• No results found

Mode, beauty en lifestyle met Anna, Mascha, Vera en Nikkie : Een onderzoek naar het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mode, beauty en lifestyle met Anna, Mascha, Vera en Nikkie : Een onderzoek naar het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mode, beauty en lifestyle met Anna, Mascha, Vera en Nikkie

Een onderzoek naar het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes

Lotte van den Berg Master Thesis

Studentnummer: 10554807 Entertainment Communication Supervisor: Mw. Dr. M. Timmers Graduate School of Communication

(2)

2

Samenvatting

In deze studie is onderzocht in hoeverre het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes. Hierbij werd nagegaan of sociale vergelijking als persoonskenmerk een moderator is in dit verband. Ook werd onderzocht of sociale vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber verklarende variabelen ofwel mediators zijn in dit verband. Om het verband te onderzoeken is er een online survey uitgevoerd onder 113 adolescente meisjes van 18 tot 30 jaar, die wel eens naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube kijken. Uit de resultaten bleek dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube geen significante voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes. Ook is sociale vergelijking als persoonskenmerk geen moderator en zijn sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber geen mediators in dit verband. Er bleek echter wel dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller is van zowel de sociale vergelijking als parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Hoe meer adolescente meisjes op een gemiddelde dag naar mode, beauty en lifestyle vlogs op

YouTube kijken, hoe sterker de sociale vergelijking en parasociale interactie met hun favoriete YouTuber. Daarnaast bleek dat sociale vergelijking en parasociale interactie met elkaar samenhangen. Hoe sterker de parasociale interactie van adolescente meisjes met hun favoriete YouTuber is, hoe meer zij zichzelf met hun favoriete YouTuber vergelijken en andersom. Ondanks dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube geen significante voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes, biedt deze studie een mooie opstap voor vervolgonderzoek naar de relatie tussen het kijken naar vlogs op YouTube en het welbevinden van jongeren. Hierbij is het onder andere van belang om te onderzoeken op welke factoren het kijken naar vlogs op YouTube mogelijk wel van invloed is, via parasociale interactie en sociale vergelijking met de favoriete YouTubers.

(3)

3

Inleiding

Adolescenten maken veel gebruik van sociale media (Cunningham & Craig, 2017; Van der Veer, Boekee, & Peters, 2017). Als gevolg hiervan ontstaan er vragen over welke invloed dit heeft op hun welbevinden. Zo berichtte het NOS journaal over het ‘Stiekem janken achter de filterfaçade van Instagram’ (NOS, 2017). In dit nieuwsitem werd een onderzoek van de Royal

Society of Public Health aangehaald, waaruit bleek dat het gebruikmaken van Instagram een

negatief effect heeft op het welbevinden van adolescenten. Daarentegen bleek dat het gebruikmaken van YouTube een positief effect heeft op het welbevinden van adolescenten. Het effect van sociale mediagebruik op het welbevinden van adolescenten lijkt dus te

verschillen per sociaal medium. Ook op wetenschappelijk gebied wordt er aandacht besteed aan dit onderwerp. Uit de reviews van Best, Manktelow, en Taylor (2014) en Verduyn, Ybarra, Résibois, Jonides, en Kross (2017) blijkt dat er tegenstrijdige bevindingen zijn wat betreft het effect van sociale mediagebruik op het welbevinden van adolescenten. Een verklaring is dat het effect van sociale mediagebruik op het welbevinden van adolescenten afhankelijk is van specifieke kenmerken van het medium, de inhoud van de content, de manier waarop en de mate waarin het medium wordt gebruikt (Best et al., 2014; De Vries, Möller, Wieringa, Eigenraam, & Hamelink, 2017; Verduyn et al., 2017).

Een recente ontwikkeling op het gebied van sociale media is het kijken naar vlogs op YouTube (Cunningham & Craig, 2017; Khan, 2017). Vlogs zijn filmpjes die worden

opgenomen en online worden gezet, waardoor ze door iedereen bekeken kunnen worden. Personen die deze vlogs maken staan bekend als YouTubers (Cocker & Cronin, 2017). Elke YouTuber heeft zijn eigen onderwerpen waar vlogs over worden gemaakt (Cunningham & Craig, 2017). Bekende YouTubers hebben doorgaans een grote groep volgers. Maar liefst 7,5 miljoen Nederlanders maken gebruik van YouTube, van wie 1,7 miljoen dagelijks. Van hen zijn adolescenten van 18 tot 30 jaar de grootste gebruikers (Van der Veer et al., 2017). Adolescente meisjes kijken veel naar mode, beauty en lifestyle vlogs, waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat (Berryman & Kavka, 2017; Blattberg, 2015).

(4)

4

Uit onderzoeken naar tijdschriften, televisieprogramma’s, Instagram en Facebook blijkt dat blootstelling aan content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat over het algemeen een negatief effect heeft op het welbevinden van adolescenten (bijv. Chou & Edge, 2012; Durkin & Paxton, 2002; Haferkamp & Krämer, 2011; Fardouly, Diedrichs,

Vartanian, & Halliwell, 2015; López-Guimerà, Levine, Sánchez-Carracedo, & Fauquet, 2010). Als verklaring wordt vaak het proces van sociale vergelijking genoemd. Sociale vergelijking houdt in dat mensen zich met anderen vergelijken (Festinger, 1954). Wanneer mensen zich negatief of opwaarts met anderen vergelijken, kan dit leiden tot een daling van hun

welbevinden (Feinstein et al., 2013; Haferkamp & Krämer, 2011, Lup, Trub, & Rosenthal, 2015). Het is de vraag wat het effect van het kijken naar vlogs waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat op het welbevinden van adolescente meisjes is. In mode, beauty en lifestyle vlogs worden tips gegeven over uiterlijk (Choi & Behm-Morawitz, 2017). Hierdoor is het denkbaar dat adolescente meisjes geloven dat zij net als YouTubers in staat zijn om eruit te zien zoals zij wensen, wat via positieve sociale vergelijking kan leiden tot een stijging van hun welbevinden (Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017; Neumann & Strack, 2000).

Naast dat sociale vergelijking afhangt van de content waaraan men wordt blootgesteld, wordt het beïnvloed door de persoon die in deze content centraal staat. Het langdurig volgen van een YouTuber kan ervoor zorgen dat kijkers een band met deze persoon vormen (Berryman & Kavka, 2017; Cocker & Cronin, 2017; Haridakis & Hanson, 2009). Dit proces staat bekend als parasociale interactie. Parasociale interactie is het als kijker hebben van een betrokken relatie met een mediafiguur, waardoor deze persoon als vriend wordt gezien (Horton & Wohl, 1956). Er is reeds weinig bekend over de invloed van de mate waarin mediafiguren als vrienden worden gezien op het welbevinden van kijkers (Brown, 2015). Er is echter wel bekend dat de mate waarin mediafiguren als vrienden worden gezien invloed heeft op de manier waarop kijkers zich met hen vergelijken, wat vervolgens van invloed kan zijn op hun welbevinden. Sociale vergelijking met vrienden heeft een positiever effect op welbevinden dan sociale vergelijking met vreemden (Chou & Edge, 2012, Lup et al., 2015). Hierdoor is het

(5)

5

denkbaar dat wanneer de parasociale interactie met een YouTuber hoog is en zij dus door kijkers als vrienden worden gezien, dit via positieve sociale vergelijking kan leiden tot een stijging van het welbevinden van adolescente meisjes. Wanneer de parasociale interactie met YouTubers echter laag is en zij dus door kijkers als vreemden worden gezien, kan dit via negatieve sociale vergelijking leiden tot een daling van het welbevinden van adolescente meisjes (Acar, 2008; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017; Lup et al., 2015).

Meer inzicht krijgen in de gevolgen van het kijken naar vlogs op YouTube is zowel waardevol voor de wetenschap als de maatschappij. Op wetenschappelijk gebied is de kennis over de relatie tussen sociale mediagebruik en het welbevinden van jongeren nog onduidelijk. Met name de kennis over de effecten van het kijken naar vlogs op YouTube is schaars, terwijl steeds meer mensen gebruikmaken van dit sociale medium (Cocker & Cronin, 2017; Van der Veer et al., 2017). Mode, beauty en lifestyle vlogs werden in 2017 wereldwijd maar liefst 88 biljoen keer bekeken, met name door adolescente meisjes (Berryman & Kavka, 2017; Blattberg, 2015; Statista, 2017). Ondanks deze ontwikkeling is het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes niet onderzocht (Chen, 2016). Dit onderzoek is dus een belangrijke toevoeging aan de kennis over dit tot dusver onderbelichte onderwerp. Maatschappelijk gezien is dit onderzoek een bijdrage aan de kennis van ouders, docenten of gezondheidsprofessionals die zich zorgen maken over de invloed van sociale mediagebruik op het welbevinden van adolescenten (Valkenburg & Peter, 2013). Afhankelijk van de resultaten kan het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube bij adolescente meisjes worden gestimuleerd of afgeraden. De onderzoeksvraag van deze studie luidt derhalve:

RQ: In hoeverre is het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes en welke rol spelen sociale vergelijking als persoonskenmerk, sociale vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber in dit verband?

