• No results found

Pompstangkracht-metingen aan de "Tanzania"-pomp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pompstangkracht-metingen aan de "Tanzania"-pomp"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Citation for published version (APA):

Breugel, van, J. (1981). Pompstangkracht-metingen aan de "Tanzania"-pomp. (TU Eindhoven. Vakgr. Transportfysica : rapport; Vol. R-465-S). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1981

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

SISL.

TECHNISCHE

UNIVERSITEIT

I

~

IIII

*9305808*

EINDHOVEN

cfokumenfatiecenfrurn

bureau

I • onfwikkeJ!r;9$Sc;mcJ'~':cn:mJ

T.H. Eindhoven -

gebouW

0

DOCUM ENT ATIECENTRUM

80.::

-

THE. ~ '__'__:--~H"_>{...__.. ,... i c!Z:Gs.

IAR

II

PI,D'Z.

~---rAjf0 datum

I

I

130

rOlt

Pompstangkracht-metingen aan de "Tanzanian-pomp

J.

van Breugel

R 465-S

Verslag van een stage verricht bij de Windenergiegroep,

Vakgroep Transportfysica afd. Natuurkunde

Begeleiding: P. Smulders

A. Kragten

Technische Hogeschool Eindhoven

(3)

Samenvattine;

Op de T.R.E. wordt binnen de groep Transportfysica onderzoek gedaan aan windmolens voor irrigatiedoeleinden in de

ontwikkelingslanden.

Inzicht in de rendementsverliezen wordt verkregen door te kijken naar de optredende krachten in de aandrijfstang van de pomp.

Hiervoor is tijdens deze stage een methode getest om deze krachten te registreren.De hier gebruikte methode blijkt goed te voldoen, zowel wat reproduceerbaarheid als betrouwbaarheid betreft.

Uit de resultaten wordt een goed inzicht verkregen in het krachtenverlooD dat in de pompstang optreedt.

Een vergelijk met eenvoudige theoretische modellen laat zien

da~ deze modellen waarschijnli~kuitgebreid zullen moeten worden. Misschien kan uit de metingen de conclusie worden getrokken dnt

de windketels zoals die bij de pomp worden gebruiKt op dit

moment niet geheel aan hun bedoelde gedrag voldoen. Er zijn hier in het werkgebied nog duidelijk resonantieverschijnselen te onderscheiden.

(4)

3

-Inhoud

Samenvatting

Lijst van symbolen Inleiding

I.Theorie

1.1 Optredende krachten in pompstang 1.2 Hesonantiefrekwentie windketel II.Beschrijving testopstelling III.Meetmethoden 3.1 Rekstrookjes

3.2

Krukhoekmeter

3.3

Registratie

3.4

Wrijvingskrachten IV.Resultaten en verwerking V.Discussie en conclusies Literatuuropgave Appendix A.IJking rekstrookbrug B.Foutbeschouwing krukhoekmeter C.Meetgrafiek wrijvingskracht D.Meetgrafieken pompstnngkrachten E.Meetwaarden F.Elasticiteitsco~ffici~ntpompstang G.Resonantiefrekwenties windketels H.Theoretische tabellen I.Grafieken meetresultaten J.Differentiaalvergelijking waterbeweging Blz. 2

4

5

6 10 11 12 13 14 14 16

19

21

(5)

Lijst van symbolen

D

(m) x d

(m)

x ( -2) F kg.m.s g (m.s-2)

H

(m)

k (kg.s-2) K (-,) L

(m)

m x (kg)

n

(s-1)

P

(

kg-.m-1.s

-2)

R

(m)

V (m'3) x 0< (-) O<s (-)

)..

(-)

fw

(kg.m-

3 )

t

(-)

w

(s-1)

Subscripts k p z Z Oppervlakte onderdeel x Diameter onderdeel x Dikte onderdeel x Kracht Versnelling zwaartekracht Opvoerhoogte stijfheid a.andrijving Thermodynamische exponent Lengte leidingen Massa onderdeel x Toerental rotor Druk Krukstraal Volume onderdeel x Krukhoek Klepsluithoek Weerstandscoefficient Dichtheid water Stromingsgetal Hoeksnelheid rotor Klep persklep zuigklep Zuiger

(6)

5

-Inleiding

In het kader VRn onderzoek naar mogelijkheden voor toepassing van windenergie voor irrigatiedoeleinden in d~ ontwikkelingslanden worden op de T.R.E. metingen verricht aan windmolena en pompen. Om enig inzicht te krijgen in de rendementsverliezen die

optreden bij het aandrijven van zoln pomp ia tijdens deze stage een meetmethode geteat om het krachtverloop dat in de aandrijfstang optreedt te meten en te registreren.

Deze krachten zijn reeds nan een binnenopstelling gemeten. De metingen die nu zijn gedaan zijn echter verricht aan een molen op het veld, een Tanzania-pomp aan-gedreven door een TRE-I/2-.rotor.

De metingen zullen worden vergeleken met eenvoudige theoretische modellen. Deze zijn alleen bedoeld ala een kwalitatieve beschrijving van de processen die er in de pomp en de pompa tang optreden.

(7)

To Theorie

Zoals reeds in de inleiding is vermeld wordt hier een mear

kalitatieve beschrijving van de processen beschreven. Ben precieze vergelijking met de metingen is daardoor niet zinvol.

