• No results found

Geef maar GAS: de bestraffing van verkeersdelicten via GAS-boetes

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geef maar GAS: de bestraffing van verkeersdelicten via GAS-boetes"

Copied!
122
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEEF MAAR GAS:

DE

BESTRAFFING

VAN

VERKEERSDELICTEN VIA

GAS-BOETES

Aantal woorden: 43.485

Joke Delahaye

Studentennummer: 01607014

Promotor: Prof. dr. Philip Traest

Commissaris: Onno Vancoillie

Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de rechten. Academiejaar: 2019 – 2020

(2)
(3)

Voorwoord

Hier zit ik dan, vier jaar later, vol ongeloof. Aanbeland bij het opmaken van het sluitstuk van mijn vier jaar lang durende opleiding aan de rechtenfaculteit. Na het behalen van mijn bachelor bedrijfsmanagement was ik enorm getriggerd om mij verder te verdiepen in de juridische wereld en zo stelde ik mijn volgende doel: het behalen van een masterdiploma in de rechten. Dit waren de meest uitdagende, leerrijke en amusante jaren.

Als eerste betuig ik mijn oprechte dank aan mijn promotor, meneer Traest, voor het aanreiken van het interessante onderwerp waarbij ik constant geboeid bleef en nooit de interesse verloor. Bovendien wil ik hem ook bedanken voor het verder begeleiden bij het schrijven van mijn masterproef. Ook wil ik mijn commissaris, meneer Vancoillie, bedanken voor de begeleiding tijdens het schrijven.

Daarnaast wil ik mijn ouders bedanken die mij de kans geboden hebben om deze studie aan te vangen, alsook voor hun bijstand gedurende mijn hele studieloopbaan.

Tevens wil ik ook mijn vriend bedanken voor zijn onvoorwaardelijke steun en vertrouwen. De stap van een professionele bacheloropleiding naar een academische master is een grote stap en desondanks mijn onzekerheid is hij steeds in mij blijven geloven en heeft hij mij aangemoedigd om deze stap te zetten waarvoor enorme dank.

Als laatste wil ik ook mijn vrienden bedanken die mij hebben geholpen bij mijn masterproef door het nalezen ervan en door het zorgen voor de nodige ontspanning.

Veel leesplezier. Joke Delahaye

(4)
(5)

5

Inhoud

Voorwoord ... 3

Inleiding ...11

DEEL 1. Gemeentelijke administratieve sanctionering in België ...14

Hoofdstuk 1. Wetshistoriek en beloop ...14

Afdeling 1. Situatie vóór de wet van 13 mei 1999 ...14

Afdeling 2. Wet 13 mei 1999 ...15

Afdeling 3. Wetten van 7 mei 2004 en 17 juni 2004 ...17

Afdeling 4. Reparatiewet 20 juli 2005 ...19

Afdeling 5. Wet van 24 juni 2013...19

Hoofdstuk 2. Begrip ‘gemeentelijke administratieve sanctie’ en toepassingsgebied ...22

Afdeling 1. Begrip ...22

Afdeling 2. Toepassingsgebied wet gemeentelijke administratieve sancties ...22

Onderafdeling 1. Ratione personae ...22

Onderafdeling 2. Ratione materiae ...23

Onderafdeling 3. Ratione loci...23

Hoofdstuk 3. Verkeersgerelateerde overtredingen die voor GAS in aanmerking komen 24 Afdeling 1. Gesanctioneerde inbreuken inzake verkeer ...25

Onderafdeling 1. Gedepenaliseerde inbreuken betreffende het parkeren ...25

a. Parkeren in blauwe zone (zone met beperkte parkeertijd) ...26

b. Periode waarbinnen parkeerschijf moet worden gebruikt ...26

c. Maximum parkeerduur ...26

d. Verlaten parkeerplaats in blauwe zone ...27

e. Onjuiste aanduidingen of wijzigingen tijdens parkeerduur op de schijf ...27

f. Gebruik parkeerschijf buiten blauwe zone ...27

g. Parkeren waar parkeermeters of parkeerautomaten aanwezig zijn ...27

h. Gebruik van de parkeerschijf bij defecte parkeermeter of parkeerautomaat .27 i. Parkeren op plaatsen aangeduid met bepaalde verkeersborden ...28

(6)

6

k. Gebruik van een elektronische parkeerschijf ...28

Onderafdeling 2. Gemengde inbreuken betreffende het stilstaan en parkeren en betreffende inbreuken op bepalingen inzake de verkeersborden C3 en F103 ...29

Overtredingen van de eerste categorie ...31

a. Parkeerverbod binnen (woon)erven ...31

b. Parkeerverbod en stilstandverbod op verhoogde inrichtingen ...31

c. Parkeerverbod in voetgangerszone ...32

d. Parkeren of stilstaan rechts ten opzichte van rijrichting ...32

e. Parkeren of stilstaan op bermen ...32

f. Parkeren of stilstaan op de rijbaan ...32

g. Opstelling fietsen en tweewielige bromfietsen ...33

h. Opstelling motorfietsen ...33

i. Parkeerverbod waar het hinderlijk is of een duidelijk gevaar is ...33

Stilstaan en parkeren op plaatsen waar fietspad wordt opgereden of wordt verlaten ...33

Stilstaan en parkeren op/voor oversteekplaatsen ...34

Stilstaan en parkeren dichtbij kruispunten ...34

Stilstaan of parkeren bij verkeerslichten en op kruispunten ...34

Stilstaan en parkeren aan verkeerslichten buiten kruispunten ...34

Stilstaan en parkeren voor verkeersborden ...34

j. Parkeerverbod ...34

Dicht bij een ander voertuig ...35

Nabij een bord van autobus- trolleybus- of tramhalte ...35

Voor inrij van eigendommen ...35

Ten opzichte van buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen ...35

Waar verkeersbord B9 is aangebracht ...35

Op rijbaan met ingedeelde rijstroken ...35

Langs gele onderbroken streep ...35

Op rijbanen met tweerichtingsverkeer ...36

Op openbare weg met drie rijbanen ...36

Op openbare weg met twee rijbanen ...36

k. Verbod om onjuiste aanduidingen op de schijf te verrichten ...36

(7)

7

m. Parkeerverbod voor auto’s van meer dan 7,5 ton ...36

n. Parkeerverbod voor reclamevoertuigen ...36

o. Aanbrengen van parkeerkaart voor mensen met een handicap ...37

p. Niet in acht nemen van verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9 ...37

q. Niet in acht nemen verkeersbord E11 ...37

r. Parkeer- en stilstandverbod op verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken ....37

s. Parkeer- en stilstandverbod op markeringen ...37

t. Parkeer- en stilstandverbod op dambordmarkeringen ...37

u. Niet in acht nemen verkeersbord C3 ...37

v. Niet in acht nemen van verkeersbord F103 ...38

Overtredingen van de tweede categorie ...38

a. Parkeerverbod en stilstandverbod op autoweg ...38

b. Verboden om voertuig te laten stilstaan of parkeren op gevaarlijke of hinderlijke plaats ...38

Parkeren of stilstaan op trottoirs en verhoogde bermen ...38

Parkeren of stilstaan op fietspaden ...38

Parkeren of stilstaan op oversteekplaatsen ...38

Parkeren of stilstaan in onderbruggingen en in tunnels ...39

Parkeren en stilstaan in bocht op helling ...39

c. Parkeerverbod ...39

In omgeving van hindernis...39

Als doorgang van spoorvoertuigen gehinderd wordt ...39

Indien vrije doorgang beperkt ...39

d. Parkeerverbod op plaatsen voor mensen met een handicap ...39

Hoofdstuk 4. Bestuurlijke procedure voor gemeentelijke administratieve sanctionering in het verkeer ...40

Afdeling 1. Drie te onderscheiden procedures...41

Onderafdeling 1. Procedure voor de gedepenaliseerde inbreuken ...41

Onderafdeling 2. Procedure voor gemengde inbreuken inzake het stilstaan en parkeren ...46

(8)

