• No results found

Democatie in Botswana? Het 'wonder' van Afrika nader bestudeerd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Democatie in Botswana? Het 'wonder' van Afrika nader bestudeerd"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Selma van Gemert 15-08-2012 S0810894

Bachelor project – Vergelijkende Politiek O.B.R.C van Cranenburgh

Democratie in Botswana?

Het ´wonder´ van Afrika nader bestudeerd

(2)

Inhoudsopgave

§ 1 Inleiding: ‘The African Miracle’ 3, 4

§2 Theoretisch Kader 4–10

§2.1. Ongunstige voorwaarden democratie in Afrika 4,5

§2.2. Definitie van democratie 5-8

§2.3.Voorwaarden voor democratie 8-10

§3 Methoden 10, 11

Tabel 1 Periodisering Botswana 11

§4 Analyse: Democratie in Botswana? 12-18

§4.1. Scores political rights en civil liberties 12-14 Tabel 2 Civil liberties en political rights in Botswana 12

Tabel 3 Mutaties 13

§4.2. Verkiezingen 15,16

§4.3 Gecensureerde media? 17-19

§4.4. Gevaar voor democratie 19-21

§4.5. Verklaringen succes 21-24

§4.5.1. Economie 21,22

§4.5.2. Leiderschap? 23,24

§5 Conclusie 25,26

Appendix 27

Tabel 4 Civil liberties en political rights Botswana veranderingen 27

(3)

§1 Inleiding: The African Miracle

Botswana wordt gezien als de ‘miracle’ van Afrika. Het land wordt geprezen om haar stabiele democratie en economische welvaart. Binnen het Afrikaanse perspectief wordt Botswana gezien als een koploper en als een grote uitzondering op het gebied van democratisch succes (du Toit, 1995: 71). Het land is andere buurlanden ver vooruit. Volgens de auteur Diamond is er een nieuwe golf van democratisering in Afrika mogelijk wanneer andere landen het voorbeeld van Botswana volgen (1999: 270). Deze auteur stelt dat het land uitblinkt op het gebied van competente politieke leiding (1999: 270).

Botswana is een uitzonderlijke casus te noemen, omdat er in andere Afrikaanse landen veelal geen sprake is van democratie en politieke vrijheden. Dit is ook het geval in de buurlanden van Botswana. In vrijwel de hele regio is er een gebrek aan naleving van wetten en schending van bepaalde vrijheden en rechten van de bevolking. Daarnaast is er over het algemeen sprake van corruptie, armoede en inkomensongelijkheid in de

Sub-Sahara (Freedom House, 2007). In deze landen lijkt de kans op democratie niet erg waarschijnlijk. Botswana lijkt echter een uitzondering op de regel te zijn. De vraag die rijst is hoe democratisch het land nou echt te noemen is. Om dit te onderzoeken wordt Botswana getoetst aan de hand van bestaande theorieën over democratie In de scriptie richt ik me op het beantwoorden van de volgende vraag: Hoe kunnen we verklaren dat Botswana democratisch is gebleven ondanks ongunstige voorwaarden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt eerst nagegaan in hoeverre Botswana democratisch van aard

(4)

is. Er wordt gekeken of Botswana voldoet aan de criteria van een electorale democratie. Daarnaast zal onderzocht worden welke factoren van invloed zijn op het succes van Botswana of zelfs dit succes kunnen verklaren.

§2 Theoretisch kader

§2.1. Ongunstige voorwaarden democratie in Afrika

In veel Afrikaanse landen is een democratische regering niet erg waarschijnlijk. Er zijn in deze landen factoren aanwezig die de kansen op democratie ernstig verkleinen (Lipset, 159: 102). Allereerst is er veelal sprake van een arme bevolking. Door de heersende armoede heeft de massa weinig mogelijkheden en middelen om zich te ontwikkelen en politiek actief te kunnen zijn. Het lage onderwijsniveau in Afrikaanse landen speelt hierbij ook een rol. De rijke en hoogopgeleide elite krijgt de overhand en daardoor kan zich een autoritaire politieke cultuur ontwikkelen (Lipset, 1959: 101). Het is niet waarschijnlijk dat er een eerlijk open politiek systeem ontstaat waarin alle lagen van de bevolking vertegenwoordigd worden (Lipset, 1959: 102). Verkiezingen hebben dan een symbolische functie. Ze dienen ervoor het volk tevreden te houden en niet als middel om op een legitieme manier vertegenwoordigers aan te stellen (Lipset, 1959: 101).

Bovendien kenden de meeste Afrikaanse landen voor decennialang een autoritair koloniaal bestuur. Zulke regimes hebben hun sporen achtergelaten en er zullen niet van de een op de andere dag democratische instituties ontstaan (Lipset, 1959: 101). Dit maakt

(5)

Afrikaanse landen gevoeliger voor militaire interventies en autoritaire neigingen van leiders zoals Robert Mugabe (Pinkney, 2003: 25). Er is een grote kans dat het leger of andere bewapende groeperingen naar de macht grijpen (Lipset, 1959: 86).