De opstelling die bij de metingen is gebruikt wordt beschreven verderop in dit verslag.(Bl~.11) Voor het opstellen van de

vergelijkingen voIgt hieronder een schematische tekening van deze opstelling:

Fig-.f Heetopstelling

---1.1 Optredende krachten in de pompstang

- Statische kracht t.g.v. een constante opvoerhoogte

De persklep in de zuiger heeft na zijn onderste dode punt (ODP) enige tijd nodig om weer te sluiten. Dit komt tot uiting in een klepslui thoek ()(s, een bepaalde stand Van de zuiger, wAarbij

(8)

Fig. 2 Statische kracht I

I

I

I

I

1 Fs a :tsct t' h= Iw() .g.H.Az

(1 )

- Wrijvingskrachten in de leidingen

Hierbij worden de aan en afvoerleidingen van de pomp ala gladde buizen beschouwd. De stroming in de leidingen is een turbulente stroming.

F " . =

~

•(LID) •

t.Pw •

:v

2 (2)

wr1Jv:tng I"

(v

is de gemiddelde snelhei d van het water in de leiding)

Fig.

3

Wrijvingskrachten

- Kracht t.g.v. het sluiten van de zuigklep

Dit model veronderstelt dat de romropstelling stijf is,

behalve de aandrijving zelf. nit houdt tevens in dat er geen rekening wordt gehouden met eventuele luchtbellen in het systeem.

(9)

C( ..

lLi t.2]

.

r.--'

F ts 00t ,max=W.R.sine< .vk.m""s

Fig.4 Stootkracht

[Li

t.1J

De klepaluithoek ~ kan ala voIgt worden benaderd: s A k• W eX .. arctan s TC.D k• vapl (Hierin is v I de spleetsnelheid) sp

Formule (4) is afgeleid voor een kwasie-stationaire situatie. Voor de theoretische spleetsnelheid geldt: [Li t.

~

v

=

r

2

oJ'

(m

k •

g-

f

w· Vk •

g)]

i

(

5)

spl

l

fw·Ak

Formule

(5)

is berekend voor vrij zwevende kleppen, dus zonder veer en zonder aanslag.

Voor het stromingsgetal~moet hier een waarde van 0,8 genomen worden. [Li t.

~

Bij een vergelijking van deze theorie en de gedane metingen wordt een gedrag van de persklep analoog aan de zuigklep verondersteld. Uit het verslag van

J.snoey[Lit.~

blijkt dit in een aantal situaties juist te zijn.

Uit bovenstaande voIgt voor F een verloop als funktie

stoot,m-ax vanwals voIgt:

(10)

9

-- Dynamische krachten t.g.v. het versnellen vn.n de waterrnassa

De heeveelheid water tussen de windketela is in fase met de

zu~ger. Dit vereorzaakt het volgende verloop:

'f:. '

t.'

.0.

~m1.

F

=

m.w2.R. cos 0<.

dyn

(6)

Fig.6 Dynamische kracht watermassa tussen windketels

De watermassa buiten de windketels is €lchter niet in fase met de zuig€lr. Voor dit systeem kan €len benaderingsmodel worden onq~o+~'~:

TLit.6]

r

U1

1----Fig.? Model voer waterbeweging

De demping die hier optreedt is €len kwadratische demping.(Appendix

J)

Hiervoor kan €len lin€laire b€lnadering gevonden worden. Veor €len

harmenisch ingangssiVlaal wordt dan als oplossing ~evenden €len v€lrgelijKing Van de vorm:

C 11 1

• (-2-2 -)

-.--=k m Wo-W +JW-m

. j f

• W = -, 0 m

Voor de kracht aan de ingang, hier dus de kracht die op de zuiger werkt, F

=

C(u2- u

(11)

-

-

-

-Fig.8 Dynamische kracht

Het ingangssignaal, de beweging van de zui5er, is in werkelijkheid niet harmonisch. Zodoende moet er m.b.v. een Fourier-analyse

een sommatie van verschillende signalen geconstrueerd worden om een theoretisch beeld van de dynamische kracht te krijgen.

1.2 Resonantiefrekwentie

Voor de resonantiefrekwenties van de windketels geldt:

K.A.P

Pw.

V. L

(8)

Hierin is: A doorsnede-oppervlakte leiding P gemiddelde druk in de windketel V gerniddeld volume in de windketel

(12)

II.Testopstelling

De metingen zl.Jn verricht aen een TA.nzania-pomp aHneedreven door de TH~-I/2 rotor.

Een ui tvoerige beschrijving van deze pomp is te vinden in [Li t.

4J

De pomp heeft vrij bewegende vlakke kleppen met een maximale lichthoogte. van

5

mm.

De persklep heeft een lekgaatje Van

3

rom

¢.

In de zuigklep bevindt zich een sproeier met een doornede van

0,5

mm, die lucht aanzuigt van buiten.

De pomp is voorzien van een zuigwindketel en een perswindketel. De slag van de zuiger is ingesteld op

5

em.

De pershoogte is

5

m, terwijl de zuighoogte in deze opstelling

1 m is.