8 Onderafdeling 3. Procedure voor inbreuken van de bepalingen inzake de verkeersborden C3 en F103, die uitsluitend met een automatisch werkend toestel zijn

vastgesteld ...50

Hoofdstuk 5. Implicaties van een mogelijke uitbreiding ...51

Afdeling 1. Implicaties inzake de vaststelling van overtredingen ...53

Onderafdeling 1. Vaststellingen van overtredingen binnen de gemeentelijke administratieve sanctionering ...53

Onderafdeling 2. Vaststellingen van overtredingen in het klassiek strafrecht ...56

Onderafdeling 3. Besluit ...59

Afdeling 2. Implicaties inzake bestraffing ...60

Onderafdeling 1. Bestraffing in het kader van de gemeentelijke administratieve sanctionering ...60

Onderafdeling 2. Bestraffing in het klassiek strafrecht ...67

Proces-verbaal van waarschuwing ...68

Onmiddellijke inning ...68

Minnelijke schikking ...71

Bevel tot betalen ...72

Procedure voor politierechtbank ...74

a. Vrijheidsberoving ...74

b. Straf onder elektronisch toezicht ...75

c. De werkstraf ...76

d. Autonome probatiestraf ...76

e. De geldboete ...77

f. Verval van het recht tot sturen ...78

Onmiddellijke intrekking ...81 Tijdelijk rijverbod ...83 g. Immobilisering ...85 h. (bijzondere) Verbeurdverklaring ...85 i. Alcoholslot ...86 Onderafdeling 3. Besluit ...86

(9)

9

Afdeling 3. Implicaties inzake beroepsmogelijkheden ...89

Onderafdeling 1. Beroepsmogelijkheden in het kader van gemeentelijke administratieve sanctionering ...89

Onderafdeling 2. Beroepsmogelijkheden in het kader van het klassiek strafrecht ...92

Onderafdeling 3. Besluit ...93

Afdeling 4. Wat met de rechten van verdediging en de rechterlijke tussenkomst bij GAS-boetes inzake verkeermisdrijven? ...94

DEEL 2. Rechtsvergelijking gemeentelijke administratieve sanctionering bij verkeersmisdrijven in Nederland ...99

Hoofdstuk 1. Gesanctioneerde inbreuken ... 101

a. Overtredingen in verband met het kentekenbewijs ... 101

b. Snelheidsovertredingen ... 102

c. Overtredingen betreffende de verkeersregels ... 102

d. Overtredingen inzake stilstaan en parkeren ... 103

e. Overtredingen in verband met lichten ... 104

f. Overtredingen op de autosnelweg en autowegen ... 104

g. Overtredingen met betrekking op de autogordel ... 105

h. Overtredingen met betrekking tot de verkeerstekens ... 105

i. Overtredingen met betrekking op de verkeerslichten ... 106

j. Andere overtredingen ... 107 Hoofdstuk 2. Procedure ... 108 Afdeling 1. Vaststelling ... 108 Afdeling 2. Bestraffing ... 109 Afdeling 3. Beroep ... 110 Hoofdstuk 3. Besluit ... 112 Conclusie ... 113 Bibliografie ... 115 Wetgeving ... 115

Wetgeving sensu stricto ... 115

(10)

10 Rechtspraak ... 116 Rechtsleer ... 117 Boeken ... 117 Bijdragen in verzamelwerken... 118 Tijdschriften ... 119 Andere ... 122

(11)

11

Inleiding

1.

Het veiligheidsgevoel, of beter gezegd het onveiligheidsgevoel dat in België heerst, beroert onze samenleving reeds lange tijd. De veiligheid van de burgers trad hierdoor steeds meer en meer op de voorgrond. Slechts sinds de jaren negentig probeert de politiek aan de onveilige leefomgeving, die steeds een belangrijker maatschappelijk probleem werd, tegemoet te komen.

2. Het tot het strafrecht behorend verkeersrecht, in België, is een actueel thema. Verkeersveiligheid of meer specifiek verkeershandhaving werd in onze samenleving lang als niet prioritair beschouwd door de bevoegde autoriteiten. Voor verkeersonveiligheid was er totaal geen oog in vergelijking met andere veiligheidsfenomenen. Dit probleem is op de lange baan geschoven doordat de bevolking geen fan was van verkeershandhaving. Pas sinds 2000 kwam de verkeersveiligheid op de voorgrond omdat dit nodig bleek te zijn.1 Uit veiligheidsmonitoren blijkt dat de bevolking hoofdzakelijk gehinderd is door kleine criminaliteit en storend gedrag. Storend gedrag zijn feiten die als hinderlijk worden beschouwd en overlast veroorzaken, maar die op zich niet als een misdrijf kunnen gekwalificeerd worden. In de veiligheidsmonitor – wat betreft een federale bevraging aan de burger - van 2018 wordt vermeld dat in de top vijf van de omstandigheden die door de buurt als ernstig worden beschouwd er drie betrekking hebben op het verkeer. Voor burgers is de ‘onaangepaste snelheid’ de grootste hinderpaal. Verder worden ook het ‘hinderlijk parkeren’ en het ‘agressief verkeersgedrag’ als storend ervaren. Daarnaast stelt zich vaak het probleem dat, wanneer de kans op bestraffing klein is, een groot deel van de chauffeurs de jammerlijke neiging heeft, om de verkeersregels minder te gaan respecteren.2

3. Naast het onveiligheidsgevoel was er eveneens gedurende een lange periode nog een gekend probleem in België, namelijk de overbelasting van de parketten en de grote achterstand van Justitie. Om deze parketten te ontlasten en het onveiligheidsgevoel tegen te gaan heeft men de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd, ook wel ‘strafrecht light’ genoemd in de rechtsleer.3 De gemeentelijke administratieve sancties zijn ook beter gekend

1 M. SCHEERS, F. VLAMINCK, “Verkeershandhaving: nog steeds het lelijke eendje van de rechtshandhaving”, Orde van de dag 2002, (9) 9-10.

2 K. STINCKENS, “Het politieparket van Leuven: een blik achter de schermen”, Orde van de dag 2002, (33) 34.

3 J. RAEYMAKERS, “Problemen bij gemengde inbreuken uit de GAS-wetgeving? (Geen) overlast door bestuurlijke ondersteuning van het strafrecht?”, Jura Falc. 2010-11, (537) 537.

(12)

12 als ‘GAS-boetes’. Deze sancties vormen een alternatief voor de politie waarmee overtredingen op de lokale reglementen worden gehandhaafd.4

4. Rechtshandhaving is een typische taak voor de rechter, maar het is geen exclusief rechterlijke taak. Meer en meer krijgen ook de besturen handhavende bevoegdheden.5 De administratieve afhandeling van misdrijven wordt aanzien als een manier om de werklast van de strafgerechten te verminderen en tevens om straffeloosheid te vermijden.6

5. Door de wet van 13 mei 1999 kreeg de gemeenteraad in de strijd tegen de ‘openbare

overlast’ de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, straffen of administratieve sancties op te leggen bij een overtreding van zijn reglementen of verordeningen.7 Het begrip openbare overlast is een heel vaag begrip. Openbare overlast heeft betrekking op individuele, materiële gesteldheden die voor mensen storend zijn en de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken.8 Openbare overlast wordt in de omzendbrief OOP 30bis als volgt omschreven: “voornamelijk individuele, materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners van een gemeente, een wijk, een straat, kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt.” Openbare overlast kan een lichte verstoring van de veiligheid, zindelijkheid, gezondheid en openbare rust zijn.9 Als openbare overlast kunnen worden beschouwd: gebruik van elektrische grasmachines op zondag, sluikstorten, wildplassen, het voederen van wilde dieren, ...10 Met andere woorden alles wat in een bepaalde gemeente als openbare overlast wordt beschouwd kan beboet worden met een gemeentelijke administratieve sanctie.

4 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 12. 5 I. OPDEBEEK, S. DE SOMER, Bestuurlijke handhaving: hoe door de bomen het bos nog zien? Deel

I: bestuurlijke handhaving in vogelvlucht, Brugge, Die Keure, 2018, 3.

6 C. VAN DEN WYNGAERT, P. TRAEST, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2017, 811.

7 F. SCHUERMANS, “Gemeentelijke administratieve sancties en gewapend bestuursrecht: naar een embryo van bestuurlijke parketten” in M. SANTENS (ed.), Gewapend bestuur? Gemeentelijk

bestuur(srecht) en gemeentelijke administratieve sancties ter bestrijding van overlastfenomenen en kleine criminaliteit, Brugge, die Keure, 2005, 21.