§2.2. Definitie van democratie

Onder een minimale definitie van democratie wordt verstaan dat burgers hun politieke leiders kunnen kiezen in periodieke verkiezingen. De leiders worden door het volk gekozen om vervolgens te regeren (Doorenspleet en Kopecky, 2008: 699). Lipset definieert democratie als een politiek systeem, waarbij in de grondwet is vastgelegd dat het volk de mogelijkheid heeft om te stemmen en er zo nieuwe representanten gekozen worden (1959: 71). Democratie is een middel om burgers te betrekken bij het maken van besluiten. De burgers kunnen hun invloed uitoefenen door het uitbrengen van een stem (Lipset, 1959: 71). Ook de auteurs Daimond en Morlino stellen dat er in een democratie reguliere, vrije eerlijke verkiezingen dienen plaats te vinden (2004: 24). Daarnaast moet er meer dan één serieuze politieke partij aanwezig zijn. Tijdens de verkiezingen moet er sprake zijn van competitie tussen meerdere politieke partijen (Diamond en Morlino, 2004: 24). Tot slot dienen er in een democratie verschillende informatie kanalen

aanwezig te zijn (Diamond en Morlino, 2004: 21). Om het bestaan van een democratie te garanderen, dienen er een aantal belangrijke elementen aanwezig te zijn. Namelijk dat het land een rechtstaat is, dat er zowel horizontale als verticale verantwoording is en dat er sprake is van vrijheid en gelijkheid. Vrijheid kan onderverdeeld worden in verschillende

(6)

type rechten: politieke, burgerlijke en sociale rechten (Diamond en Morlino, 2004: 26). Onder politieke rechten worden de volgende rechten geschaard: stemrecht, het recht je verkiesbaar te stellen, en het recht om politieke partijen te organiseren en campagne te voeren voor politieke partijen. Onder burgerlijke rechten verstaat men persoonlijke vrijheid, veiligheid en privacy, vrijheid van meningsuiting, gedachtes, vrijheid van godsdienst, vrijheid om zich te verenigen, samen te komen en zich te organiseren, de vrijheid om te gaan en staan waar je zelf wilt en waar je wilt wonen en het recht op juridische verdediging en een eerlijk proces (Diamond en Morlino, 2004: 26).

Volgens Lipset zijn twee belangrijke voorwaarden van een stabiel democratisch systeem legitimiteit en economische ontwikkeling (1959: 71). De auteurs Diamond en Morlino zijn vooral geïnteresseerd in democratische kwaliteit. Een goede democratie levert aan de burgers: vrijheid, politieke gelijkheid en controle over publiek beleid en politici door legitieme en stabiele instituties (Diamond en Morlino, 2004: 22). In een dergelijk regime genieten burgers, verenigingen en leden van een gemeenschap vrijheid en politieke gelijkheid en er wordt een systeem gecreëerd waarin alle burgers input kunnen leveren op de prestaties van de overheid, door middel van verkiezingen (David en Morlino, 2004: 22). Een goede democratie geeft evenveel kans aan alle burgers. Zij moeten van hun rechten gebruik kunnen maken om de besluitvormingsprocessen te beïnvloeden door middel van: stemmen, zich te organiseren, protesteren, verenigen en lobbyen voor hun belangen (Diamond en Morlino, 2004: 23).

(7)

Voor beide geldt dat verkiezingsuitslagen van te voren onzeker dienen te zijn, zodat er eerlijke competitie kan plaatsvinden (Diamond, 1999: 12). Een electorale democratie bestaat uit een regime waarin de regeringsleiders eerlijk verkozen vertegenwoordigers zijn, die door middel van algemeen kiesrecht een plek in de regering hebben gekregen (Diamond, 1999: 9). Pinkney stelt dat de term electorale democratie veelal gebruikt wordt om landen aan te duiden waarin er vrije verkiezingen worden gehouden, maar waar niet alle traditionele checks en balances aanwezig zijn en er weinig politieke participatie is (2003:4) Een electorale democratie kent dus een minimale definitie van democratie. Een liberale democratie bevat echter veel meer dan deze minimale standaard. In een liberale democratie dienen er controle mechanismes zijn ingebouwd en de uitvoerende macht dient te worden gecontroleerd en beperkt waar nodig. Alle partijen moeten de kans krijgen om deel te nemen aan de verkiezingen en minderheidsgroeperingen kunnen niet geweigerd worden. Daarbij moeten burgers toegang kunnen hebben tot meerdere bronnen van informatie en er moeten genoeg alternatieve informatiebronnen aanwezig zijn om burgers te kunnen informeren. Voor individuen geldt dat ze niet alleen vrijheid van overtuiging hebben, maar ook vrijheid van meningsuiting, vrijheid van discussie, vrijheid van pers en de vrijheid om te demonstreren en om petities te tekenen. Burgers moeten allen gelijk zijn en individuen en groepsvrijheden moeten beschermd worden. Daarbij is er een rechtsstaat die de burgers beschermt (Diamond, 1999: 11-12). Een liberale

democratie is een constitutionele democratie waarbij de grondwet de burgers beschermt. In de wereld zijn er echter tientallen ‘onliberale’ democratieën te vinden die wel

(8)

Wanneer er tijdens deze verkiezingen sprake is van machtsmisbruik en de overtreding van regels, kan een land geen liberale democratie genoemd worden (Diamond en Morlino, 2004: 23). Een electorale democratie wordt door sommigen gezien als een voorstadium van een liberale democratie. Het kan echter zo zijn dat een electorale democratie nooit overvloeit in een liberale democratie en zelfs weer terugvalt in een autoritair regime (Doorenspleet en Kopecky, 2008: 700). Het onliberale aspect van deze regimes brengt het democratische karakter in gevaar. Een zwakke rechtsstaat zorgt voor extreme vermindering van participatie bij de arme en onderdrukte lagen van de

bevolking. Daarnaast zijn in een zwakke rechtsstaat individuele vrijheden onzeker, maatschappelijke groeperingen kunnen zich moeilijk organiseren, er is sprake van oneerlijke politieke competitie en de macht ligt vaak bij de rijkeren, gezien zij betere toegang hebben tot informatiekanalen en over bepaalde privileges beschikken. In een onliberaal regime is ook veelal sprake van corruptie en machtsmisbruik. In zulke regimes hebben burgers veelal het gevoel weinig tot geen invloed te hebben op de

vertegenwoordiging en de democratische responsiviteit is ernstig verzwakt (Diamond en Morlino, 2004: 23). Een electorale democratie kenmerkt zich dus door vrije en eerlijke verkiezingen. Een liberale democratie beslaat het electorale aspect en brengt daarbij meer vrijheden voor burgers met zich mee.