(13)

I I I . Meetmethoden

3.1 Rekstrookjes

Voor het meten va.n de pompstAllgkrachten word t gebrl.lik gemaA.kt va.n

rekstrookjes. Deze zijn in een temperatuur-gecompenseerde brugschakeling aangesloten.

Hiervoor zijn ze op een speciaal tussenstuk geplakt dat ter plaatse een dunnere wand heeft en zodoende een grotere weerstandsverandering van de strookjes veroorzaakt.

(Dit koppelstuk met strookjes is dezelfde ala gebruikt is door P.v.d.Does[Lito2] )

\'"t.k \.. 5

i:roolo\

Je~

koC3e.l-~e.~'c~i

Fig. Koppelstuk voor rekstrookjes

Dit koppelstuk bevat een kogelgewricht om zijdelingse krachten te elimineren. Zodoende worden zuivere trekkrachten gemeten.

(14)

' 13

-De weerstandsverandering van de rekstrookjes wordt m.b.v. een

rekstrookbrug omgezet in een spnnningsverandering. Deze spanning is evenredig met de relatieve uitwijking in de lengterichting VRn de pompstRng. Deze ui twij:-;:ing is op zijn beurt volgens de wet VRn Hooke evenredig met de optredende trekkracht in de stang.

Hierdoor wordt de spanning aan de uitgang van de rekstrookbrug evenredig met de pomps tangkrach t.

De gebruikte rekstrookbrug is van het type

"Straingauge instrument 581 TINH" , Automation Industries BV Peekel Division. Carrier 5.000 Hz.

Deze heeft een frekwentiebereik van 0 - 1.600 Hz

(-3

dB). IJking van het instrument levert het volgende resultaat: Bereik

30jUR

-+ 1

V

komt overeen met

333

±

15 N

(5%)

( 1 V is steeds de volle schaaluitslag op ieder bereik) Zie voor de ijkprocedure en ijkgrafiek appendix A.

3.2

Krukhoekmeter

De pompstangkrachten worden gemeten als funktie van de stand van de kruk op de rotor.

Hiervoor is een instrument gemaakt dat de krukhoek aaneeeft t.o.v.-een vast referentiepunt.

Een schijf met sleuven om de 30° is op de rotor-as .gemonteerd. Deze schijf loopt door een fotocel. Deze geeft zodoende om de

30°

een puIs af.

(15)

Om de van de cel afkomstige signalen in een rechthoekige puls om te zetten is de volgende schakeling gebouwd en achter de cel aangeslo ten:

~~.----.---r---(I---~O

+5 V

Fig. Fotocelschakeling

Eenzelfde opstelling op de rotor-as is gemaakt om een referentie-punt te verkrijgen. Hiervoor is er echter maar een sleuf in de schijf gemaakt. Deze 1cl.atste schijf wordt zo afgesteld dat het ODP wordt gemarkeerd. Dit gaat op 10 nauwkeurig (Zie appendix B).

Dit signaal wordt gebruikt om de hierna te bespreken transient-recorder op te triggeren.

3.3

Registratie

Voor het vastleggen van de signalen afkomstig van de rekstrook-apparatuur en de krukhoekmeter wordt gebruik gemaakt van een

transientrecorder. Deze sample-t ne ingangssignalen en slaat ze op in een geheugen, om ze daarna in een vertraagd tempo weer aan de uitgang af te geven. De gebrutkte apparatuur hiervoor is de

Biomation 2805 Master. Deze kan tegelijkertijd twee ingangssignalen verwerken op eenzelfde triggerpuls. De signal en woC'den echter

na elkaar sfgegeven, en zodoende ook achter elkaar op een schrijver geregistreerd.

3.4

Wrijvingskrachten

Als de pomp in bedrijf is met zeer lagewwerken de volgende krachten op de pompstang:

Tijdens omhooggaande slag Tijdens neergaande slag

Fop= () .g.H.A...+Iw

(m

.g - () .V.Z.g) + F

~z z Iw w,op

F =

(m..

g () V •g) + F

(16)

15

-F resp. F z1Jn hier de zuiger en afdichtingswrijvingen

w,op w,neer

van de zuiger tijdens de opgaande rasp. neer::!:aande beweging hiervan. Aangenomen dat deze wrijvingskrachten van de opgaande en neergaande beweging van dezelfde ordegrootte zijn voIgt er voar de grootte hiervan:

FW,op.,Fw,neer_1; (F.. op- )wD.g.H.AZ-Fneer)

Door nu met de hand de rotor langzaam

(w

<:;'

0,3

rad/s) rond te

bewegen en het signaal van de rekstrookbrug te registreren zou hieruit de wrijvingskracht bepaald kunnen worden. (Zie Appendix C)

De geregistreerde grafiek geeft echter aanleiding tot de veronderstelling dat de hier bedoelde wrijvingskrFtchten te verwaarlozen zijn.

Zodoende zal in het vervolg bij de metingen het krachtniveau tijdens de neergaande beweging als nulniveFtu worden genomen.

(17)

IV. Resultaten en v&rwerking

De oorspronkeli~ke rneetgrafieken zijn Ris een nparte bijlnee bij hat verslag toegevoegd. GeHchreven kopie~n hiervan ziJn te vinden in Appendix D.