(6)

6

Theoretisch kader

Adolescente meisjes en het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube

Adolescenten bevinden zich in een levensfase waarin het ontwikkelen van de eigen identiteit centraal staat (Arnett, 2004; Erikson, 1968). Om een passende identiteit te vormen wenden adolescenten zich naar ouders, vrienden en rolmodellen in de media (Arnett, 2004; Coyne, Padilla-Walker, & Howard, 2013). Adolescente meisjes gaan vooral op zoek naar media inhoud waarin het leven van anderen centraal staat en waarin aandacht wordt besteed aan uiterlijk (Tiggemann, 2006; Valkenburg & Piotrowski, 2017). Zij gebruiken deze media inhoud om te leren over hoe anderen zich presenteren en hun leven inrichten, zodat ze dit kunnen vergelijken met hun eigen leven (Oliver & Raney, 2011; Valkenburg & Piotrowski, 2017). Voorheen keken adolescente meisjes vooral naar televisieprogramma’s en lazen zij tijdschriften, maar tegenwoordig kijken zij veel naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube (Berryman & Kavka, 2017; Blattberg, 2015; Choi & Behm-Morawitz, 2017).

Mode, beauty en lifestyle vlogs zijn erg populair op YouTube (Blattberg, 2015; Statista, 2017). In deze vlogs geven vooral vrouwelijke YouTubers tips aan hun kijkers over mode en beauty. Zij raden producten en kleding aan om bepaalde looks en outfits te creëren en leggen uit hoe meisjes dit zelf kunnen toepassen. Er worden verschillende stijlen getoond, waardoor kijkers zelf kunnen beslissen welke look of outfit er aansluit bij hun identiteit (Berryman & Kavka, 2017; Choi & Behm-Morawitz, 2017). Ook laten veel mode en beauty YouTubers een deel van hun persoonlijke leven zien, wat wordt aangeduid met de term lifestyle vlogs (Berryman & Kavka, 2017). In lifestyle vlogs filmen mode en beauty YouTubers bepaalde activiteiten die zij ondernemen. Dit kunnen alledaagse activiteiten zoals winkelen, koken of afspreken met vrienden zijn, maar ook speciale activiteiten zoals evenementen of vakanties. Al met al krijgen kijkers zo een beeld van zowel de mode en beauty stijl van een YouTuber, maar ook van iemands persoonlijkheid, sociale omgeving, cultuur en achtergrond (Choi & Behm-Morawitz, 2017; Smith, 2014; Strangelove, 2010).

(7)

7

Mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes

Sinds adolescente meisjes gebruikmaken van media content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat, bestaan er vragen over wat de gevolgen hiervan zijn op hun

welbevinden (Brown & Bobkowski, 2011). Uit de meeste studies, zoals uit die van Durkin en Paxton (2002), Birkeland et al. (2005), Bell, Lawton, en Dittmar (2007), Harper en

Tiggemann (2008), López-Guimera et al. (2010) en Swami en Smith (2012) blijkt dat het lezen van tijdschriften en het kijken naar televisieprogramma’s waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat een negatief effect heeft op het welbevinden van adolescente meisjes. Welbevinden werd in deze studies doorgaans gemeten via iemands stemming, lichaamsbeeld en zelfvertrouwen na experimentele blootstelling aan tijdschriften of televisieprogramma’s waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat.

Wat betreft sociale media heerst er minder duidelijkheid over het verband tussen blootstelling aan content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat en het welbevinden van adolescente meisjes (Best et al., 2014). Uit de studies van Haferkamp en Krämer (2011), Kalpidou, Costin, en Morris (2011), Chou en Edge (2012), Feinstein et al. (2013), Fardouly et al. (2015), Lup et al. (2015) en Tiggeman en Zaccardo (2015) bleek dat het zien van foto’s en het lezen van berichten van anderen op Facebook en Instagram leidt tot een daling van het welbevinden van adolescente meisjes. Welbevinden werd gemeten via iemands emoties, stemming, lichaamsbeeld of depressieve symptomen. In tegenstelling tot deze resultaten bleek uit de studies van Pittman (2015) en Pittman en Reich (2016) dat het zien van iemands foto’s op Instagram of Snapchat leidt tot een stijging van het welbevinden van adolescente meisjes. Er werd een vermindering in eenzaamheid en een toename in levenstevredenheid aangetoond. Hoe meer iemand gebruik maakt van sociale media, hoe sterker de invloed op iemands welbevinden is (Chou & Edge, 2012; Kalpidou et al., 2011; Pittman, 2015).

Daarnaast zijn er studies die zowel een positieve als negatieve invloed van sociale

(8)

8

et al. (2011) en Frison en Eggermont (2016) dat het passief gebruikmaken van Facebook leidt tot een daling van het welbevinden van adolescente meisjes, maar dat het actief gebruikmaken van Facebook leidt tot een stijging van het welbevinden van adolescente meisjes. Passief gebruik staat ook wel bekend als lurking. Dit houdt in dat gebruikers naar anderen kijken op sociale media, maar niet overgaan tot interactie of het plaatsen van foto’s of berichten (Tobin, Vanman, Verreynne, & Saeri, 2015). Actief gebruik houdt daarentegen in dat gebruikers wel overgaan tot interactie met anderen en het plaatsen van foto’s of

berichten, waardoor er een gevoel van gemeenschap ontstaat. Dit kan iemands stemming verbeteren en depressieve symptomen verminderen. Uit het onderzoek van Valkenburg, Peter, en Schouten (2006) bleek daarnaast dat negatieve feedback op sociale media leidt tot een daling van het welbevinden van adolescente meisjes, terwijl positieve feedback leidt tot een stijging van het welbevinden van adolescente meisjes. Positieve feedback geeft

adolescente meisjes het gevoel dat zij er mogen zijn, waardoor ze positief gestemd raken. Deze resultaten worden ondersteund door de review van Verduyn et al. (2017), waaruit bleek dat er meer bewijs is voor de negatieve invloed van sociale mediagebruik op welbevinden, maar dat dit vooral geldt voor passief gebruik. Actief sociale mediagebruik heeft daarentegen een positieve invloed op welbevinden. Hierbij zorgen positieve feedback en het gevoel van gemeenschap voor een toename van het welbevinden van adolescente meisjes.

Een verklaring voor de negatieve invloed van content waarin uiterlijk en het leven van

anderen centraal staat in tijdschriften, televisieprogramma’s, op Instagram of Facebook is dat er vaak een ideaalbeeld van anderen wordt getoond. In tijdschriften en televisieprogramma’s worden veel knappe modellen en actrices afgebeeld (Birkeland et al., 2005; López-Guimera et al., 2010). Op sociale media als Instagram en Facebook proberen mensen doorgaans de meest positieve versie van zichzelf te laten zien (Chou & Edge, 2012; Haferkamp & Krämer, 2011; Fardouly et al., 2015). Er wordt door adolescente meisjes vaak passief naar dit ideaalbeeld gekeken en wordt er geen aandacht besteed aan hoe men tot dit beeld komt. Hierdoor zien adolescente meisjes uitsluitend de beste versie van anderen, wat kan leiden

(9)

9

tot jaloerse gevoelens. Dit kan vervolgens leiden tot een daling in het welbevinden van adolescente meisjes (Appel, Gerlach, & Crusius, 2016; Tandoc, Ferrucci, & Duffy, 2015).

Mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube kunnen worden gezien als een tussenvorm van televisie en sociale media (Cunningham & Craig, 2017; Khan, 2017; Tolson, 2010). In tegenstelling tot het passief kijken naar anderen in tijdschriften, televisieprogramma’s of op sociale media tonen YouTubers in mode, beauty en lifestyle vlogs vaak actief het proces van hoe zij tot een bepaalde versie van zichzelf komen (Choi & Behm-Morawitz, 2017). Veel YouTubers tonen zichzelf in beauty vlogs aanvankelijk zonder make-up en laten daarna zien welke producten zij gebruiken om een look te creëren. In mode vlogs laten YouTubers zien welke kledingstukken zij gebruiken om outfits te maken. In lifestyle vlogs vertellen YouTubers over hun dagelijkse leven en laten zij zien dat zij ook hard moeten werken om tot de beste versie van zichzelf te komen, waardoor zij minder voldoen aan een ideaalbeeld (Berryman & Kavka, 2017; Choi & Behm-Morawitz, 2017; Cunningham & Craig, 2017). Verder benaderen YouTubers mode, beauty en lifestyle op een positieve en bemoedigende manier. Ze

moedigen meisjes aan om hun eigen stijl te ontdekken en geven tips en positieve feedback. Het actief tonen van hoe een ideaalbeeld wordt gecreëerd en het positief benaderen van mode, beauty en lifestyle kunnen bevorderlijk zijn voor het welbevinden van adolescente meisjes (Choi & Behm-Morawitz, 2017; Valkenburg et al., 2006; Verduyn et al., 2017).

