• No results found

Het gebruik van superfoods in de voeding van het nationale Ladies Sevens rugbyteam : Een kwantitatief observationeel onderzoek naar de inname van micro- en macronutriënten van het elite en development team

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gebruik van superfoods in de voeding van het nationale Ladies Sevens rugbyteam : Een kwantitatief observationeel onderzoek naar de inname van micro- en macronutriënten van het elite en development team"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het gebruik van superfoods in de voeding

van het nationale Ladies Sevens rugbyteam

Een kwantitatief observationeel onderzoek naar de inname van micro- en macronutriënten van het elite

en development team

Manon te Linde Anouk Snelders Amsterdam, januari 2015 Projectnummer: 2015111 Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek

(2)

1

Het gebruik van superfoods in de voeding van het nationale Ladies Sevens rugbyteam

Hogeschool van Amsterdam Opleiding Voeding en Diëtetiek Dokter Meurerlaan 8

1067 SM Amsterdam Tel. 020-595 3400

Projectnummer: 2015111

Auteurs: Manon te Linde

Schaatsenrijder 1 1562 LG, Krommenie 06-36340684 manontelinde@hotmail.com Studentnummer: 500636906 Anouk Snelders Zonderland 8

1541 ME, Koog aan de Zaan 06-18368689

anouk.snelders@hotmail.com Studentnummer: 500631403

Opdrachtgever: NOC*NSF

Praktijkbegeleidster: Janine Reitsema

Sportdiëtiste NOC*NSF/Hogeschool van Amsterdam

Docentbegeleidster: Janine Reitsema

(3)

2

Voorwoord/dankwoord

Deze scriptie betreft een onderzoek naar de voedingsinname van het nationale Ladies Sevens rugbyteam en de invloed van het gebruik van superfoods op het behalen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen.

Dit onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van de afronding van de bachelor Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam in opdracht van Janine Reitsema, de sportdiëtiste vanuit het Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF) van het elite Ladies Sevens rugbyteam. De onderzoeksperiode was van september 2014 tot januari 2015. Onduidelijkheid over een eventuele meerwaarde van de toevoeging van superfoods aan de voeding voor het behalen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen van het nationale Ladies Sevens rugbyteam heeft geleid tot het onderwerp van onze scriptie.

Graag willen we het nationale Ladies Sevens elite en development rugbyteam bedanken voor hun medewerking in het aanleveren van de meetgegevens.

Ook willen we Floris Wardenaar, Bo van Rooij en Naomi Brinkmans van het Dutch Sport Nutrition and Supplement Study (DSSS) bedanken voor hun support, het meedenken en aandragen van oplossingen en het feit dat we met behulp van hun onderzoeksmethode onze gegevens hebben kunnen verzamelen. Tot slot willen we Janine Reitsema bedanken voor haar hulp, feedback, betrokkenheid en inzet om onze scriptie tot een goed einde te brengen.

De scriptieperiode is voor ons zeer leerzaam geweest en we hebben met veel enthousiasme en motivatie aan het product gewerkt.

Amsterdam, Januari 2015.

Manon te Linde Anouk Snelders

(4)

3

Samenvatting

Doel: Het hoofddoel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in het aandeel dat superfoods leveren aan de micro- en macronutriënten inname van het nationale Ladies Sevens rugbyteam ten opzichte van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen voor deze doelgroep. Met de verkregen data is een advies voor de sportdiëtiste en een samenvattende adviesfolder voor het begeleidingsteam van het nationale Ladies Sevens rugbyteam opgesteld.

Methode: Met behulp van drie 24-uurs recalls en een aanvullende vragenlijst over de supplementen inname en sportactiviteit is het gebruik van superfoods, de voedingsinname en supplement gebruik van de doelgroep in kaart gebracht. Vervolgens zijn van de gebruikte superfoods de voedingswaarde opgezocht om hun aandeel te bepalen. De doelgroep werd ingedeeld in een groep die structureel superfoods gebruikt en een controlegroep. Vervolgens zijn de data geanalyseerd op verschillen in micro- en macronutriënten inname tussen de twee groepen. Ook is onderzocht of beide groepen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor atleten behaalden.

Resultaten: De onderzoekspopulatie bestond uit 29 vrouwelijke Sevens rugbyspelers, waarvan 8 in de superfoods groep en 21 in de controlegroep. De superfoods groep consumeerde gemiddeld 2038 kcal per dag, de controlegroep 1998 kcal. Binnen de onderzoekspopulatie gebruikten 19 rugbyspelers supplementen naast hun basisvoeding. De aanbeveling van de belangrijkste micro- en macronutriënten voor atleten was vastgesteld.

Inclusief en exclusief supplementen consumeerde de superfoods groep significant minder dan de aanbeveling voor koolhydraten. De overige nutriënten leverden geen significante verschillen met de aanbeveling. De controlegroep had exclusief supplementen een significant lagere inname dan de aanbeveling voor koolhydraten, eiwit, folaat en ijzer. De overige nutriënten leverden geen significante verschillen met de aanbeveling. Inclusief supplementen had de controlegroep een significant lagere inname van eiwit en ijzer, maar de aanbeveling voor folaat leverde geen significant verschil. Een vergelijking van de inname van micro- macronutriënten tussen de superfoods groep en controlegroep gaf aan dat er een significant verschil was bij de inname van ijzer en magnesium. De overige micro- en macronutriënten verschilden niet significant tussen de groepen.

Als gekeken werd naar het procentuele aandeel dat de superfoods leverden in de dagvoeding viel dit, afhankelijk van het micro- of macronutriënt, binnen een range van 0 tot 12%.

Discussie: Naast het gebruik van superfoods konden verschillen in de inname van basisvoeding en/of gebruik van supplementen een reden zijn van een verschil in inname tussen de groepen. Er kon niet met zekerheid gezegd worden dat een hogere nutriëntenwaarde in de basisvoeding door het gebruik van superfoods kwam. De samenstelling van superfoods was in sommige gevallen niet wetenschappelijk onderzocht. Dit zorgde voor een onvolledig beeld van de exacte samenstelling van superfoods. Om een beter beeld te kunnen vormen van de exacte bijdrage die superfoods leverden binnen de voeding is er meer onderzoek naar de samenstelling van superfoods nodig.

Conclusie: De superfoods groep consumeerde gemiddeld meer micro- en macronutriënten in vergelijking met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid dan de controlegroep. De inname van micro- en

macronutriënten tussen de superfoods groep en de controlegroep verschilde echter niet significant van elkaar, behalve bij ijzer en magnesium. Een voeding inclusief superfoods zou daarom volwaardiger kunnen zijn.

(5)

4

Inhoud

1. Inleiding ... 5

2. Methode... 7

2.1 Literatuuronderzoek ... 7

2.1.1 Gebruikte literaire databases ... 7

2.1.2 Gebruikte zoektermen en methoden ... 7

2.1.3 Selectiecriteria ... 8 2.2 Praktijkonderzoek... 8 2.2.1 Doelgroepbeschrijving ... 8 2.2.2 Dataverzameling ... 9 2.2.3 De dataverwerking en analyse ... 10 3. Resultaten ... 13 3.1 Onderzoekspopulatie ... 13 3.2 Sevens rugby ... 13

3.3 Aanbeveling micro- en macronutriënten... 14

3.4 Voedingswaarde superfoods ... 14

3.5 Vergelijking groepen met aanbevolen dagelijkse hoeveelheid... 15

3.6 Verschil inname micro- en macronutriënten tussen de superfoods groep en controlegroep ... 18

3.7 Procentuele aandeel van superfoods op de inname van micro- en macronutriënten ... 18

3.8 Probability of inadequacy. ... 20 4. Discussie ... 21 5. Conclusie ... 23 5.1 Aanbevelingen ... 23 Verklarende woordenlijst ... 24 Literatuurlijst ... 25 Bijlagen ... 28 1) PowerPoint voorlichting ... 28

2) Formulier informed consent ... 32

3) Vragenlijst superfoods inventarisatie ... 33

4) GANTT-Chart ... 34 5) Welkomst e-mail ... 35 6) Compl-eat e-mail ... 37 7) Compl-eat ... 39 8) Vitaliteitsportaal vragenlijst ... 40 9) Qualtrics e-mail ... 42

10) Achtergrond aanbevolen dagelijkse hoeveelheid micro- en macronutriënten ... 43

11) Eindtotalen file 9 ... 46

(6)

5

1. Inleiding

In 2008 stonden ‘superfoods’ op nummer 2 in de top 10 van ‘Food Trends’ in Amerika. (1) Ondertussen zijn superfoods uitgegroeid tot een vast begrip in de wereld van gezonde voeding.

Volgens het Voedingscentrum zijn superfoods te categoriseren in twee groepen, namelijk speciale superfoods en gewone superfoods. In de categorie speciale superfoods vallen onder andere chiazaad, gojibessen, hennepzaad, moerbeien, zeewier, cacaobonen en kokosvet. In de categorie gewone superfoods vallen verschillende soorten groenten en fruit zoals broccoli, tomaten, bessen en druiven, vette vis, bepaalde noten en groene thee. (2)

Superfoods worden door de Oxford Dictionary uit 2009 omschreven als “Een natuurlijk voedingsproduct dat vooral heilzaam is door zijn nutriëntenstatus of zijn gezondheidsbeschermende kwaliteiten.” De gesuggereerde werking van superfoods is echter tot op heden niet wetenschappelijk onderbouwd. Aan superfoods worden veel positieve eigenschappen toegeschreven, zoals het verhogen van het libido, het voorkomen van hart- en vaatziekten, het voorkomen of verminderen van depressies en

huidveroudering en het helpen met afvallen. Ze zouden een hoog gehalte aan voedingstoffen bevatten zoals vitamines, mineralen en antioxidanten. (2) Mede door deze claims wordt er momenteel veel onderzoek gedaan naar de exacte werking en samenstelling van superfoods. Er is echter nog weinig onderzoek beschikbaar over de daadwerkelijke werking van superfoods.