Uit deze grafieken zlJn de volgende gegevens hetrokken: (Zie voor toelichting Fig.13)

- Het toerental n wordt berekend uit de afstand tUBsen twee pulsen van de krukhoekmeter.

- De nasluithoek ~s, p van de nersklep in de zuiger wordt berekend

~

uit de afstand tussen het ODP en het moment VRn optreden van de

maxima~e stootkracht.

- De nasI ui thoek 0< van de zuiek1'ep in de voet word t berekend s,z

ui t de afstand tussen het BDP en het moment van IJptreden VA.n de IDl'lximale uitsiag van de dan optredende trilling.

- De stootkracht F t t veroorzaakt door het sluiten Van de persklep

s 00

op het moment ~ wordt uit de grafieken gehnald m.b.v. de s,p

benadering Fstoot= ~ (l<'1 - F2 - 6..F). Zie voor de betekenis van de grootheden Fig.13.

- De totale kracht Fo( OD het moment ~s p kan direkt uit de ~rafiek<;)

s p ,

afgelezen worden. '

- De maximale optredende kracht tijdens een hele omwenteling F max Kan ook direkt uit de grafiek worden gehaald.

De resultaten van bovenst8.ande handelingen zlJn opgenomen in Appendix E. Het toerental behorende bij een bepaalde grootheid is ook steeds gemeten op het moment dat deze grootbeid optreedt. De gegevens uit deze tabellen zijn op hun beurt weer uitgezet

in grafieken.(Zie Appendix

r)

De berekende grafieken worden als voIgt gekonstrueerd:

eX voIgt ui t formule (4) op blz.8.

s,~

- Vooro< wordt zoals eerder vermeld dezelfde benadering genomen s,p

ais voor ()( s,z

(18)

11

-)( mm

- - - - -.... 1

em

==

'30'At

sec:.

tAt"

s

~.VV'lf\e-

','1'\

tev-va

l )

0($,"2

(19)

- F t t voIgt uit formule (3) blz.8i Voor ~ is hier de gemeten

S 00 S

wRarde genomen om te voorkomen dat hier twee fouten tegelijkertijd zouden optreden.

- F t t's a lach is hier de kracht tog.v. de konstante opvoerhooe;te (Formule (1) bIz.1) .n de wrijvingskracht die in de leidingen optreedt (Formule (2) blz.1).

- De grafiek van

"F

t t" h + F t ttl bevat de theoretische kromme

s a lSC S 00

voor F ts at' h en de gemeter. waarden voor F t t' omdat deze laatsten

laC a 00

teveel afwijken Ven de berel<:eningen om een verder vergelijk nag zinvol te maken.

De dynamische kracht is niet kwantitatief berekend. Hiervoor moet de differentiaalvergelijking Van het massa-veer-systeem Van de windketels met leidingen opgelost worden. Hieruit voIgt dun een

theoretisch verloop van aIle optredende krachten.

Een afleiding voor deze differentiaalvergelijking is opgenomen in Appendix J.

(20)

19

-V. Discussie en conclusies

Ais belangrijkste resul ta,at van deze stage kiln worden gezegd aat de meetmetherle zoals die hier gehanteerd is voldoet en zeer bruikbare resultaten oplevert.

Een vergelijking van de meete;rn.fieken onderling geeft een zeer goedR reproduceerbaarheid te zien.

Een vergelijk van de Eletineen met de hier gehanteerde theoretische modellen moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren.

De theoretische benaderingen voor ~ voldoenzoBls te verwachten s

W88 slechta in een beperkt domein aan de gemeten wRarden.

Bij de afleiding Van de theorie is namelijk eeen rekening gehouden me t resonnntieverschijnselen, zoal s die bij lugeW optreden. Hierdoor lijkt deze benadering aIleen te gebruiken voor W>2 rad/s.

Voor lage W voldoet de berekende waarde va.n. £0'st t HA.n de gemeten

00

wRarden. Er is een kleine faktor verschil, die kan zitten in een

te ideale berekening van k, zonder rekening te houden met bijvoorbeeld de speling in de koppeling bij de pendel van de molen.

Voor grote W (n>2) echter gnat de theorie opvallend afwijken van de metingen. Dit kan een gevolg zijn van de demping van de kleppen door de luchtbellen die door de sproeier van buitenaf aangezogen wordenj Dit zal in de toekomst kunnen worden aangetoond door aAnvullende metingen waarbij de luchtaanzuiging wordt afgesloten.

Het totale krachtverloop F~ laat duidelijk resonantieverschijnselen zien veor l11.ge W. Dit WaS s,p met de theorie voor de dynanische

krach took wel te verwach ten. Ech ter de resonnntiefrekwenties VA.n de windketels liggen bij n = 0,36 en n'= 0,26 voor res~. de zuig-en de perswindketel, berekzuig-end volezuig-ens formule (8).(Zie Appzuig-endix G) Hierdoor werd in het werkgebied geen invloed van deze resonantie meer verwacht.

De overiee niveaus V~l het krachtverloop liggen beduidend hoger dan met de berekeningen zou worden verkregen. Blij~baar zijn er nog andere effekten werkzaam of is de wrijvingskracht in de leidingen

(21)

of elders aanmerkeli,jk hoger dan in eerste instantie te verwachten is. Deze wrijvingskrachten in rie leidingen zou hiervoor apart gemeten moeten worden om hierover verdere uitspraken te doen.