Tot slot hebben bekende mode, beauty en lifestyle YouTubers doorgaans veel kijkers, die samen een gemeenschap vormen (Cocker & Cronin, 2017; Ferchaud, Grzeslo, Orme, & LaGroue, 2018). Kijkers kunnen op elkaars berichten reageren en kunnen elkaar ontmoeten op YouTube evenementen (Chen, 2016; Stöve, 2017). Ook mode, beauty en lifestyle

YouTubers zelf bevorderen interactiviteit door vragen van kijkers te beantwoorden en door kijkers te vragen naar hun mening (Ferchaud et al., 2018). Hoewel adolescente meisjes ook de mogelijkheid hebben om passief naar mode, beauty en lifestyle vlogs te kijken, kan interactiviteit en het delen van een interesse ervoor zorgen dat de verbondenheid met

(10)

10

anderen toeneemt. Dit gevoel van gemeenschap kan van positieve invloed zijn op het welbevinden van adolescente meisjes (Kalpidou, 2011; Frison & Eggermont, 2016; Verduyn et al., 2017). Gebaseerd op bovenstaande uiteenzetting luidt de eerste deelvraag:

RQ1: Is het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes?

Invloed van sociale vergelijking als persoonskenmerk en met de favoriete YouTuber

De invloed van media content is vaak afhankelijk van individuele persoonskenmerken en de manier waarop media content wordt verwerkt (Oliver, 2002; Valkenburg & Peter, 2013). In het geval van content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat is sociale vergelijking zowel een persoonskenmerk als een proces dat van invloed kan zijn op het welbevinden van adolescente meisjes. Sociale vergelijking is het vergelijken van jezelf met anderen (Festinger, 1954). De mate waarin men overgaat tot sociale vergelijking verschilt per persoon (Gibbons & Buunk, 1999). Verder kan sociale vergelijking een proces zijn dat wordt gestimuleerd tijdens blootstelling aan media content (De Vries et al., 2017). In het geval van mode, beauty en lifestyle vlogs gaat dit om sociale vergelijking met de favoriete YouTubers. Sociale vergelijking kan zowel positief als negatief zijn (Lup et al., 2015).

Wanneer mensen zichzelf negatief met anderen vergelijken betekent dit dat zij zich slechter voelen doordat zij zich vergelijken met anderen (Feinstein et al., 2013; Lup et al., 2015). Dit staat ook wel bekend als opwaartse sociale vergelijking. Uit de studies van Durkin en Paxton (2002) en López-Guimera et al. (2010) bleek dat het negatieve effect van blootstelling aan tijdschriften en televisieprogramma’s waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat op het welbevinden van adolescente meisjes sterker is voor mensen die meer geneigd zijn tot negatieve sociale vergelijking. Daarnaast bleek uit de studies van Haferkamp en Krämer (2011), Chou en Edge (2012), Feinstein et al. (2013), Fardouly et al. (2015), Tiggeman en Zaccardo (2015) en Appel et al. (2016) dat ook het negatieve effect van blootstelling aan

(11)

11

foto’s en berichten van anderen op Facebook en Instagram sterker is voor mensen die meer geneigd zijn tot negatieve sociale vergelijking. Adolescente meisjes die van zichzelf of tijdens blootstelling aan media content meer geneigd zijn tot negatieve ofwel opwaartse sociale vergelijking hebben het gevoel dat anderen er mooier uitzien en een beter leven hebben. Dit resulteert in jaloerse gevoelens en minder tevredenheid met het leven, wat zorgt voor een verminderd welbevinden (Appel et al., 2016; Chou & Edge, 2012; Feinstein et al., 2013).

Wanneer mensen zichzelf positief met anderen vergelijken betekent dit dat zij zich beter voelen doordat zij zich vergelijken met anderen (De Vries et al., 2017; Lup et al., 2015). Positieve sociale vergelijking kan plaatsvinden wanneer mensen het gevoel hebben dat anderen er minder goed uitzien of een slechter leven hebben dan zijzelf, waardoor zij zich beter gaan voelen (Buunk & Ybema, 2003). Dit staat ook wel bekend als neerwaartse sociale vergelijking. Een andere manier waarop positieve sociale vergelijking kan plaatsvinden is wanneer mensen positiviteit van anderen overnemen en het gevoel hebben dat zij net als anderen in staat zijn om er op een bepaalde manier uit te zien of om op een bepaalde manier te leven. Dit staat ook wel bekend als emotionele besmetting (De Vries et al., 2017). Uit de studies van Kramer, Guillory, en Hancock (2014), Lin en Utz (2015), Tandoc et al., (2015), Lup et al. (2015), De Vries et al. (2017) en Johnson en Knobloch-Westerwick (2017) bleek dat het zien van positieve foto’s en berichten van anderen op Facebook en Instagram ertoe kan leiden dat adolescente meisjes sneller geneigd zijn om zelf positieve foto’s of berichten te plaatsen en dat zij in een positieve stemming raken, wat kan zorgen voor een stijging van het welbevinden. In dit geval zorgt positieve sociale vergelijking dus voor emotionele besmetting, waarbij positieve emoties van anderen worden overgenomen (De Vries et al., 2017; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017; Neumann & Strack, 2000). Hierdoor krijgen adolescente meisjes het gevoel dat zij net als anderen in staat zijn om tot een bepaalde versie van zichzelf te komen (Choi & Behm-Morawitz, 2017). Daarnaast kan het zien van positiviteit van anderen voor een gevoel van entertainment zorgen, wat tevens bevorderend kan zijn voor het welbevinden van adolescente meisjes (Tandoc et al., 2015).

(12)

12

In het geval van mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube zou het kunnen dat kijkers meer geneigd zijn om over te gaan op positieve dan op negatieve sociale vergelijking. Mode, beauty en lifestyle YouTubers zijn doorgaans erg enthousiast en praten op een positieve manier over mode en beauty (Choi & Behm-Morawitz, 2017). Ze proberen ervoor te zorgen dat kijkers een leuke tijd hebben tijdens het kijken van een vlog. Ook creëren zij graag een positieve sfeer binnen hun gemeenschap van kijkers (Cocker & Cronin, 2017). Verder geven zij tips en helpen zij kijkers bij het creëren van de beste versie van zichzelf. Het is denkbaar dat deze positieve gevoelens en tips worden overgenomen door adolescente meisjes, wat kan leiden tot een stijging van hun welbevinden. De twee belangrijkste motieven om YouTube te gebruiken zijn het krijgen van informatie en entertainment (Khan, 2017).

Adolescente meisjes gaan dus bewust op zoek naar informatie en entertainment wanneer zij naar mode, beauty en lifestyle vlogs kijken. Hierdoor is het mogelijk dat zij door de positieve manier waarop deze informatie en entertainment worden gebracht zichzelf positief met YouTubers vergelijken, wat bevorderend kan zijn voor hun welbevinden (Choi & Behm-Morawitz, 2017; Neugebauer, Ray, & Sassenberg, 2016). Deze invloed zal sterker zijn voor adolescente meisjes die van zichzelf of tijdens blootstelling aan de vlogs van hun favoriete YouTuber meer geneigd zijn tot sociale vergelijking, omdat zij zich meer door anderen laten beïnvloeden (De Vries et al., 2017; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017; Neumann & Strack, 2000). Gebaseerd op bovenstaande uiteenzetting luiden de volgende deelvragen:

RQ2: Is het positieve verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes sterker voor personen die hoger scoren op sociale vergelijking als persoonskenmerk?

RQ3a: Is het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber?

RQ3b: Is sociale vergelijking met de favoriete YouTuber een positieve voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes?

(13)

13

RQ3c: Wordt het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes positief gemedieerd door sociale vergelijking met de favoriete YouTuber?