8 Art. M1 Omz. OOP 30bis van 3 januari 2015 aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, BS 20 januari 2005.

9 Art. M2 Omz. OOP 30bis van 3 januari 2015 aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, BS 20 januari 2005.

10 Artikel M3 Omz. OOP 30bis van 3 januari 2015 aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, BS 20 januari 2005.

(13)

13 Deze gemeentelijke administratieve sancties kunnen gebruikt worden in de strijd tegen de openbare overlast en kunnen ook gebruikt worden voor de handhaving van verkeersinbreuken. Door de GAS-wet werd in een administratief afhandelingsmechanisme voorzien voor verkeersovertredingen. In het kader van deze masterproef wordt niet verder ingegaan op de mogelijke sanctionering bij openbare overlast, maar wordt enkel aandacht besteed aan de gemeentelijke administratieve sanctionering in het kader van verkeersovertredingen.

6. Er is veel aandacht voor de administratieve sanctionering op plaatselijke niveaus. Hierdoor zijn reeds heel wat steden en gemeenten overgegaan tot de implementatie van GAS-inbreuken in hun reglementen. Dit laat blijken dat de gemeentelijke administratieve sancties meer en meer gebruikt worden als een middel om openbare overlast en criminaliteit te bestrijden en de straffeloosheid tegen te gaan.

7. De discussie om in een adequate en snelle afhandeling van verkeersinbreuken te voorzien wordt al gedurende een ruime tijd gevoerd. Toch zijn er in dit verhaal, van de gemeentelijke administratieve afhandeling, voor- en tegenstanders waardoor de polarisatie alleen maar toeneemt. De gemeenten kunnen problematieken bestraffen die door de bevolking als storend ervaren worden, maar daar staat geen limiet op waardoor de gemeenten heel ver kunnen gaan in de bestraffing via administratieve sancties. Belangrijk blijft hierbij dat er een adequaat en daadwerkelijk handhavingsbeleid wordt voorzien door beleidsafstemming.11 De wetgever heeft slechts één doel, namelijk een adequate verkeershandhaving voorzien om de verkeersveiligheid te garanderen. De bestuurlijke handhaving beschikt over verschillende troeven zoals het systematisch bestraffen van overtredingen op de gemeentelijke reglementen, effectieve bestraffing van lichtere overtredingen, tegemoetkomen aan de ergernissen van de burger… .

8. De onderzoeksvraag in het kader van deze masterproef luidt als volgt: “Is de uitbreiding

van de bestraffing bij verkeersdelicten via GAS-boetes een goede evolutie en is het wenselijk om inzake verkeersmisdrijven de actuele mogelijkheden verder uit te breiden?”

Vooreerst wordt er een overzicht gegeven van de wetgevingshistoriek inzake de administratieve sancties. Vervolgens wordt de definitie van de gemeentelijke administratieve sancties en de ratio legis verduidelijkt. Daarna volgen de mogelijke verkeersovertredingen die reeds kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete. Om de werklast te reduceren, van parketten en rechtbanken, worden de mogelijkheden die bestraft kunnen worden met een administratieve sancties steeds verruimd, ook in het verkeersrecht. Daarom

11 B. DE RUYVER, T. KAZADI, T. VANDER BEKEN, J. JANSSENS, E. VEREECKE, Bestuurlijke

(14)

14 wordt er vervolgens ingegaan op de implicaties die de uitbreiding met zich mee zullen brengen op vlak van vaststelling, bestraffing en op vlak van de beroepsmogelijkheden. Als laatste wordt er een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan met het Nederlandse stelsel om na te gaan hoever men daar staat inzake administratieve sanctionering in het verkeer.

9. De vraag die wordt gesteld is met andere woorden of het een goede evolutie is (en of het wenselijk is) om inzake verkeersovertredingen de actuele mogelijkheden, waarvoor administratieve sanctionering mogelijk is, nog verder uit te breiden.

DEEL 1. Gemeentelijke administratieve

sanctionering in België

Hoofdstuk 1. Wetshistoriek en beloop

Afdeling 1.

Situatie vóór de wet van 13 mei 1999

10. Ex artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet12 hebben de gemeenten de taak gekregen om te voorzien in een goede politie ten dienste van hun inwoners. Dit houdt met andere woorden in dat de gemeente moet zorgen voor de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.13 Meer bepaald wordt alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd.14 Daarnaast stelt het artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet dat de gemeenteraad gemachtigd is om gemeentelijke politieverordeningen op te maken.15 Die politieverordeningen hebben tot doel de gemeenten de openbare orde te laten handhaven en aan te pakken.16

Op grond van artikel 119 juncto artikel 135, §2 van de Nieuwe Gemeentewet hadden de gemeenten de bevoegdheid om gemeentelijke verordeningen uit te vaardigen en deze te bestraffen, gebruikmakend van politiestraffen die afgehandeld werden voor de strafgerechten.

12 Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, BS 3 september 1988. Hierna afgekort als ‘Nieuwe Gemeentewet’.

13 Art. 135, §2 Nieuwe Gemeentewet.

14 Art. 135, §2, lid 2, 1° Nieuwe Gemeentewet. 15 Art. 119 Nieuwe Gemeentewet.

16 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, Parl.St. Kamer 1998-99, nr. 2031/1.

(15)

15

11. De kritiek die geuit werd door de gemeenten was dat veel van hun aangebrachte overtredingen door het parket werden geseponeerd wegens blijk van niet ernstig genoeg. Parketten beschikten niet over de nodige middelen om deze overtredingen allemaal te bestraffen en hadden daar ook niet de intentie toe.17 Hierdoor hadden burgers de indruk dat ze hun eigen gang konden gaan en ontstond het gevoel van straffeloosheid.

12. Voor de inwerkingtreding van de GAS-wet18 mocht de gemeenteraad onder geen enkele omstandigheid bestuurlijke sancties, die de bestraffing van overtredingen beoogden, opnemen in hun politiereglementen.19 De gemeenten hadden wel de mogelijkheid om te voorzien in sanctionering via politiestraffen.20 De politie deed vaststelling van de overtredingen, waarna het parket besliste om al dan niet te vervolgen.21

13. De overtredingen die kunnen worden vastgesteld door de gemeenten gaan over minder ernstige zaken wanneer men deze kadert binnen de strafrechtelijke handhaving en hebben dus geen betrekking op (zeer) ernstige misdrijven. Het voordeel hierbij is dat men gedragingen beteugelt die voor de bevolking enorm storend zijn.22 Doordat de handhaving van de politieverordeningen enkel kon gebeuren door het parket was er een hoge nood aan regelgeving die het zou mogelijk maken om gemeenten zelf in de handhaving te laten voorzien.

Afdeling 2.

Wet 13 mei 1999

14. De wet van 13 mei 199923 heeft geleid tot enorme innovatie op het vlak van de gemeentelijke rechtshandhaving. De meest geruchtmakende verandering betreft de invoering van het nieuw handhavingsinstrument van de bestuurlijke sancties.24 De wet van 13 mei 1999, beter gekend als de ‘GAS-wet’, leidde tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet kwam tot stand om gemeenten de mogelijkheid te geven om bepaalde inbreuken zelf te bestraffen via een bestuurlijke sanctie. Voor de sanctionering van de kleine criminaliteit kon dit alternatief handhavingsapparaat gehanteerd worden.25 Door de invoering

17 E. DEVROE, “Last van overlast: volle G.A.S. vooruit?”, Orde van de Dag 2003, (7) 16.

18 Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, BS 10 juni 1999. 19 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 21.

20 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, Parl.St. Kamer 1998-99, nr. 2031/1.

21 F. SCHRAM en J. LIEVENS, Gemeentelijke administratieve sancties een antwoord op overlast?, Brugge, Vanden Broele, 2013, 120.

22 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, Parl.St. Kamer 1998-99, nr. 2031/1.

23 Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, BS 10 juni 1999. 24 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 22.

25 S. VERHELST, “GAS en lokaal en integraal veiligheidsbeleid. Uitholling van of hulp voor de strafrechtelijke keten?, NC 2011, (351) 357.