In ieder geval funeeren de windketels nog niet feilloos. Het lijkt of de resonantiefrekwenties in ,.erkelijkheid hager liggen dim hierboven is berekend, en zodoende nog duidelijke invloeden hebben in het

werkgebied van de molen.

Het is gewenst am alvorens verdere konklusies uit de hier gedane metingen te trekken, het windketel/leiding-systeem welke laatste als een kwadratische demping funktioneert kwnntitatief te berekenen.

Het is verder zinvol om meer metingen te verrichten in het gebied n<2, om zodoende de gevolgen van de resonantieverschijselen

nauwkeurig te kunnen bestuderen.

Ook kan zoals 801 eerder gezegd is worden gemeten bij een gesloten, of ander formaat sproeier, am de mate van demping hiervan te

kunnen bekijken.

Verder is het belangrijk de wrijvingskrach ten val; het water in de aan- en afvoerleidingen. en de pomp vooral apart te meten, omdat deze waarschijnlijk een erg groot aandeel hebben in de optredende krachten in het systeem.

(22)

Literatuur

[11 Does, P. v.d.

Metingen van klepsluittijden van de Tunesiepomp

Intern rapport THE R 424-D 1980

[21

Does, P. v.d.

Metingen van pompstangkrachten aan de Tunesiepomp

Intern rapport TH~ R 442-D 1980

[31 Eyck,

J.

v.

Machine dynamics and vibrations

Sri Lanka 1979

(4] Kragten, A.

Building instructions for the piston pomp "TANZANIA"

Intern rapport THE R 454-D 1980

[51 Potma, T.

Rekstrookjesmeettechniek

Eindhoven 1966

(61 Snoeij, J.

Dynamisch gedrag van vrije kleppen in zuigerpompen

(23)
(24)

-·,A.1-A. IJking rekstraakbrug

!'letingen' a:,

het

bereik van

30

tR

m (kg)

F

(N)

u

(V)

10,54

+

0,01

103,4 .!. 0,1

0,30.!. 0,02

14,75

144,6

0,43

20,06

196,7

0,58

25,68

251,8

0,74

.::!:

0,04

29,92 .

293,4

0,88

Bavenstaande waarden zijn uitgezet in een grafiek (Zie blz. A.2) Hieruit valgt dan als ijkwaarde :

[

Bereik

Bereik

1000 fAR :

1 V

==

333

.::!: 1

5

n

(

5~~)

(25)

.. =i·

l·_.

f

z

tr

o

8

-8

N

-

o

..

-

=~--=~:-

---

::=:~---­ f'-..,;c"':': •~-t::::-=

F=-- ': _

.- . .::- -.=-r=::=-r=-=

~--=r:

t--:-..:. -

-=--+----""-:t·,

>::-i·"::t:.

. :...

r;'

~:. :. c=.:--:~

#=-:-:

~::f:-::= :~::1=:: ..; :. -;.;. ._

...

:::::~~iio:::r :.E. __ ,-=r:e' .~=.t=::~ cc~j--=:- • i=.=t:c . . c-_-=---:-~ c E:c".. c-_-=---:-~ .::. - ~: rC-::k--:-: ~i-- ::--=':=!==~:l:-=-j:::--~:::~~ ~ .: t::~=~cf~ -~ :~

r::

C'=="":'-' -: '_~:F:_=~:-E-

=]-:::::::4::-:::

c:.=:§ -f--- -f--'1-. ~.~ --- -- ;c ·~I7::::r=-::r::::~2:-

;:.c.t

:~-l=: :j-': =-:-- -t--- • fCC:::+--· ··--F:-:~

.:::::f.:>

::::~~~~J:::. i-:-~ fOe:: -:-F:,:

·:I-'::F:-:::~:::t:=-:·::··,c.:-~: -: 1---c-- ::Jc_-=F=:: . __

:=--

_:·-,t= :~C::F-'_~~:,:±~I-'::S:=:t-:::c I::::: - --'I--- _. -1= ~-:-I---. :=

= -:

J§8:-

_.

_::::f-cc. :::::::~::

. -_. 1=. i='lIi =

.-:: _::_ --.

- :::.t_

1-''':' ....=,;:,~

=-:.:.::::.

~-

=-=.

-~-:~-:-: --.I::::::~: ==.1-'= ::':'.1-'-= :::~-. i:::=~::f==C:F=:':2--:~~:.__ :+;:' ':1 ::-c c = . - ~:. -::~-::'-:::

'=::

'==~ I::::=c ::':~

< --- -..,.::-:

·~:t:~::...=.

r:---.

;;'.:-~ == ~:. _--:-::~ :c..:-:L~e-:-"~ :~<:::-::'

co:: ::::

-::]-=:: :::::::

.. - .:::f::': ...-F: ._ ...,.. ._. .:-_-:::;:: ::::~: ::. f-::-'_.-f::'---r::-~ =-.:::1-'-:::: ,:.: -::-

=-::...: :.:'\

:C. -..::: --: :

·-'1:'::

::~:-::: ,::+=-= :

:L-

-.:_=-'_:~~t-=:.__ :::.:_'-r-:~'-:: -::l~~::I::··::t

.-

=+.