Invloed van parasociale interactie met de favoriete YouTuber

Naast sociale vergelijking is ook parasociale interactie een proces dat van invloed kan zijn op het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes. Parasociale interactie is het als kijker hebben van een betrokken relatie met een mediafiguur (Horton & Wohl, 1956). In het geval van mode, beauty en lifestyle vlogs gaat dit om parasociale interactie met de favoriete YouTubers. Wanneer kijkers een lage mate van parasociale interactie met een mediafiguur hebben, betekent dit dat zij weinig verbondenheid voelen met deze persoon en op hem of haar reageren zoals ze op een vreemde zouden reageren. Wanneer kijkers een hoge mate van parasociale interactie met een mediafiguur hebben, betekent dit dat zij veel verbondenheid voelen met deze persoon en op hem of haar reageren zoals ze op een vriend zouden reageren (Rubin & McHugh, 1987). De mate waarin mediafiguren als vreemden of vrienden worden gezien, beïnvloedt de manier waarop kijkers zich met hen vergelijken. Zo bleek uit de studies van Acar (2008), Chou en Edge (2012) en Lup et al. (2015) dat het negatieve effect van blootstelling aan foto’s en berichten van anderen op Facebook en Instagram op het welbevinden van adolescente meisjes sterker is naarmate anderen als vreemden worden gezien, via

negatieve sociale vergelijking. Uit de studies van Chou en Edge (2012) en Lup et al. (2015) bleek daarentegen dat wanneer anderen als vrienden worden gezien er een positieve invloed op het welbevinden van adolescente meisjes kan worden vastgesteld, via positieve sociale vergelijking. Hoe sterker de parasociale interactie met een mediafiguur, hoe groter de invloed op het leven en welbevinden van de kijker (Chen, 2016; Haridakis & Hanson, 2009).

In het geval van parasociale interactie met mode, beauty en lifestyle YouTubers zijn er verschillende verwachtingen mogelijk. Ten eerste kunnen YouTubers als vreemden worden

(14)

14

gezien. Bekende YouTubers hebben een status als beroemdheid, verdienen veel geld met hun werk en ondernemen activiteiten waar adolescente meisjes alleen van kunnen dromen (Cocker & Cronin, 2017). Hierdoor is het mogelijk dat kijkers zich niet goed met hen kunnen identificeren, wat de kans van het hebben van een parasociale interactie met deze persoon verkleint (Brown, 2015). Het is echter meer aannemelijk dat de parasociale interactie met YouTubers hoog is. Kijkers volgen YouTubers vaak voor een langere tijd en voelen zich daardoor steeds meer betrokken met hen, waardoor YouTubers als vrienden worden gezien (Berryman & Kavka, 2017; Haridakis & Hanson, 2009). Hoe langer en vaker men wordt blootgesteld aan mediafiguren, hoe groter de kans op een sterke parasociale interactie (Chen, 2016; Horton & Wohl, 1956). Ook YouTubers zelf proberen ervoor te zorgen dat zij een band opbouwen met hun kijkers. Zo vragen ze om de mening van kijkers, praten ze vaak direct tegen de camera, verkopen ze producten met hun naam erop en organiseren ze evenementen om kijkers te ontmoeten (Cocker & Cronin, 2017; Ferchaud et al., 2018).

Naast het langdurig volgen van een mediafiguur is ook de mate waarin een mediafiguur als authentiek en realistisch wordt gezien een belangrijke voorspeller van de sterkte van de parasociale interactie met deze persoon (Rubin & Rubin, 1985; Ferchaud et al., 2018). Uit de studies van Tolson (2010), Morris en Anderson (2015), Berryman en Kavka (2017), Cocker en Cronin (2017) en Cunningham en Craig (2017) blijkt dat YouTubers worden gezien als authentieke personen en dat vlogs als realistisch worden beschouwd. Kijkers waarderen deze kenmerken van YouTubers en noemen dit als redenen waarom zij naar vlogs kijken. In mode, beauty en lifestyle vlogs wordt authenticiteit en realisme gecreëerd doordat

YouTubers ook de minder ideale versie van zichzelf tonen en doordat zij op een intieme manier een kijkje geven in hun leven (Berryman & Kavka, 2017; Cunningham & Craig, 2017). Hiermee onthullen zij veel over wie zij zijn, hoe zij tot een bepaalde versie van zichzelf komen en hoe zij hun leven inrichten. Uit het onderzoek van Ferchaud et al. (2018) bleek dat zelfonthulling een voorspeller is van authenticiteit, wat de kans op parasociale interactie verhoogt. Al met al is het aannemelijk dat adolescente meisjes een hoge mate van

(15)

15

parasociale interactie hebben met de mode, beauty en lifestyle YouTubers die zij volgen (Berryman & Kavka, 2017; Cocker & Cronin, 2017). Dit vergroot de kans op positieve sociale vergelijking, wat vervolgens kan leiden tot een toename van het welbevinden van

adolescente meisjes (Chou & Edge, 2012; Lup et al. 2015; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017). Gebaseerd op bovenstaande uiteenzetting luiden de laatste deelvragen:

RQ4a: Is het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller van parasociale interactie met de favoriete YouTuber?

RQ4b: Is parasociale interactie met de favoriete YouTuber een positieve voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes?

RQ4c: Wordt het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes positief gemedieerd door parasociale interactie met de favoriete YouTuber?

RQ5a: Is parasociale interactie met de favoriete YouTuber een positieve voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber?

RQ5b: Wordt het verband tussen parasociale interactie met de favoriete YouTuber en het welbevinden van adolescente meisjes positief gemedieerd door sociale vergelijking met de favoriete YouTuber?

(16)

16

Methode

Design

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is er een cross-sectionele survey uitgevoerd. Een survey is een goede manier om verbanden tussen variabelen te onderzoeken (Boeije, ’t Hart, & Hox, 2009). In deze studie staat het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes centraal. Hierbij wordt sociale vergelijking meegenomen als zowel mediator als moderator en parasociale interactie als mediator. De YouTubers naar wie adolescente meisjes kijken in mode, beauty en lifestyle vlogs verschillen erg per persoon. Met deze reden is een survey waarbij elke respondent zijn eigen favoriete YouTuber kiest meer geschikt dan eenmalige experimentele blootstelling aan een mode, beauty en lifestyle YouTuber die respondenten mogelijk niet of nauwelijks kennen (Fink, 2012; Gravetter & Forzano, 2014). Hierdoor kunnen ook sociale vergelijking en

parasociale interactie met de favoriete mode, beauty en lifestyle YouTuber worden gemeten.

Steekproef

De respondenten van deze studie zijn adolescente meisjes tussen de 18 en 30 jaar. Zij zijn de voornaamste kijkers van mode, beauty en lifestyle vlogs (Berryman & Kavka, 2017; Blattberg, 2015). Er is gebruikgemaakt van een doelgerichte gelegenheidssteekproef. Dit is een non-random steekproef, waarbij respondenten worden benaderd die voldoen aan de eisen van de doelpopulatie (Fink, 2012). Hierdoor is het niet bekend hoe groot de kans is om in de steekproef te worden betrokken (Boeije, ‘t Hart, & Hox, 2009). De respondenten zijn geworven via het sociale netwerk van de onderzoeker. Om deelname te stimuleren werd een Rituals cadeaubon van €10 verloot. In totaal hebben 113 vrouwen aan het onderzoek

deelgenomen. De gemiddelde leeftijd was 22 jaar (M = 22,35, SD = 3,05). Van hen is de hoogste opleiding bij 53,1% wetenschappelijk onderwijs, bij 25,7% hoger beroepsonderwijs en bij 21,2% een lagere vorm van onderwijs. Er werden in totaal 58 verschillende favoriete

YouTubers gekozen, van wie Anna Nooshin (9,7%), Mascha Feoktistova (Beautygloss) (7,1%), Vera Camilla (6,2%) en Nikkie de Jager (NikkieTutorials) (5,3%) het meest werden genoemd.

(17)

17

Procedure

Het onderzoek werd uitgevoerd via een online vragenlijst in Qualtrics. Voordat respondenten deel konden nemen aan het onderzoek werd hen gevraagd om akkoord te gaan met het

informed consent. Vervolgens werd er gevraagd naar de demografische kenmerken. Indien

respondenten aangaven geen vrouw, jonger dan 17 of ouder dan 30 jaar te zijn werden zij uitgesloten van deelname. Daarna werden er vragen gesteld over mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube. Indien respondenten hier nooit naar kijken werden zij uitgesloten van deelname. Vervolgens werd er gevraagd hoeveel tijd respondenten op een gemiddelde dag besteden aan het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en wie de favoriete mode, beauty en lifestyle YouTuber van de respondent is. Deze naam dienden respondenten in gedachten te houden bij het beantwoorden van de volgende vragen. Respondenten dienden aan te geven in hoeverre zij het eens waren met verschillende stellingen, waarbij parasociale interactie en sociale vergelijking met de favoriete YouTuber werden gemeten. Vervolgens werd gevraagd in hoeverre respondenten het eens waren met stellingen die betrekking hadden op henzelf, waarbij sociale vergelijking als persoonskenmerk en welbevinden werden gemeten. Tot slot konden respondenten aangeven of zij kans wilden maken op een Rituals cadeaubon en werden zij bedankt voor hun deelname. Voor de vragenlijst zie Bijlage 1.

