Amsterdam, Bibliotheek van de Vereeniging ter Bevordering van

Many of the functional properties of the epithelium are compromised in patients with asthma. Alterations to the barrier function may lower the protective effect of the epithelium

A positive finding is that a great majority (86%) of patients with EEA demonstrates fractionation corresponding to EEA on the other side of the atrial wall. This study did show

The lack of interaction effects suggests that the relationship between the percentage of empirical articles and the year in which it was published is not different for legal

huidige landbouwpolitiek in Zweden t.a.v. dé agrarische inkomens gestelde doel is het garanderen van een bepaald inkomen aan de landbouw in totaal gezien. Teneinde de hiervoor

La liste des domaines dans lesquels le technologue de laboratoire médical pose des actes, doit évoluer avec les besoins du terrain. Il devrait y avoir une base

Figure 5.26: Experimental, 2D and 3D STAR-CCM+ data plots for the shear stress in the wake downstream of the NACA 0012 airfoil and wing at 3 degrees angle of attack and Reynolds