(9)

§2.3. Voorwaarden voor democratie

Er zijn een aantal belangrijke factoren die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van democratie. In landen waarin een aantal belangrijke factoren aanwezig zijn is democratie waarschijnlijker. Allereerst geldt dat in het algemeen voor welvaart. Lipset beargumenteert dat wanneer inwoners van een land financiële middelen hebben, de kans groter is dat ze geloven in democratische waarden en hoe groter de kans dat ze een democratisch systeem zullen steunen (Doorenspleet en Kopecky, 1959: 90). Onder welvaart wordt niet alleen een hoog nationaal inkomen verstaan, maar ook onderwijs van hoog niveau, industrialisatie en urbanisatie (Lipset, 1959: 78). Modernisatie gaat niet altijd gepaard met democratie. In een dictatuur kan er eveneens sprake zijn van een sterke economische groei, kwalitatief onderwijs en een sterke mate van industrialisatie en urbanisatie. Lipset stelt dat de voorwaarden die hij schetst echter geen garantie geven voor een stabiele democratie. Een toename in rijkdom en een groeiende middenklasse, onderwijs en andere daaraan verbonden factoren betekenen niet automatisch dat

democratie verspreid of gestabiliseerd wordt (Lipset, 1959: 103). Gedegen onderwijs kan een belangrijke factor zijn voor de verspreiding van democratische beginselen. Er wordt gesteld dat hoe beter het educatie niveau van de bevolking is, hoe groter de kansen voor een democratie om tot ontplooiing te komen (Lipset, 1959: 78). Hoe hoger iemands opleidingsniveau, hoe groter de kans dat diegene gelooft in de waarden van een

democratisch systeem en die wellicht ook zal ondersteunen (Lipset, 1959: 79). Wanneer de staat alle macht in handen heeft, zal het moeilijker zijn om democratische

(10)

verhoudingen goed te houden, evenals de kwaliteit van onderwijs. Naast goed onderwijs kan ook een goede middenklasse een grote rol spelen als het gaat om democratie. Deze twee factoren zijn sterk verbonden, omdat een goede middenklasse wellicht ook een goed opgeleide middenklasse is. De toename van welvaart blijkt niet alleen sterk verbonden met te zijn met de ontwikkeling van democratie, maar is ook van grote invloed op de sociale rol van de middenklasse. In een groeiende economie creëer je een groeiende middenklasse (Lipset, 1959: 83).

§3 Methoden

In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een single case study. De casus is

Botswana. Er is ten eerste sprake van een deviant case. Botswana wordt gezien als een afwijkende casus van de theorie van Lipset, die stelt dat een democratie minder

waarschijnlijk is in een land met ongunstige voorwaarden voor democratie. Verschillende andere Afrikaanse landen gelegen in Zuidelijk Afrika ondergingen militaire coups en Botswana niet. Eerst wordt het politieke stelsel van Botswana geanalyseerd. Vervolgens wordt er gekeken naar verklaringen voor het 'succes', zoals politieke cultuur, kwaliteit van leiderschap.

Botswana’s political rights en civil liberties scores worden geanalyseerd aan de hand van gegevens van Freedom House. In het onderzoek zal gekeken worden naar hoe de

vrijheidsscores zich in Botswana door de jaren heen ontwikkeld hebben. De scores worden onderzocht aan de hand van de verschillende tijdsperiodes, dit is te zien in tabel 1

(11)

op pagina 11. D periodes zijn onderverdeeld in regeringstermijnen van de politieke leiders. Op deze manier kan gekeken worden of de regimes van bepaalde leiders van invloed zijn geweest op de mate van civil liberties en political rights. Er is onderscheid in verschillende periodes gemaakt om zo bijzonderheden per periode te kunnen

onderzoeken. Op deze manier kan nagegaan worden hoe het in Botswana gesteld was met de political rights en civil liberties in een bepaalde periode. Door het onderscheid van deze verschillende periodes is er ook sprake van een ‘within case’ De casus wordt

namelijk met zichzelf vergeleken op verschillende momenten in de tijd. Dit maakt het een longitudinaal onderzoek.

Tabel 1 Periodisering Botswana

Periode in jaren Leider

1966 – 1980 Bewind president Seretse Khama. 1980 - 1998 Bewind president Ketumile Joni Masire. 1998 - 2008 Bewind president Festus Mogae.

2008 - 2012 Bewind president Ian Khama.

(12)

§4 Analyse: Democratie in Botswana?

§4.1. Scores political rights en civil liberties

Political rights en civil liberties scores dienen als een indicator voor democratie. In onderstaande tabel zijn de political rights en civil liberties van Botswana door de jaren heen weergegeven. Omdat de scores in één periode kunnen fluctueren, is er een

gemiddelde genomen van de scores gedurende de periode. Zie Tabel 4 in de Appendix voor meer informatie.

Tabel 2 Civil Liberties en Political Rights in Botswana

Periode Civil liberties (average) Political rights (average)

1966 – 1980 1980 – 1998 2.53 1.79 1998 - 2008 2.0 2.0 2008- 2012 2.0 2.6

(13)

Zoals te zien in zowel tabel 2 als tabel 4 in de Appendix nemen de scores van de civil liberties gemiddeld genomen af door de jaren heen. De political rights scores nemen echter sterk toe in de periode 2008-2012. Er is een consistent dalende lijn

zichtbaar op het gebied van political rights. Toch behoort Botswana volgens de

richtlijnen van Freedom House nog steeds tot een vrije democratie (2011). De buurlanden van Botswana scoren slechter. Zimbabwe behaalt een score van 6.0 (‘Not free’), Angola 5.5. (‘Not free’) Zambia en Mozambique 3.5 (‘Partly free’). Zuid-Afrika en Namibië doen het overigens net iets beter dan Botswana. Deze landen halen een score van 2.0 gemiddeld.