Meetinstrument

Kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube. Deze onafhankelijke variabele werd

gemeten via één van de twee items van de Facebook Intensity Scale (α = 0,83) (Ellison, Steinfield, & Lampe, 2007). Respondenten gaven aan hoeveel tijd zij op een gemiddelde dag besteden aan het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube op een

zevenpunts schaal (1 = minder dan 10 minuten, 7 = meer dan 2,5 uur).

Welbevinden van adolescente meisjes. Deze afhankelijke variabele werd gemeten via de

veertien items van de Warwick-Edinburgh Mental Well-being Scale (α = 0,89) (Tennant et al., 2007). Respondenten gaven aan in hoeverre zij het eens waren met stellingen als ‘Ik voel

(18)

18

me verbonden met andere mensen’ en ‘Ik voel me zelfverzekerd’ op een zevenpunts Likert schaal (1 = Helemaal mee oneens, 7 = Helemaal mee eens). De veertien stellingen zijn samengevoegd tot een betrouwbare gemiddelde schaal (α = 0,90).

Sociale vergelijking als persoonskenmerk. Deze moderator werd gemeten via de elf items

van de Iowa–Netherlands Comparison Orientation Measure (α = 0,83) (Gibbons & Buunk, 1999). Respondenten gaven aan in hoeverre zij het eens waren met stellingen als ‘Ik vergelijk mijzelf met anderen met betrekking tot wat ik in mijn leven heb bereikt’ en ‘Ik wil graag weten wat anderen in een vergelijkbare situatie zouden doen’ op een zevenpunts Likert schaal (1 = Helemaal mee oneens, 7 = Helemaal mee eens). De elf stellingen zijn samengevoegd tot een betrouwbare gemiddelde schaal (α = 0,85).

Sociale vergelijking met de favoriete YouTuber. Deze mediator werd gemeten via zeven

items. Vier items zijn verkregen via de Social Comparison Scale (α = 0,72) (Chan & Prendergast, 2008), die is gebaseerd op de gevalideerde Scale of Attention to Social

Comparison Information (α = 0,83) (Lennox & Wolfe, 1984). De andere drie items komen van

de verkorte versie van de Iowa–Netherlands Comparison Orientation Measure (α = 0,83) (Gibbons & Buunk, 1999). Respondenten gaven aan in hoeverre zij het eens waren met stellingen als ‘Wanneer ik vlogs van mijn favoriete YouTuber kijk, vergelijk ik haar levenssituatie met die van mij’ en ‘Wanneer ik vlogs van mijn favoriete YouTuber kijk, vergelijk ik hoe zij eruit ziet met hoe ik er zelf uitzie’ op een zevenpunts Likert schaal (1 = Helemaal mee oneens, 7 = Helemaal mee eens). De zeven stellingen zijn samengevoegd tot een redelijk betrouwbare gemiddelde schaal (α = 0,78).

Parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Deze mediator werd gemeten via tien van

de negentien items van de Parasocial Relationship Scale (α = 0,91) (Claessens & Van den Bulck, 2015), die is gebaseerd op de gevalideerde Parasocial Interaction Scale (α = 0,81) (Auter, 1992). Deze items waren het meest geschikt voor parasociale interactie met

(19)

19

YouTubers. Respondenten gaven aan in hoeverre zij het eens waren met stellingen als ‘Ik heb het gevoel dat ik mijn favoriete YouTuber goed ken’ en ‘Ik zou mijn favoriete YouTuber graag willen ontmoeten’ op een zevenpunts Likert schaal (1 = Helemaal mee oneens, 7 = Helemaal mee eens). De tien stellingen zijn samengevoegd tot een betrouwbare gemiddelde schaal (α = 0,84).

Resultaten

Om de deelvragen te beantwoorden is er gebruikgemaakt van het statistische programma IBM SPSS Statistics 20. Ten eerste werden de gemiddelden en standaarddeviaties die respondenten per variabele scoorden berekend. Voor een overzicht zie Tabel 1. Ook is er met een Pearson correlatiecoëfficiënt nagegaan in hoeverre de mediators sociale

vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber met elkaar samenhangen. Er bleek dat er een significante correlatie, r = 0,49, p < 0,001 is tussen sociale vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Het verband was redelijk sterk en positief. Hoe sterker de parasociale interactie van adolescente meisjes met hun favoriete YouTuber is, hoe meer zij zichzelf met hun favoriete YouTuber vergelijken en andersom.

Tabel 1

Gemiddelden en standaarddeviaties van de variabelen

Variabele M SD

Kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube Welbevinden van adolescente meisjes

Sociale vergelijking als persoonskenmerk Sociale vergelijking met de favoriete YouTuber Parasociale interactie met de favoriete YouTuber

2,28 5,40 4,89 4,47 3,54 1,38 0,81 0,80 1,08 0,98

(20)

20

Om na te gaan in hoeverre het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes werd er een

meervoudige regressieanalyse uitgevoerd, waarbij opleidingsniveau en leeftijd werden toegevoegd als controlevariabelen. Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als onafhankelijke variabele, opleidingsniveau en leeftijd als controlevariabelen en het welbevinden van adolescente meisjes als afhankelijke variabele bleek niet significant,

F(3, 109) = 0,86, p = 0,466. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 2,3% van de

verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden voorspeld op basis van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, opleidingsniveau en leeftijd (R² = 0,023). Het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, b* = 0,09, t = 0,87, p = 0,386, 95% CI [-0,06, 0,17], opleidingsniveau, b* = 0,07, t = 0,70, p = 0,484, 95% CI [-0,08, 0,16] en leeftijd, b* = 0,10, t = 1,04, p = 0,299, 95% CI [-0,02, 0,08] waren geen significante voorspellers van het welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 1 werd niet bevestigd.

Om de modererende rol van sociale vergelijking als persoonskenmerk te onderzoeken werd er een moderatieanalyse uitgevoerd via Process (Model 1). Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als onafhankelijke variabele, sociale vergelijking als persoonskenmerk als moderator en het welbevinden van adolescente meisjes als afhankelijke variabele bleek niet significant, F(3, 109) = 0,18, p = 0,911. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden voorspeld op basis van het interactie-effect van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en sociale vergelijking als persoonskenmerk (R² = 0,005). Het interactie-effect van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en sociale vergelijking als persoonskenmerk, b = -0,01, t = -0,14, p = 0,891, 95% CI [-0,17, 0,15] was geen significante voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes. Sociale vergelijking als

persoonskenmerk bleek dus geen moderator in het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 2 werd niet bevestigd.

(21)

21

Om de mediërende rol van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber te onderzoeken werd er een mediatieanalyse uitgevoerd via Process (Model 4). Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber bleek significant, F(1, 111) = 7,52, p = 0,007. Het regressiemodel was bruikbaar. In totaal kon 6,4% van de verschillen in sociale vergelijking met de favoriete YouTuber worden voorspeld op basis van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs (R² = 0,064). Het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, b = 0,20, t = 2,74, p = 0,007, 95% CI [0,05, 0,34] was een positieve voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber. Per punt dat respondenten hoger scoorden op de zevenpunts schaal van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, steeg sociale vergelijking met de favoriete YouTuber met 0,20 op een zevenpunts schaal. Hoe meer adolescente meisjes dus naar mode, beauty en lifestyle vlogs kijken, hoe sterker de sociale vergelijking met hun favoriete YouTuber. Deelvraag 3a werd bevestigd.

Het regressiemodel met sociale vergelijking met de favoriete YouTuber als voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes bleek niet significant, F(2, 111) = 0,29, p = 0,747. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden verklaard op basis van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber (R² = 0,005). Sociale vergelijking met de favoriete YouTuber, b = -0,02, t = -0,29, p = 0,773, 95% CI [-0,17, 0,13] was geen significante voorspeller van het

welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 3b werd niet bevestigd.

Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als onafhankelijke variabele, sociale vergelijking met de favoriete YouTuber als mediator en het welbevinden van adolescente meisjes als afhankelijke variabele bleek niet significant, F(1, 111) = 0,50, p = 0,479. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden verklaard op basis van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en sociale vergelijking met de favoriete YouTuber (R² =

(22)

22

0,005). Sociale vergelijking met de favoriete YouTuber, b = 0,04, t = 0,71, p = 0,479, 95% CI [-0,07, 0,15] was geen mediator in het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 3c werd niet bevestigd. Voor een overzicht van de verbanden zie Figuur 2.

