• No results found

Vrouwen en mannen behoren van alle markten thuis te zijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vrouwen en mannen behoren van alle markten thuis te zijn"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

z

z

In Nederland bestaat grate sociale ongelijkheid tussen mannen en

vrouwen in relatie tot andere Europese Ianden. Met name de

soci-aal-economische ongelijkheid neemt toe naarmate de overheid

mincler regelt op het vlak van zorg en arbeid. Deeltijdarbeid blijkt

onder vrouwen de strategie om arbeid en zorg te combineren,

maar hier kleven bezwaren aan met betrekking tot hun

sociaal-eco-nomische positie en maatschappelijke weerbaarheicl. Nu vrouwen

in toenemende mate voor zichzelf moeten kunnen zorgen is een

beleicl noodzakelijk dat een grate zorgzelfstandigheid van mannen

voorstaat en de stap naar de arbeiclsmarkt voor vrouwen verbetert.

0

111 111i111 hi1drage ci"CLI"Ie ovu lanlilie-cn gcztn'-1-lwlcid 111 de hedcndaag'>e '-!ZllllCillcvtng tc <..,lructurc-rcn '>tel ik viu them<i'> aan de orclc Lu<,t ga ik kmt in op cnkele modcllcn van furopc-,c \'crzorgi ngssta-tr:n. In het hiJzondcr krijgt dJMhij JJncbcht de wijzc waarop in de tnrichting

JJil de: organil)ccrd en tngcncht. Sornnllgc

\'LT-zorgi ng-,<..,lJzttnH>dcllcn h],jkcn mcer ongr:liJkhcid

von d1c vcrzorging<..,<..,tJtcn culturr:lc noli<:'> omtrent de

ProfdrJ

l'illl

Doomc-11

11

Is

kcs

tU<.,'-,Cll lllJlllll'll Cll \TOLl-\\'l'l1 tc gcncrcrcn dJn an-dere Vcrvolgcn<.., gJ ik 111 op de ri'>ico\ vJn Ull11plc-nlcntairc taakvcrdclingcn tu<..,<..,cn n1onncn en vrou-wen Vrouwr:n mJken zich 111 <..,OUJ.Zll-cc_ononli<..,chc zin kwct--.haa.r wannccr zc zich vollcdig JJI1 de onhc-taalde zorg wijden .1\ bn-nen lopcn r:nwtioncle wcn-.;c\ijk gcochtc toakvcrdclingcn

tu<..,-...,cn n1anncn en vnnt\\'l'll zip1 vcrdi.:..,con-tccnl I )aarna zal worden betoogcl dat de mate VZ\11 maabchappelijke ongclijk-hcid die cr tu'>'>en 111Jnncn en \Touwcn be'>taat, meek alhankcliik '"van de ma-n1cr waarop vcrzorging.:.,<..;t,Jtcn Z!Jil

gc-ri-,ico\, \VJnnccT zc hun Jandacht voor zorg minimali'>eJTn. Ten<,]ottc wordt kort aandJcht hr:'>lcr:d aan enkelc vor-n1cn van \Vcrk/ zorgZitTangcnlcntcn, zo-al'> die: in de prakt11k van arheid'>-organi...,atic'i hc-,taan. l)c vraag dringt zich op ol zulkc helangri)kc

(2)

peli1ke kwestics aileen aan de socialc partners moeten worden ovcrgcbten, of dat de ovcrhcid daM ccr1 mecr gear-ticulccrdc rol rn moet SJKlcn_

Europese verzorgingsstaten

[en helangriJk onderzoekcr op hct tcr-rein van vcrzorging"taten is de Deen Fsping-Anderscn_ Hoewcl hij ziJn

ana-\y-,c-, van typologic(;n van

vcrzorgings-staten vooral hasccrt op de rclatics tu">en markt en staat, is zijn dcnken ook toepashaar tc maken op de rcbties die zich tu"cn markt, gczin en staat voordoen_ Vooral die re!<Jties zijn van bcbng voor de organisatic van de hc-taalde er1 de onbet<Jaldc arbeid in de versch i 1\endc samcnlevi ngen _

