• No results found

Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Groeirenntiing van Freesia's door ethyleen en remstoffen

Wil van Ravestijn

Naaldwijk, september 1980 intern verslag no. 40

(2)

Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen (inzet, project, plaats, uitvoering en proefneea&ster).

1. Inleiding 2. Uitvoering 3. Resultaten 3.1. De ethyleen-gehalten 3.2. De kieming 3.3. De splitterpercentages

3.4. De lengte van de hoofdscheut 3.5. .De bloeidatum

3.6. Het aantal bloemen

3.7. De lengte van de bloemstelen 3.8. Het duimen

3.9. Het aantal haken 3.10. De haakinplant 4. Remstoffen 4.1. Resultaten

4.1.1. Verbrandingsverschijnselen

4.1.2. De lengte van de grootste scheut 4.1.3. De bloeidatum

4.1.4. Het aantal bloemen

4.1.5. Lengte van de bloemsteel 4.1.6. Het optreden van "duimen" 4.1.7. Het aantal haken

4.1.8. De haakinplant

5. Interactie ethyleen - remstoffen 6. Samenvatting en conclusie Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 blz. 1 Bijlage 6 blz. 2 1 2 2 2 2/3 3 3 L 3/4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5/6 6 6 6 6/7 7 7 7 7/8 9 10 11 12 13 14 15

(3)

Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen

Proef II

Inzet; maart 1978

Project: C - 4

Plaats; Tuin van de fa. Penning B.V., Bospolder 21ar Honselersdijk, tel. 0174026085

-24788

Uitvoering: Wilma Molhoek, Leonie Meyer-de Koning en de heren Treffers (fa. Penning) en Wil Rovers

(4)

het planten bloeien met een kort, stevig, sterk "gesplit" gewas met korte bloemstelen. Om dit te realiseren is uitgegaan van freesiaknollen nà een vroegbloei-behandeling, waarbij een korte eenmalige ethyleentoediening is uitgevoerd.

2. Uitvoering

Er zijn vier rassen gebruikt, te weten 1) Czardas, 2} Flamengo, 3) Oberon en o

4) Rhodos (alle met vroegbloeibehandeling bi} 14 C). Deze rassen zi}n m 3 groepen verdeeld, waarover de volgende behandelingen zijn uitgevoerd. A. Geen ethyleen

B. Gedurende 2 dagen 5 dpm ethyleen C. Gedurende 2 dagen 50 dpm ethyleen

Gedurende de ethyleen toediening is 14°C aangehouden. De ethyleen is op 29 maart tussen 10 en 10.15 uur toegediend door middel van een micro-injektie-spuit in een plastic files, welke van boven met een plastic vliesje was afge­ sloten. De hoeveelheid te injecteren ethyleengas is als volgt benaderd.

Het gewicht van de knollen in de 10 1-potten is bepaald (329 en 337 gram voor respectievelijk 5 en 50 dpm). Het s.g. van de freesia's is op 1 gesteld, hoe­ wel dit niet juist kan zijn. want in een waterige oplossing van BA zakken de knollen. De inhoud van de lucht in de fles wordt dan (10.000 - 329) 9671 ml voor de 5 dpm toediening. Deze concentratie kan verkregen worden door 9671

ftnr nnn x 5 = + 0.05 ml zuiver ethyleen in de fles te injecteren. Voor 5* (X

JL*UUU«UUU

dpm geldt een ongeveer lOx zo groot volume, dus + 0.5 ml ethyleen.

Zodra de injectie is uitgevoerd, wordt de perforatie met plakband verzegeld, het schroefdeksel op de plastic fles geschroefd en het geheel ingepakt in een grote plastic zak om het "lekken" van ethyleen zoveel mogelijk tegen te gaan. Daarna het geheel voorzichtig iets schudden.

Gezien de wijze van toediening is slechts éénmaal een ethyleen monster geno­ men om het ethyleengehalte te bepalen en wel op het moment van het beëindigen van de ethyleen toediening.

Hierna is volgens bijlage 1 in potten geplant.

3. Resultaten

(5)

liseerd, vooral als men bedenkt, dat gedurende de twee dagen, die verliepen tussen ethylee toediening, en de monstername, lekkage kan zijn opgetreden. In plaats van 50 dpm is 35,6 dpm gemeten en in plaats van 5 dpm, 3,0 dpm. De controle bevatte minder dan 0,03 dpm ethyleen. Opvallend is het hoge CC>2 gehalte bij de

ethyleenbe-handelingen. Jammer is echter, dat deze bepalingen niet erg nauwkeurig zijn, omdat j de gehalten met Präger-buisjes zijn gemeten. De verschillen zijn echter zo groot,

dat kleine afwijkingen niet van belang zijn voor het totaal-beeld.

Bij de hoogste ethyleengehalten is ook de meeste CO^ gemeten (tussen 5 en 6%). In hoeverre ethyleen de meting beïnvloed is mij niet bekend. Bij de lagere ethyleen concentraties is + 1% CO^ gemeten en bij de controle 0,038%.

