• No results found

Duurzame gewasbescherming en biologische bestrijding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Duurzame gewasbescherming en biologische bestrijding"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

Duurzame gewasbescherming en

biologische bestrijding

J.M. Raaijmakers

Laboratorium voor Fytopathologie, Wageningen Universiteit

Op basis van diverse definities omvat biologische be-heersing van ziekten en plagen een zeer breed scala aan strategieën, variërend van resistentieveredeling in planten tot het introduceren van natuurlijke vijanden en antagonistische micro-organismen. Omdat het on-mogelijk is om het hele scala aan dergelijke beheers-maatregelen te bediscussiëren, beperkt dit overzicht tot een evaluatie van de effectiviteit van antagonisti-sche micro-organismen in biologiantagonisti-sche beheersing van bodemgebonden plantpathogene schimmels. Het ver-mogen van micro-organismen om ziekten, veroorzaakt door bodemgebonden pathogenen, te verminderen is sinds lange tijd bekend. In diverse bodems treden be-paalde plantenziekten niet of nauwelijks op, zelfs niet wanneer een vatbare waardplant en virulent inoculum van het betreffende pathogeen worden geïntroduceerd. In veel gevallen is dit ziektewerend vermogen van bo-dems toe te schrijven aan de activiteit van specifieke groepen van micro-organismen. Bijvoorbeeld, ziekte-werendheid van bepaalde bodems tegen Rhizoctonia

solani wordt deels bepaald door de activiteit van Tri-choderma en niet-pathogene Fusarium soorten, terwijl

diverse bacteriële antagonisten, waaronder Bacillus en

Pseudomonas soorten, bijdragen aan de

ziektewerend-heid tegen de halmdoderschimmel Gaeumannomyces

graminis var tritici. Op basis van deze vindingen zijn

isolaten van diverse microbiële genera geïsoleerd uit bodems en van plantenoppervlakten, nader gekarakte-riseerd en getest op hun vermogen om specifieke ziek-ten veroorzaakt door bodemschimmels te onderdruk-ken. Bij dit laatste aspect worden antagonisten in hoge dichtheden geïntroduceerd in bodems en andere sub-straten of op zaden, bollen, bladeren en ander plant-materiaal. Een evaluatie van de effectiviteit van toe-passingen van dergelijke antagonisten laat zien dat veelbelovende resultaten geboekt worden onder gecon-ditioneerde omstandigheden, maar dat slechts enkele antagonisten effectief zijn onder praktijkomstandighe-den. De vraag dient zich dan ook aan of biologische be-heersing van diverse plantenziekten een integraal on-derdeel kan uitmaken van duurzame landbouw. Met andere woorden: is biologische beheersing van bodem-pathogene schimmels met behulp van antagonisten een reële optie of in veel gevallen ‘wishful thinking’ ? Strategieën om biologische beheersing van planten-ziekten met behulp van antagonisten tot een meer reë-le optie te maken zulreë-len in detail worden besproken.

B

Strategieën voor behoud en

verhoging van natuurlijke

weerbaarheid tegen

insectenplagen

J.J.A. van Loon , T. Bukovinszky, K. Winkler,

M. Dicke en J.C. van Lenteren

Laboratorium voor Entomologie, Wageningen Universiteit, Binnenhaven 7, 6709..PD .Wageningen

Natuurlijke weerbaarheid van teeltsystemen tegen het optreden van insectenplagen is vooral afhankelijk van het faciliteren van natuurlijke vijanden van plantene-tende insecten en het niveau van insecten-resistentie van het gewas. Het samenspel tussen deze beide facto-ren is niet vanzelfsprekend. Bij de veredeling van ge-wassen op resistentie tegen insecten zijn nadelige ne-ven-effecten van resistentie-eigenschappen op natuurlijke vijanden zelden in de evaluatie betrokken. Met name de laatste tien jaar is duidelijk geworden dat planten zelf de bron zijn van vluchtige stoffen welke natuurlijke vijanden aantrekken naar planteneters en dat er cultivarverschillen bestaan die tot nog toe gro-tendeels onbenut zijn gebleven. Naast kansen die er liggen op het gebied van verbeterde compatibiliteit tus-sen natuurlijke bestrijding en gewaseigenschappen is er ook verhoogde aandacht voor de gunstige werking van aanbrengen van diversiteit in teelten zoals de toe-passing van ondergroei en mengteelten alsook voor de betekenis van biodiversiteit in en rond gewassen. De mechanismen welke ten grondslag liggen aan de waar-neming dat in mengteelten vaak lagere populaties van plantenetende insecten voorkomen worden geleidelijk ontrafeld, hetgeen het gericht inzetten van deze me-thoden bevordert. Het bieden van refugia voor natuur-lijke vijanden in het gewas zelf in de vorm van onder-groei of van een tweede gewas of in de naburigheid van een perceel staat in toenemende belangstelling. Dergelijke refugia kunnen onder andere dienen om een reservoir aan natuurlijke vijanden de winter door te helpen. Natuurlijke vijanden zoals predatoren en para-sitoïden kunnen zich niet alleen voeden ten koste van hun prooi of gastheer maar maken ook gebruik van koolhydraatbronnen zoals nectar en honingdauw. Ze zijn sterk op deze koolhydraatbronnen aangewezen om perioden van voedselschaarste te overbruggen. De be-schikbaarheid van bloeiende planten in of rond een perceel welke geschikt zijn voor de voedselopname van natuurlijke vijanden maar niet voor plantenetende in-secten is een habitat management methode die op maat toegesneden kan worden om de effectiviteit van natuurlijke vijanden aanzienlijk te verhogen. Voor de verhoging van natuurlijke weerbaarheid van

teeltsyste-Pagina 4 Gewasbescherming jaargang 33, Speciale nummer 1, januari 2002

[

THEMAVOORDRACHTEN

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Planteziektenkundige Vereniging

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The purpose of these interviews was to gather sufficient data on the indigenous practices and beliefs of pregnant women in Botshabelo, prior to and during their pregnancies in order

This study determined demand for Chechil cheese as a new product in Bloemfontein in order to guide future decisions during the new product development and launch

Die houding wat die ouers openbaar, naamlik dat n persoon van buite die skoal geslagsopvoeding daar kom aanbied, stem ooreen met die bevindings in vraag V.26

Die doel van die studie was om die elemente waaruit die verskynsel by polisiebeamptes bestaan, te identifiseer, en dit te vergelyk met die elemente soos reeds in die

In a later section, an analysis of the pupils' responses to the questions put to them, draws attention to the degree of literary en9agement which can be achieved in the

Tot op hede blykdie metode baieeffektief te wees, om dat geen swaels nog 'n aanduiding gegee het dat hulle nie gediend is met 'n spioenasieluik in hulle w o n in g s

for setting standards for General and Further Education and Training in South Africa and for assuring their quality.. In addition to developing and managing the quality of