Fsping-Andcr<.en onderscheidt dric ty-pcn vcrzorging<,<,taten, de sociaal-dc-mocratischc, de con'icrvaticf-corpora-tistische en de liheralc vnzorgingsstaat_ ldeaaltypi":h wcngegeven, wordt hin-nen de sociaal-dcmocratische

verzor-ging~"itaat gc-,trcctd naar ecn zo hoog

mogeliJk niveau van socialc geliJkhcid

tu...,~cn hurgcr"i en tu<-."len nlJnncn en

vrouwcn_ Ook is volledige

werkgcle-gcnhcid voor manncn Cn vrouwcn ccn

hclangrijke doel<.telling Om dezc laat-stc tc bcreikcn zip1 de zorgactiviteitcn voor ccn dec\ overgenomen door de puhlieke sector_ Door ecn uitgchreid net van kinderopvang, ouderenzorg en

zickcnzorg wordt cr voor

zorggcdra-gcn, dat ccn icder die kan pJrttcrpcren aan de arhcidsmMkt dar ook daadwcr-kcliJk doer_ Om dit laatstc ook vnor vrouwcr1 aantrekkcli1k te maken, zijn helasting- en socialc zekerhcidsrelsels gc't'ndividua\r,ccrd ( lverigcns wordt de veronderstclling dat vrouwcn voor de

rc<..,tcrcndc vorn1cn van zorgarbcid

vcr-antwomdeli)k zijn, nict echt ter discus-src gcstcld_ Wei wordr getracht om via vomzicningen de comhinatic Mheidi

C I lV ~ s%

znrg voor vrouwen en n1anncn gcnlak-kelijkcr te m<Jkcn_ Vonrbeclden v<Jn 'i<l-ci<Jal-dcmocra tische verzorgi ngsstaten zijn de Scandinavische Ianden_

flinncn de conservaticf-corporatisti'iche

verzorgings"itatcn \Vordt de \vaardc van

het gezinslcven sterk benadrukr_ Socialc zekerheidstelsels en belasting-systemen hevoordelen kostwinners met athankell)kc partner-; Puhlieke

voorzie-ningcn zoal"i kinderorvang. zi_jn wcinig

ontwikke\d_ Op basis van het principe van suhsidiaritcit, zal de overherd zich aileen met hct gezin hemocien, als de gczinsledcn zeit daartoe niet (meer) in 'itaat zijn_ De staat zorgt voor financie-le compensatie in die gcvalfinancie-len, waarin de uitkomstcn van de markt nict accep-tabel zijn en/of in die gevallen waarin arheidsmarktdeelname nict wcnselijk worclt geacht De rollcn cr1 taken van

manncn en vrouwcn worden vooral

ge-zicn als vcrschillcnd, als cnmplcrnen-tair, mannen prirnair vcrantwoordelijk voor de kost, vrouwen voor· de zorg thurs_ Europesc voorbeelden van dit verzorgingssraatmodel zijn Duitsland, ltalie en Nederland.

In de liberalc verzorgingsstaten is de overheid vooral compcnsator-in-laat-stc-in<.tantie_ Er is sprakc van cen he-perkr aantal socialc vnorzicningen Het niveau daarvan is in de regel dusdanig, clat er cen stcr-ke druk wordt uitgcne-fend om zeit aan de bctaalde arbeid dec\ tc nernen_ In hct liberalc model

\Vordcn manncn en vrou\vcn 111

princi-pe als gc\ijken hehandeld, zondcr dat met bestaandc vcr<.chillen in zorgvcr-plichtingen rckcning wordt gchoudcn De noodzaak van publieke zorgvoor-zieningen wordt min of mccr nntkencL Dcsondanks nemen r·elatief vee\

vrou-wen in

dit

-;oort vcrzorg1ng-;.;;tatcn

deel

aan de hctaaldc arbeid. Er zi1n gcen

uit-r

z

N

z

m r v

(3)

0

z

N

w

z

w

gebreidc kostwinnersfacilitcitcn. Voor-beelden van dit verzorgingsstaatmodel zijn het Verenigd Koninkrijk en de Vercnigde Staten.