3.2 De kieming is in bijlage 3 opgenomen. De kieming is wekelijks gecontroleerd. Flamingo kiemde het snelst, gevolgd door Czardas, Oberon en Rhodos. Globaal geno­ men krijgt men de indruk, dat ethyleen een zeer geringe vervroeging van de kieming kan geven. Het effect is niet groot en een concentratie invloed is niet aantoon­ baar (grafiek 3a). Bij Czardas is de invloed van de ethyleen behandeling het dui­ delijkst, maar ook hier is de concentratie invloed te verwaarlozen.

3.3 De splitterper.centages zijn eveneens in bijlage 3 opgenomen. In bijlage 3b zijn de uitkomsten grafisch weergegeven. Globaal genomen is er weinig invloed van de ethy leen behandelingen op het optreden van splitvorming in deze proef (zie Oberon en Czardas de hoge conc.). Bij Rhodos treedt enige verlating van de splitvorming op. Alleen als er weinig splitters bij onbehandeld worden gevormd, zoals bij Flamingo, kan ethyleen meer splitters geven. Niet bekend is, of dit aan het ras is gekoppeld of afhandkelijk is van de voorbehandelingen (duur van de rustdoorbreking en

vroeg-bloeibehandeling). Uiteindelijk kan ethyleen alleen dan pas meer splitters geven als niet alle zijknoppen zijn uitgelopen (zoals b.v. bij Flamingo).

3.4 De lengte van de hoofdscheut is 4x gemeten gedurende 5 weken. Uiteindelijk is Rhodos het kortst gebleven en is Oberon het langst gevonden. De groeisnel-heid is bij Oberon het groootst en bij Czardas het kleinst. Door de ethyleen behandelingen zijn aanvankelijk de spruiten langer dan bij onbehandeld (zie grafiek 4a datum 25/4 Czardas en Oberon). Dit is mogelijk te verklaren door de iets vroegere kieming na ethyleen toediening" aangezien de relatieve groei döör ethyleen wordt geremd (op 16/5 ruim 20% ten opzichte van onbehandeld en op 20/5 bijna 30 tot 40%) is uiteindelijk de lengte van de hoofdspruit gemiddeld iets minder dan bij onbehandeld. De invloed van de ethyleen concentratie is niet dui­ delijk. De invloed van ethyleen op de absolute lengte is voor alle rassen te ver­ waarlozen. Relatief wordt de groei bij alle 4 rassen wel geremd. Bij Czardas remt alleen de hoogste ethyleenconcentratie, bij Flamingo en Rhodos vooral of uitslui­

(6)

tend de lage concentratie en bij Oberon beide concentraties even sterk (grafiek 4b).

3.5 De bloeidatum voor Czardas viel gemiddeld het vroegst (8.3 juni) , voor de ove­ rige rassen duidelijk later (Flamingo 15.9: Rhodos 17.6 en Oberon 19.6 juni). Door ethyleen lijkt de bloei enigzins vervroegd te worden (16,9 - 14,8 en 15,9 juni gemiddeld voor respectievelijk 0 - 5 en 50 dpm ethyleen).

De invloed van de concentratie is niet duidelijk. Of de diverse rassen reageren verschillend, of de mate van rustdoorbreking ofwel het ontwikkelingsstadium van het hoofdgroeipunt spelen een belangrijke rol.

3.6 Het aantal bloemen van de hoofdkam is bij Oberon het grootst (7.8) en bij Flamingo duidelijk het kleinst (4.3). Czardas en Rhodos nemen een tussenpositie

in (respectievelijk 6.5 en 5.2).Globaal genomen is door ethyleen de hoofd bloei-wijze iets armer aan bloemen gevonden (7.0 - 6.3 en 5.8 voor resp. 0-5 en 50 dpm ethyleen). Er is dus ook een invloed van de concentratie, maar de rassen (en/of het ontwikkelingsstadium van de knollen) kunnen van invloed zijn op de reactie (zie grafiek).

3.7. De lengte van de_bloemstelen is gemeten vanaf de grond tot de inplant van de eerste bloem in de hoofdkam. Er zijn duidelijke rasverschillen (Flamingo 40,6 - Czardas 40,2 - Oberon 38,8 en Rhodos 34,1 cm).

Gemiddeld is de invloed van ethyleen niet groot. Alleen de hoogste concentratie etnyleen geett duidelijk kortere bloemstelen. Dit gelde voor drie van de vier rassen (dus niet voor Rhodos, met de kortste bloemstelen).

Flamingo en Oberon reageren het meest systematisch op de ethyleen behandelingen. Voor beide rassen geldt een kortere bloemsteel na een hogere ethyleen concentra­ tie, vooral bij Flamingo.

3.8 Het duimen is in deze proef weergegeven door de afstand in cm tussen de inplant van de eerste en de tweede bloem in de hoofdbloeiwijze. De rassen "duimen" ver­ schillend (Flamingo en Oberon 3,1 - Czardas 2,3 - Rhodos 1,7 cm). De invloed van de ethyleen is globaal genomen gering. Alleen incidenteel kan na ethyleen ster­ ker duimen optreden (Czardas 5 dpm, Rhodos 50 dpm).

varieert sterk per ras. Flamingo geeft in het geheel geen haken en Czardas de meeste haken. Door ethyleen lijkt de kans op de vorming van haken toe te nemen (onbehandeld 9.09 - ethyleen 0.21 en 0.13 voor resp. 5 en 50 dpm).