Tabel 3 Mutaties

Civil liberties Political Rights President

1981 ↓ Ketumile Joni Masire

1989 ↑ 1989 ↑ Ketumile Joni Masire

1993 ↓ 1993 ↓ Ketumile Joni Masire

1995 ↑ Ketumile Joni Masire

2010 ↓ Ian Khama

Bron: Freedom House, 2007.

Om de scores nader te bestuderen, zijn de mutaties uitgesplitst in tabel 3. In 1980 overlijdt de president Seretse Khama en wordt opgevolgd door president Ketumile Masire. Een dergelijke wisseling van de wacht zou bijvoorbeeld gevolgen kunnen hebben voor de politieke situatie Een jaar nadat Ketumile Joni Masire aantrad als president, vond er een daling plaats in de civil liberties score. Het blijkt echter lastig te bepalen in

(14)

het bewind van Ketumile Masire hebben er namelijk zowel dalingen als stijgingen plaatsgevonden in de political rights en civil liberties. De beste periode vond plaats van 1989 tot en met 1992, toen de civil liberties 2.0 waren en political rights 1.0.

De precieze aanleiding voor de daling van political rights in 2010 is lastig te verklaren. Over het algemeen vinden er namelijk eerlijke, vrije en reguliere verkiezingen plaats en is competitie in de politiek juist toegenomen de afgelopen jaren. Anderzijds kent het regime over het algemeen veel autoritaire en elitistische invloeden. De president heeft veel macht in handen. Botswana kent een aantal wetten en politieke bepalingen die onomstotelijk ondemocratisch van aard zijn (Cook en Sarkin, 2010: 474). In de constitutie is namelijk bepaald dat de president onbeperkte rechten kent. De president heeft de mogelijkheid om individueel beslissingen te maken zonder anderen daarbij te consulteren. Daarbij heeft hij directe controle over de politie, de informatie sector, omroepen, de ‘Directorate on Corruption and Economic crime’ en op publieke diensten (Cook en Sarkin, 2010: 474).

(15)

§4.2. Verkiezingen

Freedom House duidt Botswana aan als een electorale democratie. De inwoners van Botswana kunnen hun regering op democratische wijze kiezen (Freedom House, 2011). Er worden elke 5 jaar verkiezingen gehouden. Tijdens deze verkiezingen worden de president en de National Assembly gekozen (Salih, 2001: 162). Er geldt kiesrecht voor alle volwassenen vanaf 21 jaar en je kunt tevens een politieke partij oprichten vanaf die leeftijd (Salih, 2001: 162). Sinds 1999 is er een onafhankelijk verkiezingscomité aanwezig dat toezicht houdt tijdens de verkiezingen(Freedom House, 2011)Daarnaast bestaat er een House of Chiefs. Zij representeren acht grote stammen in Botswana en een paar kleinere en dienen vooral als adviesorgaan van het parlement en de regering

(Freedom House, 2011).

Sinds de onafhankelijkheid in 1966 hebben er in Botswana elke 5 jaar vrije en eerlijke verkiezingen plaatsgevonden (Cook en Sarkin, 2010: 461). Om aan te definitie van een electorale democratie te voldoen, zou er ook sprake moeten zijn van competitie tussen meerdere politieke partijen. Sommige auteurs stellen echter dat er in Botswana sprake is van one party dominance door de Botswana Democratic Party (hierna: BDP) (Salih, 2001: 162). Sinds 1965 overheerst de BDP en is er geen sprake geweest van alternering in al die jaren. In 2009 werd de BDP voor de tiende keer verkozen sinds de

onafhankelijkheid (Poteete, 2012: 75) Andere grote politieke partijen in Botswana zijn de Botswana Peoples Party, de Botswana National Front en de Botswana Congress Party (du Toit, 1999: 197). Er zijn dus naast de BDP andere partijen aanwezig in de politieke

(16)

arena. Ondanks de constante winst van de BDP zijn de verkiezingen in Botswana altijd competitief geweest. Hoewel de dominante BDP elke keer gewonnen heeft, stelden de auteurs Molutsi en Holm in 1990 al dat de oppositie partijen sterker aan het worden zijn (p. 324). Hier blijkt ook bewijs voor uit recentere bronnen. In 2004 ontving de BDP nog maar 51,7% van de stemmen (Poteete, 2012: 75). In maart 2010 splitste een partij zich af van de BDP. Dit was voor het eerst sinds de oprichting van de politieke partij. Er ontstond een splinter groepering, genaamd de Botswana Movement for Democracy, die zich officieel registreerde als onafhankelijke partij in juni 2010. Ook volgens de auteur Poteete is de competitie gedurende de verkiezingen de afgelopen twee decennia toegenomen en waren de verkiezingen van 2009 juist zeer competitief (2012: 76). De toekomst zal moeten uitwijzen wat dit betekent voor de competitie en concurrentie en of de dominantie van de BDP met de jaren zal afnemen (Molutsi en Holm, 1990: 324). Toch kunnen de verkiezingsuitslagen van 2009 als bewijs dienen voor een toenemende competitie in de politiek en een opkomende oppositie. Ondanks dat er geen alternering heeft

plaatsgevonden, is er wel sprake van competitie tussen de verschillende politieke partijen. Er kan gesteld worden dat Botswana volgens de geraadpleegde gegevens voldoet aan eerlijke, vrije, reguliere verkiezingen met competitie tussen verschillende partijen. Botswana bestaat uit een regime waarin de regeringsleiders eerlijk verkozen

vertegenwoordigers zijn, die door middel van algemeen kiesrecht een plek in de regering hebben gekregen (Diamond, 1999: 9) Volgens theorieën van zowel Lipset als de auteurs Diamond en Morlino voldoet Botswana aan een electorale democratie, gezien de vrije en eerlijke verkiezingen.

(17)

§4.3. Gecensureerde media?