Het Agricultural Research Service United States Department of Agriculture heeft de samenstelling van een aantal speciale superfoods in kaart kunnen brengen. Dit zijn onder andere chiazaad, spirulina, kokosolie, cacaoboter, lijnzaad, spelt en quinoa. (3)

Meerdere doelgroepen zouden, indien superfoods daadwerkelijk de gesuggereerde

gezondheidsbeschermende kwaliteiten bevatten, baat hebben bij het gebruik van superfoods als aanvulling op hun dagelijkse voedselconsumptie. Denk hierbij aan doelgroepen die door ziekte een hogere behoefte hebben aan macronutriënten zoals eiwitten, maar ook doelgroepen die door een verhoogde lichaamsinspanning een hogere behoefte hebben aan bepaalde micro- en macronutriënten zoals atleten. (4, 5)

Sinds augustus 2013 is vanuit het NOC*NSF een sportdiëtiste bij het nationale elite Ladies Sevens rugbyteam aangesteld. Deze sportdiëtiste gaat te werk met wetenschappelijk aangetoonde

voedingsrichtlijnen. Gedurende twee jaar voorafgaande het aanstellen van de sportdiëtiste heeft het nationale elite Ladies Sevens rugbyteam voedingsadviezen gekregen welke onder andere gebaseerd zijn op het nuttigen van superfoods en het volgen van een koolhydraat beperkt dieet. Deze adviezen werden gegeven door een trainer/voedingsadviseur zonder erkende voedingsopleiding.

Veel leden van het elite team zijn van mening dat superfoods een toegevoegde waarde leveren binnen hun voedingspatroon en vullen de voeding aan met superfoods zoals gojibessen, chiazaad, moerbeien, lijnzaad, spelt, quinoa e.a.

Om te voorzien in de gezamenlijke lunch op de trainingslocatie van de Nederlandse Rugby Bond heeft het team een budget wat zij kunnen besteden bij de biologische winkel Ekoplaza. Aangezien dit budget beperkt is en superfoods hoge kosten met zich meebrengen, is het van belang om uit te zoeken of de superfoods daadwerkelijk bijdragen aan het behalen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voedingsstoffen voor een rugbyspeler.

De sportdiëtiste van het team wil graag duidelijkheid over de voordelen van het wel- of niet gebruiken van superfoods. Indien er voordelen zijn, wil de sportdiëtiste de superfoods graag meenemen in haar standaard voedingsadvies. Indien het gebruik van superfoods geen voordelen biedt, kan het team het budget besteden aan andere producten.

(7)

6

De probleemstelling zal in het onderzoek centraal staan. Met behulp van het onderzoek zal in de vorm van een scriptie antwoord gegeven worden op deze probleemstelling.

De opgestelde probleemstelling luidt:

‘Hoe verhoudt de huidige voedingsinname van het nationale Ladies Sevens rugbyteam zich tot de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen voor deze groep sporters, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen een voedingspatroon met- en zonder superfoods?’

Onze verwachting op basis van de beschikbare literatuur is dat het consumeren van superfoods geen verschil maakt in het behalen van de ADH voedingsstoffen van het nationale Ladies Sevens rugbyteam.

Met behulp van het onderzoek stellen we een advies op voor de sportdiëtiste in de vorm van een scriptie. Ook zal een samenvattende adviesfolder opgesteld worden gericht aan het begeleidingsteam met daarin resultaten van het onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om de inname van micro- en macronutriënten van het elite en development Ladies Sevens rugbyteam in kaart te brengen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een voeding met- en zonder superfoods.

In hoofdstuk 2 wordt de methode van zowel het literatuuronderzoek als het praktijkonderzoek

beschreven. In dit hoofdstuk komen ook de deelvragen naar voren. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van het onderzoek. De discussie van het onderzoek wordt beschreven in hoofdstuk 4, waarin zowel een terugblik op het onderzoek en een vooruitblik zal plaatsvinden. In hoofdstuk 5 wordt in de conclusie een antwoord op de probleemstelling gegeven en aanbeveling gedaan.

(8)

7

2. Methode

2.1 Literatuuronderzoek

Door middel van het literatuuronderzoek zijn de volgende deelvragen behandeld: 1. Welke voedingsmiddelen vallen onder de term superfoods?

2. Wat voor soort sport is Ladies Sevens rugby?

3. Wat zijn de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden micro- en macronutriënten voor een Ladies Sevens rugbyspeler?

4. Welke micro- en macronutriënten bezitten de superfoods die het nationale Ladies Sevens rugbyteam gebruikt?

2.1.1 Gebruikte literaire databases

Bij het verkrijgen van informatie voor de scriptie is gebruik gemaakt van wetenschappelijke artikelen en boeken vanuit de bibliotheek van de Hogeschool van Amsterdam (zie bronnenlijst).

De artikelen zijn met behulp van databanken gezocht. Dit waren onder andere Pubmed, the Cochrane Library, ScienceDirect en Google Scholar.

De voedingswaarde van enkele superfoods was terug te vinden in NEVO-online 2013. (8) Meerdere superfoods zijn door het United States Department of Agriculture (USDA) onderzocht. Deze informatie staat in het National Nutrient Database for Standard Reference en hier is aan gerefereerd voor het onderzoek. (3) De superfoods waarvan de voedingswaarde niet beschikbaar was in NEVO-online en het UDSA zijn zo veel mogelijk opgezocht in literaire databanken. Als hier uiteindelijk geen betrouwbare voedingswaarde naar voren kwam, zijn verschillende consumenten websites gebruikt. Binnen webshops werd gezocht naar de voedingswaarde die bedrijven die superfoods verkopen hanteren (o.a. Mattison, Nutrition Data en Goodness Direct). Vervolgens werd een e-mail gestuurd naar deze bedrijven om te achterhalen wat de bron is van hun voedingswaarde, dit heeft geen betrouwbare resultaten opgeleverd.

De ADH voedingsstoffen voor een atleet, specifiek gericht op het Ladies Sevens rugbyteam, is opgesteld aan de hand van verschillende literatuurbronnen. Deze literatuur werd gevonden middels

wetenschappelijke databanken en boeken van de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (zie bronnenlijst). Het advies werd gericht op de micro- en macronutriënten die voor een atleet van belang zijn. Hiervoor werd onder andere gekeken naar het huidige advies wat de sportdiëtiste hanteert, aangevuld met literatuur over sportvoeding.

2.1.2 Gebruikte zoektermen en methoden

Binnen Pubmed, the Cochrane Library, ScienceDirect en Google Scholar is gezocht op de individuele soorten superfood met zoektermen als ‘goji berry AND sport’, ‘mulberry AND sport’, ‘cocos AND sport’, ‘flaxseeds AND sport’, ‘spelt AND sport’ en ‘quinoa AND sport’, hier kwamen 0 relevante resultaten naar voren. Zo ook met de zoekterm ‘superfoods AND athletes’. Hier is uit geconcludeerd dat er momenteel zeer weinig tot geen onderzoek beschikbaar is over het effect van superfoods op de sportprestaties. De zoekterm ‘chia seeds AND sport’ gaf op Pubmed het artikel ‘Omega 3 Chia Seed Loading as a Means of Carbohydrate Loading’. (6) Dit artikel stond in ‘The Journal of Strength and Conditioning research’.

Een zoekopdracht in de HVA databank op ‘rugby Sevens’ en ‘rugby Sevens nutrition’ resulteerde in meerdere nuttige artikelen over de soort sport wat rugby Sevens is en een artikel over de

voedingsbehoefte tijdens wedstrijddagen van rugby Sevens.

Voor de voedingswaarde van de superfoods die niet in de NEVO-2013 en USDA beschikbaar waren, is gezocht binnen SpringerLink, ScienceDirect, PubMed en GoogleScholar. De volgende zoektermen zijn gebruikt: ‘Cacao nibs nutrient’, ‘Goji Berry nutrient’, ‘Hempseed nutrient’, ‘Incaberry nutrient’, ‘Maca

(9)

8

powder nutrient’, ‘Mulberry nutrient’. Een wetenschappelijk bepaalde voedingswaarde van hennepzaad en incabessen zijn op deze manier gevonden. De overige zoekacties leverden 0 relevante artikelen.

2.1.3 Selectiecriteria

De artikelen zijn beoordeeld met behulp van de impact factor(IF). De IF laat het relatieve aanzien van een wetenschappelijk tijdschrift zien. Wanneer de gepubliceerde artikelen vaak worden geciteerd in

tijdschriften krijgt het artikel een hoge IF. Echter betekent een lage IF niet per definitie dat het artikel niet goed is. Het kan ook betekenen dat het artikel geschreven is voor een klein en specifiek vakgebied.

2.2 Praktijkonderzoek

Met behulp van een kwantitatief observationeel retrospectief onderzoek is de inname van micro- en macronutriënten van het elite en development Ladies Sevens rugbyteam beschreven. Er is gekozen voor dit soort onderzoek omdat er binnen een redelijk kleine doelgroep een onderzoek heeft plaatsgevonden naar bestaand gedrag. De doelgroep is voorafgaand aan het onderzoek opgesteld door de sportdiëtiste van het NOC*NSF. De onderzoekspopulatie werd ingedeeld in 2 groepen. Een groep die structureel superfoods gebruikt (de experimentele groep) en een groep die dit niet doet (de controlegroep)*. De meetgegevens zijn verzameld in de meetperiode van 3 tot en met 30 november 2014.

* Vanaf dit punt wordt aan de groep die structureel superfoods gebruikt gerefereerd als ‘de superfoods groep’. De groep die niet structureel superfoods gebruikt is ‘de controlegroep’

De volgende deelvragen zijn beantwoord met het praktijkonderzoek:

1. Beschrijving van de onderzoekspopulatie ‘het nationale Ladies Sevens rugbyteam’.

2. Hoe ziet de gemiddelde dagvoeding van de dames van het nationale Ladies Sevens rugbyteam er momenteel uit?

3. Welke superfoods worden momenteel gebruikt in het nationale Ladies Sevens rugbyteam?

2.2.1 Doelgroepbeschrijving

De doelgroep van het onderzoek was het nationale Ladies Sevens rugbyteam. Het nationale Ladies Sevens rugbyteam is volgens het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam in twee verschillende programma’s opgedeeld.