De plaats van Nederland

Nederland liJkt in termen van man/vrouw-verhoudingen en van de or-ganisatie van de zorg vooral hinnen het corporatistische, conscrvatieve model te pa<,sen. De traditionele gezinsstruc-tuur en de nadruk op hct kmtwinners-principe hebben decennia-lang hun stempel gedrukt op de beloningsstruc-tuur in Nederland, op hct helastingstcl-sel en up het stelhelastingstcl-sel van sociale zekerhcid. Nog steeds is het helastlllg-'>lelsel niet volledig ge'individualiseerd en hestaan er nog kostwinnersbepalin-gen in de socialc zekerbeid. De tacili-teiten voor werkende ouders met zorgverplicbtingen kunnen als bctrek-keliJk onderontwikkeld worden he-schouwd. Dit alles hecft gevolgen voor de mate waarin er in Nederland '>prake is van <,ocialc ongelijkheid tussen man-ncn en vrouwcn.

Verzorgingsstaten en sociale

( on)gelijkheid

Uit onderzoek hlijkt dater een verband i-; tusscn de wijze waarop vcrzorgings-staten zijn ingericht, en de mate van socialc ongelijkheid die er tussen man-nen en vrouwen lxstaat. Om dit aan te geven, maak ik gehruik van de zoge-naamde Cmdcrrrlatcd /Jwclofllnm/ l11dex,

een maat die door de Verenigde Natie'> ontwikkeld is ten beboeve van de Vierdc Wereldconlcrentie over Vrouwen in Being, gehouden in sep-tember I 9'J5. Deze maat is gehaseerd op vier criteria, het aandcel van vrou-wen in hct nationaal verdicndc inko-men, de levensverwachting in Jarcn van vrou\vcn in vcrgelijking n1ct n1annen 1

de graad van anallabcti<,me van vrou-wen in vergelijking met mannen, de dcelname van vrouwen aan bet primair, sccundair en Lcrticur onderwijs in vcrgc-lijking met mannen. Wannecr ik mij he-perk tot de lidstaten van Europa, ont<,taat bij rangordening van Ianden op de gcnoemde index hct volgende heeld

I Zweden 14. Ita lie 2. finland 18. Belgic .i. Noorwcgcn 20

Nederland

4. Denemarken 25. Portugal

5 USA 27. Crickenland

7 hankri1k .iO. lcrland 10. Oostenrijk 34. Spanjc I 3. Ver Koninkrijk :l5. Luxemburg

NatuurliJk dringt zich de vraag op, waarom Nederland in dcze rij van Furopcse Ianden zo'n lagc plaat<, in-ncemt. Dat bli)kt niet tc liggen aan de criteria als lcvcllSv<:rwacbting, analtabe-tisme of deelnamc aan het onderwii'>. Wei aan het lage aandeel dat vrouwen in Nederland hebben in bet nationaal verdicnde inkomen, ee11 aanckel van ongeveer 25%. In algemene zin blijkt u1t internationaal-vergelijkend onder-zoek dat vrouwen haat hehben hi1 een overheid die ten aanz1en van de comhi-natie arbcid/zorg lx:<,chcrmcnd en r<:gu-lerend optreedt. De sociaal-econo-miscbe ongcliJkbccd tu"en mannen en vrouwen neemt toe, naarmate <:r op het vlak van arhecd en zorg minder door de ovcrheid wordt gercgelcl. Deze intere<,-<,ante relatie vraagt vcrdere studie. llinnen de heperkte ruimt<: van deze di<,cu<,<,iehcJclrage kan daar niet op wor-den ingcgaan.

Ondanks deze lage twintig'>te plaat'> vindt cr wei uithrecding van de vrouwe-lijke heroepsdeelname plaah in

(4)

0

LLl Vl

z

N LLl

u

z

LLl LLl

gebreide kostwinnersfaciliteiten. Voor-beelden van dit verzorgingsstaatmodel zijn het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

De plaats van

Nederland

Nederland lijkt in termen van

man/vrouw-verhoudingen en van de or -ganisatie van de zorg vooral binnen het corporatistische, conservatieve model te passen De traditionele gezinsstruc

-tuur en de nadruk op het kostwinner

s-principe hebben decennia-lang hun

stempel gedrukt op de beloningsstru c-tuur in Nederland, op het belastings

tel-sel en op het stelsel van sociale zekerheid. Nog steeds is het

belasting-stelsel niet volledig geïndividualiseerd

en bestaan er nog

kostwinnersbepalin-gen in de sociale zekerheid. De facili -teiten voor werkende ouders met

zorgverplichtingen kunnen als betrek -kelijk onderontwikkeld worden b e-schouwd. Dit alles heeft gevolgen voor de mate waarin er in Nederland sprake

is van sociale ongelijkheid tussen man-nen en vrouwen.