Een verklaring voor de afname in de political rights score kan wellicht gevonden worden op het gebied van censuur en verminderde persvrijheid. De media wordt duidelijk

gecensureerd door de regering. De regering heeft meerdere zenders op radio en televisie in handen. Volgens het Media Institute of Southern Africa (MISA) en verscheidene andere NGO’s zorgt de overheid voor een vermindering in persvrijheid (UNHCR, 2011). De overheid van Botswana staat erom bekend om in te grijpen en de media te censureren bij gevoelige onderwerpen. Een voorbeeld daarvan is het aflasten van live radio

paneldiscussies op de staatszender (Cook en Sarkin, 2010: 478). Volgens een in 2007 uitgebracht rapport van de U.S. State Department over mensenrechten in Botswana censureren overheidsjournalisten ook zichzelf (Cook en Sarkin, 2010: 478). De oppositie en critici hebben geringe toegang tot het door de regering controleerde omroepbestel (Freedom House 2012). Er zijn een aantal private radiostationzenders, maar de

staatszenders leveren de belangrijkste bron aan informatie voor de plattelandsbevolking (Freedom House, 2011). Er zijn meerdere voorbeelden die illustreren dat de regering kritiek zoveel mogelijk probeert te pareren door het gebruik van censuur. In 1998 leverde Botswana militairen aan Zuid-Afrika die een einde dienden te maken aan de politieke onrust in Lesotho. Radio Botswana en Daily News werd verboden over deze kwestie naar buiten te treden, hoewel het onderwerp breed werd uitgemeten in de Zuid-Afrikaanse en internationale pers. Het personeel van de president trachtte de internationale pers te

(18)

misleiden, door aan te kondigen dat Botswana geen militairen naar Lesotho zou sturen (Good, 1999: 54). Daarnaast wilde de regering in 2003 zelfs een wet aannemen om de pers beter te kunnen reguleren. De wet bepaalde dater een persraad opgezet zou worden. De persraad was bevoegd om boetes uit te delen en zelfs celstraffen op te leggen aan verslaggevers en uitgevers die zich niet hielden aan een door de overheid opgestelde gedragscode. Daarnaast zou de accreditatie van alle lokale en buitenlandse journalisten verplicht worden (Freedom House, 2011). In het jaar daarop kondigde Boyce Sebeleta, minister van communicatie, wetenschap en technologie aan de ‘political profiles’ sectie uit de Daily News te halen. Het radioprogramma ‘Masa-a-sele’ werd al eerder door hem van de radio gehaald. In dit programma konden luisteraars hun mening geven over maatschappelijke thema’s en recente gebeurtenissen. Volgens de minister werd er in het radioprogramma teveel kritiek op de BDP geleverd. Nog een jaar later vond er incident plaats waarbij de academische vrijheid ernstig in het geding kwam. Professor Kenneth Good werd na 15 jaar trouwe dienst aan de Universiteit van Botswana zonder pardon uit het land gezet. (Taylor, 2006: 110). Professor Good zou namelijk een gevaar hebben gevormd voor de nationale veiligheid. Het uitzetten van professor Good is volgens Education International een directe aanval op de academische vrijheid in Botswana en zelfs op de vrijheid van meningsuiting in het algemeen (Taylor, 2006:110) De

academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting worden door Taylor als betekenisloos beschouwd in Botswana, gezien de president te allen tijde iemand het land blijkt uit te mogen zetten zonder duidelijk aanwijsbare redenen en zonder dat hij zich dient te verantwoorden over zijn motieven voor het besluit (2006: 116). Kritiek van professor

(19)

Good en anderen wordt volgens Taylor door de regering gezien als een bedreiging voor de nationale veiligheid. Zowel de deportatie van Kenneth Good als de wetswijziging in 2003 lijkt bewijs te zijn voor een verslechtering van de civil liberties in Botswana. Dit is echter opvallend genoeg niet zichtbaar in de scores van de Freedom House. De afname van de political rights scores komen niet overeen met de jaren waarin er incident plaatsvonden.

§4.4 Gevaar voor democratie

Naast de inperking van de academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn er nog een aantal ongunstige voorwaarden die een bedreiging voor de democratie in Botswana zouden kunnen vormen. Botswana heeft te kampen met een zwakke en nauwelijks politiek geëngageerde middenklasse (Cook en Sarkin, 2010: 477). De opkomst bij de verkiezingen is vaak erg laag onder inwoners van Botswana. Bij de nationale

verkiezingen in 1999 was er slechts een opkomst van 42%. Dit percentage wordt als erg laag beschouwd in vergelijking met andere landen in de Sub-Sahara, die gedurende de negentiger jaren een percentage van 80% of meer haalden (Cook en Sarkin, 2010: 477). Een goede middenklasse kan volgens Lipset stimulerend zijn voor de stabilisering van democratie en een slechte politiek geïnteresseerde middenklasse zou wellicht dus ook van negatieve invloed kunnen zijn op stabilisering van democratie. Naast een zwakke

middenklasse bestaan er ook grote verschillen in inkomen tussen de arme laag van de bevolking en de rijke elite (Cook en Sarkin, 2010: 479). Er bestaat een rijke elite, maar