(16)

16 van een alternatieve sanctioneringsmethode probeerde men het klassiek strafrecht te ontlopen. De mogelijkheid om ook via bestuurlijke rechtshandhaving op te treden wordt in de rechtsleer ook wel het ‘strafrecht light’ genoemd.26

15. De wet van 13 mei 1999 voerde het nieuw artikel 119bis Nieuwe Gemeentewet in. Dit artikel geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om straffen of administratieve sancties te bepalen voor de inbreuken voorzien in zijn reglementen of verordeningen.27

Met de invoering van deze wetgeving kregen de besturen plotseling een nieuw handhavingsinstrument ter beschikking waardoor zij lichte overtredingen en inbreuken op plaatselijke politiereglementen zelf administratiefrechtelijk konden afhandelen. De handhaving van de uitgebrachte politieverordeningen gebeurde niet langer alleen via strafrechtelijke weg.28 De overheden moesten de keuze maken om te kiezen voor politiestraffen of voor administratieve sancties, want er gold een strikt cumulatieverbod.29

16. De wet van 13 mei 1999 had een dubbele doelstelling: enerzijds toelaten, door de invoering van de administratieve sancties, sneller en slagvaardiger op te treden tegen vormen van niet zo ernstige criminaliteit of overlast op plaatselijk vlak en daarmee het gevoel van straffeloosheid bij de daders tegen te gaan. Men wenste anderzijds de niet zo ernstige gedragingen die in het dagelijkse leven als storend worden ervaren, niet langer alleen strafrechtelijk op te lossen, maar ook door middel van administratieve sancties om op die manier de parketten te ontlasten. Zo kunnen de parketten zich bezig houden met de behandeling van zwaardere vormen van criminaliteit.30 Tevens wilde men met deze wet vermijden dat de veroordeling tot een administratieve sanctie in het strafregister zou opgenomen worden.31

17. Oorspronkelijk hadden de parketten weinig tot geen belangstelling voor de GAS-materie omdat de administratieve sancties betrekking hadden op overtredingen uit het politiereglement opgemaakt door de gemeenteraad, ofwel overtredingen die als niet-prioritair

26 J. RAEYMAKERS, “Problemen bij gemengde inbreuken uit de GAS-wetgeving? (Geen) overlast door bestuurlijke ondersteuning van het strafrecht?”, Jura Falc. 2010-2011, (537) 537.

27 Omz. nr. COL 1/2006 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties., BS 10 februari 2006. Art. 119bis, §1 Nieuwe Gemeentewet.

28 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 9.

29 S. MALEFASON, “De GAS-wet: op het kruispunt van bestuurlijk sanctierecht en strafrecht”, T.

Strafr. 2015, (330) 330.

30 Omz. nr. COL 1/2006 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties., BS 10 februari 2006; F. SCHUERMANS, “Gemeentelijke administratieve sancties en gewapend bestuursrecht: naar een embryo van bestuurlijke parketten” in M. SANTENS (ed.), Gewapend bestuur? Gemeentelijk

bestuur(srecht) en gemeentelijke administratieve sancties ter bestrijding van overlastfenomenen en kleine criminaliteit, Brugge, die Keure, 2005, 23.

(17)

17 werden beschouwd door de parketten. Daarnaast werd de administratieve sanctionering zelden toegepast waardoor de overtredingen nog steeds werden afgehandeld door het Openbaar Ministerie.32 Slechts zes jaar later, na een aantal voor de praktijk essentiële wijzigingen die verder besproken worden, zijn de eerste gemeenten er ook effectief mee aan de slag gegaan.33

Afdeling 3.

Wetten van 7 mei 2004 en 17 juni 2004

18. Ondanks de nieuwe wetgeving functioneerde de GAS-wet niet zoals verwacht en leidde dit tot een grondige herziening van het ingevoerde systeem waarbij er wijzigingen werden aangebracht door de wetgever.34 De aandacht voor de gemeentelijke administratieve sanctionering van de politieke en juridische wereld is er slechts sinds deze wetswijzigingen gekomen.35

19. Meer specifiek werden er wijzigingen aangebracht aan het artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en diverse bepalingen van de Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming door de wet van 7 mei 2004.36 Daarnaast was er ook de wet van 17 juni 2004 die wijzigingen aanbracht aan de Nieuwe Gemeentewet. Zowel de wet van 7 mei als van 17 juni 2004 waren vereist om het systeem beter te laten werken. Vanwege de bevoegdheidsverdeling in onze Grondwet waren beide wetten nodig. Sommige bepalingen moesten worden aangenomen conform artikel 77 Gw., met gelijke bevoegdheid van Kamer en Senaat en de andere bepalingen moesten worden aangenomen conform artikel 78 Gw., met de bevoegdheid van de Kamer met evocatierecht van de Senaat.37

20. Drie grote wijzigingen zijn doorgevoerd in deze twee wetten: de depenalisering van sommige inbreuken, co-existentie tussen bestuurlijke- en strafsancties en de mogelijkheid om minderjarigen te bestraffen met een gemeentelijke administratieve sanctie.38 Daarnaast werd ook nog de bemiddeling ingevoerd op niveau van de gemeenten.

32 T. VAN DEN HENDE, “De rol van het parket inzake gemeentelijke administratieve sancties” in T. DE SUTTER, S. EECKHOUT, T. ALLEWAERT, T. VAN DEN HENDE, Gemeentelijke administratieve

sancties. Balans 1999-2009, Brugge, die Keure, 2010, 87.

33 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 9. 34 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 28.

35 G. GEUDENS, “GAS-wet: geen zwaard van Damocles meer”, Juristenkrant 2015, (13) 13.

36 Wet van 7 mei 2004 tot wijziging van Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet, BS 26 juni 2004.

37 T. DE SCHEPPER, K. VAN HEDDEGHEM en M. VERBEEK (ed.), Gemeentelijke administratieve

sancties. De bestuurlijke aanpak van overlast, Brussel, Politeia, 2010, 20-21.

38 L. VENY, en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 28.

(18)

18 Er werd met andere woorden een tweevoudig doel vooropgesteld, namelijk de wijziging van artikel 119bis Nieuwe Gemeentewet om bepaalde overtredingen die voorkomen in Titel X Boek II Strafwetboek te decriminaliseren en betreffende die misdrijven die worden behouden in het Strafwetboek wordt verduidelijkt hoe de fundamenten van de strafrechtelijke en bestuurlijke sancties kunnen co-existeren.39

21. De decriminalisatie of de depenalisatie houdt in dat bepaalde overtredingen uit het Strafwetboek gehaald worden en deze bestraft kunnen worden met een administratieve sanctie voor zover zij opgenomen zijn in een gemeentelijk reglement. Om het toepassingsgebied van GAS uit te breiden heeft de wetgever in 2004 een aantal overtredingen gedepenaliseerd zodat deze overtredingen konden worden opgenomen in een gemeentelijk reglement.40 Deze wijziging impliceert grote veranderingen zoals de volledige opheffing van de Titel X boek II Strafwetboek en bepalingen uit de besluitwet van 29 december 194541.42 In afwijking van het principieel samenloopverbod kan voor een bepaald aantal misdrijven (meer specifiek de artikelen 327 tot 330, 398, 448, 461, 526, 537 en 545 Sw.) door de gemeente een bestuurlijke sanctie vastgelegd worden in hun reglementen. In ons recht geldt er een principieel samenloopverbod tussen de strafrechtelijke en administratiefrechtelijke sancties, maar hierop werd een versoepeling voorzien. Het samenloopverbod impliceert dat de gemeenteraad geen administratieve sanctie kan invoeren voor gedragingen die reeds door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie strafbaar zijn gesteld. Het verbod van dubbele incriminatie blijft behouden, maar daar werd een uitzonderingsregeling op voorzien door de ‘gemengde inbreuken’ in te voeren in het artikel 3 van de GAS-wet.43 Voor deze inbreuken kan de gemeenteraad dus voorzien in een administratieve boete in zijn reglement. Bij niet-vervolging kunnen de gemeenten optreden via een administratieve sanctie. Wanneer de gemeente beslist bepaalde overtredingen niet op te nemen dan kan het parket mogelijks overgaan tot vervolging.44 Het non bis in idem-beginsel dat vervat zit in artikel 5 GAS-wet blijft wel van toepassing.45

39 N. DE VOS en L. VENY, “Doorbraak van gemeentelijke bestuurlijke sancties? Recente wijzigingen aan de Nieuwe Gemeentewet”, NJW 2004, (790) 792.