Verzorgingsstaten

en

sociale

(

on)gelijkheid

Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen de wijze waarop verzorging

s-staten zijn ingericht, en de mate van sociale ongelijkheid die er tussen man-nen en vrouwen bestaat. Om dit aan te

geven, maak ik gebruik van de zoge-naamde

Geudemlated Deve/opn1e11

t

I11de

x,

een maat die door de Verenigde Naties

ontwikkeld is ten behoeve van de

Vierde Wereldconferentie over

Vrouwen in Being, gehouden in

sep-tember 1995. Deze maat is gebaseerd op vier criteria: het aandeel van vrou -wen in het nationaal verdiende inko-men, de levensverwachting in jaren van

vrouwen in vergelijking met mannen,

de graad van analfabetisme van vrou-wen in vergelijking met mannen; de deelname van vrouwen aan het primair, secundair en tertiair onderwijs in ver ge-lijking met n~annen. Wanneer ik mij b

e-perk tot de lidstaten van Europa, ontstaat bij rangordening van landen

op de genoemde index het volgende

beeld:

1. Zweden 14. Italië 2. Finland 18. België

3. Noorwegen 20. Nederland

4. Denemarken 25. Portugal

5. USA 27. Griekenland

7. Frankrijk 30. Ierland

10. Oostenrijk 34. Spanje 13. Ver. Koninkrijk 35. Luxemburg

Natuurlijk dringt zich de vraag op,

waarom Nederland in deze rij van

Europese landen zo'n lage plaats in

-neemt. Dat blijkt niet te liggen aan de criteria als levensverwachting, analfab

e-tisme of deelname aan het onderwijs. Wel aan het lage aandeel dat vrouwen

in Nederland hebben in het nationaal

verdiende inkomen: een aandeel van ongeveer 25%. In algemene zin blijkt uit internationaal-vergelijkend ond er-zoek dat vrouwen baat hebben bij een overheid die ten aanzien van de combi

-natie arbeid/zorg beschermend en reg u-lerend optreedt. De sociaal -econo-mische ongelijkheid tussen mannen en

vrouwen neemt toe, naarmate er op het vlak van arbeid en zorg minder door de

overheid wordt geregeld. Deze int eres-sante relatie vraagt verdere studie.

Binnen de beperkte ruimte van deze

discussiebijdrage kan daar niet op

wor-den ingegaan.

Ondanks deze lage twintigste plaats vindt er wel uitbreiding van de vrou

we-lijke beroepsdeelname plaats in

CDV 7/8 96

Nederland. De zogenaamde bruto-par

-ticipatie - werkenden en werklozen

-van vrouwen tussen 15 en 64 jaar, nam tussen 1981 en 1994 toe van 33% tot 48%. Het gaat hier om banen van ten-minste 12 uren per week. De beroep

s-deelname van mannen vertoont in dat

zelfde tijdsbestek een min of meer

sta-biel beeld: van 76% tot 75%.

Complementariteit

in

taken

van

mannen en vrouwen

Hoe regelen en organiseren vrouwen en mannen deze betaalde arbeid binnen het Nederlandse overheidsregime, dat

toch niet erg is toegesneden om de combinatie arbeid/zorg eenvoudig te

maken? De Nederlandse overheid blijkt veel van wat op het vlak van arbeid en

zorg kan worden geregeld, tot de ver-antwoordelijkheid van de sociale part-ners te verklaren. Ik kom daar op terug.

Laten we eerst bezien welke individuele strategieën vrouwen en mannen inzet

-ten om de combinatie van arbeid en

zorg mogelijk te maken.