(20)

ook bepaalde zeer arme stammen. Botswana behoort tot een categorie landen in de wereld waarbij de inkomensongelijkheid het grootst is. Als het gaat om de verdeling van rijkdom eindigt Botswana volgens de 2011 CIA World Factbook op een 4de plek achter Sierra Leone, Haiti en de Centraal Afrikaanse Republiek (Harris, 2012). Het

werkeloosheidspercentage in Botswana is veertig procent. Dertig procent van de bevolking in Botswana leeft in armoede (Harris, 2012). Toch is er in Botswana een groeiende, stabiele economie aanwezig. Dit heeft men vooral te denken aan de

welvarende diamantindustrie. In 1967 werden de diamantbronnen ontdekt en dit geldt sindsdien als een van de belangrijkste bronnen van inkomsten van Botswana (Cook en Sarkin 2010: 462). Sinds die tijd handhaaft men een van de hoogste economische groei ter wereld (Cook en Sarkin, 2010: 461) en kent Botswana een gemiddelde economische groei van ongeveer tien procent per jaar (Molutsi en Holm, 1990: 330). De

diamantindustrie zorgt voor een groeiende industrie, maar lijkt ook aan de grondslag te liggen van de inkomensongelijkheid (Harris, 2012). Namelijk 70% tot 80 % van export wordt verdiend aan de diamantindustrie, waarvan 50% wordt gebruikt voor

overheidsuitgaven (Harris, 2010). Volgens Lipset kan dit ervoor zorgen dat er een kloof ontstaat tussen de rijkeren en de armere laag van de bevolking. De elite kan zich dan anders gaan opstellen en de armere laag zien als een minderwaardig deel van de

samenleving (Lipset, 1959: 83). Daardoor kan er dus meer ongelijkheid ontstaan tussen de arme en rijkere niveaus van de bevolking en dit komt de politieke stabiliteit niet ten goede.

(21)

§4.5.1 Economie

Botswana heeft te kampen met een aantal facetten die minder democratisch aandoen. Door welke factoren kan het succes van Botswana dan verklaard worden?

Allereerst kan een goede economische ontwikkeling bijdragen aan een democratisch systeem in Botswana. Van 1965 tot 1969 was er al een economische groei meetbaar van 10% en van 1969 tot en met 1974 liep de economische groei op tot 22%. Al vanaf de beginjaren na de onafhankelijkheid maakte Botswana een sterke economische groei door (Lewis en Harvey,1990: 47) Dit is te wijten aan grote droogte problemen die in 1965 werden opgelost, toenemende financiële steun van donoren na de onafhankelijkheid en de ontdekking en exploitatie van diamant, koper en werd toentertijd ontdekt (Lewis en Harvey,1990: 47). Wanneer de economische situatie in een democratisch regime achteruitgaat, is de kans drie keer zo groot dat de democratie ophoudt te bestaan, dan wanneer er groei aanwezig is in de economie (Diamond, 2011: 18). Gedurende een economische crisis is de kans groot dat een democratie op houdt te bestaan (Diamond, 2011: 18). Economische groei wordt als stimulans gezien voor democratie. Ondanks de grote inkomensongelijkheid lijkt het merendeel van het geld in Botswana goed besteed te worden door de regering. Een deel van het geld verkregen uit diamantbronnen wordt besteed aan de ontwikkeling van projecten ter ondersteuning van onderwijs,

gezondheidszorg, schoon drinkwater en werkgelegenheidsprojecten (Salih 2001: 162). Een andere verklaring voor stabiliteit zou wellicht de strijd tegen corruptie kunnen zijn.

(22)

Bij een dergelijk Afrikaans land zou corruptie niet ondenkbaar zijn, zeker gezien de belangrijkste inkomstenbron van de staat de diamantindustrie is. Toch weet Botswana corruptie juist goed tegen te gaan. Botswana wordt juist gezien als een van de meest effectieve strijders in de gehele wereld in de strijd tegen corruptie (Cook en Sarkin, 2010: 454). Door de Transparency International en de World Economic Forum wordt Botswana beoordeeld als een van de minst corrupte landen in Afrika. In 1994 nam de regering van Botswana een wet aan, die een anticorruptie orgaan mogelijk maakte met speciale macht om zaken te onderzoeken, verdachten te arresteren, huiszoekingen te doen en spullen in beslag te nemen. Sindsdien zijn veel van de zaken opgelost en is 80 procent van de aangeklaagden veroordeeld (Freedom House, 2011). Een goede economie is volgens Lipset de belangrijkste factor voor democratie, ook al betekent dat dat er verder nauwelijks sprake is van politieke participatie en sociale gelijkheid (Lipset, 1959:87).

§4.5.2. Leiderschap?

Een andere verklaring voor democratie is het beleid van de BDP. Eerder is vastgesteld dat er wel degelijk sprake is van competitie, maar tot nu toe heeft de BDP steeds de meeste zetels behaald. Dit succes kan verklaard worden aan de hand van het goede functioneren van de partij. De BDP is verantwoordelijk voor het opzetten van een beleid dat focust op de verbetering van gezondheidszorg, onderwijs en het oplossen van het extreme droogte probleem in Botswana (du Toit, 1999: 197). De regering heeft hervormingen doorgevoerd en beleid gevoerd wat ten goede kwam aan de HIV - en armoede bestrijding. De

(23)

jarenlange winst van de partij is wellicht juist goed geweest voor de stabiliteit van Botswana. Uit een enquête van de Democracy Research Project bleek dat slechts 47 procent van de ondervraagden vonden dat Botswana meer dan één politieke partij zou moeten hebben (Molutsi en Holm, 1990: 330). De rest van de respondenten stemden voor slechts een partij of geen partijen (Molutsi en Holm, 1990: 330). Huntington stelt

namelijk dat het in ontwikkelingslanden het meest stabiel is om één heersende partij te hebben (du Toit, 1999: 194). Een andere factor die van invloed kan zijn op de stabiliteit is politiek leiderschap. Sterk leiderschap wordt weleens genoemd als een van de redenen van de democratische stabiliteit in Botswana. Het land kende noemenswaardige leiders, zoals de eerste president Sir Seretse Khama. Hij trad op als een soort ‘founding figure’ die de elite aanstuurde (Leftwich, 2000: 160). Wellicht heeft sterk leiderschap Botswana zo ver gebracht. President Festus Mogae werd eveneens geprezen om zijn leiderschap. In 2008 werd hij gehonoreerd met de ‘Ibrahim Prize for Achievement in African

