• No results found

Geen toename roestaantasting bij lagere N-bemesting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen toename roestaantasting bij lagere N-bemesting"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Praktijkonderzoek 95-3 33 Vanuit de praktijk zijn geluiden te horen dat de

roestaantasting (Kroonroest) in het gras sterk toeneemt bij een verlaagde N-bemesting. Om milieu-technische redenen krijgen boeren in de toekomst mogelijk met een verlaagde N-gift te maken. Daarom is het effect van een verlaagd N-nivo en een andere verdeling van N over de sne-den, op de roestaantasting bepaald. Dit is gedu-rende de jaren 1991 t/m 1994 gedaan op een roestgevoelig perceel grasland op de Waiboer-hoeve.

Vanaf het moment dat roest werd waargenomen zijn wekelijks 20 spruiten per behandeling ge-plukt. Van deze spruiten is de roestbedekking van het tweede en derde blad nauwkeurig

be-paald door de bedekking met roestsporen te schatten. Hierbij is gebruik gemaakt van een voorbeeldkaart (roestsleutel). Deze staat weerge-geven in figuur 1.

In het najaar zijn per N-nivo van de kortst en langst bemeste behandeling grondmonsters ge-nomen tot 90 cm diepte, waarin de N-mineraal is bepaald.

Leeftijd van invloed op roestaantasting

In figuur 2 staat de roestbedekking per N-nivo, als gemiddelde van alle N-verdelingen. In figuur 3 is de roestbedekking weergegeven per N-verde-ling als gemiddelde van de drie N-nivo's. Uit de figuren blijkt dat vooral in de roestgevoelige jaren

Geen toename roestaantasting bij lagere

N-bemesting

G. Holshof (PR)

In de jaren 1991 t/m 1994 is de relatie tussen N-bemesting en roestaantasting

onder-zocht. De eerste resultaten van de proefjaren 1991 en 1992 zijn eerder beschreven in

Praktijkonderzoek van juni 1993. Nu de proef is afgerond kan de eindbalans worden

opgemaakt. Er trad elk jaar roest op in het gras. Zowel het N-nivo als de N-verdeling

over de sneden hebben geen significante invloed op de roestaantasting. Uit

waarne-mingen bleken andere factoren, zoals leeftijd van het gras bij een roestaantasting,

droogte en jaar een veel grotere invloed te hebben. Op het oog lijken de lager

bemeste behandelingen wel een hogere roestaantasting te hebben, maar dit beeld

wordt echter veroorzaakt doordat bij een lagere N-bemesting het gras geler is. Dit is

niet het gevolg van roest.

Opzet van de proef

De maaiproef bestaat uit twee hoofdbehandelingen, een verschil in N-nivo op jaarbasis en een verschil in N-verdeling over de sneden. Op jaarbasis is 200, 300 en 400 kg N/ha gestrooid. De vijf verdelingen zijn:

1 Normale afbouw volgens (oude) landbouwkundige advies (Norm) 2 Gelijke verdeling jaargift over zes sneden

3 Gelijke verdeling jaargift over vijf sneden 4 Gelijke verdeling jaargift over vier sneden

5 75 % van jaargift over eerste drie sneden en de rest over de volgende drie sneden (Versnelde afbouw).

Door de proefopzet is de N-jaargift op sommige objecten iets anders uitgevallen dan gepland was.

Van alle behandelingen is het effect bepaald op de roestaantasting en de ds-opbrengsten. Het gras is steeds bij ongeveer 1700 kg ds/ha gemaaid, met een maximale groeiduur van zes weken.

(2)

34 Praktijkonderzoek 95-3

1991 en 1992 sprake was van twee pieken, waarbij de eerste piek steeds de hoogste is. De leeftijd van het gras heeft grote invloed op de mate van aantasting. Hierdoor lijkt het alsof de N-nivo's verschillend reageerden, maar dit wordt vooral veroorzaakt door verschil in leeftijd van het gras op moment van aantasting. De hoogste piek in de roestgevoelige jaren was bij het 400 N nivo, maar het verschil is echter nergens significant. In jaren met een lage roestaantasting is er geen ver-schil tussen de N-nivo's. Ook de N-verdeling over het seizoen heeft geen relatie met de roest-aantasting. In 1991 komen vooral de objecten waarbij de stikstof volgens het landbouwkundig N-regime (Norm) en over vier sneden verdeeld is er, met de hoogste roestaantasting het slechtste af. In 1992 is er weinig verschil in roestaantas-ting, tussen de N verdeling over 4, 5 en 6 sneden. Ook wanneer de N-verdelingen per N-nivo apart worden bekeken is er geen N-verdeling aan te wijzen die leidt tot een lagere dan wel hogere roestaantasting.