Het elite team bestaat uit 18 dames. De rugbyspelers representeren Nederland op internationale toernooien. Momenteel trainen ze voor de Olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016. Het elite team heeft een fulltime trainingsprogramma op 5 tot 6 dagen per week. Afhankelijk van het seizoen duurt de training 2 tot 4 uur per dag. Een deel van het elite team maakt veelvuldig gebruik van superfoods en ze hebben intensieve begeleiding van een eigen sportdiëtiste.

Het development team speelt op hoog niveau en bestaat uit 18 dames. Ze trainen op 6 dagen per week 3 tot 5 uur per dag naast de studie of het werk en spelen daarnaast wedstrijden bij hun eigen rugby club. De training op het Nationale Rugby Centrum omvat gemiddeld 20 uur per week. Met deze trainingen proberen de dames van het development team aansluiting te vinden bij het elite team.

Het development team wordt begeleid door een sportdiëtiste vanuit het CTO. Deze sportdiëtiste begeleidt meerdere teams. In het development team worden minder superfoods gebruikt dan in het elite team.

De dames van zowel het elite team als het development team* vallen in de leeftijdscategorie van 16 tot en met 33 jaar.

(10)

9 2.2.2 Dataverzameling

De meetgegevens van het onderzoek zijn verkregen met behulp van het Dutch Sport Nutrition and Supplement Study (DSSS). Dit is het promotieonderzoek van ir. F.Wardenaar,

Hoofddocent/Onderzoeker/Sportdiëtist Sports & Exercise Nutrition. Binnen het DSSS wordt de dagelijkse voedingsinname van Nederlandse topsporters in kaart gebracht door middel van een cross-sectionele studie.

Het verzamelen van meetgegevens en het verwerken van data heeft plaatsgevonden met behulp van Compl-eat, het Vitaliteitsportaal, Qualtrics, Microsoft Office Excel 2007 en IBM SPSS Statistics 20. (Voor uitleg programma´s zie verklarende woordenlijst)

Elke rugbyspeler heeft in de meetperiode van 3 weken op 3 dagen de geconsumeerde voeding van de voorgaande dag, met behulp van een 24-uurs recall, ingevuld in Compl-eat (45-60 minuten).

Op dezelfde 3 dagen heeft de rugbyspeler een aanvullende vragenlijst ingevuld in het Vitaliteitsportaal aan de hand van een telefoongesprek met een van de onderzoekers (5-15 minuten).

Aan het eind van de meetperiode werd eenmaal een online aanvullende vragenlijst ingevuld in Qualtrics (15-60 minuten).

Direct achtereenvolgens de meetperiode was er een reserve meetweek ingepland. In deze week kon een ontbrekende 24-uurs recall of vragenlijst alsnog ingevuld worden door de rugbyspeler om van elke proefpersoon een complete dataset van 3x een 24-uurs recall, 3x een aanvullende vragenlijst in het Vitaliteitsportaal en 1x een vragenlijst van Qualtrics te realiseren. Echter als een rugbyspeler aan het eind van de periode 2x een 24-uurs recall, 2x een aanvullende vragenlijst in het Vitaliteitsportaal en 1x een vragenlijst van Qualtrics had ingevuld, kon deze data alsnog meegenomen worden in het onderzoek.

Binnen het onderzoek werd gebruik gemaakt van 3x een 24-uurs recall, omdat op die manier de dag-tot-dag variatie in de voeding meegenomen werd in de metingen. Een eenmalige meting geeft hier

onvoldoende inzicht in. (7) Bij twee metingen wordt deze variatie ook meegenomen, en konden deze gegevens alsnog gebruikt worden.

Het verzamelen van de gegevens heeft als volgt plaatsgevonden:

Om het team voor te bereiden op het onderzoek is een korte voorlichting (bijlage 1) ontwikkeld. Deze voorlichting had als doel om het onderzoek en het gebruik van de verschillende online programma’s te verduidelijken. Ook is er toestemming gevraagd voor het gebruiken van de meetgegevens door middel van een Informed Consent formulier (bijlage 2) en is door middel van een korte vragenlijst het gebruik van superfoods binnen het team geïnventariseerd (bijlage 3). Aan de hand van deze gegevens kon het team ingedeeld worden in de twee onderzoeksgroepen. De rugbyspelers die niet bij de voorlichting aanwezig waren hebben de informatie via een e-mail ontvangen.

Na afloop van de voorlichting zijn alle gegevens van het team geregistreerd in Excel. Aan de hand van de gegevens kon een gerandomiseerd schema (Gantt-chart)(bijlage 4) opgesteld worden voor de afname van de 24-uurs recall. Meetdagen waren vastgesteld door het DSSS onderzoek, namelijk: ma–wo–vr , di-do en za-zo. Op basis van deze indeling kreeg iedere rugbyspeler 3 meetdagen. Bij voorkeur werd van elke rugbyspeler een 24-uurs recall afgenomen op 1 wedstrijddag, 1 trainingsdag en 1 rustdag. Tussen elke meting zaten minimaal 4 dagen om zoveel mogelijk verwarring over de meetdagen te voorkomen en om te voorkomen dat de voeding aangepast werd voor de 24-uurs recall.

Met de gegevens vanuit de Gantt-chart werden de meetdagen van de rugbyspelers in Compl-eat en het Vitaliteitsportaal geüpload. Toen dit compleet was, werd een welkomst e-mail gestuurd naar de

(11)

10

Op de dag van de 24-uurs recall, werd vóór 07:00 uur een e-mail (bijlage 6) naar de rugbyspeler gestuurd dat vóór 12:00 uur de volgende dag de 24-uurs recall ingevuld diende te worden in Compl-eat (bijlage 7). De e-mail bevatte de inloggegevens naar hun persoonlijke 24-uurs recall. Indien de rugbyspeler binnen 24 uur de dagvoeding nog niet in Compl-eat had ingevoerd, werd er de volgende dag een e-mail gestuurd ter herinnering (bijlage 6) dat Compl-eat nog ingevuld kon worden tot 12:00 uur.

Op de dag van de 24-uurs recall werd er rond 08:00 uur een sms-bericht naar de desbetreffende rugbyspeler gestuurd met een verwijzing naar de uitnodiging om Compl-eat in te vullen en om een afspraak voor het telefoongesprek te maken.

Na ontvangst van de ingevulde 24-uurs recall, werd deze door de onderzoeker gecontroleerd op

onduidelijkheden of producten die wellicht in de ingevulde dagvoeding ontbraken. Van deze bevindingen werd een notitie gemaakt in het Compl-eat logboek in Excel. Vervolgens werd de rugbyspeler op de afgesproken tijd gebeld om de onduidelijkheden te bespreken en de aanvullende vragenlijst voor het Vitaliteitsportaal (bijlage 8) af te nemen.

Na afloop van het telefoongesprek werden alle gegevens ingevoerd. Als er vervolgens een akkoord was van het DSSS team voor het logboek, dan konden de aanpassingen doorgevoerd worden in Compl-eat. (Zie afbeelding 1)

Afbeelding 1. Stappenplan van het verzamelen van de onderzoeksgegevens

De stappen voor de dataverzameling zijn per rugbyspeler 3-maal herhaald binnen de meetperiode.

Aan het eind van de meetperiode werd er een e-mail verstuurd (bijlage 9) naar alle leden van het team voor het invullen van de aanvullende vragenlijst in Qualtrics. Hiervoor kreeg de rugbyspeler 3 dagen de tijd. Indien er geen reactie ontvangen was, werd er nog een e-mail ter herinnering gestuurd.

2.2.3 De dataverwerking en analyse

Aan de hand van de vragenlijst in het Vitaliteitsportaal werden er twee datasets verkregen. Één dataset met de gegevens van de desbetreffende rugbyspeler en de antwoorden op de vragen, en één

gecodeerde dataset met de gebruikte supplementen per rugbyspeler.

De twee datasets werden aan elkaar gekoppeld, gedecodeerd, de voedingswaarde van de gebruikte supplementen per rugbyspeler werd handmatig ingevoerd en het dagtotaal per rugbyspeler werd berekend. Vervolgens zijn de supplementen geclassificeerd. De supplementen konden in verschillende

Controleren voeding van Sporter Onduidelijkheden navragen Antwoorden noteren in het logboek Bedenken van oplossingen Controle van logboek door het DSSS team Doorvoeren aanpassingen in compl-eat

(12)

11

categorieën vallen op basis van bewezen effect. Echter wordt hier niet verder op ingegaan omdat dit niet van belang is voor dit onderzoek.

Toen alle gegevens in Compl-eat compleet waren, zijn de data van de 24-uurs recalls vanuit Compl-eat geëxporteerd. Compl-eat gaf met behulp van NEVO-online 2010 (8) een Excel bestand als uitdraai met hierin de berekening van elke 24-uurs recall die er afgenomen is, dit waren er 85 in totaal. Op de dagen dat er superfoods zijn gebruikt moest de voedingswaarde van de gegeten hoeveelheid superfoods met de hand worden toegevoegd aan de uitdraai van Compl-eat. Vervolgens zijn de dagtotalen berekend.

Omdat er geen concrete definitie is van het woord superfoods, was het lastig te bepalen welke producten vanuit de voeding van de rugbyspelers binnen deze groep vallen. Zoals in de inleiding staat beschreven, heeft het Voedingscentrum de superfoods gecategoriseerd als gewone en speciale

superfoods. In het onderzoek zijn de producten uit de voeding van het team onderzocht die volgens het Voedingscentrum in de categorie speciale superfoods vallen. (2)

Het bestand met de dagtotalen vanuit het Vitaliteitsportaal werd vervolgens gekoppeld aan de uitdraai van Compl-eat inclusief de superfoods. Dit bestand omvatte alle data van het onderzoek en was het uiteindelijke File 9 (bijlage 11) waar alle analyses mee uitgevoerd konden worden. Dit bestand werd ingelezen in SPSS. Aan deze data is een extra waarde toegevoegd zodat duidelijk was welke rugbyspeler in de superfoods groep valt en welke in de controlegroep.

Als een rugbyspeler 1 of meer soorten speciale superfoods consumeerde op ten minste 2 van de 24-uurs recall dagen, dan behoorde deze in de superfoods groep. Als een rugbyspeler minder superfoods

consumeerde, behoorde deze in de controlegroep.

