Inzicht in aanpak geluidsbestrijding bij axiaalplunjerpompen.
Deel 2 : theoretische achtergronden betreffende de
geluidsproduktie in hydraulische pompen
Citation for published version (APA):
Hezemans, P. M. A. L., Schlösser, W. M. J., & Stulemeijer, I. P. J. M. (1980). Inzicht in aanpak geluidsbestrijding
bij axiaalplunjerpompen. Deel 2 : theoretische achtergronden betreffende de geluidsproduktie in hydraulische
pompen. Aandrijftechniek, 3(2), 82-87.
Document status and date:
Gepubliceerd: 01/01/1980
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be
important differences between the submitted version and the official published version of record. People
interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the
DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page
numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
S t u l e m e i j e r
l n z i c h t
i n a a n p a k
g e l u i d s b e s t r i i d i n g
bij axiaal
plunjerpom
pen (2)
Het derde deel wordt gepubliceerd in Aandrffiechniek 3/80.
P . M . A . L .
H e z e m a n s ,
Vakgroep A andriiftechniek,
P r o f .
d r . ir . W . M . J .
S c h l ó s s e r ,
Technische Hogeschool Eindhoven
In het eerste
deel van dit artikel, dat verschenen
is in Aandrijftechniek 1/E0, werd
beschreven
hoe geluid tot stand komt, hoe diÍ wordt waargenomen,
en
overge-bracht en werd ingegaan
op de excitatie in de geluidsgenerator.
In dit tweede deel wordt een msthematisch model geconstrueerd
voor de
over-dracht van de geluidsgenerstor
naar de geluidsstraler.
Vervolgens
wordt de
domi-nerende
krachtexcitatie
besproken
en wordt de systeemfunctie
behandeld.
Het derde en laatsÍe deel vsn dit aÍikel wordt gepubliceerd
in Aandrijftechniek
3/80.
Voor het eigenfrequentiebereik: ío1 < cr,l < co en met veronderstelling 4 41 kan men de k-de resonantiepiek bij k-de eigenfrequentie uit de È-de somterm van (9) bij benadering beoalen:
Mathematisch model voor de overdracht van de geluidsgenerator naar de geluidsstraler Als model voor de geluidsstraler van de axiaalplunjerpomp mag volgens [21] gekozen worden: een dunwandige, ronde cilinder die aan beide einden met schijfplaten is afge-sloten, zoals in aÍb. 13 is afgebeeld. Volgens [21] zou dif model drie verschillende vormen van eigentrillingen kunnen aannemen: Eerste uorm eigentilling: eigentrilling van ge-hele constructie in zijn lengte-asrichting, zie alb. 13a.
Tweede uorm eigentrillíng : eigentrilling van de aan de rand ingeklemde bovenschij[ zie aíb. 13b, overeenkomst met membraan van aÍb. 10.
Derde oorm eigentrilling: eigentrilling van de cilindermantel alleen, zie aÍb. l3c.
Wat alle drie de vormen van eigentrillingen betreft, geldt voor een trillend cilinderli-chaam volgens [25],[26]en [21]:
1 1 - a 2 E l Q : r o )
-
s-.m*f;
l@; - ary qV,54 1e1
: r y * 1 1 3
m " ;
= massa van de bovenschijf (kg); : massa van de cilinder (kg); : oppervlak van de buitenkant van
de bovenschijf (m2);
m* : massabelegging:p15-t (kgm-'); con : n-de eigenfrequentie (rad s-r);
(Dn
dempingsverhouding (dimensie-loos):
<p^(rà: eigenfunctie voor r:ror een be-paalde Besselfunctie, dimensieloos ; N n = 2 n m . l l E l Q ) . r . d r ;
Elke trilling mag volgens [25] worden voor-gesteld als een superpositie van eigentrillin-82
gen ofwel uitgedrukt in termen van een som van eigenfuncties g,, ..., p,. In tabel I treft men de numerieke waarden van 4 aan voor verschillende materialen.
