Vragen vorig jaar in januari:
vraag 1: zes multiple choice vragen over vervanging van uw voertuig.
wat in situatie van inflatie,residuprijs verhoogt, onderhoudskosten verhogen,zal uw vervanging ongewijzigd blijvenlater zijnvroeger zijn
wat als we in jaar 1 tot 3 de onderhoudskosten onderschat hadden,wat zal dit doen met ons vijf jaar oude voertuig--> terug die drie keuzes; wat als de tweedehandsmarkt instort--> terug die drie keuzes
vraag 2: bedrijf met vier verschillende magazijnen met cycle stock cost van 4 miljoen euro per jaar, dus 16 miljoen euro per jaar is de totale cyclische kost. holding cost en vaste kosten zijn in alle magazijnen idem. dan beslist het bedrijf van vier magazijnen over te gaan op één magazijn. holding cost en vaste kosten blijven hetzelfde. welk voordeel in cyclische voorraadkost zal deze verandering brengen. je moet ervan uitgaan dat het bedrijf is met een optimale
bestelkwantiteit.
vraag 3: je krijgt een tekening met drie punten op, gedifferentieerde kost van bestemming A berekenen, gedifferentieerde kost van bestemming B berekenen en dan de common cost (gemeenschappelijke kosten) berekenen.
vraag 4: kiezen tussen boot van 300 ton of 600 ton, je moet dan zo een kader invullen gelijk in den boek, zo de transportkost, in transit kost, cycle stock kost, vaste koste berekenen per ton voor elk type om zo te komen tot de totale kost per ton en de vraag is welke boot is het voordeligst en dat is dan die met de laagste totale kost per ton.
vraag 5 gaat over wachttijden:
wachttijd berekenen in drie situaties: a) aankomst is poisson verdeeld en bedieningstijd exponentieel
b) aankomst is poisson maar bedieningstijd is exact c) aankomst is geregeld (elke klant komt op een exact uur aan) en de bedieningstijd voor iedere klant is exact hetzelfde