Vervolgens is de onderzoeksgroep met behulp van ‘split file’ in SPSS opgedeeld in de superfoods groep, en de controlegroep. De twee groepen zijn beschreven met behulp van beschrijvende statistiek. De data is vervolgens opnieuw gestructureerd en apart opgeslagen zodat van elke rugbyspeler alle gegevens in 1 rij in SPSS stonden. Aan de hand van deze indeling is per sporter het gemiddelde berekend van het gewicht, de inspanningsduur, de inname van basisvoeding, de inname van basisvoeding + supplementen en de inname per nutriënt. Aan de hand van de berekende waarden in SPSS is per groep het gemiddelde, de standaarddeviatie, mean, percentielen, skewness en kurtosis berekend.

Met behulp van de skewness en kurtosis werd bepaald of de waarden normaal verdeeld zijn. De waarden zijn normaal verdeeld indien de skewness en kurtosis zich beiden tussen de -1,96 en +1,96 SD bevinden, want 95% van de waarden van normaal verdeelde data vallen 1,96 SD links en rechts van de mean. (9) Dit was het geval bij de waarden die nodig waren voor het onderzoek. Er was geen LOG-transformatie nodig om de waarden te normaliseren.

Vervolgens is de one way ANOVA uitgevoerd om de mean square te berekenen van de between groups en within groups. Vanuit deze waarden zijn de standaarddeviatie (σ), de between (σb) en de within (σw)

standaarddeviaties berekend. Dit was nodig om de gecorrigeerde standaarddeviatie te berekenen met behulp van de onderstaande formule:

(13)

12

De z-waarde is vervolgens berekend om de probability of inadequacy (POI) vast te stellen. De POI is de kans op een inadequate inname van het team ten opzichte van de ADH van de doelgroep.

Waarbij:

x = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een voedingsstof u = mean

σ = gecorrigeerde standaarddeviatie

Ten slotte is de POI berekend in Excel met behulp van de volgende formule:

Met behulp van de originele data is de totale inname van micro- en macronutriënten van de superfoods groep en de controlegroep met de ADH voor deze doelgroep vergeleken. Hier zijn binnen elke groep ook de waarden inclusief supplementgebruik meegenomen. Dit is uitgevoerd met behulp van de one-sample t-test in SPSS om vast te stellen of de voeding voldoet aan of significant afwijkt van de ADH.

One-sample t-test waarbij (10):

x = steekproefgemiddelde van variabele x

a = getal waarmee het gemiddelde wordt vergeleken n = omvang van de steekproef

s = standaarddeviatie van de variabele x in de steekproef

In SPSS is er met behulp van de independent samples t-test onderzocht of er een significant verschil is in de totale micro- en macronutriëntenstatus in de voeding tussen de superfoods groep en controlegroep. In deze vergelijking is de micro- en macronutriëntenstatus inclusief supplementen gebruikt.

Independent samples t-test waarbij (10): x = steekproefgemiddelde van variabele x N = omvang van de steekproef

s = standaarddeviatie van de variabele x in de steekproef

Binnen het onderzoek zijn enkel de micro- en macronutriënten waar een verhoogde behoefte aan is voor de beoefening van Sevens rugby meegenomen in de analyses.

Ten slotte is, met behulp van de gemiddelde voedingswaarde van de superfoods die gebruikt zijn binnen de superfoods groep, het procentuele aandeel van de superfoods op de gemiddelde inname van een bepaald micro- of macronutriënt in de voeding berekend.

(14)

13

3. Resultaten

3.1 Onderzoekspopulatie

Het elite en development team bevatten gezamenlijk 36 dames. Van 3 rugbyspelers is er geen respons ontvangen, 4 rugbyspelers hebben aangegeven geblesseerd of ziek te zijn. Deze zijn niet meegenomen in het onderzoek, omdat dit een vertekend beeld zou geven van de inname van een actieve Ladies Sevens speler. Dit heeft er toe geleid dat de onderzoekspopulatie bestond uit 29 personen, waaronder 17 van het elite team en 12 van het development team.

Van 27 rugbyspelers is er een complete dataset afgenomen. Van 2 rugbyspelers is er 2 keer een 24-uurs recall afgenomen en 2 keer de vragenlijst in het Vitaliteitsportaal. In tabel 1 is de beschrijving van de twee onderzoeksgroepen te zien.

Tabel 1. Beschrijving van de onderzoekspopulatie

Superfoods groep (N=8) Controlegroep (N=21)

Leeftijd (jaren) 26 (4,8) 22,4 (4,2)

Gewicht (kg) 66,3 (6,2) 66,9 (6,1)

Lengte (cm) 169 (6,2) 169,1 (5,1)

BMI (gewicht/lengte2) 23,2 (1,4) 23,4 (2,1)

Energie inname (kcal) 2038,3 (472,0) 1997,8 (645,9)

Aantal personen dat supplementen gebruikt 6 13

Aantal elite rugbyspelers 6 11

Aantal development rugbyspelers 2 10

3.2 Sevens rugby

Sevens rugby is een verkorte versie van een originele rugby wedstrijd. Officieel was Sevens rugby een manier om jonge spelers op te leiden tot de professionele rugby sport. Ondertussen is Sevens rugby uitgegroeid tot een sport op zich.

Tijdens een wedstrijd spelen 2 teams van 7 spelers tegen elkaar in 2 helften van 7 minuten op een officieel rugbyveld. Tussen de helften zit 2 minuten pauze. (11, 13)

Sevens rugby is een explosieve teamsport waarbij veel korte sprints van hoge intensiteit en abrupte wendingen plaatsvinden. Dit zorgt er voor dat een rugby Sevens wedstrijd een combinatie is van een teamsport en krachtsport.

Bij een onafgebroken inspanning van langer dan 2 minuten op 60-95% van de maximale intensiteit wordt het anaerobe verbrandingssysteem in het lichaam aangesproken. Een afbraakproduct van het anaerobe verbrandingssysteem is o.a. melkzuur. (13) Tijdens een Sevens rugbywedstrijd wordt er 7 minuten achtereenvolgens inspanning geleverd op 60-95% van de maximale intensiteit. Dit zorgt er voor dat er een hoge mate van verzuring is opgetreden aan het einde van een Sevens rugbywedstrijd.

Tijdens wedstrijddagen of competities van 2-3 dagen worden er tot wel 3 wedstrijden per dag gespeeld. Dit vraagt veel van de individuele rugbyspeler. (11, 12) Onderzoek van D. Higham et al. in 2012 over het bewegingspatroon tijdens Sevens rugby wedstrijden heeft aangetoond dat Sevens rugby om en nabij de dubbele inspanning per minuut vereist van de spelers in vergelijking met traditionele rugby. (12)

(15)

14

3.3 Aanbeveling micro- en macronutriënten

De onderstaande micro- en macronutriënten worden in meerdere bronnen (4, 5, 6, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 47) genoemd als nutriënten waar bij de beoefening van topsport, en sporten die vergelijkbaar zijn met Sevens Rugby, een verhoogde behoefte aan is. De ADH uit deze bronnen wordt hieronder verder beschreven. De ADH is een waarde die is opgesteld door 2 standaarddeviaties boven de gemiddelde behoefte van een populatie te zitten. Deze ADH geeft een waarde die voldoet aan de behoefte van 97,5% van de personen van de desbetreffende populatie. (4) Er is gekozen voor overzichtelijke weergave van alle gekozen micro- en macronutriënten, te zien in tabel 4. Een uitgebreide verantwoording van de gekozen aanbevelingen is te vinden in bijlage 10.

Tabel 4. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid nutriënten voor een vrouwelijk Sevens rugbyspeler per nutriënt.

Nutriënt Aanbeveling voor Ladies Sevens Bron Koolhydraten 1-3 uur sport/dag: 5-10 g/kg AIS, 2011

Eiwit 1,5-1,8 g/kg AIS, 2009; Burke, 2007, Maughan & Burke, 2004

Vet 20-30 en% ADA et al ,2009, Maughan & Burke, 2002

Vitamine B1 0,5 mg/1000kcal Maughan & Burke, 2004 Vitamine B2 0,6 mg/1000kcal Maughan & Burke, 2004 Vitamine B3 6,7 mg/1000kcal Maughan & Burke, 2004

Vitamine B6 1,6-2 mg Maughan & Burke, 2004

Vitamine B11 300 µg Gezondheidsraad, 2000

Vitamine B12 2,8 µg Gezondheidsraad, 2000

IJzer 15 mg Gezondheidsraad, 2000

Calcium 1000 mg Gezondheidsraad, 2000

Magnesium 300-350 mg Dunford & ADA Sports, 2006

Zink 9 mg Gezondheidsraad, 2000

3.4 Voedingswaarde superfoods

In tabel 5 is de voedingswaarde van de superfoods die gebruikt worden in de voeding van de

rugbyspelers terug te lezen. In de tabel zijn enkel de micro- en macronutriënten opgenomen waar een verhoogde behoefte aan is bij Sevens rugby.

Doordat niet alle hoeveelheden micronutriënten bekend zijn van superfoods, zijn de uiteindelijke waarden in Compl-eat waar de superfoods bij berekend zijn een minimumwaarde. Hierdoor kan het zijn dat het gehalte aan een bepaald micronutriënt in werkelijkheid hoger is dan beschreven in de tabellen.

Tabel 5. De voedingswaarde van de gebruikte superfoods per 100 gram.