40 T. VAN DEN HENDE, “De rol van het parket inzake gemeentelijke administratieve sancties” in T. DE SUTTER (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties. Balans 1999-2009, Brugge, die Keure, 2010, 89.

41 Houdende het verbod tot het aanbrengen van afschriften op de openbare weg.

42 F. SCHRAM en J. LIEVENS, Gemeentelijke administratieve sancties een antwoord op overlast?, Brugge, Vanden Broele, 2013, 122.

43 C. DE ROY, “Bestrijding van overlast blijkt een lastige juridische klus: over de wijziging van de gemeentelijke administratieve sancties”, RW 2005-06, (441) 442.

44 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 30.

45 L. VENY, B. WARNEZ, Decentralisatie van bestuurlijke ordehandhaving, Mechelen, Wolters Kluwer, 2015, 152.

(19)

19

22. Daarnaast voorzag de wet van 17 juni 2004 ook in de mogelijkheid om overtredingen te laten vaststellen door personen die geen politieambtenaar zijn.46

23. Op grond van artikel 119bis, §2 Nieuwe Gemeentewet was het voor de gemeenten bijna nooit mogelijk om gedragingen strafbaar te stellen omdat er reeds andere wetten, decreten of ordonnanties bestonden die voorzagen in een sanctionering van desbetreffende overtredingen.

Afdeling 4.

Reparatiewet 20 juli 2005

24. Na de voorafgaandelijke ingrepen van de wetgever is over de GAS-wetgeving nog steeds niet het laatste woord gezegd. Een nieuw wetgevend initiatief was dringend vereist met het oog op het wegwerken van een aantal lacunes in de GAS-regelgeving.47

25. Eén van de belangrijkste wijzigingen die in de Reparatiewet werd doorgevoerd betreft de herinvoering van enkele overtredingen uit Titel X, boek II Sw., ook wel de ‘repenalisering’ genoemd. De artikelen 559, 1° (beschadigingen van roerende goederen), 561, 1° (nachtlawaai), 563, 2° (beschadiging van landelijke of stedelijke afsluitingen) en 563, 3° (feitelijkheden of lichte gewelddaden) zijn opnieuw ingevoerd in het Strafwetboek. Deze zijn ondergebracht onder ‘de gemengde inbreuken’ en zijn opnieuw ingevoerd in het artikel 119bis §2, derde lid Nieuwe Gemeentewet. Dit betekent dat het Openbaar Ministerie als eerste beslist om deze overtredingen al dan niet te bestraffen. De administratieve afhandeling gebeurt indien het Openbaar Ministerie tot niet-vervolging beslist.48

Afdeling 5.

Wet van 24 juni 2013

26. De nieuwe GAS-wet, de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, trad in werking op 1 januari 2014.49 Deze wet voorzag heel wat wijzigingen voor de praktijk. Hiermee wou de wetgever de reeds bestaande GAS-wet ‘verbeteren en aanpassen aan de nieuwe realiteit’ zoals wordt aangegeven in de memorie van

46 S. EECKHOUT, “GAS in het spanningsveld tussen de bestuurlijke en de gerechtelijke aanpak van overlastfenomenen. Een politionele benadering” in T. DE SUTTER (ed.), Gemeentelijke

administratieve sancties. Balans 1999-2009, Brugge, die Keure, 2010, (59) 64.

47 L. VENY en N. DE VOS (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties, Vanden Broele, Brugge, 2005, 32.

48 Ibid., 33.

49 Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, BS 1 juli 2013. Hierna afgekort als GAS-wet.

(20)

20 toelichting.50 Waar het artikel 119bis Nieuwe Gemeentewet voorheen de hele procedure voorzag kreeg dit artikel een heel andere strekking namelijk:

“De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.”51

Vanaf de wet van juni 2013 kan er definitief over een op zichzelf staande wet worden gesproken en vanaf dan maakt deze geen deel meer uit van een andere wet, namelijk de Nieuwe Gemeentewet.52 Het artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet is dus volledig vervangen en er wordt enkel nog verwezen naar mogelijkheid om administratieve sancties op te leggen overeenkomstig de GAS-wet.53

27. De nieuwe GAS-wet heeft tot doel de verduidelijking en modernisering van de oude regelgeving inzake gemeentelijke administratieve sancties.54 Deze wet zorgt tevens voor een aantal wijzigingen. Een eerste wijziging is de stijging van de maximumboete die kan opgelegd worden. Het bedrag dat aan een minderjarige kon opgelegd worden bedroeg 125 euro en is opgetrokken naar een maximumbedrag van 175 euro. Voor meerderjarigen was de maximumboete 250 euro en dit is opgetrokken naar 350 euro. Men paste ook de lijst van gemengde inbreuken aan met overtredingen op de bepalingen inzake het stilstaan en parkeren en het verkeersbord C3 en F103.55 Het verkeersbord C3 heeft betrekking op autovrije zones, met andere woorden de verboden toegang, en het verkeersbord F103 heeft betrekking op het rijden in een voetgangerszone. Daarnaast werd het ook mogelijk om bepaalde overtredingen inzake het stilstaan en parkeren (het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren, de blauwe zone, en het parkeren met een parkeerkaart) te sanctioneren met een gemeentelijke administratieve sanctie.56 Er werd ook een uitbreiding van de vaststellende ambtenaren voorzien en de mogelijkheid tot onmiddellijke betaling werd ingevoerd. Een andere

50 G. GEUDENS, “Gemeentelijke administratieve sancties: een stand van zaken na de wet van 24 juni 2013 en haar uitvoeringsbesluiten”, RW 2015-16, (203) 203.

51 T. ALLEWAERT, “Recente ontwikkelingen inzake gemeentelijke administratieve sancties: de wet van 24 juni 2013.”, Themis 2013-14, (29) 29.

52 F. SCHRAM en J. LIEVENS, Gemeentelijke administratieve sancties een antwoord op overlast?, Brugge, Vanden Broele, 2013, 126.

53 Omz. 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties, BS 8 augustus 2014.

54 Omz. 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties, BS 8 augustus 2014.

55 T. BAUWENS, S. PLEYSIER, E. DE PAUW, T. VAN DEN BROECK, “De nieuwe GAS-wet. Zuurstof of stikstof voor steden en gemeenten?” Orde van de dag 2016, (4) 6.

56 F. SCHRAM en J. LIEVENS, Gemeentelijke administratieve sancties een antwoord op overlast?, Brugge, Vanden Broele, 2013, 132-134.

(21)

21 procedurele wijziging is ook de oprichting van een nationaal register van de gemeentelijke administratieve sancties.57

28. Ingevolge deze nieuwe regulering werd een omzendbrief58 opgesteld die uitleg verschaft bij deze nieuwe wet over de administratieve sancties. Daarnaast vaardigde het College van Procureurs-generaal ook een omzendbrief nr. COL 1/2006 van 30 januari 2014.

29. De wet van 2013 werd meerdere malen het voorwerp van een beroep tot nietigverklaring bij het Grondwettelijk Hof. Deze beroepen gingen over mogelijke schendingen van de bevoegdheidsverdelende regels, van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel, enzovoort. Al deze beroepen werden door het Grondwettelijk Hof verworpen.59

30. Andere wetgeving die tevens van belang is sinds de nieuwe regulering zijn tal van koninklijke besluiten zoals bijvoorbeeld: het koninklijk besluit tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar, belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties60; het koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie61; het koninklijk besluit betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen62.

57 T. BAUWENS, S. PLEYSIER, E. DE PAUW, T. VAN DEN BROECK, “De nieuwe GAS-wet. Zuurstof of stikstof voor steden en gemeenten?” Orde van de dag 2016, (4) 7.

58 Omz. 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties, BS 8 augustus 2014.

59 G. GEUDENS, “GAS-wet: geen zwaard van Damocles meer”, Juristenkrant 2015, (13) 13.

60Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, BS 27 december 2013.

61 Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een

gemeentelijke administratieve sancties, BS 27 december 2013.