Zetten we (9) (met bepaalde numerieke waar-den) graÍ'rsch uit, dan zien we in aÍb. 14 een verloop dat eerst tot de eerste eigenfrequen-tie stijgt en dan voorbij deze eigenfrequeneigenfrequen-tie vele resonantiepieken overeenkomstig de ho-gere eigenfrequenties vertoont. Terwille van de al vermelde eenvoud zal deze, grafiek ge-styleerd worden, waarbij het gehele frequen-tiebereid wordt gesplitst in twee gebieden : een laagfrequentiebereik met 0<co<cor, en een eigenfrequentiebereik met @1 <co<co met resonantiepieken er in.
Voor het laagfrequentiegebied: 0<a<a1 kan men (9) vereenvoudigen tot:
I 2 ) f = 4 k H z ^ | r , - 2
uí'1.":-,:
s.^ tr#r,
fr
l l
H r
ffi
b l f = 1 0 , 7 k H z ( 1 1 )waarmee alle pieken op de met de eigen-frequenties corresponderende plaatsen op de a;-as worden gezet. Echter in plaats daarvan kan gebruik worden gemaakt van een zg. overdrachtsfu4ctie'in de frequentiegemiddel-de' [25], die alï volgt wordt-gedehnieerd:
í f a à
u? : --- ' a b - @ a '- J u ,l u'da :
F ' 1- ['" a 2 E ^ ( r : r ) d u t t 1 ) \
:
;
+)."1T".{-aT+4'uflN"
\r4'
met cr4-co":frequentieband waarin min-stens vijf eigenfrequenties moeten zitten. Vol-gens [25] gaat (12) voor ry ( 1 over in:
uz - | a2 r. q.t(to) "F" - S./n. T+iz L /n4 N . n * n . . n r , . 2 t 1 I
( 1 0 )
H ? . :
l # l : { s . m f u T 4 a
( r 3
I l , u 2 - l ' l-" r -" - l F l
-met: m m " s m cs.
c ) f = 1 6 , 4 k H 2AÍb. 13. Enkele eigentrillingen uan een dunwandige, ronde cílinder die aan beide einden met schijfplaten is afgesloten.
geluidsbestrijding
1.,4iri!;*--,r--.
t ' ' a - ' / ' { ' - 4 0 ) < @ :n de rentie ering ( 1 1 ) igen-rp de rvan I zg. idel-t : q02AÍb. 15. Axiale en radíale uítrekkingen uan een gesloten hol-cilinder. AÍb. 16. Uitstralingsgraad o als functie uan de frequentie. 0,5 0.2 0,1
qos
(12) nin-Vol-80
60
40
20
í r 1 met: H3": overdrachtsfunctie in de freouentie-. gemiddelde; f , : E h 3 U 2 0 _ , . r ] l - ' ( k g m - 2 s - 2 ) : ë = elasticiteitsmodulus (kg m- t s-2): ft : dikte van de plaatwàná 1-;; l' : dwarscontractiemodulus(dimensie-loos ).
De rigoureíze afleidine van il3) uit il2) is te vinden in [25] en -[27] en wordi hier daarom niet geseven.
Met (10) .n ltit kan een 'gesryleerde' gra-Itek worden geconstrueerd. loujr t. ,i.i in alb. 14. Daarmee is de overdracht van de krachtexcitatie naar de geluidsuitstraling al_ vast'zichtbaar' gemaakt.
lgle.nt [2ll en [22] mogen we ons de ge-tutosurlstraling geconcentreerd denken in een zeer bepaalde plaats, nl. het sruk buiren-oppervlak .S.. waar de plunjerexcitatie lood_ recht op werkt. Het tolale-buitenoppervlak AandrijÍtechniek, 1 1 februari 19g0
S van het hydraulisch systeem mag dan terug-gebracht worden tot S-. Het is als volet ie verklaren:
De geluidsuitstraling vanuit het mantelop-pervlak van de cilinder is verwaarloosbaar klein t.o.v. die vanuit S., zoals een onder-staand gedachte-experiment toont :
De aan beide zijden afgesloten ronde hol-cilinder (een soort ketel), vertoont t.g.v. krachtexcitatie in de lengteasrichting bij lage frequenties twee soorten oppervlaktrillingen : een axiale- en een radiale trilling, zie aft:. 15.