_

. : : .•.+-~--t:=_ -.::: _t=::

r.o:::

.::

1-:::t---::- :·:'f--=~:::2:::+-:~::_ :-~

t:-=:t-:

. I ' k - - . : .r=

:-::=::::J:

...

:'::f?:jl~:: :.:==

-.r::::.h-:;

::;::1-::

~::::.:::t:::::\: =::' - -.- ::: :::: •.... f· _

-c=V::

:::'-~:

- ,..

-~'

.. ,

: : : : : ::~, __ -+-- ..::1=: . - ::::::'§:-==.~

L-

:::±'- .:~.::.: "'~',,-:~E£::

'71-

.f" r~_·_ • • ._ , ~ ~ _..Le . : - t = : =c:;:: :;..:-1---- . : ,=~:::=

.-=-=::_

t-:=-- :',_ .:::

:::J'

:2=~t· ":~:

_

~r

-, ,: :

~::~·:t::: Ie:::::!

::::::::

'::?+::=~:;-:~~:::: ::~~

:: - '.:

I~

::.::£=

;:;·::c:-:'~

':cc ::.:

:::~:j:::, :l--,c= :: 1=:'=1 -- : ~:.::~ : :F::

: :::::

:~::

'.c:

::~:::::~~ .~~ ::::~~::;::::

:..-

-:=-= :.. :::::_::~ 'J~:~::;L::lc:::;r

-:-=r:

:c_L

:.:-.c".:

~:;. .::~"

e-Lf ..

J;;~ "C8~.'-C;~ .~ •.••.•

"":,c

....1' ';;-

~. ,~T

~··T '=~ ~\:'~

,::: ::.-:.:-..1:::

,::c

o:.:~:::-t:c:::':

- 1 : : : : 1 ' : ' · .

-_.'-~' :~ft,~:~::

(26)

- B.1

-B. Foutbe.schouwing krukhoekmeter

De fout in de bepRling van het Onderste Dode Punt (ODP) van de

zui~er wordt voornamelij~ 1epaald door de breedte VRn de spleet

in de meetschijf. Het instellen van de kruk op het ODP is namelijk geen probleem en kRn nauwkeurig gebeuren.

De maximale fout die door de spleet wordt veroorzaakt bedraagt:

dikte spleet 0,8 mm

afstand spleet-middelpunt 30 mm

d

+==:::::t

Hieruit voIgt dan Ad.=

~

= 0,0267 rad :;;

1,5

0

Verder wordt bij de hoekbepaling steeds eenzelfde.fout eemaakt van

1,5 0,

zodRt voor de absolute bepaling van de stand van de kruk

(27)

r

' ;

-o

o o

-o

o

(28)

- D.1

-D. Meetgrafieken

Bij de metinEen is steeds de instelling Van de registratie en meetapparatuur als voIgt:

Rekstrookbrue; bereik 300

fR

1,5 V - gauge 2,00 Transientrecorder bereik "F" 2 V

bereik

"0<."

5

V

(De SRmple-intervallen z~Jn steeds bij de metingen afzonderlijk vermeld)

Schrijver bereik "Fit 2 V

Bereik "exit 20 V

loopsnelheid 10 em/min

De hierna volgende grafieken zijn sleehts een gedeelte van de totaal gedane metingen. Ze zijn met 'de hand nagetekend.

(29)

t~

8

(30)

-~I

....

D.3

-o

o

°1

z

-~

...

(31)

o

o

(32)

...

+

I I I

o

D.5

(33)

-...

0"

o

o

(34)

-

0"

r

o

o

D.7

(35)

-1

o

(36)

E. Meetwaa.rden nODP( omw/s) 0<

(0)

...

l<'b<

(N) Meting nr. Fstoot(N) s,p s,p

191

°,

96 (,::.3%)

25 (.::3%)

56

°

(.:t57~) 3944('::57~)

185

1,2

16

530

2239

192

1,7

13

480

2505

192

1,9

18

750

3251

188

2,1

23

1070

3918

183

2,2

22

830

3218

184

2,9

28

1410

4984

186

3,0

28

1650

5303

187

4,0

32

1680

6449

181

4,6

35

1250

1009

189

4,7

38

1520

6636

182

5,3

37

1300

1702

(37)

Meting nr.

nBDP(omw/s)

~

,z

(0)

Fmax(N)

191

0,52

20

3944

" 185

1, 1

24

4231

192

1,7

23

4231

18;

2,1

22

4311

188

2,1

30

4871

186

3,1

31

5783

184

3,3

;2

5543

187

4,0

36

6609

,

189

4,6

38

6816

181

4,8

39

7489

182

5,6

44

8015

(38)

- F.1

-F. Berekening elasticiteitsco~ffici5ntpompstHng

Voor de elasticiteitscoefficient k geldt

waarin E. de elasticiteitsmodulus van het betreffende materiaal is.

