• No results found

Archeologische terreininventarisatie aan de Meenseweg, te Zillebeke (gem. leper)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische terreininventarisatie aan de Meenseweg, te Zillebeke (gem. leper)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

',/

ARCHE07

INTERGEMEENTELIJl�E ARCHEOLOGISCHE DIENST

Archeologische terreininventarisatie aan de Meenseweg, te Zillebeke (gem.

leper)

Opdrachtgever: Project: Locatie plangebied: Datum: Auteur: Projectcode: Projectvondsten: Projectleider: Projectmedewerkers: Inleiding

archeologische terreininventarisatie naar aanleiding van de aanleg van

mestverwerkingsinstallatie langs de Meenseweg, te Zillebeke (gem. leper) -fase 1 Zillebeke, 16AFD, secA, nr(s) 107f

28 aug. 07

Dieter Demey

ZIME-07

Dieter Demey Vanwanzeele Patrick

Langs de Meenseweg en Begijnenbosstraat te Zillebeke werd een aanvang gemaakt met de realisatie van een mestverwerkingsinstallatie, met een totale oppervlak van circa 16.900 m2

. Bouwheer van het project is dhr. Dejaeghere Marnix (Meenseweg 443). Aangezien de realisatie van de mestverwerkingsinstallatie gepaard gaat met grondverzet en bodemingrepen, dreigen eventueel aanwezige archeologische sites ongedocumenteerd te worden vernield. Fase 1 van het archeologisch onderzoek heeft betrekking op perceel 107f, met een totale oppervlakte van circa 7.400 m2 (projectgebied).

Teneinde een zicht te krijgen op de eventuele aanwezigheid van archeologische sites en de dichtheid hiervan, drong de intergemeentelijke archeologische dienst ARCHEO7 erop aan dat verspreid over het plangebied een aantal proefsleuven zouden worden gegraven. Hierbij wordt de bovenste (ruime) halve meter van de bodem verwijderd, waardoor de archeologisch relevante niveaus zichtbaar worden. Via deze werkwijze kan snel en op een betrouwbare manier een inzicht worden bekomen op het archeologische potentieel van het gebied, kunnen eventuele knelpunten in kaart worden gebracht en kunnen gepaste maatregelen worden genomen, die moeten verhinderen dat waardevol archeologisch erfgoed ongedocumenteerd verloren gaat én die ervoor moeten zorgen dat de werf geen onverwachte vertraging oploopt.

De bouwheer gaf enkel toestemming voor proefsleuvenonderzoek op het centrale en oostelijke deel van het perceel. Op het westelijke eind van het perceel zullen verschillende mestopslagtanks worden gebouwd. De bouwheer acht het niet opportuun om de structuur van de ondergrond voorafgaande aan de bouw van de tanks aan te tasten.

De terreininventarisatie is op 28 augustus 2007 uitgevoerd door de intergemeentelijke archeologische dienst van de zuidelijke Westhoek, ARCHEO7

Methode

ARCHEO7 beschikte voor de duur van het onderzoek over een rupskraan met platte bak (BVBA Desot, Boezinge). Verspreid over het perceel 107f zijn in totaal 4 sleuven machinaal aangelegd. De proefsleuven zijn circa 120 tot 160cm diep, 2 meter breed en hebben een lengte die varieert tussen 16 en 80meter. Op die manier werd in totaal ruim 270 m open gegraven, goed voor circa 7 % van het totale projectgebied. De aanleg van de proefsleuven is voorafgegaan door een munitiescan door middel van metaaldetectie. Aanwezige sporen werden summier beschreven en ingetekend.

(2)

Resultaten

Het projectgebied situeert zich in het stroomdal van de Bellewaardebeek. De ondergrond bestaat er uit sterk gleyige (sterk siltige) klei zonder duidelijke profielvorming. Het projectgebied is gemiddeld één meter opgehoogd. De graszode van het oude loopvlak is goed geconserveerd onder het ophogingspakket. Het begraven loopvlak vertoont een grillig reliëf.

Verspreid over het projectgebied zijn verschillende onregelmatige bomkraters aangesneden. De gemiddelde doorsnede van de bomkraters bedraagt 250 cm.

In het projectgebied zijn vijf stuks onontplofte oorlogsmunitie gedetecteerd (transportmunitie of blindgangers): één Duitse 105 mm (howitzer)obus, één Mills handgranaat, één Duitse 155 mm obus en twee Britse 18 pond obussen.In de opvulling van de bomkraters zijn fragmenten van gedetoneerde obussen gevonden.

Tijdens de terreininventarisatie zijn geen archeologische sporen waargenomen uit perioden van voor de Eerste Wereldoorlog.

Samenvattend kan gesteld worden dat in het plangebied geen archeologische waarden werden aangetroffen die aanleiding vormen voor een archeologische (nood)opgraving en dat er dus geen verdere bezwaren ten aanzien van de bouwvergunning worden geformuleerd.

(3)

Zillebeke (gem. leper)

ZIME-07

CJ

Locatie proefsleuf (schematisch)

CJ

Projectgebied

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is een terrein van zeer hoge archeologische waarde (waarde 3) en waarvan bekend is dat daar resten van het Augusteïsche legerkamp (19–16 voor Chr.), twee legerplaatsen van

fout (betrouwbaarheid) van de stratificatieschatter ( ) is de wortel uit deze variantie en wordt op de volgende manier berekend. Op basis van het gemiddelde en de standaardfout

Door een hogere temperatuur aan te houden dan normaal kan de teelt worden versneld, waardoor er meer teelten per jaar uitgevoerd kunnen worden.. In een onderzoek met enkele gewassen

Mogelijke vorm: We brengen in beeld en verspreiden wat het platteland te bieden heeft aan rust, ruimte, kracht enzovoort, zoals lekkere streekproducten voor de culinair,

De kliffen zijn ook al ver voor de aanleg ontstaan, wat te zien is in de ontwikkeling van de JARKUS transecten (Figuur 3.2), waardoor het niet waarschijnlijk is dat ze door

Figuur 3.5 Gemiddelde looptijd (in dagen) van water dat ingelaten wordt via de Brouwerssluis en het doorlaatmiddel in de Philipsdam (NB: Eilanden en droogvallende delen hebben

Op het noordelijke gedeelte van het terrein werd verkennend archeologisch onderzoek uitgevoerd, waarbij geen steentijdresten werden aangetroffene. De laatste stap in

Wij hopen nog steeds ook in het Rijnmondgebied eens een nederzetting van deze mensen te vinden, zoals er de laatste jaren enkele bekend zijn geworden in de polder Oostelijk