Hier geldt:
ul f Ar l.ll2
- :t _ l
u l L Á / . r o
J
met
Ár : amplitude van de radiale trilling (m); Á/ : amplitude van de axiale trilling (m);'
o : + R k 2
: U F t'
m e t :
R : straal van cirkelvormige membraan ( m ) ;
6 : geluidssnelheid (ms- 1); ,f : frequentie in H4
en voor hoge frequenties:
( t 5 )
( 1 6 )
( 1 7 ) ( 1 4 )
a - 1
-De grens tussen (15) en (16) ligt op:
f ^ : c : a o
u D ' " R 2 n
De grafische afbeelding van o: o(a) is te zien in aÍb. 16.
lie
. 9
0,1 0,2 0,5 1 2
10 20 50 100 200 500 kHz
AJb. 14. Grafische weergaue uan (9), (10) en (13) in het frequentiedomein
5 k H z
o : frequentie van de trilling (rad s-r). Volgens Poisson voor dwarscontractie (met dwarscontractiemodulus r'):
Lr Ll R I gaat(14) over in:
u? [ n]'
- - t , ; l
U : L / J
of met numerieke waarden: /:120 mm. R : 5 0 m m e n r , : 0 , 3 :
+ : 0 , 0 1 s 6
Dit wil zeggen dat de geluidsuitstraling van-uit S- en die vanvan-uit het clindermantelopper-vlak S";1 zich verhouden als:
S" :0,0156 S"ir:zR2 :0,01 56' 2nRI:1 :0,075 Op grond van vervanging van ^! door ,S- zal de uitstralingsgraad o als volgt worden bere-kend. Voor een membraanoppervlak ter grootte van ,S- en met straal R geldt volgens [11], [25] en [32] voor lage frequenties:
1 1
H7
d B 1 4 0120
1 0 0
80 l-83Tenslotte mag er op worden gewezen dat in plaats van het tekenen van een gestyleerde grafiek een andere methode gevolgd kan wor-den, met name: eindige-elementenmethode (F.E.M.), met programmatalen: ASKA [28], FEMSYS [29]en STATAN [30].
Excitatiefunctie
We beperken ons hier tot de analyse van de in paragraaf 6 genoemde dominante kracht-excitatie. AÍb. 17 toont aan hoe deze exci tatie in wezen wordt samengesteld uit zeven afzonderlijke plunjerkrachten met als resul-taat: krachtwisselingen. Elke plunjer is gedu-rende ongeveer de helft van de asomwen-teling actief (commutatie-effect) en is telkens over een cirkelboog van2nZ-\ radialen ver-schoven (Z:aantal plunjers). De plunjer-kracht van de ide plunjer is het produkt van het plunjer-boringoppervlak Ao en de plunjerdruk p". In aÍb. 18 ztjn twee 'ge-meten' grafreken op elkaar afgebeeld: het drukverloop binnen in de plunjerruimte en de pompdruk po (systeemdruk). De analytische benadering van dit drukverlooP P.: p"(t'p"n) als functie van tijd r, pompdruk po en toerental n blijkt een niet-lineaire diffe-rentiaalvergelijking op te leveren [31], [33], [3a] die analytisch niet op te lossen is, tenzij èen beroep wordt gedaan op analoge en digi-tale rekenmachines. Niettegenstaande vele pogingen tot lineariseren of simplificeren daarvan in [16], [35] gaan we hier een bij-zondere ingreep toepassen, nl.: de Fourier-analyse van de signaaloverdracht [22]. Gemakshalve (lees: teneinde de Fourier-analyse hier zo eenvoudig mogelijk te doen verlopen) wordt hier het drukverloop als een trapeziumvormig verloop geïdealiseerd, zie aÍb. 19. De Fourieranalyse geeft voor dit drukverloop:
met:
po:drukver,schil over de pomp in K S ' m " S - :
br-:0 wegens de spiegelsymmetrische eigen-schappen van dit drukverloop, waarbij:
0 r : 0 -i n e
(20)
F 4 3 2 I F 1F 2
F 3
F 4F 5
wordt genomen.Wegens het wisselkarakter van de krachtexci-tatie zijn we geïnteresseerd in de somterm van ak, waarmee dan het totale wisselgedrag van alle plunjerkrachten wordt bepaald en wel volgens:
7 À
F : , 4 I I a , c o s k 0 , :
L L i = 1 k = 1
: ror^?{-
' ' 7 t L ,.?, k'a^; gi$
sin (jzck) cos (kcot+/r0o -i^r*l)
' l
(2r) F6
m e t : t _ t . -F : plunjeroppervlak in m2; mZ, m: integer : 1, 2, 3,. . .;resultante van de plunjerkrachten in Kgms -.