In tegenstelling tot het buitenland,

blijkt een dominante strategie in

Nederland de optie van deeltijdarbeid

te zijn. Deeltijdarbeid van vrouwen wel

te verstaan. Van de vrouwen die in 1994 12 uur of meer per week werkten,

deden zes van de tien dit minder dan

35 uur per week. Met name voor ge-huwde vrouwen en voor vrouwen met kinderen blijkt deeltijd een belangrijke strategie om de combinatie arbeid/zorg mogelijk te maken. In 1994 was slechts 7% van de vrouwen met minderjarigen

kinderen in een volledige baan wer k-zaam.

Deeltijdarbeid is een goede manier om zowel betaalde arbeid te verrichten en tegelijkertijd aandacht en tijd te h

eb-ben voor de zorg thuis. Toch zitten er

CDV 7/8 96

in maatschappelijke zin een aantal b

e-zwaren aan de eenzijdige manier w aar-op deeltijdarbeid binnen de Nede r-landse samenleving thans is verdeeld.

Een eerste gevolg is, dat vrouwen ve

r-antwoordelijk blijven voor de onbetaal-de zorgarbeid thuis. Juist hun relatief

kleine baan vormt daartoe immers een belangrijke legitimering. Parttime ba-nen betekenen ook dat het aandeel van

vrouwen in het nationale inkomen klein blijft, hetgeen -zoals we in het boven -staande zagen - belangrijke consequen -ties heeft voor hun sociaa

l-economische positie en daarmee voor hun maatschappelijke weerbaarheid. Bovendien dringen vrouwen .op deze

wijze slechts mondjesmaat tot de be-langrijke posities op de Nederlandse

ar-beidsmarkt door.

In een bepaalde zin zou men kunnen

spreken van een riskante optie voor vrouwen. Want wat zien we om ons

heen? Processen van individualisering gaan gepaard met een relatief grote

kans op echtscheidingen. Ontbonden huwelijken leveren in economische zin met name voor vrouwen risico's op.

r m m

z

m N

z

Vl m r

m

0

Wanneer vrouwen eenmaal

-hun baan hebben opgezegd ter wille van de zorg thuis, is het niet eenvoudig om na een echtscheiding op de ar-beidsmarkt terug te keren en in het eigen lev ensonder-houd te voorzien Daar komt bij dat ontwikkelingen in de

Mannen lopen

emotionele

risico's,

wanneer ze hun

aandacht voor

zorg

minimaliseren.

sociale zekerheid steeds meer uitgaan

van de zelfstandigheid van mensen.

Mensen moeten in toenemende mate voor zichzelf kunnen zorgen.

Voorbeelden hiervan zijn de nieuwe Algemene Bijstandswet en de nieuwe Algemene Nabestaanden Wet. Een b

e-roep op de bijstand is ook voor alleen· staande vrouwen met kinderen allang

(5)

z

N

z

niet meer vanzcll'>prekend. Llitkeringen na overlijden van de partner zullcn ai-leen \Vordcn gegeven aan die grocpcn nahcstaandcn, waarvan nict kan wor-den vcrwacht dat zij lvolledigl in hun eigen levensonderhoud kunnen voor-zien.

Tcgcn dat uJtgang~punt van cigcn zclt-standigheid en mondigheid i'> aan het einde van de twintigste eeuw niet zn-veel in te brengen. lntegendeel ,\laar dan moet de politick er ook nnduhhel-zinnig blijk van gevcn. niet aileen in woorden maar ook itl daden, dat her haar ern<,t is met de economische zclt-'>tandigheid van vrouwen. Bij die ernst hoort een heleid dat een grotcrc zorg-zell<;tandigheid van 111annen aanmoe-digt en dat de stap naar de arbeids-markt voor vrouwen vergemakkelijkt Ecn vcrdcrc articulatie van een gezin')-en la111iliehelcid hinngezin')-en het CDA zou naar n1i_jn n1cning dczc zakcn n1octcn ondersteunen. Dat betekent dat een comple111entaire visie op de taken en rollcn van 111annen en vrouwen tot het verleden ZOU moeten hehoren. Vrouwen zowel als mannen dienen in de nahije toeko111st als het ware van alle mark ten thuis te zijn.