Per 100 gram Energie

Kcal Kh g Eiwit g Vet g B1+ mg B2+ mg B6+ mg B11+ µg B12+ µg Fe mg Ca mg Mg mg Zn mg Cacao nibs* (37) 642,6 28,6 14,3 50 ~ ~ ~ ~ ~ 3,9 71,4 18 7 Cacaopoeder (38) 379 10,5 18,5 21,7 0 0,1 0,1 38 0 10,5 150 525 7 Chiazaad (39) 486 42,1 16,5 30,7 0,6 0,2 ~ 49 0 7,7 631 335 4,6 Gojibessen* (40) 357 75 10,7 0 0,3 0,4 ~ ~ ~ 6,4 71,4 ~ 1,1 Hennepzaad (41) 525,1 27,6 24,8 35,5 0,4 0,1 0,1 ~ ~ 14 145 483 7 Incabessen (42) 291,2 49 6,4 3,4 ~ ~ ~ ~ ~ 3,1 24 ~ ~ Kokosolie (43) 862 0 0 100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kokosrasp (44) 660 23,7 6,9 64,5 0,1 0,1 0,3 9 0 3,3 26 90 2 Lijnzaad (45) 477 13 19 31 0,4 1,0 0 87 0 0 260 181 7,8 Maca Poeder* (46) 325 71 14 4 ~ 0,4 1,1 ~ ~ 14,8 250 ~ ~ Moerbeien* (47) 480 80 10,7 0,4 ~ ~ ~ ~ ~ 1,9 39 18 ~ Quinoa (48) 114 18,5 4,4 1,9 0,1 0,1 0,1 42 0 1,5 17 64 1,1

(16)

15

3.5 Vergelijking groepen met aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

In tabel 6 is te zien of het gemiddelde van de geconsumeerde voeding die ingevoerd is in Compl-eat door de rugbyspelers voldoet aan de ADH voor deze doelgroep. Er is gekeken naar de voeding exclusief en inclusief supplementen voor beide onderzoeksgroepen.

In het geval van koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamine B6 en magnesium worden er twee waarden onderzocht aangezien deze micro- en macronutriënten een range hebben voor de ADH. Er wordt per micro- en macronutriënt geanalyseerd of de geconsumeerde hoeveelheid voldoet aan de ondergrens en/of de bovengrens van de behoefte.

In het geval van vitamine B1 en B2 wordt er uit gegaan van een aantal mg per 1000 kcal. Hier is voor de superfoods groep en de controlegroep eerst apart de behoefte berekend aan de hand van de

gemiddelde hoeveelheid energie (kcal) dat geconsumeerd is. Met behulp van deze waarde is de geconsumeerde hoeveelheid van de vitamine getoetst aan de ADH.

Koolhydraten. De waarden van de superfoods groep en de controlegroep zijn beiden significant lager dan de ADH van 5-10g/kg koolhydraten. Ook inclusief het gebruik van supplementen is de

geconsumeerde waarde significant lager dan de ADH.

Eiwit. De superfoods groep heeft met- en zonder supplementen geen significant verschil met de ondergrens van 1,5 g/kg eiwit. De bovengrens van 1,8 g/kg eiwit is significant hoger dan de

geconsumeerde hoeveelheid. Voor de controlegroep is de geconsumeerde hoeveelheid eiwit significant lager dan de boven- en ondergrens van de ADH, ook inclusief supplementen.

Vet. De inname van vet is voor de superfoods groep en de controlegroep significant hoger dan de ondergrens van de ADH van 20en%, ook bij supplementgebruik is dit verschil significant. Beide groepen hebben geen significant verschil met de bovengrens van de ADH voor vet van 30en%, ook niet indien er supplementen gebruikt worden.

Vitamine B1. De superfoods groep en de controlegroep hebben beiden geen significant verschil met de ADH voor vitamine B1 van 0,5 mg/1000 kcal. Indien het supplementgebruik van de groepen

meegenomen wordt, is de geconsumeerde hoeveelheid vitamine B1 van beide groepen significant hoger dan de ADH.

Vitamine B2. De geconsumeerde waarde van vitamine B2 is van beide groepen significant hoger dan de ADH van 0,6 mg/1000 kcal, dit is ook het geval indien er supplementen gebruikt worden.

Vitamine B6. Beide groepen hebben geen significant verschil met de ondergrens van de ADH van vitamine B6 van 1,6 mg. Indien er supplementen geconsumeerd worden, is de geconsumeerde waarde van beide groepen significant hoger dan de ondergrens van de ADH.

Beide groepen consumeren significant minder dan de bovengrens van de ADH van 2 mg van vitamine B6. Indien er supplementen worden gebruikt, is er in de superfoods groep geen significant verschil met de ADH. In de controlegroep is de geconsumeerde waarde inclusief supplementen significant hoger dan de ADH.

Vitamine B11. De superfoods groep heeft geen significant verschil met de ADH van 300 µg van vitamine B11. Indien deze groep supplementen gebruikt, wordt er significant meer vitamine B11 geconsumeerd dan de ADH . De controlegroep consumeert significant minder vitamine B11 dan de ADH. Indien deze groep supplementen gebruikt, is er geen significant verschil tussen de consumptie en de ADH.

(17)

16 Vitamine B12. Beide groepen consumeren significant meer vitamine B12 dan de ADH van 2,8 µg. Dit is ook het geval indien er supplementen gebruikt worden.

IJzer. De superfoods groep heeft geen significante verschillen tussen de geconsumeerde waarde en de ADH van 15 mg van ijzer, ook niet indien er supplementen gebruikt worden. De controlegroep heeft een waarde die significant lager is dan de ADH, dit is ook het geval indien er supplementen worden gebruikt.

Calcium. Beide groepen hebben geen significante verschillen tussen de geconsumeerde waarde van calcium en de ADH van 1000 mg, ook niet indien er supplementen worden gebruikt.

Magnesium. Beide groepen consumeren significant meer magnesium dan de ondergrens van de ADH van 300 mg. Dit is ook het geval indien er supplementen gebruikt worden.

De superfoods groep consumeert significant meer magnesium dan de bovenwaarde van de ADH van 350 mg. Dit is ook het geval indien er supplementen gebruikt worden.

De controlegroep heeft geen significante verschillen met de geconsumeerde waarde en de bovengrens van de ADH, ook niet indien er supplementen gebruikt worden.

Zink. Beide groepen consumeren significant meer zink dan de ADH van 9 mg. Dit is ook het geval indien er supplementen gebruikt worden.

(18)

17 Tabel 6. Vergelijking superfoods groep en controlegroep met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Nutriënt ADH Superfoods excl.

supplementen Superfoods incl. supplementen Controle excl. supplementen Controle incl. supplementen N=8 N=8 N=21 N=21 Koolhydraten 5 g/kg 3,5 (1)* 3,5 (1)* 3,6 (1,5)* 3,9 (2,7)* Koolhydraten 5 g/kg 3,5 (1)* 3,5 (1)* 3,6 (1,5)* 3,9 (2,7)* Eiwit 1,5 g/kg 1,5 (0,7) 1,5 (0,7) 1,4 (0,5)* 1,4 (0,5)* Eiwit 1,8 g/kg 1,5 (0,7)* 1,5 (0,7)* 1,4 (0,5)* 1,4 (0,5)* Vet 20 en% 30,6 (8,8)* 33,4 (9,1)* 31,2 (9,4)* 32 (9,5)* Vet 30 en% 30,6 (8,8) 33,4 (9,1) 31,2 (9,4) 32 (9,5) Vitamine B1 0,5 mg/ 1000 kcal 1,1 (0,3) 1,9 (2)* 1 (0,6) 1,8 (1,8)* Vitamine B2 0,6 mg/1000 kcal 1,7 (0,7)* 2,7 (2,3)* 1,8 (0,8)* 2,8 (2,1)* Vitamine B6 1,6 mg 1,8 (0,5) 2,7 (2,3)* 1,7 (0,9) 2,6 (2,1)* Vitamine B6 2 mg 1,8 (0,5)* 2,7 (2,3) 1,7 (0,9)* 2,6 (2,1)* Vitamine B11 300 µg 286,9 (96) 425 (271,1)* 245,3 (92)* 349,4 (232,9) Vitamine B12 2,8 µg 4,7 (2,3)* 6,7 (4,5)* 5,5 (4)* 7,7 (6,9)* IJzer 15 mg 13,4 (4,1) 15,1 (5,5) 10,6 (4,3)* 12 (5,4)* Calcium 1000 mg 1077 (413,5) 1091 (399,1) 1082,2 (526,8) 1094,3 (548,4) Magnesium 300 mg 410,1 (120,6)* 412,6 (118,7)* 346,1 (124,2)* 350,2 (129,3)* Magnesium 350 mg 410,1 (120,6)* 412,6 (118,7)* 346,1 (124,2) 350,2 (129,3) Zink 9 mg 12,7 (5,8)* 15 (7,1)* 10,5 (4)* 12,3 (5,7)* *P-waarde<0,05

Tabel 7. Verschil superfoods groep en controlegroep

Kcal Kh g/kg Eiwit g/kg Vet en% B1+ mg B2+ mg B6+ mg B11+ µg B12+ µg Fe mg Ca mg Mg mg Zn mg Superfoods 1901,3 (449,2) 3,5 (1) 1,5 (0,7) 33,4 (9,1) 1,9 (2) 2,7 (2,3) 2,7 (2,3) 425 (271,1) 6,7 (4,5) 15,1 (5,5)* 1091 (399,1) 412,6 (118,7)* 15 (7,1) Controle 2011,5 (658,4) 3,9 (2,7) 1,4 (0,5) 32 (9,5) 1,8 (1,8) 2,8 (2,1) 2,6 (2,1) 349,4 (232,9) 7,7 (6,9) 12 (5,4)* 1094,3 (548,4) 350,2 (129,3)* 12,3 (5,7) *P-waarde<0,05, + Vitamine

(19)

18

3.6 Verschil inname micro- en macronutriënten tussen de superfoods groep en controlegroep

In tabel 7 is het verschil tussen de totale inname per nutriënt per groep te zien. Deze gemiddelde waarden zijn inclusief supplementen. In de tabel is te zien dat de verschillen tussen de groepen over het algemeen niet significant van aard zijn, met uitzondering van ijzer en magnesium. De gemiddelde inname van ijzer bij de superfoods groep is 15,1 mg per dag, waarbij de controlegroep een inname heeft van 12 mg per dag. De superfoods groep consumeert significant meer ijzer dan de controlegroep. De gemiddelde inname van magnesium bij de superfoods groep is 412,6 mg per dag. De controlegroep consumeert gemiddeld 350,2 mg per dag. Ook hier consumeert de superfoods groep significant meer magnesium dan de controlegroep.

Er is in het geval van vitamine B11 gekozen om te focussen op folaatequivalenten in plaats van folaat, omdat de biobeschikbaarheid van folaat in de supplementen hoger is dan folaat uit voeding. (20) Bij de folaatequivalenten wordt dit verschil meegenomen, op deze manier wordt een waarde gebruikt die dichter bij de daadwerkelijke waarde in het lichaam ligt.