~

De maten die voor de berekening zijn aangehouden bedragen: (Haten in mm)

'Ig

Iot~.,..a

1-

10

'3''''

1~WW\~

2.\'3

201 1ft\~l

l-8,

(39)

K

=

A

=

G. Berekening resonantiefrekwenties winuketels

Met behulp van de formule (8) op blz.10 worden de resonantie-frekwenties berekend van de zuigwindketel en vP.n de perswindketel:

Voor de zUigwindketel geldt:

K '" 1,4 A = 1,6. 10- 3 m2

5 /

2 P

=

0,9.10 N m

Pw '"

10

3

kg/m3 V

=

3,27.10-3 m3 L

=

12 m

Daaruit voIgt dan Wo = 2,27 ra,d/s

(n

= O~-36 omw/s)

VOQr de perswindketel zijn deze waarden:

1,4

-3

2 0,9.10 m

5

/

2 P

=

1,5.10 N m 10

3

kg/m3 -~ m3 5,42.10 /

13

m

WH8.ruit dan voIgt Wo

=

1,64 rad/s (n

=

0,26 omw/s)

(40)

---- H.1

-H. Theoretische tnbellen

1. De klers1ui thoek ~ vol:3't ui t formule (4), de volgende WI'l.Rroen worden hierin verwerkt:

A, 0,011 m2 K D k

=

0,12 m

jv\

=

0,8 m k

=

0,68 kg V k

-3

3

=

0,18.10 m

Hieruit voIgt dan 0( = arctan 0,16 n s

2.

De statische krRcht

F

voIgt uit formule

(1),

stat

met de volgende waarden:

H

=

6,0 m

A = 0,016 m2

z

volgt hieruit F -= 941 N

stat

3.

De wrijvingskrRcht in de leidingen F valet uit formule (2),

W

bovendien geldt:

( s

=

2.R )

met de volgende wRarden:

s = 0,05 m A 0,016 m2 z Dl,aanvoer = 0,045 m DI,Bfvoer = 0,030 m 2.10-6 m/s2

\J

L8,anvoer 12 m L afvoer 13 m (Viscositeitscoeff.)

(41)

4.

De staotkrRcht F t t wardt berekend d.m.v. formule

(7)

met s 00 de valgende WRRrden:

R

0,025

fa k

=

1,47.107

N/m m

11 kg

W

(Voor

~

wardt steeds de gemeten wRarde eenomen)

Dit geeft Fstoat

n(omw/a) ()(o)s F (N)w n(omw/a) F stoot(N)

0,5

4,6

42

0,96

810

1

9,1

141

1,2

660

1,5

13,5

284

1 ,7

765

2

17,7

4G6

1,9

1170

2,5

21,8

691

2,1

1640

3

25,6

952

2,2

1650

3,5

29,2

1236

2,9

2120

4

32,6

1540

3,0

2820

4,5

35,7

1940

4,0

4240

5

38,6

2380

4,6

5280

5,5

41,3

2750

4,7

5790

5,3

6380

(42)

~ ->--~, ----f::--===t~~~ ,,'-'-'-~ -~-- ,---I- ->- - - ----,-..:.:: ---..:= -- - :c~-- ~. - - ~--- -- -, - =t= .:::~::~'r-_:':---"::=7::: -~- -~ • - :':::--E:',:_:- .:-- -"--:E" :::.:.c.. :f=:- ','. _:- ::.: -_.: _::t:: .__ ~ ~_ _ _ _

::'1: .-

-~~--:-T C~ -- . .- - -.

- : t _ ·•.

~ :::::1-='C~ ~,~~ ,-_ -::c...C,_ :~~- ,---- 'C- --C:: . .--- -'~- '::t- :::'j.:.:: - :" -~-'::':,- _-_:.:: - + ~_

(43)

~-c--i:··

(44)

,....~ ... t •• - •.••• • • <_-0,,-• • -• ..-.... r-:::r= .. ::: :l-:=-cl--. - 1.

3

~. -t-. ..: ':..c:::..:.: : : - ~.+ .:+'~:::..:~;::~~.:~ ,\:::~£~,=~·:dl'r.>:l~.;:;d.:

.:

.:: co:: .::. . . . • . ..:.=,:-:-".. :~~~.J;:: I:-J~

..

~ ~-:':.

:=.L'.

::I\:.~ - : c · t ·l

.::::. __ 1--.'-: C---~. ~:.:...:. ~:...:...

't-::.

~:~:

:::: .::

::~~c;;::::L::· ;:,:':,::+::.::<

.

I .:1" ec::

;::1':":': ,:

:'±:.:~: ~

.. :=:--b:.:.L

~~:,<T::

':cl..-:-:-:. ,::c.:.::.~

1:-:-

r=.:" .

. -. -----.. .: 1=.-:

.. :. :.;;;

~:::.:.~:= ::~~ :"~;~:-~::::F~ ::.=C ~:~. ::: ••

:c:'

::::o~::

: : : c : \

;;;:\:c :

•.

:J-.

:::.:~.

:-=-

c·..., ..:...~::-::1-:::, •. ::

X::.;

:j..:::.: :.:

:"[\.c .::. ;::: ...

:-:::1

-

_. ~. :::..:::E: ..

::::= ..

F.:= .~::~-:= f. : - ::::F'-:-... . ~: :: +=:..:...:

--=-, ::-::....

=:

.--l=".. =: ==:: ::+ -:::: .:-.. -._...

__

.

F-_..-.. ==::-..:

:...=.;:=

:.1---... :.~._.. .... iC-.• _ •. I-:.--=t=:-.:-U:: .1==f:- _. _:.:: :::

r:-'.: .