Werk/zorgarrangementen in

arbeidsorganisaties

Zoill'> ik ill aangat wordt tn het huidige regeringshelcid een tlink stuk van de verantwoordclijkheid 0111 arheid en zorg te co111hineren hiJ de sociale part-ner<; ge\egd llij de hedriJvcn dus, die ill'> onderdeel van her arhcidsvonrwaJrdetl-overleg conditics crccren om de comhi-natie arheid/zorg heter mogelijk te 111<1ken. Als dat daar ook daadwerkclijk geheurt, i' er niet zoveel aan de hand. lk heh echter nict de indruk dar fauli-teiten up het vlak van arbcid en znrg

speerpuntcn ZtJn in het overlcg over ar-beidsvoorwaarden. De <;tudie die Sloep 119951 in opclracht van de l:mancipatie-raad verrichrte nailr vrouwen en CAO's. laat zien clat er nog maar een minder-herd van de alge'>lntcn

CI\O's -

I'! van de SCJ - het rrcdikaat 'gec111ancipeerd' meekriJgen Fmancipatie bli1kr weinig priontett te hehbcn in de onderhande-lingen. Bovendicn bli1ken vrouwen een klein aandeel re lcveren in de ondcrhan-delingsdelcgaties Bij de werkgevers vormden ze 7%. bij hct CNV 12 ')(, en hiJ de 1-'1'-.:V-bonden 17%.

Ondanb deze war somhere toonzet-ting gebeurt er wei wat op hcdrijl-;ni-veau. lk ged eerst een voorheeld uit hct buitcnland. nameliik hu Duitse hedrijt Dragerwerk AC, die de Duitse 'AtPilt-d

of

ihc mo>l

_family _{t-ic11dly

collt/Jillty' won in ICJCJ3. Nict vanwege het aandeel van vrou\vcn in hct rnanagcn1cnt ovcrigcn-;, dat wa-. in dat jaar slcchts 2%. Wei van-wege de grote nadruk op werkrl)den die een combinatic van arheid en zorg 1110-gelijk mab:n. De opcningstijden van het beclrijf zijn van 7 tot 7 uur. wailrhij elke werkne111er van I() tot I 30 uur in elk geval aanwezig moct zijn [r h\ijkt ccn veelvoud van werktijdarrangcmcn-ten te hesraan: halve dagen 20 uur, 32

uur twcc n1iddagcn vrij; 25 uur \Vaarvan 19 in het hedrijf en (J uur telcwcrken, I R uur clrie dagcn van ze<, uur, duohil-nen van elk 20 uur. rlus de mogeli)k-heid om tiid. bijvoorbeelcl langcrc vakanties ol zorgvcrlof te kope11. l)aarnaaq kinderopvang voor zcstig tulltime-plaatsen, met de mogeli1kheid voor nuder' om samen met hun kindc-ren tc lunchen. En. heel helangriJk in ecn modern arheid/zorgheleid, een campagne die 111iltlnen ilanmoedigt om aldan niet tijdelijk hun vollcdigc werk-ti)cl in deeltijd 0111 te zetten.

(6)

0 _..]

I

I

z

N

z

u...

niet meer vanzelfsprekend. Uitkeringen na overlijden van de partner zullen

al-leen worden gegeven aan die groepen nabestaanden, waarvan niet kan

wor-den verwacht dat zij (volledig) in hun eigen levensonderhoud kunnen

voor-zien.

Tegen dat uitgangspunt van eigen

zelf-standigheid en mondigheid is aan het einde van de twintigste eeuw niet zo -veel in te brengen. Integendeel. lviaar

dan moet de politiek er ook ondubbel-zinnig blijk van geven, niet alleen in

woorden maar ook in daden, dat het

haar ernst is met de economische zelf-standigheid van vrouwen. Bij die ernst

hoort een beleid dat een grotere zorg-zelfstandigheid van mannen aanmoe-digt en dat de stap naar de

arbeids-markt voor vrouwen vergemakkelijkt. Een verdere articulatie van een gezin

s-en familiebeleid binnen het CDA zou naar mijn mening deze zaken moeten ondersteunen. Dat betekent dat een complementaire visie op de taken en rollen van mannen en vrouwen tot het

verleden zou moeten behoren. Vrouwen zowel als mannen dienen in de nabije toekomst als het ware van alle markten thuis te zijn.