(7)

3.10 De haakinplant verschilt per behandeling. Ethyleen geeft een wat lagere .in­ plant ten opziche van onbehandeld (onbeh. 17.5 - ethyleen 20.7 en 18.6 era

voor resp. 5 en 50 dpm). Aangezien dit slechts op een gering aantal bepalingen betrekking heeft is de invloed per ras niet berekend en mag aan het geheel niet veel waarde worden gehecht.

4. Remstoffen

~ Op 16 mei 1980 zijn planten met remstoffen behandeld, omdat gevreesd werd, dat de planten toch nog te lang zouden worden. Per ras werd van elke behandeling één pot (3 planten) als volgt behandeld:

0 = geen groeistof.

1 = Spuiten met CCCX 2.5 ml/1 + 0.5 ml/Agral.

II = Gieten met CCC 10 ml/1, 50 ml per potje.

III = Spuiten met 1 deel Ancymidol + 1 deel water. De verbruikte hoeveelheden zijn:

I 190 ml (spuiten) II 575 ml (gieten) III 125 ml (spuiten)

x = CCC bevat+ 50% a.st.(2-chloro-ethyl)-trimethyl ammonium chlorid^-Ancymidol bevat 0,025% a.st. (alfa cyclopropyl - alfa - (4 methoxyfenyl) - 5 - pyrimi-dinemethanol).

4.1 Resultaten

Niet besproken worden de kieming en het optreden van splitters, omdat deze groot­ heden vóór de toediening van de remstoffen zijn bepaald.

4.1.1. Verbrandingsverschijnselen zijn wel opgetreden. Een dag na de toediening was nog niets te zien, wel ongeveer een maand later. Aangezien dit proefje di­ rekt onder een raam stond en bepaalde behandelingen niet duidelijk meer aan­ wijsbare schade vertoonden wordt dit hier verder niet besproken. Ook een enkele onbehandelde plant vertoonde verbranding. Wel leek de kans op schade na het ge­

bruik van de hier genoemde remmers, groter.

4.1.2. De lengte van de grootste scheut per plant is op 2 peildata gemeten t.v;. 16 mei en 30 mei. Hierbij dienen de gegevens van 16 mei als "beginpunt", want dit is de dag van de toediening van de remstoffen.

(8)

nog wel enige remming gegeven. De rassen reageren verschillend en verkeerden ook in verschillende ontwikkelingsstadia. Czardas was reeds uitgeroeid. Een toe­ name van 0.3% in 14 dagen wijst hier op. Bij behandeld is de toename van de scheutlengte groter (3.3 tot 8.3%). Men krijgt dus de indruk dat de spruitgroei door de remstoffen gestimuleerd kan worden.

.Relatief een geringe groeiremming bij Flamingo na het gebruik van de remstoffen, vooral na CCC gieten. Bij Oberon is ook enige remming opgetreden, voornamelijk na het gebruik van CCC (zowel spuiten als gieten) en in mindere mate na Artcymi-dol. Bij Rhodos treedt groeistimulatie op na een bespuiting. Dit geldt zowel voor CCC als Ancymidol. Mogelijk geeft CCC gieten eeri geringe groeiremming van de spruiten.

4.1.3. De bloeidatum ligt gemiddeld voor de met remstof behandelde planten iets later. De rasverschillen zijn groot. Czardas bloeit iets vroeger nà CCC ( 1 à 1.5 dag) en later na Ancymidol(ruim 2 dagen). Flamingo bloeit later na CCC gebruik vooral na het spuiten met CCC (bijna 10 dagen). De gegevens van

Ancymidol ontbreken bij Flamingo.

Oberon reageert niet op alle hier gebruikte remmers. Rhodos tenslotte geeft bloei verlating na CCC gebruikt (resp. 2.3 en 1.5 dagen voor spuiten en gieten). Ancy­ midol geeft een vervroegde bloei van 1.6 dagen.

4.1.4. Het_aantal bloemen in de hoofdkam lijkt door de hier gebruikte remstoffen mogelijk iets af te nemen. Dit geldt voor Czardas vooral na het gebruik van Ancy­ midol en enigzins voor CCC spuiten, in sterke mate voor Flamingo na CCC gieten. Oberon reageerde niet nadelig op de remmers t.a.v. het aantal bloemen. Rhodos daar entegen geeft na alle gebruik van remstoffen in deze proef minder bloenen, vooral na Ancymidol.

4.1.5. Lengte van_de bloemsteel blijft gemiddeld korter na het gebruik van rem­ stoffen, vooral Ancymidol. Bij Czardas geeft spuiten (CCC of Ancymidol) een vrij­ wel gelijke remmign en heeft gieten geen invloed. Bij Flamingo heeft alleen CCC gieten kortere bloemstelen gegeven (de gegevens van Ancymidol ontbreken hier). Bij Oberon de sterkste remming door Ancymidol, gevolgd door CCC gieten en het minst effectief is bij dit ras CCC spuiten. Bij Rhodos is CCC effectiever dan Ancyrr.idol, vooral CCC gieten.

4.1.6. Het optreden van"duimen"wordt mogelijkerwijs enigszins gestimuleerd door CCC spuiten. Voor de afzonderlijke rassen geldt het volgende. Czardas geeft meer •geduimde bloeiwijzen na het gebruik van remstoffen. CCC spuiten geeft meer cl?.