AJb. 17. Superpositie uan 7 afzonderlijke
plunjerkrachten. *r!-+i/&.-+ -+r,è i È-r,frb+-,:+/hà I p" -- pJl) : p,(at *2n Z + 0o) met: (
p" : druk in.de Plunjerruimte in k g ' m - ' ' s - ' ; 0 : hoekverdraaiing in rad; co : hoekfrequentie:2nn in rad's-t; n : toerental in om{s; Z : aantal plunjers; j : j-de plunjer; a : fasehoek in rad. De gevraagde Fourierreeks: p.: acJ*Za* cosk0t +Eb* sin/<0t met:
tijd + AJb. 18. Drukuerloop binnen een plunjerruimte, p":plunjerdruk, p"= pompdruk ( systeemdruk ).
0 , 1 0 , 2
0 , 5
1
2
5
1 0 1 6 k H z
Aft. 19. Geidealiseerd trapeziumuormig drukuerloop in de plunjeruuimte.
u - - ? f
" r " @ , ) d o 1 : e p o
( 1 8 )( 1e)
t o o t
1 0 0
d B
80
60
40
20
) r "
o , : í ) o p " ( 0 t ) c o s k d r d d t : 2 , :1.sin(fuek) s i n k Q . . k0, AandrilÍtechniek, 1 1 februari 1980L.
Resumerend kunnen we stellèn dat (22) het half-expliciete verband aangeeft tussen ener-zijds F, de excitatiewisselkracht en ander-zijds p, de pompdruk en a:2nn, het toeren-tal. In de volgende paragraaf zullen we zien hoe po en cr; bepaald kunnen worden. Systeemfunctie
Met de vraag:'waar halen we de pompdruk pD en pomptoerental cr-r vandaan?'komen we in aanraking met het eigenlijke begrip 'systeem' van het hydraulisch systeem.
Ge-makshalve nemen we aan dat dit bedoelde systeem een bepaalde schakeling heeft, zoals in aÍb. 22 te zien is. H.iervoor gelden de volgende systeemvergelijkingen in laplaceno-tatie:
Last:
h : Z t Q r (23)
Q,e
AÍb. 20. Fouríerlijnenspectrum uan een trapeziumuormige drukpuls.
AJb. 21. Vergelíjking uan de Fouríerlijnenspectra uan de kanteel- en tr ap e ziumuor mig e drukpul s.
Zr: lastimpedantie;
pr:drukverschil over de last in kgm- 15-:' 0r:volumestroom door de last in m3s-1. Leiding
[ p " l [ L ' , L r r f l p , f
l e ) : l r , , r , , ) le , )
(24)met:
L r r : c o s \ a l y c ' ) : Ltz: jZo! sin (rol7c- 1); L ^ : j ( Z o r ) - I s i n ( c o [ c - 1 ) ; L 2 2 : c o s \ @ l y c ' ) :
m e t :
co :frequentie in rad/s; / :leidinglengte in m;
6 :geluidssnelheid in hydraulische vloei-stof in m/s;
Zo :karakteristieke impedantie van de lei-d i n g ;
R :halve diameter van de leiding in m; v : kinematische viscositeit van de
hydrau-lische vloeistof in m2/s;
T : complexe constante, die uitsluitend van het dynamische Reynoldsgetal, Rr,-ráv-* afhangt en gelijk is aan:
AJb. ZZ. Hydraulisch sys,teem als poolmodel.