N

. =

==

-lOr:'::: I--'- ~ -.~-t--::.. ... _... _ ... :f.:::- . -.~. .._ ..~

...-.: : -. ::;:

?:~:

.-::

:~;;::

:::.

£ .:-

~ =::.~.:-_

:::t=:

:.: ••::

~:

..:::: :;=-r=" .:.

.:~:::.

nr-:==: .::; :::

:··:i::::::':' ":.

... =

--

--. :.~. ~.~

--:::: :-...:..c. . . -. r.=: .:~ .:.+::: . __

(45)

._:;;

:::===

-: -:-::r-:=-...-:.-:.;.-:-:- -.... --:=-:f-~- :_ ____ ,'_::_: .-=:- f-:::::

--_=

_,----c---:-.: - : --::~=- =:.'~ e-' -= ,.:..::

,,-= ...

-'

~-=-:-:: ~::--/:

_:':__

:~

.::: "

- --::-: :1-' .

:-::::

If::;~:, - _ . ::?:::-·:.:::7' • ~~~:~=:

=; :.'

~-:;;-~;:.:-:, :--:::~Il'!!"r::::::::.-. -~ ~ ::::::--= : - I' __ . __ _.. _

2'~

bf£-

--. =-

--=

l '

--. i I - I ' - - -

-,

!'

:X-:-

.-. - - f - - · f - -'-1 __" ;-- == __,

-:=:=->..

, ,:-=._" I '--f==---'-'-'-C:"::-.- _c. :.:::.=::. c---:::=-~ : =:: .:- ==----_::~:.:;- -~

r=:

f-- ~ :C:. _:::_::c. -~~~~~~ -~ -: :::~ =::_ ::=Y'::-:7.-:

:,:.:e:=::= .

-fl- --::J~::~:' ,,--~;::~::i?i';;-

.

: ..::,•• +-- f---.~: -=:-====:.= -~~\,=::..----:-;:-- :C.:

-.:.

:~.;

----:::=-'\;c;.::; ~=::=, N

(46)

J.1

-J.

Differentiaalvergelijking voor de waterbeweging

De volgende vergelijkingen kunnen voor bovenstaande situatie worden opgesteld. Hierbij wordt de wrijving in de pompcilinder zelf

verwaarloosd t.o.v. de wrijving in de leiding,

6v.

P. - P

3

=

P'L1~

+p.g.L1

1-P

3

- P2

=

6V

2

ph:;!"bt

+ pg'h

2

vv

L

P

3

- P

4

=

fL3~

+ P,gL 3 +

A

3

rf

3

tpV;

OV

~~1

P

4 -

PatUi

fL

4

¥

+ P,g'h4 + 4 D

~P'~

4

Uit de vergelijkingen

(2),

(3) en (4) voIgt met de betrekkingen

( 1 )

(47)

P2 - Patm =

Voor de windketel zijn de volgende thermodynamische vergelijkingen op te stellen:

Adiabatisch d(P'V) "" a ; dP = -V-dVP

Y

dP = -PaVa1 dV

Lineairiseren hiervan geeft:

dP 1

~2dt

~

= -

Po

Va dV = - Pa

v

0

(Met

P2""

A2v2

=

AiVi - A

4

V

4)

Dus:

Het de beginvoorwaarde

levert dit de oplossing:

= 0

(48)

ERRATA behorende bij stageverslag R 465 S van J. van Breugel "Pompstangkracht-metingen aan de 'Tanzania'-pomp"

Blz.

7 Formule (2) moet zijn: F

w

12

13

Onder de figuren moet staan: "fig.

9",

"fig. 10"

Onder de figuur moet staan: "fig. II"

14 2e r~gel van onderen: "m "

z moet zijn: "m "Z

19

20

3e alinea regel 5: (n>2) moet zijn: "(n>2 omw/s)"

4e alinea regel 4:

"n

= 0,36 en n

=

0,26" moet zijn: "n = 0,36 omw/s en n

=

0,26 omw/s"

3

e

alinea regel 2: "n<2" moet zijn: "n<2 omw/s"

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oe achteruit- gang van de plantaardige produktie kan dan opgevangen worden door de verbouw van minder grassen en veevoer en meer granen, aardappelen en zomergroenten.. Het is

Toch kunnen juist de secundaire insecten erg gevaarlijk zijn omdat deze (in tegenstelling tot de primaire insecten) directe boomsterfte kunnen veroorzaken.. De meest

Allereerst wordt er voor elk cluster (combinatie bodem-Gt-gewas bij akkerbouw of combinatie bodem-Gt bij gras en maïs) een gemiddelde nitraat- concentratie berekend. Vervolgens

die zijn gemaakt. Zoals hiervoor aangehaald is Union niet onbekend met het fenomeen stakeholders. Jaarlijks organiseert Union een symposium met de al haar bekende

Deze fase is bedoeld om een eerste indruk te krijgen van het gebruik van de nieuwe methodiek bij alle instellingen, of medewerkers worden getraind, of het nut van het handboek

From the figure it follows that there is no significant effect on the cosmic ray intensities during solar minimum conditions but during solar maximum periods the 4.5 nT results are

cluding here is that possible changes in the heliopause (boundary) position over a solar cycle may lead to improved compatibility for solar maximum periods when the model results