(9)

Flamingo geeft na CCC gieten minder "duimen". Verder geen nadelige invloed of ont brekende gegevens. Oberon geeft na CCC spuiten duidelijk meer duimen, maar minder na Ancymidol spuiten en nog minder na CCC gieten. Hetzelfde beeld verbond

Rhodos, met dit verschil, dat hierbij (dus Rhodos) Ancymidol iets minder duimen geeft dan CCC gieten.

4.1.7. Het aantal haken is in deze proef gering gebleven (14 stuks totaal). Mo­ gelijk geeft CCC gieten meer haakgroei of vorming en CCC spuiten minder haken. De rassen verschillen sterk in haakvorming (zie ethyleen gedeelte punt 3.9) . Ge­ zien het geringe aantal is hier niet de invloed van de remstoffen per ras bere­ kend.

4.1.8. De haakinplant vanaf de bloeiwiize gemeten wordt door de remstoffen weinig beïnvloed. Globaal genomen lijkt CCC gieten de inplant dichter bij de grond te geven. CCC spuiten en in mindere mate ook Ancymidol spuiten vergroten deze af­ stand. Ook bij dit gegeven is geen verdere berekening gemaakt van de invloed van de afzonderlijke behandelingen per ras (om dezelfde reden als in 4.1.7. genoemd).

5. Interactie ethyleen - remstoffen

Gezien de geringe aantallen heeft behandeling van een mogelijke interactie geen zin.

6. Samenvatting en conclusie

Getracht is bij 4 rassen (Czardas, Flamingo, Oberon en Rhodos) de freesia als potplant te telen.

Om de habitus, van de plant te veranderen voor dit doel, is gebruikt gemaakt van ethyleen behandelingen (2 dagen 0550 dpm) en remstoffen (0 CCC spuiten -CCC gieten - Ancymidol spuiten).

Kort samengevat kan men het volgende stellen.

1. De rassen reageren verschillend. Dit geldt zowel voor de ethyleen behandelingei als wel voor voor de remstoffen.

2. Ethyleen - invloed. N

2a. Ethyleen verhoogt de kans op een iets vroegere kieming. De concentratie­ invloed is gering.

2b. Flamingo geeft meer splitkieming door ethyleen.

2c. De relatieve groei wordt door ethyleen geremd. De concentratie invloed is rasafhankelijk, maar meestal is de concentratie invloed niet groot.

(10)

2d. De kans op een iets vroegere bloei neemt door ethyleen toe.

2e. Mogelijk komen minder bloemen in de hoofdkam in bloei na een ethyleen behan­ deling.

2f. Vooral de hoge ethyleen concentratie lijkt de kans op kortere bloemstelen te vergroten.

2g. De invloed van ethyleen op het "duimen" is gering, maar werkt wel in de rich­ ting naar meer duimvorming.

2h. De haakvorming kan iets toenemen.

2i. De haken lijken iets dichter bij de grond te ontstaan. 3. remstoffen - invloed.

3a. De kans op verbranding is niet duidelijk maar lijkt wel aanwezig.

3b. De invloed op de spruitgroei is gering. Stimulatie is niet uitgesloten. 3c. Er is een kans op bloeiverlating na het gebruik van remstoffen. De reactie

is sterk rasafhankelijk.

3d. Mogelijk minder bloeiende bloemen in de hoofdkam na groeistof gebruik. 3e. De kans op kortere bloemstelen is aanwezig, vooral na Ancymidol gebruik. 3f. De kans op "duimvorming" neemt toe.

3g. Wellicht neemt de kans op haakvorming toe na CCC gieten. 3h. Mogelijk Jager geplaatste haken na CCC gieten.

Hoewel wel mogelijkheden aanwezig zijn heeft niet één combinatie van ras x ethyleen x remstof een dusdangi planttype opgeleverd, dat een geschikte kamer­ plant is verkregen.

(11)

"Plattegrond" Er is in enkelvoud uitgeplant. 4 A 3 B 1 c 2 B 4 B 3 1 A 2 C 4 C 3 1 B 2 A Verklaring: 1. Czardas A - 0 dpm ethyleen 2. Flamingo - B - 5 dpm ethyleen

3. Oberon C - 50 dpra ethyleen

4.

Rhodos

(12)

Ethyleenoncter zoek

In opdracht van : W. v. Ravestijn Herkomst : proef groeiremming Datum : 3-4-1978

Het ethyleengehalte in de monsters is bepaald volgens voorschrift met behulp van de gaschronatograaf.

NO. 1 merk monsteromschrijving ppm C2H4

78GC08 3 * 50 dpm gedoseerd 35,6

78GC09 4 + 5 dpm gedoseerd 3,0

78GC10 5 controle geen dosering < 0,03

Researchlab.

L. Meijer de Konin 3-4-1978

CO^ gemeten met Drager buisjes (benadering, monsters getrokken uit "ethyleenbui-zen).