Volg_ens Helmholtz (zie paragraaf 3) nemen we alleen de amplituden àuarian, zoáat voor net constantbliivend toerental de over-drachtsfunctie Éoo tulOt:
l n I H _ : l r l _P , t
l E l
-:zA? | ï =4
'sin(he*)]
0z\
7t L "
k20-i ln afb 20 zien we de gemeren
Fourierlijnen-I fnegtra, aíkomstig uai ;-Zr1 en [22]. Wát de
1 tnvloed van het-toereÀnl .JZnh van de
,.|otP oO het lijnenspectrum betreft kan het
AÊ,andriiftechniek, 11 februari 19gO
o : ['
-2 r , ( i R [ -2 )
iRe,,.(;n,@)
l-'
ivolgende worden gezegd: doordat volgens (21) de eerste lijn overeenkomt met het toe-rcntal a:2nn, en de volgende lijnen met de hogere harmonischen die bij ro behoren, zal bij toenemend toerental het hele lijnenspec-trum naar rechts verschuiven.
Uit(22) kunnen we een bijzonder geval be-schouwen, nl. met fl:g wordt het drukver-loop kanteelvormig. In aÍb. 21 rvorden de Fourierlijnenspectra van de trapezium- en kanteelvormige drukverlopen ter vergelijking tegelijk opgenomen, waaruit voor hogere harmonischen een geluidsreductie verwacht mag worden indien de 'kanteel' wordt om-gezet in het 'trapezium' van aÍb. 19.
Ji:Besselfunctie van de eerste soort en i-de orde;
Voor -Rcolr'-*>3 mag men schrijven vol-gens [41]:
- i . |
2
I
t : t . - I - - r'
'
R , / i! !
( n , / i 9 \
-" ' r ' \ v " r ' / ? , ]0_ r
l l - *
ol^rE)"'
geluidsbestrijding
Elektro-motor Axiaal- plunjer-pomp Hydr. leiding Last À-85AxiaalplwlerPomP: êO..(a^) dO
0 " = ' = l ï ' - o ' . , o - - | ' p e - C r s p ,
0@, oPt
r" :
lY"(
lJ
q")
p,* B . a,* J su,
" t f t
me!:
pp :drukverrchil over de pomp in K g m ' s - ;
0o :volumestroom van de pomp m3s--1 : 0* :theoretische pompopbrengst in m3 s: I4z,r, : slagvolume van de pomp in m3/omw.; 0,- :lekstroom van de pomp in m3s t: Co :capactteit van de pomp in kg-1mas2;
C"" :coëfficient van de Coulomb-wrijving' (dimensieloos):
B : visceuze demping van de pomp in K g m - s ' r a d ^ ;
I :massatraagheidsmoment van de pomp in kgm2;
4 : draaimoment van de pomp ( K g m ' s ' J ;
s : Laplace opeÍator : ja.
Deze vergelijkingen zijn bijvoorbeeld te vin-den in [36], [37] en [38]. Hieruit vinvin-den we de gevraagde overdracht, de zg. systeem-functie: ae,n(ro)
, , - l p " l - l
ê %
|
n u ' o t , :
l . " ^ l : l z o ^ . l
' * P ' ' ; i ' + C o s + Y o , , ( s ) ' oppTengevolge van het feit. dat, als:
ia4Z:t' i(-o*"f : o)
(27)j t o . Z : ( k - ! ) n - l ( t n a t . n 9
* , o )
1 2 8 )
Í \ C l / '
waarbij:
u j p : t o e r e n t a l v a n d e p o m p i n r a d , s ; Z :aant?l verdringerelementen
(dimensie-loos);
a : geluidssnelheid in de vloeistof in m/s: / :leidinglengte in m;
j , k : i n t e g e r 1 , 2 , 3 , . . . ,
Cp :hydraulische (uitgangs)capaciteit van de pomp in kg- r ma s2;
Cr : totale hydraulische capaciteit van de ^ nR2l
l e l 0 l n g L t : ^ - ,p
É : compressibiliteitsmodulus van de vloei-stof en leidingwand in kgm - 1 s - ?. dan geraakt de vloeistofkolom in deze iei-ding (met afsluiter als Zo) in resonantie met als gevolg: drukgolfstoten naar de pomp ge-paard met drukgolfreflecties. In dat geval kunnen de drukvariaties een groot aantal eigentrillingen aannemen afhankelijk van de getallenT en k. Hoe groter dit aantal ei-gentrillingen, hoe groter de kans, dat êén (of meer) gedeelte(n) van het buitenoppervlak van het hydraulisch systeem in éên (of meer eigen-frequentie(s) worden aangeslagen
[16],
[3e],
[40],
[41]
enl42l.