Figuur 2. Toetsen van de mediërende rol van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber.

Om de mediërende rol van parasociale interactie met de favoriete YouTuber te onderzoeken werd er een mediatieanalyse uitgevoerd via Process (Model 4). Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als voorspeller van parasociale interactie met de favoriete YouTuber bleek significant, F(1, 111) = 41,15, p < 0,001. Het regressiemodel was bruikbaar. In totaal kon 27,0% van de verschillen in parasociale interactie met de favoriete YouTuber worden voorspeld op basis van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs (R² = 0,270). Het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, b = 0,37, t = 6,41, p < 0,001, 95% CI [0,26, 0,49] was een positieve voorspeller van parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Per punt dat respondenten hoger scoorden op de zevenpunts schaal van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs, steeg parasociale interactie met de favoriete YouTuber met 0,37 op een zevenpunts schaal. Hoe meer adolescente meisjes dus naar mode, beauty en lifestyle vlogs kijken, hoe sterker de parasociale interactie met hun favoriete YouTuber. Deelvraag 4a werd bevestigd.

Het regressiemodel met parasociale interactie met de favoriete YouTuber als voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes bleek niet significant, F(2, 110) = 0,26, p = 0,770.

(23)

23

Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden verklaard op basis van parasociale interactie met de favoriete YouTuber (R² = 0,005). Parasociale interactie met de favoriete YouTuber, b = 0,01,

t = 0,16, p = 0,876, 95% CI [-0,17, 0,20] was geen significante voorspeller van het

welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 4b werd niet bevestigd.

Het regressiemodel met het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs als onafhankelijke variabele, parasociale interactie met de favoriete YouTuber als mediator en het welbevinden van adolescente meisjes als afhankelijke variabele bleek niet significant, F(1, 111) = 0,50, p = 0,479. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden verklaard op basis van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en parasociale interactie met de favoriete YouTuber (R² = 0,005). Parasociale interactie met de favoriete YouTuber, b = 0,04, t = 0,71, p = 0,479, 95% CI [-0,07, 0,15] was geen mediator in het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 4c werd niet bevestigd. Voor een overzicht van de verbanden zie Figuur 3.

Figuur 3. Toetsen van de mediërende rol van parasociale interactie met de favoriete

YouTuber.

Tot slot is er om de mediërende rol van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber in het verband tussen parasociale interactie met de favoriete YouTuber en het welbevinden van adolescente meisjes te onderzoeken een mediatieanalyse uitgevoerd via Process (Model 4).

(24)

24

Het regressiemodel met parasociale interactie met de favoriete YouTuber als voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber bleek significant, F(1, 111) = 34,67, p < 0,001. Het regressiemodel was bruikbaar. In totaal kon 23,8% van de verschillen in sociale

vergelijking met de favoriete YouTuber worden voorspeld op basis van parasociale interactie met de favoriete YouTuber (R² = 0,238). Parasociale interactie met de favoriete YouTuber, b = 0,54, t = 5,89, p < 0,001, 95% CI [0,36, 0,72] was een positieve voorspeller van sociale vergelijking met de favoriete YouTuber. Per punt dat respondenten hoger scoorden op de zevenpunts schaal van parasociale interactie met de favoriete YouTuber, steeg sociale vergelijking met de favoriete YouTuber met 0,54 op een zevenpunts schaal. Hoe sterker de parasociale interactie van adolescente meisjes met hun favoriete YouTuber, hoe meer ze zich met hun favoriete YouTuber vergelijken. Deelvraag 5a werd bevestigd.

Het regressiemodel met parasociale interactie met de favoriete YouTuber als onafhankelijke variabele, sociale vergelijking met de favoriete YouTuber als mediator en het welbevinden van adolescente meisjes als afhankelijke variabele bleek niet significant, F(1, 111) = 0,25, p = 0,616. Het regressiemodel was niet bruikbaar. Slechts 0,5% van de verschillen in het welbevinden van adolescente meisjes kon worden verklaard op basis van parasociale interactie met de favoriete YouTuber en sociale vergelijking met de favoriete YouTuber (R² = 0,005). Sociale vergelijking met de favoriete YouTuber, b = 0,04, t = 0,50, p = 0,616, 95% CI [-0,11, 0,19] was geen mediator in het verband tussen parasociale interactie met de favoriete YouTuber en het welbevinden van adolescente meisjes. Deelvraag 5b werd niet bevestigd.

Conclusie en discussie

In deze studie is onderzocht in hoeverre het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes. Hierbij werd nagegaan of sociale vergelijking als persoonskenmerk van invloed is op dit verband. Ook werd onderzocht of sociale vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle

(25)

25

vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes kunnen verklaren. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube geen significante voorspeller is van het welbevinden van adolescente meisjes. Ook heeft sociale vergelijking als persoonskenmerk geen invloed op dit verband. Verder kunnen sociale vergelijking met de favoriete YouTuber en parasociale interactie met de favoriete YouTuber het mogelijke verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het

welbevinden van adolescente meisjes niet verklaren. Er bleek echter wel dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller is van de sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Hoe meer adolescente meisjes op een gemiddelde dag naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube kijken, hoe sterker de sociale vergelijking en parasociale interactie met hun favoriete YouTuber.

Daarnaast bleek dat sociale vergelijking en parasociale interactie met elkaar samenhangen. Hoe sterker de parasociale interactie van adolescente meisjes met hun favoriete YouTuber is, hoe meer zij zichzelf met hun favoriete YouTuber vergelijken en andersom. Dit houdt echter geen verband met het welbevinden van adolescente meisjes.

Het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube is dus geen significante

voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes. De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet in lijn met vergelijkbare studies waarin er wel een effect van blootstelling aan media content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat op het welbevinden van adolescente meisjes werd vastgesteld, via tijdschriften, televisieprogramma’s, Facebook of Instagram (bijv. Chou & Edge, 2012; Durkin & Paxton, 2002; Haferkamp & Krämer, 2011; Fardouly et al., 2015; López-Guimerà et al., 2010; Lup et al. 2015; Pittman & Reich, 2016). Een mogelijke verklaring voor het uitblijven van een verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en het welbevinden van adolescente meisjes in deze studie, is de manier waarop dit onderzoek werd uitgevoerd. In andere onderzoeken naar het verband tussen het gebruikmaken van media content waarin uiterlijk en het leven van anderen

(26)

26

gevallen een experiment uitgevoerd en werd welbevinden gemeten via iemands stemming direct na blootstelling. In dit onderzoek werd echter gebruikgemaakt van een survey en werd welbevinden gemeten via iemands algemene en zelfgerapporteerde gemoedstoestand. Het is mogelijk dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube vooral op korte termijn na directe blootstelling van invloed is op het welbevinden van adolescente meisjes, maar dat dit effect na afloop van de blootstelling langzaam afneemt. Voor vervolgonderzoek is het dus van belang om na te gaan of er verschil is in korte en lange termijn effecten van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op het welbevinden van adolescente meisjes. Hierbij kan via experimenteel onderzoek tevens worden onderzocht of er een causaal

verband is. Het is belangrijk dat participanten worden blootgesteld aan YouTubers die ze al volgen, zodat ook sociale vergelijking en parasociale interactie met YouTubers kunnen worden gemeten. Eveneens is het interessant om longitudinaal onderzoek uit te voeren, zodat de mogelijke invloed van het kijken naar vlogs op YouTube op het welbevinden van jongeren over een langere tijd kan worden onderzocht.

Daarnaast bleek in tegenstelling tot eerdere onderzoeken dat sociale vergelijking als persoonskenmerk het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes niet beïnvloedt en dat sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber dit verband niet kunnen verklaren (bijv. Appel et al., 2016; Chou & Edge, 2012; De Vries et al. 2017; Feinstein et al., 2013; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017; López-Guimerà et al., 2010; Lup et al., 2015). Een mogelijke verklaring voor het uitblijven van zowel een algemeen verband als de invloed van sociale vergelijking als persoonskenmerk en sociale vergelijking en parasociale

interactie met de favoriete YouTuber is de manier waarop welbevinden werd gemeten. Welbevinden werd in algemene zin gemeten via een gemiddelde schaal van veertien

stellingen, die elk een ander aspect van iemands welbevinden meten. In dit onderzoek bleek dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op geen enkele van de welbevinden stellingen van invloed was. Het is echter denkbaar dat het kijken naar mode, beauty en

(27)

27

lifestyle vlogs wel van invloed is op specifieke aspecten van het welbevinden van

adolescente meisjes, wanneer deze via een specifieke schaal worden gemeten. Hierdoor blijft zowel een algemeen verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en welbevinden als de invloed van sociale vergelijking als persoonskenmerk en sociale

vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber uit (Verduyn et al., 2017).