3 = + 50 dpm ethyleen CO^ ^5 ^.6

4 = + 5 dpm ethyleen ^ CO^ 0,75 - 1,3 % 5 = 0 dpm ethyleen CO^ 0,038 %

(13)

freesia als potplant. Proef II

Kiemingsaantal

04/04 11/04 18/04 25/04

1 2 1 2 1 2 1 2

4A 1 6 10 7 12 9 1 = Aantal gekiemde knollen

4B 7 1 11 6 11 8 2 = Aantal ' extra" scheuten t.o.v

4C 3 12 4 12 8 aantal knollen. 3A 7 11 1 12 9 3B 10 10 1 11 8 3C 8 10 1 12 8 2A 3 11 11 2 12 2 2B 6 10 1 12 4 12 4 2C 7 12 1 12 5 12 9 IA 1 10 1 10 5 11 13 1B 3 11 2 11 2 12 6 IC 3 11 1 12 4 12 14

kiemingspercentages op: Splitterpercentages: !

4/4

1 11/4 : 18/4 25/4 i 11/4 18/4 : 25/4 1

1 !

f I- berekening % berekening % '• berekening % 1

IA 8.33 83.3 83.3 91.7 ; 1/10 10 5/10 50.0 13/11 118.2 2A 25.00 ; 91.7 ! 91.7 100.- i 0/11' 0 .- 2/11 ]18.2 2/12 16.7 3 A o ! 58.3 91.7 100.- ! 0/7 0 1/11 : 9.1 9/12 75.0; 4A 0.33 50.fl 83.3 100.- 0/6 0 .- 7/10 70.0 9/12 75.0 A 10.42 70.8 j 87.5 97.9 1 1/34 2 .94 15/42 ;35.7 33/47 70.2 1 25.00 1 91.7 j 91.7 100.- 2/11 18 .18 2/11 18.2 ' 6/12 50.0 '2B 50.00 83.3 ! 100.- 100.- i 1/10 10 .00 4/12 33.3 4/12 33.3 3B o i 83.3 j 83.3 91.7 0/10 0 •" 1/10 10.0 ! 8/11 72.7 4B o 58.3 j 91.7 91.7 1/7 14 .29 6/11 54.5 8/11 72.7 B 18.75 79.2 91.7 95.8 4/38 10 .53 13/44 29.5 26/46 56.5; IC 25.00 j 91.7 ! 100.- 100.- 1/11 9 .09 4/12 33.3 14/12 116.7! 2C 58.33 ; 100.- 100.- 100.- 1/12 8 .33 5/12 41.7 9/12 75.o' 3C 0 j 66.7 ; 83.3 100.- 0/8 0 .- 1/10 10.0 8/12 66.7 4C 0 ! Î 25.0 « 100.- 100.- 0/3 0 4/12 33.3 8/12 66.7 C 20.83 70.8 95.8 100.- 2/34 5 .88 14/46 30.4 39/42 81.3 1 19.4 88.9 91.7 97.2 4/32 12 .50 11/33 33.3 33/35 94.3 2 44.4 91.7 ; 97.2 100.- 2/33 6 .06 11/35 ,31.4 15/36 41.7 3 0 69.4 86.1 97.2 0/25 C 3/31 I 9.7 25/35 71.4 4 0 j 44.4 91.7 97.2 1/16 6 .25 17/33 151.5 25/35 71.4 Totaal 15.97 73.6 91.7 97.9 7/106 6 .60 42/132 ,'31.8 i 98/141 1 69.5

(14)
(15)

n •o «o *o E E S o en so O c S fa <? a 0 0> <8 •a c 0 o u o CU u 0 4J 4J D. to 10 a •o Vi «t N O

m

<N co

o

<N O

o

I

o

00

o

co

I

o

o

I CN

(16)