Leadership.’ In het juryrapport stond dat de democratie in Botswana sterk en stabiel is en bovendien ondersteund door een gedegen rechtsstaat (Cook en Sarkin, 2010: 454). Het leiderschap van President Mogae zou geleid hebben tot een continue stabiele positie in Botswana. Eveneens heeft dit gezorgd voor onafhankelijkheid en integriteit in de instituties, zodat welvaart verder verspreid kon worden over alle sectoren in de maatschappij in Botswana (Cook en Sarkin, 2010: 454). Anderzijds kan dit ‘sterke’ leiderschap ook als indicator gezien worden voor elitaire of zelfs autoritaire cultuur (Cook en Sarkin, 2010: 476). De democratie in Botswana wordt veelal beschouwd als zeer elitistisch (Cook en Sarkin, 2010: 476). De macht is namelijk gecentraliseerd in

(24)

handen van de president en geheimhouding en niet-aansprakelijkheid zijn in de regering aan de orde van de dag. Bovendien is er een groeiende alleenheerschappij zichtbaar (Cook en Sarkin, 2010: 476). Wat bedoelt men met een ‘sterke’ leider? Een sterke leider zou dus ook een autoritair figuur kunnen zijn, die de politiek juist stabiel houdt omdat niemand tegen hem in opstand gaat. Op die manier lijkt het sterke leiderschap meer op een dictatuur dan op een democratie. Festus Mogae werd wellicht geprezen om zijn goede beslissingen, maar een Achievement Award maakt hem nog niet tot een

democratisch leider. Wellicht heeft hij grote stappen gezet om Botswana welvarend en stabiel te houden, maar is zijn autoritaire leiderschap geen indicator voor een

(25)

Conclusie

Botswana wordt veelal als een democratisch succes gezien (Cook en Sarkin, 2010: 455). Ondanks dat Botswana aan de criteria van een electorale democratie voldoet, zie ik het land niet als een democratisch succes. Wellicht een stabiel succes, maar geen

democratisch succes. Geplaatst in een Afrikaans perspectief geldt Botswana zeker als een succesvolle casus. Vergeleken met haar buurlanden is Botswana een groot voorbeeld, een pionier. Het land heeft een groeiende economie en een aantal democratische elementen in hun instituties. De BDP heeft gezorgd voor welvaart, armoedebestrijding en stabiliteit. De term stabiele democratie blijkt hier echter een lastig fenomeen. De situatie in Botswana is namelijk stabiel. Dit is mogelijk te wijten aan sterk leiderschap en beleid van de BDP. Enerzijds kan de politiek stabiel gehouden worden, maar het is ook de vraag hoe

democratisch de politiek nog is. Een sterke leider zoals Festus Mogae zou voor stabiliteit gezorgd hebben in Botswana. Echter hebben ondemocratisch regels, zoals speciale macht en privileges voor de president, ervoor gezorgd dat de president een sterke leider werd. Een sterke leider die voor stabiliteit zorgt, zou ook een dictator kunnen zijn. Stabiliteit en democratie hoeven dus niet met elkaar verbonden te zijn. Naar mijn idee kan Botswana nog steeds gezien worden als een soort van miracle, maar dit moet wel in het juiste perspectief gezien worden. Het gaat namelijk niet zozeer om een democratische stabiliteit zoals wij die in het westen kennen. Hoewel de president democratisch is verkozen, lijkt zijn functie meer autoritair van aard te zijn. De president geniet veel privileges en kan

(26)

doen en laten wat hij wil, zonder verantwoording af te leggen. Het land is dus wellicht wel stabiel in die zin dat er weinig opstand is en dat het in de politiek goed verloopt. Sterk leiderschap kan hier een leidende factor voor geweest zijn. Dit sterke leiderschap slaat dan wel op een meer autoritaire leider. De dominantie van de BDP heeft ook voor stabiliteit en zekerheid gezorgd. De vraag is of Botswana naar een systeem toe zou moeten werken waarin meer democratische elementen zijn. Een systeem zoals wij dat in het Westen kennen, zou wellicht niet werken in Botswana. In het Westen hebben wij een blauwdruk van een democratie voor ogen die misschien niet op de Afrikaanse realiteit toegepast kan worden. Wanneer je streeft naar een westers model, ga je wellicht voorbij aan bepaalde Afrikaanse normen en waarden. De scores van civil liberties en political rights worden in Westerse landen wellicht veel belangrijker geacht. Het is mij onbekend waarom de volgens de Freedom House niet gedaald zijn in de afgelopen jaren. Onder andere de deportatie van Kenneth Good lijkt mij namelijk een zeer ernstige inperking van de academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Ook andere incidenten waarbij de pers gecensureerd wordt zorgen dat de vrijheid van meningsuiting ernstig in het geding komt. Dit lijkt mij van invloed op de civil liberties, toch is geen daling zichtbaar in deze scores Wellicht zou verder onderzoek kunnen uitwijzen waarom de perikelen rond media en Kenneth Good geen invloed hebben gehad op de civil liberties.

Zoals gezegd kent het land een stabiele economie, maar deze financiële middelen behoren vrijwel alleen toe aan de elite. Het is ernstig gesteld met de inkomensgelijkheid in Botswana. Ondanks de reguliere verkiezingen en economische groei zijn er nog veel verbeterpunten voor Botswana. Het land zal nog hard moeten werken om vooral de

(27)

inkomensgelijkheid te verbeteren en academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting te verbeteren.

(28)

Appendix

Tabel 4 Civil liberties en Political rights in Botswana veranderingen

Jaar Civil

liberties

Jaar Political rights

1980 2.0 1980 2.0

1981-1988 3.0 1981- 1988 2.0

1989 - 1992 2.0 1989 - 1992 1.0

1993-1994 3.0 1993 – 2012 2.0

1995-2012 2.0 2010 - 2012 3.0

Bron: Freedom House.

Er is geen mogelijkheid om de vrijheidsscores te analyseren vanaf 1966. In 1966 werd Botswana onafhankelijk van Groot-Brittannië. Freedom House begon echter met haar

jaarlijkse rapporten over landenscores vanaf 1973, het is dus niet mogelijk de democratie scores van Botswana vanaf het begin te onderzoeken.