Een andere mogelijke verklaring voor het uitblijven van de invloed van sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber is dat de respondenten in deze studie over het algemeen geen zware kijkers van mode, beauty en lifestyle vlogs zijn. Zo kijken de adolescente meisjes in dit onderzoek gemiddeld slechts 10 tot 30 minuten per dag naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube. Pas wanneer er voor langere tijd en in hoge mate naar media content wordt gekeken, neemt de parasociale interactie en daarmee de sociale vergelijking met mediafiguren toe. Hoe sterker de parasociale interactie en sociale vergelijking met een mediafiguur, hoe meer invloed dit heeft op het leven en welbevinden van kijkers (bijv. Chen, 2016; Chou & Edge, 2012; Haridakis & Hanson, 2009; Kalpidou et al., 2011; Johnson & Knobloch-Westerwick, 2017). Het zou kunnen dat sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber pas vanaf een bepaalde mate van invloed zijn op het welbevinden van adolescente meisjes, maar dat de respondenten van deze studie niet aan deze mate voldoen. Voor vervolgonderzoek is het dus van belang om meer

adolescente meisjes die een aanzienlijk deel van hun tijd aan het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube besteden te ondervragen. Op deze manier wordt duidelijk of het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes verschilt tussen lichte, gemiddelde en zware kijkers.

Er bleek echter wel dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube een positieve voorspeller is van de sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber. Hoe meer adolescente meisjes op een gemiddelde dag naar mode, beauty en lifestyle vlogs kijken, hoe meer zij zich met hun favoriete YouTuber vergelijken en hoe

(28)

28

sterker de parasociale interactie met hun favoriete YouTuber is. Dit komt overeen met eerdere studies waaruit bleek dat sociale vergelijking en parasociale interactie met

mediafiguren toeneemt naarmate men meer aan deze personen wordt blootgesteld (Appel et al., 2016; Chen, 2016; Chou & Edge, 2012; Horton & Wohl, 1956; Lup et al., 2015). Ook bleek dat sociale vergelijking en parasociale interactie met elkaar samenhangen. Hoe sterker de parasociale interactie van adolescente meisjes met hun favoriete YouTuber is, hoe meer zij zichzelf met hun favoriete YouTuber vergelijken en andersom. De invloed van sociale vergelijking op welbevinden hangt af van de mate waarin personen als vrienden of als vreemden worden beschouwd. Sociale vergelijking met vrienden heeft een positiever effect op welbevinden dan sociale vergelijking met vreemden (Chou & Edge, 2012, Lup et al., 2015). Uit deze studie bleek dat YouTubers als vrienden worden beschouwd, dus werd er verwacht dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs via parasociale interactie en sociale vergelijking met YouTubers van positieve invloed zou zijn op het welbevinden van adolescente meisjes. Dit verband bleef echter uit, dus is het voor vervolgonderzoek van belang om na te gaan op welke factoren sociale vergelijking en parasociale interactie met de favoriete YouTuber mogelijk wel van invloed zijn. Hierbij is het verstandig om welbevinden te meten via specifieke deelaspecten. Gebaseerd op eerdere onderzoeken naar het verband tussen het gebruikmaken van content waarin uiterlijk en het leven van anderen centraal staat en het welbevinden van adolescente meisjes zou er in het vervolg kunnen worden

onderzocht wat het verband is tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs en bijvoorbeeld stemming, zelfvertrouwen, zelfbeeld, eenzaamheid of verbondenheid met anderen (bijv. Chou & Edge, 2012; Fardouly et al. 2015; Frison & Eggermont, 2016; Lup et al., 2015; Pittman & Reich, 2016; Valkenburg et al., 2006; Verduyn et al., 2017).

Al met al is dit onderzoek een waardevolle bijdrage aan zowel de maatschappelijke als wetenschappelijke kennis over het verband tussen het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube en het welbevinden van adolescente meisjes. Maatschappelijk gezien betekent dit onderzoek dat de media, ouders, docenten en gezondheidsprofessionals zich

(29)

29

voor nu geen zorgen hoeven te maken over de invloed van het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op het welbevinden adolescente meisjes. Wetenschappelijk gezien is dit

onderzoek een belangrijke toevoeging aan de kennis over het verband tussen het kijken naar vlogs op YouTube en het welbevinden van jongeren. Zo is duidelijk geworden dat hoe meer adolescente meisjes naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube kijken, hoe meer zij hun favoriete YouTubers als vrienden zien en hoe meer zij zich met YouTubers vergelijken. Ondanks dat het kijken naar mode, beauty en lifestyle vlogs op YouTube geen significante voorspeller van het welbevinden van adolescente meisjes blijkt, biedt deze studie een mooie opstap voor vervolgonderzoek naar dit actuele, maar tot dusver onderbelichte onderwerp. Zo is het in het vervolg van belang om te onderzoeken of er verschillen zijn in korte en lange termijn effecten van het kijken naar vlogs op het welbevinden van jongeren. Ook is het interessant om na te gaan of er verschillen zijn tussen lichte, gemiddelde en zware kijkers. Tot slot is het belangrijk om te onderzoeken op welke factoren het kijken naar vlogs op YouTube mogelijk wel van invloed is, via de sociale vergelijking en parasociale interactie met favoriete YouTubers zoals de in deze studie genoemde Anna, Mascha, Vera of Nikkie.

Referenties

Acar, A. (2008). Antecedents and consequences of online social networking behavior: The case of Facebook. Journal of Website Promotion, 3(1-2), 62-83.

Appel, H., Gerlach, A. L., & Crusius, J. (2016). The interplay between Facebook use, social comparison, envy, and depression. Current Opinion in Psychology, 9, 44-49.

Arnett, J. (2004): A longer road to adulthood. In: Emerging adulthood: The winding road

from late teens through the twenties (pp. 3-25). Oxford, UK: Oxford University Press.

Auter, P. J. (1992).TV that talks back: An experimental validation of a parasocial interaction scale. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 36(2), 173-181.

Bell, B. T., Lawton, R., & Dittmar, H. (2007). The impact of thin models in music videos on adolescent girls’ body dissatisfaction. Body Image, 4(2), 137-145.

(30)

30

Berryman, R., & Kavka, M. (2017). ‘I guess a lot of people see me as a big sister or a friend’: The role of intimacy in the celebrification of beauty vloggers. Journal of Gender

Studies, 26(3), 307-320.

Best, P., Manktelow, R., & Taylor, B. (2014). Online communication, social media and adolescent wellbeing: A systematic narrative review. Children and Youth Services

Review, 41, 27-36.

Birkeland, R., Thompson, J. K., Herbozo, S., Roehrig, M., Cafri, G., & Van den Berg, P. (2005). Media exposure, mood, and body image dissatisfaction: An experimental test of person versus product priming. Body Image, 2(1), 53-61.

Blattberg, E. (april, 2015). The demographics of YouTube in 5 charts. Digiday UK. Verkregen via https://digiday.com/media/demographics-youtube-5-charts/.

Boeije, H., ’t Hart, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.

Brown, W. J. (2015). Examining four processes of audience involvement with media personae: Transportation, parasocial interaction, identification, and worship.

Communication Theory, 25(3), 259-283.

Brown, J. D., & Bobkowski, P. S. (2011). Older and newer media: Patterns of use and effects on adolescents' health and well‐being. Journal of Research on Adolescence, 21(1), 95-113.

Buunk, B. P., & Ybema, J. F. (2003). Feeling bad, but satisfied: The effects of upward and downward comparison upon mood and marital satisfaction. British Journal of Social

Psychology, 42(4), 613-628.

Chan, K., & Prendergast, G. P. (2008). Social comparison, imitation of celebrity models and materialism among Chinese youth. International Journal of Advertising, 27(5), 799-826.

Chen, C. P. (2016). Forming digital self and parasocial relationships on YouTube. Journal of

(31)

31

Choi, G. Y., & Behm-Morawitz, E. (2017). Giving a new makeover to STEAM: Establishing YouTube beauty gurus as digital literacy educators through messages and effects on viewers. Computers in Human Behavior, 73, 80-91.

Chou, H. T. G., & Edge, N. (2012). ‘They are happier and having better lives than I am’: The impact of using Facebook on perceptions of others' lives. Cyberpsychology, Behavior,

and Social Networking, 15(2), 117-121.

Claessens, N., & Van den Bulck, H. (2015). Parasocial relationships with audiences’ favorite celebrities: The role of audience and celebrity characteristics in a representative Flemish sample. Communications, 40(1), 43-65.