O c Q> •P tn o a vo ON in co vo tn o CM 00 co co r- *3" 00 r- CO ON ON VO »—i R—1 CM co CM CM CM CM CM CM CN rH CN CM CM CM rH CM CM CN CM O Ot m oo <«• r» r- CO ON o\ ON C0 co CO 00 O O •* VO in in CO in o CM r^- ON m rH r- r- r-- rH vo rH co ON O r» rH CO m r- vo in *3« m «SJ* co vo vo tn VO m in N 1—1 rH iH rH iH rH rH rH iH rH rH rH rH rH rH rH rH rH rH rH O tn O CÏ CM CM O ON tn CM O CN CM m 00 tn CO g 0) O tn rH O «S» ON co O rH co VO co ON O CN oo CO O o CO CT» «y lO *3" CO T in «91 CO «3* co tn rp D> C 00 CM CM CN CM 00 CN CN CM CN 00 vo VO vo vo •a» •H CM rH rH rH rH «3* rH rH rH rH *3« co co co co RH C CM rH CM CM \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ ÛJ rH \ rH RH a> vo VD CN CO CM ON ** vo co r- tn tn co r-\ in \ \ • • • • • • • • • • • • • • eu O • CQ o o in O CN ON *3* tn CN rH tn vo co u Q) O m r-3 n CM R» rH rH ON CO CO rH ON 00 CM 00 r- rH tn co CO rH co H *3» m VO rr O m in «3* O co tn CO CM A *3" m VO CM CM CM rH rH R-F rH VO CO ON KO co rH en tn CN 00 VO o 00 rH CO rH r- CO CO *!• a 0) vo 00 CM 00 00 r- r- ON vo vo CO co r- P» r- co tn CO ÜÏ CO co <*> CO co co •^r co co co co •^R co co CO co «3» CO CO c 00 CN CN CN CN CO CN CN CN CM 03 VO vo VO vo «A» •H CN CM CM CM rH iH rH- rH *3« rH rH rH rH co co CO co rH C rH i-H rH rHl \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ N 0) \ \ \ \ co VO tn r- rH ON vo O VO ON rH co œ o CM CO rH en r-- • a • • « o VO o o rH rH rH r» tn VO r- O) r-» co M vo VO o r-? m vo tn co tn O CO «H o O) co tn tn CM <D CO vo rH rH 00 «s* *3* m ON m r» co co m CM tn Xi *3« "3* m M1 <H rH rH rH rH «H iH M VO R- o O CO co vo ON r- O 00 CM co VO vo rH CM CO g a) *3" co CM H co 00 m co CN CO rH o co r- co CO rH co en es CM CM CM CN CM CM CN CM CM CM CM CM CM CN CM CN CM CM CM cr» c CO •H CM CM CN CM 00 CM CM rH CN r- CM CM CM CM co vo VO m VO «R c RH rH a1 \ rHl T rH rH rH rH «s* H rH rH rH «3» co co co CO . «H 0) \ \ \ a1 \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ X \ N J* *3« O o* r- tn vo in CO rH m tn 00 rH rH in tn co 00 ON tn O u ON CO rH co o vo ON m o in rH O CO o CM CM OV ON (1) rH co vo tn rH co co tn r- vo ro VO ON *«sj« co ON CO rH vo O .0 co CM CM CM rH en CM CM CM rH co CM CM CM iH ON CO 00 R» rH rH rH co in CM a« c* co VO co r- co CO O CM VO CN tn tn VO R» s a> 00 m <N CM 00 VO tn tn vo o •^R tn CM tn ON tn co tn D> «H rH rH rH rH rH rH rH rH rH CN rH rH rH rH rH rH «H rH rH .. — .. c CM •H RH CM CM CM R- CM CN CM- r- CN CM CN CM 00 tn VO vo m *3» c rH rH rH rH rH rH rH rH rH rH rH rH *4* co co co CO rH (U \ \ \ \ \ \ \ rH \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ Js£ tn co CM *H rH tn tn O \ r- tn tn m tn O in co r» CO CO a> r-u co CM m in VO vo VO r- co co co r» o vo 00 CO vo CM tn r-a> o 00 tn tn Ov CM ON 00 r- co *3* r- co r- m CM R» CM Si CM rH rH «H vo CM rH rH rH r- CM rH rH rH r- vo m tn «3* CM CM CJ U U U CÛ rH «N fO "3- U JL

(17)
(18)
(19)

JUi «J 0) CS M CN PO m CO rH VO in O rH o> tn rH PO CM CM rH vo PO r- 00 VO CM p-* (0 $ H rH rH VO CN se .Û CN O fO Ci in 00 ON rH in O R- ro 00 o as R» M s CM rH O m O O CM CM O «H rH PO o o o rH d) & © O o O o o o o O O o o O O O o o o o O en * - — c •rt c C •p <D c Û) U"i CM T—1 CM rH o\ CM CN rr o CN co U"i rH co CO CM rH in rH rH PO \ co rH 00 PO CM rH CO CM o\ <c (13 Q) \ \ \ \ \ \ \ \ PO \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ <d S3 Q * O o rH CM \C o r 1 rH 00 CM CM o *3" 0\ O PO CM rH Si CN O vo ON ** r«« tn CO O 00 VO m O vo O rH o\ 00 O B rH *tf PO m tn 00 vo O VO rH OV in PO o o r- 00 <u • \ en CN PO en rH CM CM PO CM rH CM CM CM PO rH CM CN PO PO rH S CX> C •rt m CM H CM rH 00 CM CM CM r- CM C m H co 00 CN *H *3« iH rH PO co rH 00 PO CM a\ PO \ CM S. ON C ai \ <D \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ PO s. S. ON B .V Q> vo o\ VO co CO VO VO PO m vo CM r-» g-S s r-> CO