3.7 Procentuele aandeel van superfoods op de inname van micro- en macronutriënten

In grafiek 1 is het procentuele aandeel van de voeding en van superfoods te zien op de totale inname van micro- en macronutriënten van de superfoods groep. Dit is inclusief supplementen.

De gemiddelde bijdrage van superfoods op de dagelijkse inname van micro- en macronutriënten is 162 kcal, 5 g eiwit, 18,9 g koolhydraten, 7,8 g vet, 0,1 mg vitamine B1, 0,1 mg vitamine B2, 0,0 mg vitamine B6, 7,5 µg vitamine B11(folaat), 0,0 µg vitamine B12, 0,4 mg calcium, 1,6 mg ijzer, 49,9 mg magnesium en 1,1 mg zink. Deze waarden zijn op 1 decimaal afgerond.

Van de macronutriënten leveren superfoods bij vet het grootste aandeel, namelijk van 10,8%. Superfoods leveren bij de totale eiwit inname het kleinste aandeel, namelijk 5,2%. De basisvoeding levert 91,9% van de totaal ingenomen koolhydraten.

Van de micronutriënten leveren superfoods bij magnesium het grootste aandeel, namelijk 12,1% van de totale inname. De superfoods leveren de kleinste bijdrage, namelijk 0%, bij de totale inname van vitamine B12 en calcium. De basisvoeding levert 95,6% van vitamine B1, 95,3% van vitamine B2, 98,9% van vitamine B6 en 96,3% van vitamine B11. De bijdrage van superfoods op de totale ijzerinname is 10,4% en van zink is dit 7,2%. De totale inname van micro- en macronutriënten is inclusief

supplementen berekend.

Grafiek 1. Procentuele aandeel van superfoods op de inname micro- en macronutriënten van de superfoods groep

91,5 94,8 91,9 89,2 95,6 95,3 98,9 96,3 100 100 89,6 87,9 92,8

8,5 5,2 8,1 10,8 4,4 4,7 1,1 3,7 0 0 10,4 12,1 7,2

Procentuele aandeel van superfoods op de inname van micro- en macronutriënten van de superfood groep

Superfoods Voeding

(20)

19 Tabel 7. Probability of Inadequacy (POI) van het team

Exclusief supplementen Inclusief Supplementen

Nutriënt Norm Mean Corrected

SD

Median 0,25 0,75 POI % Mean Corrected

SD Median 0,25 0,75 POI% Energie(kcal) 2038,3 (186,9) 147,5 2055,8 1879,2 2207,4 1901,3 (195,7) 713,1 1902,1 1741,8 2096,2 Kh(g/kg) 5 3,5 (0,7) 0,6 3,5 3,0 4,1 99,1 3,5 (0,7) 0,5 3,5 3,0 4,1 99,8 Kh(g/kg) 10 3,5 (0,7) 0,6 3,5 3,0 4,1 100,0 3,5 (0,7) 0,5 3,5 3,0 4,1 100,0 Eiwit(g/kg) 1,5 1,5 (0,5) 0,1 1,4 1,1 1,6 58,0 1,5 (0,5) 0,2 1,4 1,1 1,6 6,0 Eiwit(g/kg) 1,8 1,5 (0,5) 0,1 1,4 1,1 1,6 99,8 1,5 (0,5) 0,2 1,4 1,1 1,6 95,9 Vet(en%) 20 30,6 (7,0) 4,3 31,7 24,6 35,1 0,6 33,4 (7,0) 6,1 34,8 27,3 38,5 1,4 Vet(en%) 30 30,6 (7,0) 4,3 31,7 24,6 35,1 44,1 33,4 (7,0) 6,1 34,8 27,3 38,5 28,9 Vit. B1(mg) 1 1,1 (0,1) 0,1 1,1 1,0 1,2 14,1 1,9 (1,2) 1,1 1,2 1,1 2,7 15,7 Vit. B2(mg) 1,1 1,7 (0,6) 0,4 1,8 1,2 2,2 3,8 2,7 (1,4) 0,9 2,3 1,4 4,1 4,7 Vit. B6(mg) 1,6 1,8 (0,3) 0,3 1,9 1,5 2,0 26,2 2,7 (1,2) 2,1 2,1 1,8 4,1 22,0 Vit. B11(µg) 300 286,4 (76,8) 36,3 272,9 216,7 355,9 64,6 286,4 (76,8) 58,5 272,9 216,7 355,9 7,0 Vit. B12(µg) 2,8 4,7 (1,8) 1,2 4,8 3,5 6,2 5,6 6,7 (3,5) 0,4 6,9 3,6 9,7 0,0 Calcium(mg) 1000 1077,0 (292,9) 209,8 1094,8 803,8 1964,4 35,7 1091,0 (278,1) 112,8 1094,8 887,6 1343,5 21,0 IJzer(mg) 15 13,4 (2,4) 1,2 13,3 10,9 15,5 91,4 15,0 (4,4) 5,5 13,3 12,0 20,1 10,2 Magnesium(mg) 300 410,1 (76,5) 50,2 416,3 365,6 473,4 1,4 412,6 (71,5) 299,9 416,3 365,6 473,4 35,4 Zink(mg) 9 12,7 (3,9) 1,0 11,3 10,0 16,1 0,0 15,0 (6,2) 3,8 12,4 10,2 20,4 1,7

(21)

20

3.8 Probability of inadequacy.

In tabel 7 is de POI van het hele team (dus het elite en development team samen) te zien. Gemiddeld krijgt het team 2038 kcal binnen met hun basisvoeding. De mediaan is 2056 kcal per dag. Er is voor kcal geen POI% beschikbaar, omdat voor kcal geen vaste norm is opgesteld.

De inname van koolhydraten is gemiddeld 3,5 g/kg per dag. Van de populatie consumeert 99,1% onder de ADH van 5,0 g/kg per dag. Van de populatie consumeert 100% onder de ADH van 10,0 g/kg per dag. Het team consumeert dus gemiddeld onder de aanbeveling van 5-10 g/kg koolhydraten per dag. Van de populatie consumeert 58,0% onder de ADH van eiwit, wat minimaal 1,5 g/kg is. Indien gekeken wordt naar een hogere behoefte voor atleten, van 1,8 g/kg eiwit per dag, dan consumeert 99,8% van de populatie onder deze waarde. Gemiddeld consumeert het team 1,5 g/kg eiwit per dag, wat aan de ondergrens van de dagelijkse behoefte voor deze doelgroep ligt. De mediaan is 1,4 g/kg eiwit per dag. Het team consumeert dagelijks gemiddeld 30,6 en% vet. Wanneer gekeken wordt naar de ondergrens van de norm van 20en% per dag, dan consumeert 0,6% van de populatie onder deze norm. Wanneer gekeken wordt naar de bovengrens van de norm van 30en% per dag voor een atleet, dan haalt 44,1% van de populatie deze waarde niet. De gemiddelde consumptie vet zit net boven de bovengrens van de aanbeveling voor vet.

Indien gekeken wordt naar de micronutriënten is te zien dat, volgens de POI, de populatie met uitzondering van zink onder de aanbeveling scoort.

Van de populatie consumeert 14,1% onder de ADH van gemiddeld 1,0 mg per dag voor vitamine B1. Voor vitamine B2 consumeert 3,8% van de populatie onder de gemiddelde ADH van 1,1mg per dag. De gemiddelde inname van vitamine B6 is 1,8 mg per dag, de mediaan is 1,9 mg per dag, dit geeft een POI van 26,2%. De ADH voor vitamine B11 is 300 mg per dag voor een vrouwelijke atleet, het team

consumeert gemiddeld 286,4 mg per dag. De mediaan is 272,9 mg. Dit resulteert in een POI van 64,6%. Van de populatie consumeert 5,6% onder de ADH van vitamine B12 van 2,8 mg per dag met een gemiddelde inname is 4,7 mg per dag. De mediaan is 4,8 mg.

De gemiddelde inname van calcium is 1077 mg per dag, met een mediaan van 1094,8 mg per dag. 35,7% van de populatie consumeert onder de ADH. De aanbeveling van ijzer is 15,0 mg per dag, de

gemiddelde inname van ijzer door het team is 13,4 mg per dag. De mediaan is 13,3 mg per dag. Dit resulteert in een POI van 91,4%. De aanbeveling voor magnesium is 300 mg per dag. Het team

consumeert gemiddeld 410,1 mg per dag. De mediaan is 416,3 mg. Dit geeft een POI van 1,4%. Het team consumeert gemiddeld boven de aanbeveling van 9,0 mg zink per dag, namelijk 12,7 mg. De mediaan is 11,3 mg. 0,0% van de populatie consumeert onder de aanbeveling van zink.

Een compleet beeld van de inname van het team volgt na het includeren van de supplementen. Inclusief supplementen consumeert het team gemiddeld 1901 kcal per dag. Dit gemiddelde is lager dan het gemiddelde zonder supplementen, omdat de waarden van de groep inclusief supplementen groter verspreid zijn dan die zonder supplementen. Dit is ook te zien aan de corrected SD die bij de groep inclusief supplementen groter, namelijk 713,1, is dan de groep exclusief supplementen, namelijk 147,5. De gehele populatie behaalt inclusief supplementen, met een POI van 0,0%, de aanbeveling voor vitamine B12 van 2,8 µg. Inclusief supplementen wordt de ADH voor ijzer behaald, met een gemiddelde van 15,0 mg per dag. Inclusief supplementen wordt een hoger gemiddelde van micro- en

macronutriënten behaald. Dit is te verklaren door koolhydraatpreparaten, multivitaminen en

eiwitshakes die gebruikt zijn tijdens recall dagen. De mediaan en het POI percentage is echter niet in alle gevallen hoger dan die van de groep exclusief supplementen. Dit is te verklaren doordat er uitschieters zijn van rugbyspelers die extreme hoeveelheden van enkele micro- en macronutriënten geconsumeerd hebben op een dag, bijvoorbeeld door grote hoeveelheden sportdrank te consumeren. Deze dames zorgen ervoor dat de rest van de populatie de norm minder snel zal halen.