62 Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, BS 20 juni 2014.

(22)

22

Hoofdstuk 2.

Begrip ‘gemeentelijke administratieve

sanctie’ en toepassingsgebied

Afdeling 1.

Begrip

31. Nergens in de wet wordt een definitie weergegeven of wordt het begrip gemeentelijke administratieve sanctie nader omschreven. In de rechtsleer daarentegen deden verschillende auteurs wel een poging om er een eenduidig begrip van te maken. De gemeentelijke administratieve sanctie kan als volgt worden gedefinieerd: “Een bij of krachtens de wet vastgestelde maatregel met een repressief karakter, die in beginsel door een orgaan van actief bestuur wordt opgelegd door middel van een eenzijdige, individuele rechtshandeling als reactie op een inbreuk op een rechtsnorm of een publiekrechtelijk voorschrift”.63

Uit deze definitie komen volgende elementen voort:

- vooraleer men een administratieve sanctie kan opleggen moet er een voorafgaande verstoring van de rechtsorde plaatsvinden, meer bepaald een voorafgaande schending van een rechtsnorm;

- een bestuursorgaan legt deze sanctie op;

- deze sanctie wordt opgelegd door een eenzijdige administratieve bestuurshandeling; - deze sanctie wordt tevens gekenmerkt door haar repressief of bestraffend karakter; - zij hebben daarnaast ook een wettig karakter.64

Afdeling 2.

Toepassingsgebied wet gemeentelijke

administratieve sancties

Onderafdeling 1.

Ratione personae

32. Naast fysieke personen zijn er tevens de rechtspersonen die in aanmerking komen voor administratieve sanctionering. Bestraffing via gemeentelijke administratieve sancties is slechts mogelijk vanaf wanneer de volle leeftijd van veertien jaar is bereikt op het moment dat de feiten gepleegd worden in het kader van openbare overlast.65 Als de gemeenteraad voorziet

63 L. VENY, L. DE GEYTER en F. VANDENDRIESSCHE, “De invoering van gemeentelijke

administratieve sancties … of naar publieke rechtshandhaving op lokaal vlak in België?”, AJT, 1999-2000, (157) 159; S. CASTELAIN, “De gemeentelijke administratieve sanctie… A never ending story?”

T. Gem., 2005, (31) 32.

64 J. PUT, “Rechtshandhaving door administratieve sancties in het recht”, RW, 2001-02, (1195) 1196-1197.

(23)

23 om minderjarigen te sanctioneren met een administratieve geldboete heeft deze een informatieplicht tegenover de minderjarige die ouder is dan veertien jaar, de ouders, voogden of de personen die hoede hebben over de minderjarigen. De gemeente moet meedelen welke inbreuken door haar kunnen bestraft worden met een administratieve sanctie en welke sancties erop staan. Deze communicatie moet gebeuren via alle mogelijke communicatiemiddelen.66 Vooraleer de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve sanctie moeten voorafgaandelijk advies ingewonnen worden dat zich inlaat over het reglement of de verordening. Dit advies moet gegeven worden door een organisatie die een adviesbevoegdheid heeft in het kader van jeugdzaken.67

De bestraffing van minderjarigen is evenwel niet mogelijk in het kader van de gemengde inbreuken, maar een minderjarige kan wel gestraft worden voor inbreuken die reeds gedepenaliseerd zijn.68

Onderafdeling 2.

Ratione materiae

33. Een weergave van de overtredingen in het verkeer die kunnen bestraft worden met een gemeentelijke administratieve sanctie kan worden gelezen onder het hoofdstuk 3

verkeersgerelateerde overtredingen die voor GAS in aanmerking komen.

Onderafdeling 3.

Ratione loci

34. Gemeenten kunnen slechts administratieve sancties gelasten voor gedragingen die plaatsvinden op hun grondgebied. Dit wel op voorwaarde dat via een reglement of verordening voor die gedragingen in een administratieve sanctie wordt voorzien.69

Door de invoering van de nieuwe GAS-wet kunnen de krachten gebundeld worden om één reglement op te maken en dus nauwer samen te werken met andere gemeenten. In een meergemeentenzone is het sinds de wet van 2013 mogelijk om eenzelfde algemeen politiereglement aan te nemen en dit voor de gehele zone toe te passen. Deze beslissing kan pas genomen worden nadat er overleg binnen de gemeenteraden heeft plaatsgevonden en na

66 Art. 15 GAS-wet. W. BRUGGEMAN, “(Gemeentelijke) Administratieve Sanctie (GAS)” in X., Postal

Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Kluwer,

G30/01-G30/91, 2015, 122. 67 Art. 4, §5 GAS-wet.

68 Art. 1 koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, BS 20 juni 2014. 69 T. VAN DEN HENDE, “De rol van het parket inzake gemeentelijke administratieve sancties” in T. DE SUTTER (ed.), Gemeentelijke administratieve sancties. Balans 1999-2009, Brugge, die Keure, 2010, 94.

(24)

24 advies van de raad van de politie.70 Deze ingreep van de wetgever was nodig wegens de weinig beschikbare financiële middelen waarover een gemeente beschikt. Een eigen sanctionerend ambtenaar aanwerven kwam hierdoor bij veel gemeenten immers niet aan bod. Ook aan de resem klachten van burgers, die door de verschillende reglementering niet meer wisten welk reglement waar van toepassing was, werd door deze reglementering tegemoet gekomen.71

Hoofdstuk 3. Verkeersgerelateerde overtredingen die voor

GAS in aanmerking komen

35. Binnen de gemeentelijke administratieve sanctionering situeren zich twee types van overtredingen die kunnen leiden tot een gemeentelijke administratieve sanctie. De gewone inbreuken, ook wel de zuivere bestuurlijke inbreuken genoemd, en de gemengde inbreuken.

De zuivere bestuurlijke inbreuken zijn alle inbreuken die opgenomen zijn in het reglement of verordening en waar nog geen hogere regelgeving voor aangenomen is. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld wildplassen, sluikstorten, etc.72 Via de zuiver bestuurlijke inbreuken worden door de gemeente de huidige problematieken en ergernissen van de bewoners aangepakt uitsluitend door een administratieve sanctie.

De gemengde inbreuken houden daarentegen in dat de overtreding strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk zal worden afgehandeld. In artikel 3, 1° en 2° GAS-wet worden de gemengde inbreuken opgesomd. Deze gemengde inbreuken kunnen nog eens onderverdeeld worden in categorieën namelijk de ‘licht gemengde inbreuken’ en de ‘zwaar gemengde inbreuken’. Deze bepalingen hebben betrekking op artikelen uit het strafwetboek. Onder de licht gemengde inbreuken worden onder andere het vernielen van afsluitingen, lichte gewelddadigheden zonder iemand te verwonden enzovoort verstaan. Onder de zwaar gemengde inbreuken worden diefstal, opzettelijke slagen en verwondingen enzovoort verstaan.

36. In het kader van deze masterproef wordt enkel ingegaan op verkeersinbreuken die mogelijks het voorwerp kunnen uitmaken van een bestuurlijke sanctionering.

70 Art. 2, §2 GAS-wet.

71 W. BRUGGEMAN, “(Gemeentelijke) Administratieve Sanctie (GAS)” in X., Postal Memorialis.

Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, G30/01-G30/91, 2015, 126-127.

72 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 18.

(25)

25

Afdeling 1.

Gesanctioneerde inbreuken inzake verkeer

Onderafdeling 1.

Gedepenaliseerde inbreuken betreffende het

parkeren

37. De wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid73 voegde een paragraaf twee toe aan het artikel 29 Wegverkeerswet. Het artikel 29, §2, tweede lid Wegverkeerswet74 bepaalt dat de ‘gedepenaliseerde’ inbreuken niet meer strafrechtelijk kunnen worden bestraft. Hierdoor kan de gemeente geen straffen bepalen voor deze overtredingen. Zij kunnen wél administratieve sancties voorzien.75

Het parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren, parkeren in een blauwe zone en parkeren op plaatsen die voorbehouden zijn aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart zijn voorbeelden van zaken die niet meer strafrechtelijk kunnen worden bestraft. Hierop zijn enkele uitzonderingen van toepassing namelijk het halfmaandelijks beurtelings parkeren, beperking van langdurig parkeren en bedrog met parkeerschijf.76 Deze uitzonderingen kunnen dus wel nog steeds strafrechtelijk worden bestraft.