&

3 •H 3 Wi <U o co vo <N co rH CM co PO p- vo O p- in 00 tn CN o% CM rH m CM rH co rH ON rH rH PO rH 00 tn CN o% CM a .Q PO CM B ao O m VO o VO O CM PO r- O 00 00 VO co tn 00 CN (D CP VO vo co m r- \£> vo co m vo vo VO tn VO tn r» tn VO O> C •H M CM H CM «H R-» CM CM CM r- rH c M iH ce» ce Ci H PO rH «H PO 00 r-l CO PO CM \ o \ PO CM ON O C \ \ \ \ \ \ \ \ CO \ \ \ \ X, \ CM \ \ \ \ PO \ • s X vo tr> m PO CO G0 \ CO co R- 00 <n CM vo tn PO 00 o VO JJ c 0 M 0! 0) m VO •«c m r- rH o\ in «H 00 PO co tn •tf 00 •H CM rH rH CM rH tn (H i—i tn rtJ .Q A co C co r- o PO co rH CM vo PO r- r- P- CM v; CO rH vo B 0) o 00 ON CM r- H PO r- VO ON r- m vo CM m O o CO 'tf r-S Ü> *tf PO CO PO *tf •a* co PO PO PO PO PO PO m PO PO co 0) 0 <7» rl C Si e •H ir> H CM rH ON CN CM o CM PO • 0) Ü C ir> H 00 00 CM *H m rH rH CO 00 rH co \ co CN rH PO CM ON \ 0) 0) \ \ \ \ CM \ \ \ \ X \ \ co \ \ \ \ \ \ \ ON 4J 1—1 y o O O m \ m m m O in m o o o tn tn m tn o in tn o> 01 0) \ m C O u <tf co m es en ON vo r- r- rH rH o vo PO *3" tn ON rH o 0) 4J w Xi O) C) o rH vo CM in rH tn ON CM O ««J* rH VO o o CN o PO CM 00 . •** CM *a« PO tn CO rH CN rH CT» •v CM ON tn rH rH rH PO vo vo VO vo vo vo VO vo VO VO VO VO vo vo VO VO vo \ VO \ vo VO \ CM \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ VO \ \ VO B \ CM o O «tf o\ o O «tf vo co rH PO co rH a\ PO a\ VO VO p-O CT* en o\ rH r- vo 09 m ON vo *3* OO vo co ON tn 00 in ON p* tn r-H CN rH rH rH rH rH rH, rH rH rH rH 00 rH rH H iH CT* C •H C m \ CM r-l CM rH ON CM CM o CM PO •H <U KS \ i-H m \ \ CO 00 CM •s^ m r-4 v. rH rH PO Nfc 00 rH co PO s. CM rH PO CM <J\ O Q> KD •H co ON CM CD m P0 PO ON \ \ in \ m \ in \ PO \ CO \ ON \ CTN \ VO \ tn \ ON 0 U ON vo PO r- co> r» PO oo r- vo vo CM m o <T* m CN r*- tn «H M XI 0) rH rH PO CM rH m CM rH m rH rH VO <tf rH < < < < *5 m A OQ 0 U U o ÇJ 4J o — «H._ CL Ç0_ Jtf_ *5 t—t CM co Jtf __ rH CM PO U rH CM PO «tf

(20)

c <0 CQ

«

«

4i to

a

0 O <N

«

+> o> c « •J O

ir>

CD vj <M —I 00 O —r— >3" CO 00 O N CO CM

§

i

O f-l •° n ft J* n -o •u <M ss < x: —I I I I" Lf) CO

sr

c « « CO e 3 •p <0 T3

U ft « •u •a -r4

%

u H a •o U "O o m o in CM a «

«

I NT CM I O CM to —r— CM 00 I I j u n

Ç

I"1

(21)

S 0 c •H c 0) 4J D .c o CO 0) u a M-i T3 O a) Ö x: U •H <D 'D o 0 u C (0 > 'O <D 0) 0 JJ H > c C « H a 0 m c \ 0) o •U ro dP dP <*> 4P a> 0* S 0 co co vo VO O in o m m CO O vo OS PO OS rH CM 00 flj c ir> O r- 00 CM try T m in r- co 00 CO tn o rH C0 m r» vo CO CM CD \ rH rH r—1 H rH r—( rH rH 1—1 p-( rH rH rH rH rH rH rH 0 VO + + + + •fr + + + + + + + + + + + + + + + + ÊH 1—1 VO os OS VID n CO H O in vo m os VO LO CM m r- CO S * (D r- *5- O 1—1 ff*> o\ in CN rH ri« vo o os co rH O <*, o co co 0> co *3* m rr ««O* ro in *3* PO co "3" *a» D> m C UD vo VO vo •H O* OS os OS rro o\ as os o\ PO os os os o\ co os os as os co rH o C \ \ \ \ N \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ r* PO a> o CO VO 00 ON r- rH co CO «4- r-1 vo o vo co p- o ^9» r- co \ r*

M <D 00 m m vo 2N PO CO o> os O a> o> r- o o CN rH *r u m o 1n r-. It— m O vo vo O es vo *a* os vo o •«r vo r- co O m co un co «3« PO VO ro co co T co *3* CO m CM .Q rr-4 •H rH rH vo m H m CNJ œo 00 r» co o* CM co r- OS O <N P0 o os VO S Q) r- CO n r- 330 r* 00 in o\ PO m co *r r- os CO CM TT CO 00 a> co CO *? PO fl*> co co ro CO co co co ro ( CO CO *cf PO CO co to c VO •H MO VO vo VO «3» H C os o\ os <T\ cm o\ OS os o\ CO os OS o* a\ co os a> OS OS CO rH (U \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ J* LO CM o o vo f- os CN CN o o vo r- o\ rH rH 00 CO <u M r- CN CN in tp- o œ r- co O «3" rH rH o CN CO OS CD a) co CO m <0S «3« o rH 1—1 O csi OS rH co LO r- rH co CN .û CO CO m ro m CO co CO PO co CO CO co P0 CO co CO co in rr-H 1—1 rH rH in H M M M M H M M M M H M H M H o O o o O M M H H M H M H M H H M H H H 1 O U O U 1 1 O O U U U 1 O O U U O U O + + + + + + + + + + + + + + + + m m 0 0 0 0 0 0 0 0 a 0 0 0 0 0 + + + + + + + + + + + + + + + + H < < < < < < < < < < < < < < < < jj >0 0 CN n -ri. ,_Ç*, crî_ TT_ _H - «N .. rH _ <N CO H