Werk/zorgarrangementen in

arbeidsorganisaties

Zoals ik al aangaf wordt in het huidige

regeringsbeleid een flink stuk van de

verantwoordelijkheid om arbeid en zorg te combineren bij de sociale part

-ners gelegd. Bij de bedrijven dus, die als

onderdeel van het arbeidsvoorwaarden -overleg condities creëren om de combi

-natie arbeid/zorg beter mogelijk te

maken. Als dat daar ook daadwerkelijk gebeurt, is er niet zoveel aan de hand. Ik heb echter niet de indruk dat facili

-teiten op het vlak van arbeid en zorg

speerpunten zijn in het overleg over

ar-beidsvoorwaarden. De studie die Sloep ( 1995) in opdracht van de Emancipati e-raad verrichtte naar vrouwen en CAO's,

laat zien dat er nog maar een

minder-heid van de afgesloten CAO's - 19 van

de 89 - het predikaat 'geëmancipeerd'

meekrijgen. Emancipatie blijkt weinig prioriteit te hebben in de onderhand

e-lingen Bovendien blijken vrouwen een

klein aandeel te leveren in de onderhan-delingsdelegaties. Bij de werkgevers

vormden ze 7%, bij het CNV 12% en

bij de FNV-bonden 17%.

Ondanks deze wat sombere toonzet

-ting gebeurt er wel wat op bedrijfsni

-veau. Ik geef eerst een voorbeeld uit het

buitenland, namelijk het Duitse bedrijf Drägerwerk AC, die de Duitse

'Award of

t!J

e

11/o

s

t f

a111ily

friendly

c

o111pa11y

'

won in

1993. Niet vanwege het aandeel van

vrouwen in het management overigens,

dat was in dat jaar slechts 2%. Wel va

n-wege de grote nadruk op werktijden die

een combinatie van arbeid en zorg m

o-gelijk maken. De openingstijden van het bedrijf zijn van 7 tot 7 uur, waarbij

elke werknemer van I 0 tot 1.30 uur in

elk geval aanwezig moet zijn. Er blijkt

een veelvoud van werktijdarrange

men-ten te bestaan: halve dagen 20 uur; 32

uur twee middagen vrij; 25 uur waarvan 19 in het bedrijf en 6 uur telewerken;

18 uur drie dagen van zes uur; duoba-nen van elk 20 uur, plus de moge lijk-heid om tijd, bijvoorbeeld langere vakanties of zorgverlof te kopen.

Daarnaast kinderopvang voor zestig

fulltime-plaatsen, met de mogelijkheid

voor ouders om samen met hun kind e-ren te lunchen. En, heel belangrijk in

een modern arbeid/zorgbeleid, een

campagne die mannen aanmoedigt om al dan niet tijdelijk hun volledige

werk-tijd in deeltijd om te zetten.

CDV 7/8 96

In Nederland is, opnieuw in opdracht van de Emancipatieraad, onderzoek ge-daan naar arbeid/zorgarrangementen

binnen bedrijven die als relatief

vrouw-vriendelijk bekend staan (Van Stigt,

1994)

Voorbeelden hiervan zijn Aegon NL,

Ahold, BSO/Origin, Center Parcs,

Holec, INC Bank, KPN, /vlc Donald's

NL, Nationale Nederlanden

Verzeke-ringen, Océ van der Grinten. Ook

overheidsorganisaties: het departement

van Binnenlandse Zaken, Gemeente

Leiden, Universiteit van Amsterdam.