38. Deze inbreuken kunnen daarnaast ook beteugeld worden met een parkeerretributie of -belasting en hoeven niet met een administratieve sanctie beteugeld te worden.77 Indien er een parkeerretributie of -belasting voorzien is kunnen er geen administratieve sancties voor deze inbreuken worden voorzien.78 De meeste gemeenten kiezen op de dag van vandaag liever voor een parkeerretributie of -belasting dan voor de afhandeling via een gemeentelijke administratieve sanctie omdat de GAS-materie veel complexer is.79

39. De gemeenteraad kan in zijn reglementen of verordeningen, naast deze gedepenaliseerde inbreuken, ook nog andere verkeersgerelateerde regels opstellen

73 BS 25 februari 2003.

74 Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (hierna genoemd "de Wegverkeerswet"), BS 27 maart 1968.

75 I. BRUGGEMAN, Gemeentelijke administratieve sancties voor verkeersinbreuken. Praktische

toelichting bij inbreuken, afhandeling en rechtspraak, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 23.

76 Art. 29, §2 GAS-wet.

77 A. POLLIE, “Een vergelijk tussen de procedure tot het opleggen van een strafrechtelijke en een gemeentelijke administratieve geldboete”, NC 2016, (97) 121.

78 I. BRUGGEMAN, Gemeentelijke administratieve sancties voor verkeersinbreuken. Praktische

toelichting bij inbreuken, afhandeling en rechtspraak, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 24.

79 T. DEPLA, “Toepassing GAS voor verkeersinbreuken is complexe materie [Interview met Ivan Bruggeman]”, De Juristenkrant 2007, 10.

(26)

26 (bijvoorbeeld dat de kleur van een taxi enkel zwart of wit mag zijn80) tenzij de overtredingen zijn opgenomen in hogere regelgeving.

40. Indien er inbreuken worden vastgesteld op de hierna opgesomde regels uit de Wegcode kunnen deze enkel worden afgehandeld via administratieve sanctionering, meer specifiek door middel van een administratieve geldboete.

a.

Parkeren in blauwe zone (zone met beperkte parkeertijd)

41. Artikel 27.1.1 eerste lid Wegcode81 stelt dat een parkeerschijf, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen, moet worden aangebracht op de binnenkant van de voorruit of op het voorste gedeelte van het voertuig door elke bestuurder die op een werkdag of op de dagen vermeld op de signalisatie de auto, vierwielige bromfiets, driewieler met motor of een vierwieler met motor parkeert in een zone met beperkte parkeertijd. Het gebruik van de parkeerschijf is evenwel niet verplicht indien er parkeermeters of parkeerautomaten aanwezig zijn in de blauwe zone, tenzij deze defect zijn.82

b.

Periode waarbinnen parkeerschijf moet worden gebruikt

42. Ingevolge artikel 27.1.2, tweede lid Wegcode, moet de parkeerschijf gebruikt worden op werkdagen van 9.00 uur tot 8.00 uur, tenzij aangepaste voorwaarden op de signalisatie. De uitbreiding of beperking van het aantal dagen dat de parkeerschijf verplicht is kan dus aangepast worden door een vermelding op de signalisatie.

c.

Maximum parkeerduur

43. Het gebruik van de parkeerschijf is, in artikel 27.1.2, tweede lid Wegcode, beperkt tot een voorgeschreven maximumduur van twee uur. Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten binnen deze periode van twee uur anders begaat men een inbreuk op dit artikel. Hiervan kan tevens worden afgeweken door aanpassing op de signalisatie.

80 I. BRUGGEMAN, Gemeentelijke administratieve sancties voor verkeersinbreuken. Praktische

toelichting bij inbreuken, afhandeling en rechtspraak, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 26.

81 Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (hierna genoemd: de Wegcode), BS 9 december 1975.

(27)

27

d.

Verlaten parkeerplaats in blauwe zone

44. Ingevolge het artikel 27.1.2, derde lid Wegcode, is het voertuig verplicht de parkeerplaats te verlaten uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur. Dit houdt in dat men de parkeerplaats moet verlaten en niet alleen de parkeerschijf opnieuw mag instellen om nog twee uur langer te parkeren op deze parkeerplaats.

e.

Onjuiste aanduidingen of wijzigingen tijdens parkeerduur op de schijf

45. Het is verboden, ten gevolge van artikel 27.1.3 Wegcode, om onjuiste aanduidingen op de schijf aan te brengen. Er mag ook geen wijziging gebeuren van de aanduiding op de schijf voordat het voertuig zijn parkeerplaats heeft verlaten.

Het pijltje van de parkeerschijf moet door de bestuurder op het streepje geplaatst worden dat volgt op het tijdstip van aankomst.83 Bijvoorbeeld: de bestuurder komt aan om 10.10 uur, dan plaatst hij het pijltje dat 10.30 uur aanduidt. Indien de bestuurder in dit geval elf uur aanduidt begaat hij een overtreding.

f.

Gebruik parkeerschijf buiten blauwe zone

46. Ingevolge artikel 27.2 Wegcode moet er verplicht gebruik gemaakt worden van de parkeerschijf, buiten de blauwe zone, op alle plaatsen die voorzien zijn van een verkeersbord E5, E7 of E9a tot E9g dat is aangevuld met een onderbord waarop de parkeerschijf is afgebeeld.

g.

Parkeren waar parkeermeters of parkeerautomaten aanwezig zijn

47. Ingevolge artikel 27.3.1, 1° Wegcode moet parkeren, op de plaatsen waar zich parkeermeters of parkeerautomaten bevinden, geschieden op de wijze en onder de voorwaarden die op deze toestellen aangeduid zijn.

h.

Gebruik van de parkeerschijf bij defecte parkeermeter of parkeerautomaat

48. Ingevolge artikel 27.3.1, 2° Wegcode moet gebruik gemaakt worden van de parkeerschijf indien de parkeermeter of de parkeerautomaat buiten gebruik is. Dit moet gebeuren overeenkomstig artikel 27.1 Wegcode.

(28)

28

i.

Parkeren op plaatsen aangeduid met bepaalde verkeersborden

49. Ingevolge artikel 27.3.2 Wegcode moet een betaalparkeerkaart gebruikt worden op de wijze en onder de voorwaarden die op deze kaart zijn vermeld op plaatsen die gesignaleerd zijn met de verkeersborden E5, E7 of E9a tot E9h aangevuld met een onderbord met de vermelding ‘betalend’. Deze kaart dient aangebracht te worden op een zichtbare plaats. Indien er parkeermeters of parkeerautomaten aanwezig zijn mag daarvan gebruik gemaakt worden en hoeft men geen gebruik te maken van de betaalparkeerkaart. De parkeertijd van de personen met een betaalparkeerkaart mogen de maximale parkeertijd van de parkeermeter niet overschrijden.84

j.

Gemeentelijke parkeerkaart

50. Indien er een bijzondere parkeerregeling van toepassing is op personen die in het bezit zijn van een gemeentelijke parkeerkaart moeten deze de parkeerkaart plaatsen op de binnenkant van de voorruit of indien deze niet aanwezig is op het voorste gedeelte van het voertuig.85

k.

Gebruik van een elektronische parkeerschijf

51. Het artikel 62bis Wegverkeerswet luidt als volgt:

“Onverminderd de bepalingen van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving is het verboden elke uitrusting die of elk ander middel dat de vaststelling van overtredingen van deze wet en van de reglementen betreffende de politie over het wegverkeer, bemoeilijkt of verhindert of automatisch werkende toestellen bedoeld in artikel 62 opspoort, bij zich te hebben.”

In de praktijk worden parkeerschijven verspreid die uitgerust zijn met een motor. Het pijltje komt daardoor automatisch op het gewenste uur zonder dat er iets moet veranderd worden aan de instelling van de parkeerschijf.

52. De enige overtreding die niet kan afgehandeld worden via een administratieve sanctie is een overtreding op artikel 62bis Wegverkeerswet. De persoon die een overtreding begaat van dit artikel wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie maanden en/of een geldboete van honderd euro tot duizend euro.86

84 Art. 27.3.2 Wegcode. 85 Art. 27.3.4 Wegcode.

(29)

29

Onderafdeling 2.