Op het oog leken er grote verschillen tussen de behandelingen. Het gras van sommige behande-lingen was veel geler dan van anderen. Daardoor leek het, dat er meer roest inzat. Bij nauwkeurige Figuur 1 Roestsleutel

Figuur 2 Roestaantasting per N-nivo (1991-1994)

1 5 10 25 50

Percentage aangetast bladoppervlak

% Roestbedekking 14-08 27-08 10-09 24-09 9-10 6-08 19-08 2-09 17-09 19-10 22-08 31-08 14-09 27-09 15-08 29-08 12-09 26-09 Plukdatum 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0

200 N per jaar per ha 300 N per jaar per ha 400 N per jaar per ha

(3)

Praktijkonderzoek 95-3 35 beoordeling bleek de vergeling geen roest te zijn,

maar werd veroorzaakt doordat het gewas bij een lagere N-bemesting wat geler van kleur is en door afstervende bladpunten.

Vooral roestaantasting bij groeistagnatie

Kroonroest blijkt vooral op te treden in situaties waarbij de grasgroei stagneert, bijvoorbeeld door droogte. Tijdens zo'n situatie verkeert het gras in een stress-toestand. Als tijdens deze periode de luchtvochtigheid en de temperatuur aan bepaal-de eisen voldoen, kan zich in een vrij korte tijd een ware roest-explosie voordoen. De mate waarin het gewas wordt aangetast wordt daarbij mede bepaald door de ouderdom op het mo-ment van deze roestaanval. Tijdens de vier

proef-jaren deden zich vooral in 1991 en 1992 perioden voor waarin de omstandigheden door droogte optimaal waren voor hoge roestaantasting. Het blijkt dan ook dat de roestbedekking in 1991 en 1992 regelmatig 15 procent bedroeg, terwijl in 1993 en 1994 maar ongeveer vier procent roest-bedekking werd waargenomen.

Aanbevelingen

Indien een snede vlak vóór een roestexplosie is gemaaid èn de roestaanval duurt niet te lang, dan kan het gras redelijk vrij blijven van roest. Dit is niet voor alle praktijkpercelen een oplossing, maar het is gunstig om een aangetast gewas te maaien, waardoor er een "schoon" veld achter-blijft voor hergroei.

Figuur 3 Roestaantasting per N-verdeling (1991-1994)

14-08 27-08 10-09 24-09 9-10 6-08 19-08 2-09 17-09 19-10 22-08 31-08 14-09 27-09 15-08 29-08 12-09 26-09 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

l\et soos aanvaar word dat st .10-prestasie 'n sterker verband het met eerstejaarsprestasie as met latere prestasie (vgl. In navorsing en voorligting behoort daar

In 2013 is in Tetjehorn voor het eerst getracht zoveel mogelijk nesten van Grauwe Ganzen te lokaliseren en van die nesten alle eieren door te prikken.. Het volgende is

Met het beheerplan wordt duidelijkheid geboden aan beheerders, gebruikers en belanghebbenden ten aanzien van de vraag welke activiteiten in het Natura 2000 gebied in geen geval

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

In order to compare an investment in the high value game breeding sector to an investment in any of the traditional asset classes, we have to compare the risk and return that these

Dit betekent niet alleen dat men zo mogelijk de oorzaak van de ziekte moet wegnemen en in meer algemene zin ongezond gedrag, maar ook dat men de gang naar de gezondheidszorg en

Although high speed rotors demand high strength materials, the shrink fit required for the magnetic core/shaft connection is the main contributor to the stress in

The current study had two main objectives, namely to investigate the effect of sildenafil pretreatment on cell viability and on muscarinic acetylcholine receptor