(29)

Referenties

Cook, A. en Jeremy, S. (2010). 'Is Botswana the miracle of Africa? Democracy, the rule of law, and human rights versus economic development.', Survey of Transnational Law.

Diamond, L. (1999) Developing Democracy: toward consolidation, Baltimore and London: John Hopkins university Press.

Diamond, L. (1996) ‘Is the third wave over?’ Journal of DemocracyVol. 7, No. 3, pp. 20–3.

Diamond, L. (2011) ‘Why democracies survive,’ Journal of Democracy Vol. 22, No.1 pp. 17–30.

Diamond, L. en Morlino, L. (2004) ‘The quality of democracy. An overview,’ Journal of Democracy, Vol.15. No.4, pp. 20-31.

Doorenspleet, R. en Kopecky, P. (2008) 'Against the odds: Deviant cases of democratization,' Democratization, Vol.15, No.4, pp.697– 713.

(30)

Freedom House (2007) 'Freedom in Sub-Saharan Africa. A survey of political rights and civil liberties.’

Freedom House (2011) ‘Freedom in the world 2011: The authoritarian challenge democracy,’ Verkregen op 10-5-2012 via www.freedomhouse.org

Good, K. (1999). ‘Enduring elite democracy in Botswana’, Democratization, Vol.6, No. 1., pp. 50-66.

Harris, J. (2012) ‘Economic inequality in democratic Botswana and political participation’, Verkregen op 5-06-2012 via

http://wphr.org/blog/2012/04/04/economic-inequality-in-democratic-botswana-and-popul ar-participation/

Hillbom, E. (2008) 'Diamonds or development? A structural assessment of

Botswana’s forty years of success,' Journal of Modern African Studies, Vol.46, No.2, pp. 191-214.

Huntington, P. (1991) The third wave-democratization in the late twentieth century, Norman: University of Oklahoma Press.

(31)

Leftwich, A. (2000) States of development. On the primacy of politics in development, Cambridge: Polity Press.

Lewis, R. and Harvey, C. (1990): Policy Choice and Development Per-formance in Botswana, Londen: Macmillan.

Lipset, S. (1959) ‘Some social requisites of democracy: economic development and political legitimacy’, American Political Science Review, Vol.53, No.1, pp. 69-105.

Lipset, S. (1993). 'Reflections on Capitalism, Socialism & Democracy,' Journal of Democracy, Vol.4, No.2, pp. 43-55.

Molutsi, P. en Holm, John D. (1990) 'Developing Democracy When Civil Society Is Weak: The Case of Botswana.', African Affairs, Vol.89, No.356, pp. 323-340.

Parsons, N. (1999) ‘The Botswana history pages’ Verkregen op 10-6-2012 via http://www.thuto.org/ubh/bw/bhpindex.htm

Pinkney, R. (2003) Democracy in the third world, Boulder, Colorado: Lynne Rienner Publishers, Inc.

Poteete, A. (2012). 'Electoral competition, factionalism, and persistent party dominance in Botswana,' Journal of Modern African Studies, Vol.50, No.1, pp. 75-102.

(32)

Reporters without borders (10-8-2004), ‘Minister interferes again in editorial policy of state news media,’ Vekregen op 10-8-2012 via

http://en.rsf.org/botsuana-minister-interferes-again-in-10-08-2004,1111 9.html.

Reporters without borders (10-10-2006), ‘Archaic and risky, bid by government to pressgang public media,’ Verkregen op 6-8-2012 via

http://en.rsf.org/botsuana-archaic-and-risky-bid-by-10-10-2006,19129.html

Salih, M. (2001) African democracies and African Politcs. Londen: Pluto Press.

Sebudubudu, D. en Molutsi, P (2008) 'Botswana’s democracy: explanations for success?' Politeia Vol.27, No.1, pp. 47-64.

Taylor, I. (2006) 'The Limits of the 'African Miracle': Academic Freedom in Botswana and the Deportation of Kenneth Good,' Journal of Contemporary African Studies, Vol. 24,No.1, pp. 101-123.

du Toit, P. (1995) State building and democracy in Southern-Africa. A comparative study of Botswana, Zimbabwe and South-Africa, Pretoria: HSRC publishers.

(33)

du Toit, P.(1999) 'Bridge or bridgehead? Comparing the Party Systems of Botswana, Namibia, Zimbabwe, Zambia and Malawi' in Giliomee, H. en Simkins, C. (eds) The awkward embrace: one-party domination and democracy, Amsterdam, Harwood academic publishers, pp. 193-218.

United States Department of State (24-5-2012) ‘2011 Country Reports on Human Rights Practices Botswana,’ Vekregen op 10-8-2012 via

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de bepaling van het aantal benodigde US-reinigingskorven met behulp van model 2 worden runs uitgevoerd met een indicatieve buffer direct na de aanlevering van korte

A sudden collapse of the diamond trade would spell disaster for these countries and cause starvation and chaos in other diamond zones in Africa?. 8 It will not be a movie such as

Subject headings: diamond turning / glassy polymers / thermal modelling / sur- face / tribo-electric tool wear / tribo-chemical tool wear / oxidative etching.. This thesis was

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Following De Beers increase in the prices of rough diamonds in the small category by around 6 - 7% and big diamond category by an average of 5% at first sight sale of 2014 held

Figure 4.1: Approximation of the meta-level search space of the Mix problem If we assume that the meta-level search space of the Mix problem is somewhat representative for all

In-depth research in the diamond dimensions give us insight into a flake-like diamond structure, which helps us understand biological process like endosomal escape through

De goede vering aan zowel de voor en achter wielen zorgen voor comfortabele rit.. Door zijn speciale design is deze scootmobiel zeer stabiel, het model is in een drie en