(22)

21

4. Discussie

In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op het verloop van het onderzoek, met daarbij de punten die deze scriptie sterk maken en verbeterpunten. De resultaten van dit onderzoek geven inzicht in de inname van micro- en macronutriënten van een specifieke groep sporters. Bij de voedingsinname zijn de gebruikte superfoods geïncludeerd.

Inclusief en exclusief supplementen behaalt de superfoods groep de ADH met uitzondering van koolhydraten. De controlegroep behaalt exclusief supplementen de ADH met uitzondering van

koolhydraten, eiwit, folaat en ijzer. Ook inclusief supplementen behaalt de controlegroep de ADH voor eiwit en ijzer niet, maar wel de ADH voor folaat. Echter kan dit verschil ook toe te schrijven zijn aan bijvoorbeeld verschillen in inname van basisvoeding en/of gebruik van supplementen. Gemiddeld leveren de superfoods namelijk een bijdrage van ongeveer 6% van de totale inname van micro- en macronutriënten. Het kan dus niet met zekerheid gezegd worden dat een hogere nutriëntenwaarde van de voeding door het gebruik van superfoods komt. De samenstelling van superfoods zijn in sommige gevallen niet wetenschappelijk onderzocht. Dit zorgt voor een onvolledig beeld van de exacte waarden van nutriënten in superfoods. Om een beter beeld te krijgen van de exacte bijdrage die superfoods leveren binnen de voeding, is meer onderzoek naar de nutriënten samenstelling van superfoods nodig.

Op basis van behaalde resultaten is onze verwachting dat het gebruik van superfoods geen verschil maakt in het behalen van de ADH voedingsstoffen van het nationale Ladies Sevens rugbyteam, niet waar.

De gemiddelde inname van koolhydraten onder sporters uit een onderzoek uit 2004 ligt op 4,5 g/kg. De gemiddelde inname van koolhydraten binnen de superfoods groep is 3,5 g/kg en de gemiddelde inname binnen de controlegroep is 3,9 g/kg. Dit is redelijk overeenkomstig met elkaar en ligt onder de norm van 5 g/kg per dag voor atleten. (48)

In een studie naar de voedingsinname van 17 professionele volleybalspeelsters van het AZS Bialystok team in Polen is geconcludeerd dat de dames geen volwaardige voeding consumeren. Het AZS Bialystok volleybal team consumeert gemiddeld 1910 kcal en het nationale Ladies Sevens rugbyteam consumeert gemiddeld 1956 kcal. De koolhydraatinname is onder de speelsters van AZS Bialystok te laag, net als voor het nationale Ladies Sevens rugbyteam. Echter behaalt het AZS Bialystok team de norm voor ijzer, calcium en andere vitaminen en mineralen niet. De superfoods groep van het nationale Ladies Sevens rugbyteam behaalt de norm voor ijzer en calcium wel, in contrast met de controlegroep van het

rugbyteam en het AZS Bialystok volleybal team. Een dieet inclusief superfoods zou kunnen bijdragen aan het behalen van een meer volwaardige voeding aan de hand van de ADH voor het AZS Bialystok

volleybal team. (49)

Volgens een studie van het Voedingscentrum in 2014 naar de consumptie van superfoods in Nederland, consumeren Nederlanders gemiddeld het meest de bessensoorten, zoals gojibessen, incabessen en moerbeien (11%). Daarna consumeren zij het meest de zaden, zoals chiazaad, hennepzaad en lijnzaad (8%). Dit komt ongeveer overeen met de gemiddelde consumptie van superfoods binnen het nationale Ladies Sevens rugbyteam. Zij consumeren het meest de kokosrasp, goji bessen, moerbeien, lijnzaad en chiazaad. (50)

Voor het schrijven van de literaire achtergrond van superfoods (2,3) is geen wetenschappelijke literatuur gevonden met een IF van >1,5. Voor de micro- en macronutriënten in de superfoods is gebruik gemaakt van verschillende nationale- en internationale databanken zoals de Nederlandse NEVO-online en de

(23)

22

Amerikaanse USDA. (3, 34, 35, 39, 40, 41, 44) Voor de micro- en macronutriënten van de superfoods die in deze databanken niet aanwezig waren, is gebruik gemaakt van consumentenwebsites die geen bronnen vrij gaven. (33, 36, 37, 38, 42, 43). Ook zijn niet alle nutriëntenwaarden van de superfoods compleet, wat van invloed kan zijn op de uitkomst van het onderzoek.

De micro- en macronutriënten inname is gemeten met behulp van de uurs recall methode. De 24-uurs recall methode is betrouwbaar om de voedingsinname van een grote groep te meten. (7) Bij 27 van de 29 sporters is het gelukt om drie 24-uurs recalls af te nemen. Dit zorgt ervoor dat er een lagere dag- tot- dag variatie is dan bij een enkele 24-uurs recall. (7, 51) Ook zijn de sporters na het invullen van de dagvoeding gebeld om eventuele onduidelijkheden te bespreken. Echter kan er sprake zijn van onderrapportage, omdat Compl-eat ingevuld wordt vanuit het geheugen. Dit kan ervoor zorgen dat dingen die geconsumeerd zijn, vergeten worden.

De insteek was om 36 rugbyspelers te includeren. Sporters die tijdens de gehele meetperiode geblesseerd waren, zijn niet meegenomen in het onderzoek. Van enkele sporters is een non-respons ontvangen. Uiteindelijk bestond de onderzoekspopulatie uit 29 vrouwelijke rugbyspelers (meer dan 80% van de doelgroep) waarvan 8 rugbyspelers in de superfoods groep en 21 rugbyspelers in de andere groep. De groepen hebben geen gelijke grootte en dit kan leiden tot een vertekend beeld. Ook is de onderzoeksgroep niet generaliseerbaar voor de totale Sevens Rugby populatie, omdat dit onderzoek enkel vrouwelijke rugbyspelers omvatte.

Aan de hand van een vragenlijst voorafgaande aan het onderzoek was het team ingedeeld in de superfoods groep en controlegroep. De indeling was gemaakt op basis van het criterium dat er op minimaal 5 dagen in de week 1 of meer superfoods gebruikt wordt. In de loop van het onderzoek kwam het naar voren dat deze indeling geen beeld zou kunnen geven over de voeding met superfoods. Er waren uiteindelijk 8 rugbyspelers die superfoods hebben ingevoerd in Compl-eat, terwijl er verwacht werd dat dit 18 rugbyspelers zouden zijn. Als er doorgegaan was met dit criterium, waren de superfoods weggevallen in de groep. Vanwege dit feit is in overleg met de docentbegeleider en praktijkbegeleider het criterium in de loop van het onderzoek aangepast.

Met betrekking tot verschillen in inname van micro- en macronutriënten tussen de groepen moet meegenomen worden dat de superfoods groep mogelijk een andere relatie met voeding heeft dan de controlegroep. Wellicht is de superfoods groep bewuster bezig met voeding. Dit zou van invloed kunnen zijn op de verschillen tussen de twee groepen.

Voorafgaande aan het onderzoek was met de arts van het team afgesproken dat er tijdens de meetperiode een bloedonderzoek afgenomen zou worden bij de rugbyspelers. Echter is dit niet tijdig gelukt, en daarom niet meegenomen in het onderzoek.

Ten slotte wordt in meerdere bronnen vitamine B3 genoemd als belangrijke vitamine voor sporters. Er is besloten om deze vitamine niet mee te nemen in het onderzoek, omdat Compl-eat geen

(24)

23

5. Conclusie

Superfoods zouden wel eens meer dan een hype kunnen zijn. De superfoods leveren wel degelijk micro- en macronutriënten waar een atleet een verhoogde behoefte aan heeft. De superfoods groep

consumeert gemiddeld meer micro- en macronutriënten (met uitzondering van koolhydraten) in vergelijking met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid dan de controlegroep. De inname van micro- en macronutriënten tussen de superfoods groep en de controlegroep verschilt echter niet significant van elkaar, behalve bij ijzer en magnesium. Een voeding inclusief superfoods zou volwaardiger kunnen zijn dan een voeding zonder superfoods. Hoewel er niet met zekerheid is te zeggen dat het verschil in inname door superfoods komt, kan het verschil niet over het hoofd worden gezien.

Het procentuele aandeel dat superfoods leveren is echter niet groot genoeg om superfoods aan te bevelen voor atleten. Superfoods kunnen worden gezien als een smaakvolle variatie op de basisvoeding, maar kunnen niet als een substantiële aanvulling op het bereiken van de aanbevolen dagelijkse

hoeveelheid voor een atleet.

5.1 Aanbevelingen

De sportdiëtisten binnen het elite en het development hebben door middel van dit onderzoek een beter beeld gekregen van de bijdrage die superfoods leveren binnen de inname van micro- en

macronutriënten van het nationale Ladies Sevens rugbyteam. Ook is er inzicht verschaft in de dagelijkse inname van micro- en macronutriënten, inclusief- en exclusief supplementen van het team. Met behulp van de gegevens die dit onderzoek biedt kunnen de sportdiëtisten de voeding van het team

optimaliseren aan de hand van de opgestelde behoefte voor atleten.

Het team kan met behulp van de data van dit onderzoek hun sportprestaties verbeteren door de voedingsinname aan te passen aan de norm voor atleten. Een optimale voedingstoestand zou kunnen leiden tot verbeterde sportprestaties en het verhogen van de algemene weerstand.

Het onderzoek geeft informatie met betrekking tot een voedingsinname met- en zonder superfoods. De data geeft een uitgebreid overzicht van verschillen binnen de superfoods groep en de controlegroep. De samenstelling van 12 verschillende superfoods zijn geanalyseerd en het onderzoek geeft een algemeen beeld van de bijdrage van superfoods binnen de basisvoeding. Dit geeft de (sport)diëtist een beter beeld van de bijdrage van superfoods. De (sport)diëtist kan op deze manier een mening vormen over het wel of niet aanbevelen van superfoods voor een cliënt.

(25)

24

Verklarende woordenlijst

Begrip Uitleg

24-uurs recall Het navragen van de voeding van de voorgaande dag van een persoon.