(22)

V 00 co CO r-u CM <Q 0 S Xi r- co H r- m 1—i o CN rH rH S • • • • • C 0) o o O O O û) 0* — . . - - —— (0 o> £ •H c eo vo 01 CO H C CM CN rH CN o> rs 0) \ \ \ \ \ jJ CN ^3* «sr C O rH * im < C xi r— O O co o in O 00 o r- VO r- in CN CM «3« CN CO CO C\ O O r- co vo VO *3* o CN CN CM tn rH co co •«r O <•* E: 1 C i—i co m iH CN CN co CN co CN CN CN rH CN CM CM rH CN CM m vo o\ «3« CM 77. P- «H 00 r- CN in o\ CO CM m CO vo m rH CO Ot r- CM at j: \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ •H CD O o iH <T> vo o CO O a» co 00 m VO CM r-* 1 <T> co C. a» c O m co CN CN o co o vo *3" CM vo co r» O CO O O T CN (U M r-1 es rH m rH rH rH 00 rH rH rH CM rH CN a 0 •H 14 3 Û> O .Q S en o «H ro r» m CO rH CO vo 00 o r* 00 rH a» O co CM *3-C (U I (1) CJ» vo vo f» vo vo VO VO 00 m vo VO ** r- VO m co «3« vo VO £ O D> 0 C co m o •*r rH r*H •H r- i-H 00 r» CN TT cr» 00 CM in co vo tn rH 00 0\ r- CN a» .O C \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ • \ \ \ \ \ \ a> CO vo r* in VO in co CM vo CM vo «3« VO r» 1 CN o a» vo • -i£ m in CM CM r» «s* vo co rH CM iH rr co CO 4i <U rH rH rH rH m <0 a; < in o iH tn 00 *3- CM co O O o in rH •s* m rH 00 r* CM vo e 4J Q' m co H r- O r» co Ot CO 00 co r- O VO 1 m 'SP m r» W O» *3« rr ro co CO co CO co CO co co co co co CO co O co r» <y> *3« co C C-i r- H 00 r- CN vo Ot 00 CM in co vo in rH 00 0t r- CM <T> ri c \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ -Q •H m O in m in in o in o o o un in o O in m o O tn c 1 0/ (U CO m 00 CN r-» o\ at co ««r VO m co in CN co vo ^3« CO *3« o 4-> o CN vo co tn m vo CM rH o CM in at o\ O <3* *3" o cy a- co co CM o\ rH CM co CM O CN r—1 CN rH vo CM CO CN CO m c u rH co <D g 4> J Ü Xi vo vo vo VO vo VO VO vo VO VO VO VO vo vo vo vo vo VO VO vo £ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ O iH o vo r-i co m in CM «3« O vo r- co vo m «3* co co CN çy> 1 00 r- o\ r- •«a* vo r- o\ a> r- vo tn o CO m O C\ m m m 1—1 H rH H rH rH rH rH CM rH rH rH rH rH H rH CJ> c CO r- o\ CO 4J •H r- rl CO r-> CN rr VO ot 00 CN in CO vo in rH CO CT\ r- CN OL <Q (U C \ \ \ \ \ \ V \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ r- r- r- o rH vo in CO tn o\ co r- CN co m co r- at •H in m CN «3* CM o r" *3" CM o> at co r- o VO m 0» Q> rH «H ro rH rH in in co rH CN rH rH CO 0 u rH rH H 0 0 Xi M M M H M M M M W M M H H M M o . o O O o M M H M M M M M M H M M H M M l 1 1 1 1 1 «H U V Ü V L> U O O U U U U U U Y U <A CQ CQ Ö CQ Q CQ CQ CQ CQ CÛ CQ CQ CQ N CQ as < < < < < < < < < < < < < < < < 4J n (H CN co rH CM co TT rH CN co rH CM sr fl__ V

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 bijvoeglijke bepaling (meestal te vertalen met ‘x van y’, waarbij ‘y’ in

Tegen de achtergrond van de beleidsvrijheid die het college heeft om al dan niet handhavende maatregelen te nemen naar aanleiding van een overtreding van de Tw dient op grond

Although the macro policy development points in a direction opposed to the progressive social justice agenda, social researchers in the South African context continue to argue for

Herhaaldelik en van verskillende kante is ons gevraag om tog 'n kort verhaal te ge van die geskiedenis van die A{rikaanse •raalbeweging van die begin af, met

die stigting van 'n Plaaslike regerings koijrdineringskomitee vir Scbweizer-Reneke volgens die Oorgangswet van 1993.. Die Schweizer-Reneke Oorgangsraad was net soos

(b) In Qntleding van die mate waarin on= derwysers die studente met voorbereiding en beplanning van hulle lesse wat hulle voor onderwysers en dosente moet

In 2013 waren er 10 bedrijven met minder dan 80% grasland, die in 2014 hun bouwplan moeten aanpassen voor hernieuwde derogatie.. Met name het missen van de eerste snede in

Land: Nederland / Duitsland Plaats: Niet gespecificeerd Deelgebied: Alle deelgebieden Richt zich op (DPSIR): Response Grijpt aan op: Proces Beschrijving:..