Ten aanzien van formule (26) kunnen be-paalde bezwaren zodanig worden omschre-ven dat ons duidelijk zal worden dat hier door veie vereenvoudigingen en een bijzon-dere ingreep met de Fourierreeks ons een be-perkingmoetworden opgelegd: in het vervolg moeten werken met de stationaire waarden van pp en ar. De reden is dat de dyna-mische relatie tussen p", pe en rlo niet bepaald kan worden, maar wel dat de stationaire relatie daarvan met behulp van de fourier-reeks gevonden wordt, m.a.w. de fysische wisselwerking tussen p", pp en ap is hier niet aanwezrg.
De exacte bepaling van de overdrachtsfunctie Il,,o, samen met die van de overdrachts-functie Hr"F, is een verhaal apart, en daarom ook niet in dit artikel opgenomen. Voor de geïnteresseerde lezer zij daarom verwezen
naar [33], 136l,l44l en [a5].
[25] Cremer, L., M. Heckl and E. E.
Un-gar, Structure-Borne Sound, Springer-Verlag, Berlin, 1973.
[26] Corp. avl., Geràuscharme
Maschinen-teile: Die Entstehung von
Maschinengerciu-schen und konstruktive Massnahmen zu
ih-rer Verminderang. Forschungshefte
For-schungskuratorium Maschinenbau, Heft
2 6 , 1 9 7 4 .
[27] Harris and Crede, Shock and Vibrati-on Handbook, McGraw-Hill, New York, 1961.
[28] Schrem, 8., A short description of
AS-K1, ASKA UM 215, ISD-report, ISD,
Stuttgart 1975.
[29] Peters, F. J., On the implementotion
of an application oriented software system.
Int. Journal for Num. Meth. in
Enginee-ring, Vol. 14 (1979), blz. 1477-1497 ;
[30] Duda, M., e.a.
STATAN-Anwenderhandbuch. Hrsg.: TH Darmstadt
1974, Fachgebiet fiir Maschinenelemente
und Getriebe.
[31] Oswald, H., H. van Logten und W.
Gauss (Firma Brueninghaus Horb),
Ge-rriuschminderung von verstellbaren
Axial-kolbenpumpen und -motoren durch
Beein-flussung der
Druckanderungsgeschwindig-keit am Umsteuerslstert. Abschlussbericht
des BMFT-Forschungsvorhabens.
Univer-sitát Karlsruhe, april 1977.
[32] Skudrzijk, E., Die Grundlogen der
Akustik. Springer Verlag, Wenen, 1954.
[33] Yamaguchi, A., Studies on the
Cha-racteristics of Axial Plunger Pumps and Motors. Bulletin of ISME, 9 (1966), 34, blz. 305-327.
[34] Titscher, K.-H., Untersuchung von
Einflíissen auf den Druckverlauf in einem
Zylinder einer
Hochdruck-Hydraulik-Axialkolbenpumpe. Diss. RWTH Aachen, 1970.
[35] Kuipers, G. Kompressionsverluste in
Axi a I k o I be npumpe ( Berec hnun g eines op t
i-malen Sleuerspiegels), ólhydraulik und
Pneumatik, l7 (1973) 8, blz. 221-227.