ADH Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

AIS Australian Institute of Sport

Compl-eat Online voedsel berekening programma van Wageningen University. Binnen dit

programma wordt met behulp van NEVO-2010 (8) van het Rijksinstituut van

Volksgezondheid en Milieu de voeding berekend aan de hand van een 24-uurs recall.

CTO Centrum voor Topsport en Onderwijs

DSSS Dutch Sport and Supplement Study

En% Energieprocent

Excel Microsoft Office Excel 2007

Het team Het nationale Ladies Sevens rugbyteam

Kcal Kilocalorieën

Kh Koolhydraten

NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie.

POI Probability of Inadequacy

SPSS IBM SPSS Statistics 20

USDA National Nutrient Database for Standard Reference van het Agricultural Research

Service van het United States Department of Agriculture

Vitaliteitsportaal Online programma waar vragenlijsten in kunnen worden ontwikkeld en afgenomen.

Binnen dit programma worden de trainingen op de dag van de 24-uurs recall nagevraagd en wordt het gebruik van sportvoeding en supplementen in kaart gebracht.

Qualtrics Online programma waar vragenlijsten in kunnen worden ontwikkeld en afgenomen.

Dit is een vragenlijst over het gebruik voedingssupplementen in het algemeen en de kennis over de werking hiervan.

(26)

25

Literatuurlijst

1. Sloan A. Top Ten Food Trends. Food Technology. 2011;65(4):29-30 2. Voedingscentrum. Encyclopedie. Superfoods. Ontleend aan:

http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/superfoods.aspx

3. United States Department of Agriculture. National Nutrient Database for Standard Reference. Augustus 2014. Ontleend aan: http://ndb.nal.usda.gov/ndb

4. F. Wardenaar, T. Maas, S. Pannekoek, S. Danen , E. van Leijen, J. van Dijk. Dieetbehandelingsrichtlijnen; Richtlijn 36: wedstrijdsport. 15-04-2014

http://www.dieetbehandelingsrichtlijnen.nl/richtlijnen/36ZK_bijlage_1_checklist_dieetbehandelings richtlijn.html

5. Loon van L, Erp-Baart van A, Saris W. Informatorium voor voeding en diëtetiek. Voeding bij intensieve sportbeoefening. Bohn Stafleu van Loghum. 2013. P547-67

6. Illian, Travis G; Casey, Jason C; Bishop, Phillip A. Omega 3 Chia Seed Loading as a Means of Carbohydrate Loading. The Journal of Strength and Conditioning research. 2011;25(1):61-5

7. Sempos CT, Johnson NE, Smith EL, Gilligan C. Effects of intraindividual and interindividual variation in repeated dietary records. American Journal of Epidemiology. 1985;12(1):120-30

8. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. NEVO-online. 2013. Ontleend aan: http://nevo-online.rivm.nl/ProductenZoeken.aspx

9. Hazard Munro B. Statistical Methods for Health Care Research. Fifth Edition. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins; 2005. p. 47

10. Brinkman J. Cijfers spreken. Overtuigen met onderzoek en statistiek. Vijfde druk. Groningen. Noordhoff Uitgevers. 2011. 320-3

11. Dziedzic C, Higham D. Performance Nutrition Guidelines for International Rugby Sevens

Tournaments. International Journal of Sport Nutrition and Exercise Metabolism 2014;24:305-14 12. Higham D, Pyne D, Ansond J, Eddy A. Movement patterns in rugby Sevens: Effects of tournament

level, fatigue and substitute players. Journal of Science and Medicine in Sport 2012;15:277–82 13. Winckel van J. Voetbalconditie. Een praktische en wetenschappelijke benadering. Acco uitgeverij.

2006. P 292-3

14. Bean A, Wellington P. Sportvoeding voor vrouwen. 1e druk. Deltas. 2004. P82-84

15. Dunford M. Sports nutrition. A practice manual for professionals. 4e editie. United states of America: American Dietetic Association; 2006. P16 - 63

16. Voedingscentrum. Encyclopedie. Eiwitten. Ontleend aan: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx

17. Burke L, Deadkin V. Clinical sports nutrition. 4e druk. Australia: McGraw Hill. 2010. P67 18. Voedingscentrum. Encyclopedie. Vetten. Ontleend aan:

http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vetten.aspx 19. Voedingscentrum. Encyclopedie. IJzer Ontleend aan:

http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/ijzer.asp

20. Gezondheidsraad. Voedingsnormen: vitamine B6, foliumzuur en vitamine B12. Den Haag: Gezondheidsraad, 2003. P30, 86, 119.

21. Thomas B, Bishop J. Manual of dietetic practice. Fourth edition. Oxford: Blackwell Publishing; 2007. P193-196

22. Gezondheidsraad. Voedingsnormen: calcium, vitamine D, thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur en biotine. Den Haag: Gezondheidsraad, 2000. P109, 127, 141.

http://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/00@12Nr2.pdf

23. Rolfes S., Pinna K., Whitney E. Understanding normal and clinical nutrition. 8th edition. Canada: Wadsworth; 2009. P100-127, 329-345

(27)

26

24. Jong de F. Ons Voedsel: over wat erin zit, hoe het wordt gemaakt & wat het met ons doet. Tweede druk. ‘s Graveland: Fontaine Uitgevers; 2009. P 56-65.

25. Berg van den H., Nijhof A., Severs A. Informatorium voor voeding en diëtetiek. Vitamines. Bohn Stafleu van Loghum. 2002. P364

26. Claassen E, Pronker E. Informatorium voor voeding en diëtetiek. Voeding en immunologie. Bohn Stafleu van Loghum. 2009. P1219

27. F. Baarveld, Backx F, Voorn T. Sportgeneeskunde, 2009. Bohn Stafleu van Loghum. P381-5 28. The Nutrition Working Group of the International Olympic Committee. Nutrition for Athletes. A

practical guide to eating for health and performance. Athletes medical information. April 2012. P14-30

29. Clarkson PM, Haymes EM. Exercise and mineral status of athletes: calcium, magnesium, phosphorus, and iron. Europe Pubmed Central. 1995. P 831-843

30. Voedingscentrum. Encyclopedie. Calcium. Ontleend aan: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/calcium.aspx 31. Voedingscentrum. Encyclopedie. Magnesium. Ontleend aan:

http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/magnesium.aspx 32. Voedingscentrum. Encyclopedie. Zink. Ontleend aan:

http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/zink.aspx

33. Oostrom van R.F., Kuipers van H. Hoe groot is de kans dat duursporters een ijzergebreksanemie krijgen? Vademecum, Nascholing voor Huisartsen. 2001. P510-512. Ontleend aan:

http://link.springer.com/chapter/10.1007/978-90-313-8808-0_265

34. Maughan JR, Burke ML. Sportvoeding. Eerste druk. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2004. P 72-3, 75-81, 201-18.

35. Sunfood. Cacao Nibs 2,5lb Nutrition Facts.

http://www.sunfood.com/catalog/product/gallery/id/240/image/2762/

36. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. NEVO-online. Selecteer voedingsmiddel. Cacaopoeder. 2013. Ontleend aan: http://nevo-online.rivm.nl/ProductDetails.aspx

37. United States Department of Agriculture. National Nutrient Database for Standard Reference. Full Report (All Nutrients): 12006, Seeds, chia seeds, dried. Augustus 2014. Ontleend aan:

http://ndb.nal.usda.gov/ndb

38. Sunfood. Goji Berries. 2,5 lb Nutrition Facts. Organic http://www.sunfood.com/food/goji-berries/goji-berries-8oz-organic-raw.html

39. Callaway J.C. Hempseed as a nutritional resource: An overview. Euphytica 2004, 140:65-72 40. Australian Government. National Measurement Institute. Report of analysis. Dried Incaberry

samples. Melbourne. 09-07-2009

41. United States Department of Agriculture. National Nutrient Database for Standard Reference. Full Report (All Nutrients): 04047, Oil, coconut. Augustus 2014. Ontleend aan:

http://ndb.nal.usda.gov/ndb

42. United States Department of Agriculture. National Nutrient Database for Standard Reference. Full Report (All Nutrients): 12108,Nuts, coconut meat, dried (desiccated), not sweetened. Augustus 2014. Ontleend aan: http://ndb.nal.usda.gov/ndb

43. Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu. NEVO-online. Selecteer voedingsmiddel. Lijnzaad. 2013. Ontleend aan: http://nevo-online.rivm.nl/ProductDetails.aspx

44. Nutritiondata. Maca Powder. 2014. Ontleend aan:

http://nutritiondata.self.com/facts/custom/2193874/0?print=true

45. Goodnessdirect.co.uk. The Raw Chocolate Company Organic White Mulberries 200g. Ontleend aan: http://www.goodnessdirect.co.uk/cgilocal/frameset/detail/669697_The_Raw_Chocolate_Company _Organic_White_Mulberries_200g.html

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

Op de arbeidsmarkt is er nog altijd sprake van een scheiding tussen zogenaamde &#34;mannenberoepen&#34; en &#34;vrouwenberoepen&#34;, en zelfs tussen &#34;mannensectoren&#34; en

studie veel sterker maakt dan beide boeken van Boersma is dat de auteurs de maatschappelijke ontwikkelingen verbinden met de evolutie van de gemeentelijke financiële behoeften en

centraal in Parijs te verwerken wordt om twee redenen door de Centres tegengewerkt. In het algemeen hebben de Centres een heilige angst voor het uit handen geven van de gegevens;

In de eerste plaats moet het vaccin ervoor zorgen dat de dieren niet meer ziek worden, legt Bianchi uit, maar ook moet duidelijk worden of het virus zich via de ge

Wanneer David Hockney van Californië terugkeert naar Yorkshire schildert hij zijn geboortestreek met harde contrasten en scherpe schaduwen.. Hij plant zijn ezel in het veld en zet

Na wiekundige verwerking van de opbrengetgegevene bleek, dat bij tiet gewicht per plant de vakken waarbij Go toegediend waa een betrouwbaar lagere opbrengst gaven» Bit gold

In twee proeven met elk 12 vleesstieren te Hoorn en in één proef met 24 vleesstieren te Maarheeze werd tijdens de jaren 1971, 1972 en 1973 nagegaan, of een biureet- bron en