Het onderzoek levert een beeld op van

kinderopvangmogelijkheden (in

som-mige gevallen alleen voor vrouwen), bovenwettelijke regelingen voor ouder-schapsverlof, calamiteitenverlof in in di-viduele gevallen, deeltijdbanen, echter

nog maar moeizaam in de hogere

func-ties. Soms ook mogelijkheden tot thui

s-werken en programma's voor

herintreding. Ceen grootse

doorbra-ken, al met al, wel een erkenning van

zorgverplichtingen. Primair echter een

erkenning van zorgverplichtingen bij

vrouwen. Verzoeken om oudersch

aps-verlof en werktijdreducties van

man-nen blijken moeilijker te worden

geaccepteerd of kunnen slechts tegen

een hoge prijs - afzien van carri

èremo-gelijkheden -worden gekocht. Dit af

-zien van carrièremogelijkheden geldt

overigens ook vaak voor vrouwen.

Vrouwen blijken echter de kosten van

dat gegeven eerder te nemen. De s

a-menleving steunt hen daar nog in, maar op de eenzijdigheid daarvan heb ik in

deze discussiebijdrage gewezen. Het lijkt tijd om het streven naar een (meer) gelijke verdeling van arbeid en zorg tussen mannen en vrouwen hoog op de politieke agenda te zetten. Aan het

CDAgezins-en familiebeleid om daar

-aan bij te dragen.

CDV 7/8 96

Prof.dr.

1.

van

Doome-Huiskes is

sinds

1991

verbondw aa11

de EraslliiiS Univmiteit als

!Joogleraa r

(part-I

i11re) E11wncipat ieonderzoek

l

Vrouweu-studies.

Dam

·

naast is zij veunoot i11

het

orga11isatieadviesbrmau

De loug!Vau

Doome- Huiskes,

gevestigd

te

Dordrecht.

Tot

j1111i va11

dit

jaar

11raakte zij deel uit

van

de

Cou1111issie

\fro11w

e11

Arbeid va11 de

Soc

i

aai-Ecolloruisc/Je Raad Zij is tevws als begeleider

betrokkeil bij !Jet o11derzoeksproject

'Work-fa

r

lli-ly policies in

illlematio11aal perspectief'. Dit

prourotieproject wordt

uitg

evoerd

door Drs.

Laura de11

Duik,

aio

bij de Vakgroep

Sociologie

,

Fac11lteit der

Sociale

Wetenschap-pen, Erasr111rs

U11iversileit

Rot1erda11r.

Literatuur

Amve-Parès, B. (ed.),

Recouciling Work

aud Fa11rily Life, A

c!Jalle11ge

for

Eur

:6

pe?.

Proceedings from a seminar in

Saltsjöbaden, Sweden, 19-20 June

1995.

Centraal Bureau voor de Statistiek/

Ministerie SoZaWe,

E11r

a

n

c

ipatie

i11 cijfers

1995, Den Haag 1995.

Esping-Andersen, C.,

He

Time

worlds of

welfare

ca

pilalisrll

,

Polity Press,

Cambridge 1990, 1995.

Hu11ra11

Developllre/lt

Report

1995, Publisbed

for the United Nations Development

Programme (UNDP) Oxford Universi-ty Pre ss, Oxford 1995.

Plantenga J. en J van Doorne-Huiskes, 'Verschillen in arbeidsmarktposities van vrouwen in Europa. De rol van verzo

r-gingsstaten',

Tijdschrift

voor

Arbe

id

svraagst1

r

kke11,

Jrg. 9 ( 1993), nr. I,

51-62.

Sloep, /vl.).,

H

e

t

pri11raat van

een

llr

armnrbol-werk,

Emancipatie in

cao-onderhande-lingen. Een onderzoek in opdracht van

de Emancipatieraad, Den Haag 1995.

Stigt, J. van.

Zorgwde werkne111ers:

werkge-v

ers

ee>1

zorg,

Een onderzoek in opdracht

van de Emancipatieraad, Den Haag

1994. r m m

z

m N

z

(f) m r m 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 1p 4 Hoe kan de strekking van alinea 7 van tekst 1 het

Voor deze behandeling kan worden gekozen als het zaad te slecht is (minder dan 1 miljoen beweeglijke zaadcellen per zaadlozing) of als reageerbuisbevruchting één of twee keer

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

[r]

De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek geeft vol- gende definitie: “het bestaan en duurzaam voortbe- staan van verschillen tussen mannen en vrouwen in hun positie op

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in