[36] Feldman, D. G. Untersuchung des
dy-namischen Verhaltens hydrostatischer
An-triebe. Diss. T.U. Hannover, 1971.
[37] Hahmann, W., Das dynamische
Ver-halten hydrostotischer Antriebe mit
Servo-pumpe und ihr Einsatz in Regelkreisen. D i s s . T . H . A a c h e n 1 9 7 3 .
[38] Fischer, M., Der Einfluss der
Be-triebsparameter auÍ die dynamischen Eï
genschaften eines hydraulíschen Antriebes.
Wissenschaftliche ZS der TH
Karl-Marx-Stadt, 8 (1966) I, blz.2r-27.
[39] Willekens, F. A. M., Fluid Borne
Noi-se in Hydraulic Systems First European
Fluid Power Conference, National
Engi-neering Laboratory East Kilbride, 10-12 s e p t . 1 9 7 3 .
[40] Hoffmann, D. Entstehung von
Druckschwingungen in Fltissigkeitssriulen von Hydraulikanlagen. ólhydraulik und
Pneumatik, 19 (1975), 10, blz. 733-136.
[41] Brown, F.T., The Transient Response
of Fluid Lines. J. of Basic Engineering,
Trans. ASME (sept. 1964), blz. 589-598.
[42] Stulemeijer, I. P. J. M.,
Vorausbe-rechnung und Wege zur Verminderung des
Fltissig ke itssc ha I ls in einfachen
hydrostoti-schen Systemen, Forschungskuratorium
Maschinenbau e.V., Frankfurt a.M. (Nov.
19'79).
[43] Hoffmann, D. Die Drimpfung von
Fltissigkeitsschwingungen in
Olhydrauli-kleitungen. VDI-Forschungsberichte no.
575. VDI-Verlag, Dtisseldorf , l9'76.
[44] Martin, G., Einfluss
drehwinkelab-hc)ngiger Motorparameter auf das
stationci-re Betriebsverhalten von Hydromotostationci-ren.
Màschinenbautechnik, 2l (1972\ 5, blz.
L Z + Z 5 Z
-[45] Bowns, D.8., The dynamic choracte-ristics o"f a hydrostatic Transmission system, Proceeding of the Institution of Mechanical Engineers, Vol. 186 (1972)
(26)
met:
Y ^ , : L z ' Z ' , * L z z L r r Z b + L t 2
l0
(26) geeft voor de pomp t.a.v. de geluids-produktie enkele aanwijzingen over de aan-wezigheid van de mogelijke geluidsbronnen in het hydraulisch systeem:
1. Q* is in feite een pulserende vloeistof-stroom, die het gevolg is van de eindigheid van het aantal plunjers van een axiaal-plunjerpomp. Dit is uitsluitend bepaald door oe geometrische en kinematische confisuratie van deze pomp.
2. Q, steltèen niet-constante lekstroom voor tn de axiaalplunjerpomp ten gevolge van het feit. dar tldens eèn óm*etitetin! van de pompas de lekwegen en lekspleten in de tijd veranderen (de zg. lekgeométrie, die fysisóh en_krnematisch kan worden beïnvloed). 3. Wegens de bijdrage van yo,, dient het totale systeem, waartoe de axiaalplunjerpomp be_ hoort, zo compleet mogehlk omsóhreven te worden. De geluidsemissie gemeren aan deze pomp mag dan niet alleen- aan deze pomp worden toegeschreven; immers het is het to-tale systeem (hoe goed geïsoleerd de andere subsystemen t.o.v. lawaai ook mogen zijn), zodat met deze emissie het 'lawaa-i-sediaá; van he.t genoemde systeem wordt vast'gelegà. Lvte,n dtent verder te bedenken. dal tn Zoeen nydrostatische molor kan zitten met zijn vo_ lumestroom-, lekstroom-, belastingsvaiiaties en,compressibiliteitseffecten erbij.
'+. Hel.ls een bekend feit. dat de lengte van qe hydraulische hogedrukleiding het-gedrag van de drukvariaties in de vloeistof kan be_ tnvloeden.
AandrijÍtechniek, 1 1 februari 1980