Cocker, H. L., & Cronin, J. (2017). Charismatic authority and the YouTuber: Unpacking the new cults of personality. Marketing Theory, 17(4), 455-472.

Coyne, S. M., Padilla-Walker, L. M., & Howard, E. (2013). Emerging in a digital world: A decade review of media use, effects, and gratifications in emerging adulthood.

Emerging Adulthood, 1(2), 125-137.

Cunningham, S., & Craig, D. (2017). Being ‘really real’ on YouTube: Authenticity, community and brand culture in social media entertainment. Media International

Australia, 164(1), 71-81.

De Vries, D. A., Möller, A. M., Wieringa, M. S., Eigenraam, A. W., & Hamelink, K. (2017). Social comparison as the thief of joy: Emotional consequences of viewing

strangers’ Instagram posts. Media Psychology, 20, 1-24.

Durkin, S. J., & Paxton, S. J. (2002). Predictors of vulnerability to reduced body image satisfaction and psychological wellbeing in response to exposure to idealized female media images in adolescent girls. Journal of Psychosomatic Research, 53(5), 995-1005.

Ellison, N. B., Steinfield, C., & Lampe, C. (2007). The benefits of Facebook ‘friends’: Social capital and college students’ use of online social network sites. Journal of

ComputerMediated Communication, 12(4), 1143-1168.

(32)

32

Fardouly, J., Diedrichs, P. C., Vartanian, L. R., & Halliwell, E. (2015). Social comparisons on social media: The impact of Facebook on young women's body image concerns and mood. Body Image, 13, 38-45.

Feinstein, B. A., Hershenberg, R., Bhatia, V., Latack, J. A., Meuwly, N., & Davila, J. (2013). Negative social comparison on Facebook and depressive symptoms: Rumination as a mechanism. Psychology of Popular Media Culture, 2(3), 161-170.

Ferchaud, A., Grzeslo, J., Orme, S., & LaGroue, J. (2018). Parasocial attributes and YouTube personalities: Exploring content trends across the most subscribed YouTube channels. Computers in Human Behavior, 80, 88-96.

Fink, A. (2012). How to conduct surveys: A step-by-step guide. Los Angeles, CA: Sage Publications.

Frison, E., & Eggermont, S. (2016). Exploring the relationships between different types of Facebook use, perceived online social support, and adolescents’ depressed mood. Social Science Computer Review, 34(2), 153-171.

Gibbons, F. X., & Buunk, B. P. (1999). Individual differences in social comparison:

Development of a scale of social comparison orientation. Journal of Personality and

Social Psychology, 76(1), 129-142.

Gravetter, F. J., & Forzano, L. A. B. (2014). Research methods for the behavioral sciences. Hampshire, UK: Cengage Learning.

Haferkamp, N., & Krämer, N. C. (2011). Social comparison 2.0: Examining the effects of online profiles on social-networking sites. Cyberpsychology, Behavior, and Social

Networking, 14(5), 309-314.

Haridakis, P., & Hanson, G. (2009). Social interaction and co-viewing with YouTube: Blending mass communication reception and social connection. Journal of

Broadcasting & Electronic Media, 53(2), 317-335.

Harper, B., & Tiggemann, M. (2008). The effect of thin ideal media images on women’s self-objectification, mood, and body image. Sex Roles, 58(9-10), 649-657.

(33)

33

Horton, D., & Wohl, R. R. (1956). Mass communication and parasocial interaction: Observations on intimacy at a distance. Psychiatry, 19(3), 215-229.

Johnson, B. K., & Knobloch‐Westerwick, S. (2017). When misery avoids company: Selective social comparisons to photographic online profiles. Human Communication

Research, 43(1), 54-75.

Kalpidou, M., Costin, D., & Morris, J. (2011). The relationship between Facebook and the well-being of undergraduate college students. Cyberpsychology, Behavior, and Social

Networking, 14(4), 183-189.

Khan, M. L. (2017). Social media engagement: What motivates user participation and consumption on YouTube?. Computers in Human Behavior, 66, 236-247.

Kramer, A. D., Guillory, J. E., & Hancock, J. T. (2014). Experimental evidence of massive-scale emotional contagion through social networks. Proceedings of the National

Academy of Sciences, 111(24), 8788-8790.

López-Guimerà, G., Levine, M. P., Sánchez-Carracedo, D., & Fauquet, J. (2010). Influence of mass media on body image and eating disordered attitudes and behaviors in females: A review of effects and processes. Media Psychology, 13(4), 387-416. Lennox, R.D., & Wolfe, R.N. (1984) Revision of the self-monitoring scale. Journal of

Personality and Social Psychology, 46(6), 1349–1369.

Lin, R., & Utz, S. (2015). The emotional responses of browsing Facebook: Happiness, envy, and the role of tie strength. Computers in Human Behavior, 52, 29-38.

Lup, K., Trub, L., & Rosenthal, L. (2015). Instagram #instasad?: Exploring associations among Instagram use, depressive symptoms, negative social comparison, and strangers followed. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 18(5), 247-252.

Morris, M., & Anderson, E. (2015). ‘Charlie is so cool like’: Authenticity, popularity and inclusive masculinity on YouTube. Sociology, 49(6), 1200-1217.

Neugebauer, J., Ray, D. G., & Sassenberg, K. (2016). When being worse helps: The influence of upward social comparisons and knowledge awareness on learner

(34)

34

engagement and learning in peer-to-peer knowledge exchange. Learning and

Instruction, 44, 41-52.

Neumann, R., & Strack, F. (2000). ‘Mood contagion’: The automatic transfer of mood between persons. Journal of Personality and Social Psychology, 79(2), 211-223. NOS. (mei, 2017). Stiekem janken achter de filterfaçade van Insta. NOS op 3. Verkregen via

https://nos.nl/op3/artikel/2173996-stiekem-janken-achter-de-filterfacade-van-insta.html.

Oliver, M. B. (2002). Individual differences in media effects. In J. Bryant & D. Zillman (Eds.),

Media effects: Advances in theory and research (pp. 507–524). Mahwah, NJ:

Erlbaum.

Oliver, M. B., & Raney, A. A. (2011). Entertainment as pleasurable and meaningful: Identifying hedonic and eudaimonic motivations for entertainment consumption.

Journal of Communication, 61(5), 984-1004.

Pittman, M. (2015). Creating, consuming, and connecting: Examining the relationship between social media engagement and loneliness. The Journal of Social Media in

Society, 4(1), 66-98.

Pittman, M., & Reich, B. (2016). Social media and loneliness: Why an Instagram picture may be worth more than a thousand Twitter words. Computers in Human Behavior, 62, 155-167.

Rubin, R. B., & McHugh, M. P. (1987). Development of parasocial interaction relationships.

Journal of Broadcasting & Electronic Media, 31(3), 279-292.

Rubin, A. M., & Rubin, R. B. (1985). Interface of personal and mediated communication: A research agenda. Critical Studies in Media Communication, 2(1), 36-53.

Smith, D. (2014). Charlie is so ‘English’-like: Nationality and the branded celebrity person in the age of YouTube. Celebrity Studies, 5(3), 256-274.

Statista. (september, 2017). Annual beauty-related content views on YouTube from 2009 to 2017 (in billions). Verkregen via https://www.statista.com/statistics/294655/youtube-monthly-beauty-content-views/.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The advertising ombudsman, an assessment body with an indicative role in advertising, adopted the European industry document (in Sweden through KOHF) on

I was sorry for Ginger, but of course I knew very little then, and I thought most likely she made the worst of it; however, I found that as the weeks went on she grew much more

Evaluate the effectiveness of the literacy learning programme... What have

Ten opzichte van de vollegrond was de opbrengst hoger na teelt op 20 cm duinzandgrond, 10 en 20cm kokos/Vulcagrow, 10, 20 en 30cm kokos/veen en ook op de goot 30cm kokos/veen.. Dit

Deze bomen zijn niet voor niets in China, waar, zoals beschreven, een groot deel van de soorten van Magnolia's van nature voor- komen. Sinds de T’ang-dynastie (van 618-tot 907

Zachte katoen en jersey zijn ook prima geschikt voor grote maten en worden vaak gebruikt voor jassen, mantels en jurken.. De grote maten kleding valt hierdoor losjes om het

Vorig jaar werd met stelligheid door zowel de locale als provinciale overheid aan- gekondigd dat eind maart alles klaar zou zijn en het laatste stuk in de N201 voor het verkeer

Kortom, Het Beauty Dieet is dan wel niet helemaal mijn boek, ik denk dat het wel een goed boek is om mee te proberen je gewicht en lichaam de baas te worden.. Het is in ieder geval