Gemengde inbreuken betreffende het stilstaan

en parkeren en betreffende inbreuken op bepalingen inzake de

verkeersborden C3 en F103

53. Een belangrijk aspect van het gemeentelijk beleid inzake mobiliteit is het parkeerbeleid. Voertuigen die niet-reglementair geparkeerd staan of zich niet aan de regels houden beperken de leefbaarheid in de gemeenten. Daarnaast zorgen ze tevens voor een verslechtering van de mobiliteit.87

54. Het artikel 3, 3° van de GAS-wet voert een derde groep van gemengde inbreuken in (naast de lichte en zware gemengde inbreuken) die betrekking hebben op inbreuken op de Wegcode. Deze kunnen dus zowel administratief als strafrechtelijk afgehandeld worden. Dit artikel luidt als volgt:

“[…] kan de gemeenteraad bovendien in zijn reglementen of verordeningen een administratieve sanctie voorzien […] voor de volgende inbreuken […]:

- de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren;

- de overtredingen van de bepalingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen […]”

Artikel 3,3° GAS-wet voert een nieuw type misdrijven in die tevens onder de bevoegdheid van de gemeentelijke besturen valt.88 Dit gaat dus onder meer over de inbreuken inzake het stilstaan en parkeren en de inbreuken inzake het verkeersbord C3 en F103 die uitsluitend zijn vastgesteld door automatisch werkende toestellen. De inbreuken die door dit artikel zijn ingevoerd zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 9 maart 2014.89 Een andere naam voor deze overtredingen is ook ‘de gemengde verkeersgerelateerde overtredingen’.90

55. Doordat vele gemeenten gebruik maakten van de mogelijkheid om sommige gedepenaliseerde inbreuken uit de Wegcode zelf te sanctioneren, hetzij via retributie of hetzij via GAS, werd deze categorie van inbreuken ingevoerd. Daaruit vloeide voort dat men meer kans had om beboet te worden voor niet betaald parkeren dan wanneer men zich fout

87 W. BRUGGEMAN, “(Gemeentelijke) Administratieve Sanctie (GAS)” in X., Postal Memorialis.

Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, G30/01-G30/91, 2015, 125.

88 L. VENY, B. WARNEZ, Decentralisatie van bestuurlijke ordehandhaving, Mechelen, Wolters Kluwer, 2015, 26.

89 Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, BS 20 juni 2014. 90 I. BRUGGEMAN, Gemeentelijke administratieve sancties voor verkeersinbreuken. Praktische

(30)

30 parkeerde. Om de handhaving consequenter te maken werd deze nieuwe categorie van overtredingen ingevoerd, zodat ze zouden kunnen vervolgd worden met GAS.91

56. De gemeenteraad moet bij deze gemengde inbreuken een keuze maken of ze deze administratiefrechtelijk dan wel strafrechtelijk gaan behandelen.92 De keuze voor het ene dan wel voor het andere doet geen discriminatie ontstaan.93 Overeenkomstig het rechtsprincipe ne

bis in idem zal slechts één sanctie kunnen worden opgelegd en kan de gemeenteraad voor

eenzelfde overtreding niet beide sanctioneringsmechanismen toepassen.94

57. Om de gemengde inbreuken van artikel 3,3° te sanctioneren met GAS is een regeling met het Openbaar Ministerie nodig waardoor het parket nog steeds een belangrijke rol speelt. Dit omdat het Openbaar Ministerie beslist of ze een bepaalde zaak naar zich toe trekken of doorsturen naar de sanctionerend ambtenaar.95 De wet spreekt in dit kader over een ‘protocolakkoord’ dat moet gesloten worden tussen de procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen. Hierin kunnen de gemeenten samen met de procureur des Konings afspraken maken over de afhandelingswijze van een bepaalde overtreding. De gemeenteraad bekrachtigt dan het protocolakkoord.96 Dit protocolakkoord is verplicht bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en bij overtredingen van de bepalingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen.97 Indien het protocolakkoord niet is opgesteld kan dat leiden tot nietigheid van de vastgestelde overtredingen die via een administratieve sanctie worden bestraft.98 Het Openbaar Ministerie moet steeds onafhankelijk99 zijn en zijn opsporingsbevoegdheid behouden. Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de onafhankelijkheid wordt behouden, ook al maakt men samen een protocolakkoord, en stelt dat het Openbaar Ministerie de mogelijkheid heeft om op het even welk ogenblik het protocol te kunnen aanpassen.100 Indien er geen protocolakkoord voorzien is dan kan geen enkele overtreding op administratieve wijze gesanctioneerd worden, ook al is

91 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 62.

92 Art. 5 GAS-wet.

93 B. WARNEZ, M. DECOCK, “De matigingsbevoegdheid van de politierechter bij GAS: (quasi?) parallellisme met de strafprocedure”, RW 2019-20, (763) 765.

94 Wetsontwerp betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, Advies van de Raad van State,

Parl. St., Kamer, nr. 53-2712/001, 125.

95 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 32.

96 Art. 23 GAS-wet.

97 Omz. 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties, BS 8 augustus 2014.

98 I. BRUGGEMAN, Gemeentelijke administratieve sancties voor verkeersinbreuken. Praktische

toelichting bij inbreuken, afhandeling en rechtspraak, Mechelen, Wolters Kluwer, 2017, 36.

99 Art. 151, §1 GW.

100 GwH 23 april 2015, nr. 44/2015, vzw Kinderrechtencoalitie Vlaanderen- vzw Liga voor Mensenrechten, vzw Ligue des Droits de l’Homme, samenvatting 7.

(31)

31 deze opgenomen in het politiereglement.101 Dit protocolakkoord dient bekend gemaakt te worden op de site van de gemeente en/of er moet een affiche aangeplakt worden op een plaats waar het protocol kan geconsulteerd worden door het publiek.102 Nadere voorwaarden inzake het protocolakkoord worden uiteengezet in het koninklijk besluit van 21 december 2013.103

58. De gemeenteraad kan voor volgende overtredingen (zie infra) van het koninklijk besluit van 1 december 1978 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, beter gekend als de Wegcode, een reglement of verordening opmaken waardoor deze overtredingen kunnen worden bestraft met een administratieve sanctie. Deze overtredingen worden in het koninklijk besluit onderverdeeld in de overtredingen van de eerste en tweede categorie.

Overtredingen van de eerste categorie

59. In het artikel 2, §1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren, en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, worden alle overtredingen die in het verkeer bestraft kunnen worden met een administratieve sanctie limitatief opgesomd.

De volgende overtredingen zijn overtredingen van de eerste categorie.

a.

Parkeerverbod binnen (woon)erven

60. Er geldt een parkeerverbod in de woonerven en de erven tenzij deze afgebakend zijn door wegbedekking in een andere kleur, of waar de letter ‘P’ is aangebracht, of waar een verkeersbord het parkeren wel toelaat en dit ingevolge artikel 22bis, 4° a) Wegcode.

b.

Parkeerverbod en stilstandverbod op verhoogde inrichtingen

61. Ingevolge het artikel 22ter.1, 3° Wegcode is het verboden te parkeren en stil te staan op verhoogde inrichtingen. De verhoogde inrichtingen moeten aangeduid worden door de verkeersborden A14 en F87. Indien deze verhoogde inrichtingen gelegen zijn in een zone die wordt aangeduid door een verkeersbord F4a en F4b is het eveneens niet toegestaan om stil

101 T. ALLEWAERT, Gemeentelijke administratieve sancties in de praktijk, Brugge, Die Keure, 2014, 33.

102 Art. 23, §2 GAS-wet.

103 Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inflatie is de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaand

4.1 Een Netbeheerder zal de Staat der Nederlanden niet aansprakelijk stellen voor schade als gevolg van in het verleden genomen besluiten op grond van artikel 80 Gaswet, zoals

Tegen het besluit kan degene die rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een bezwaarschrift indienen bij de Juridische Dienst van

Op 17 maart 2005 heeft de Raad van de Gezamenlijke Netbeheerders een voorstel ontvangen voor de tariefstructuren zoals bedoeld in artikel 12a en 12e, lid 1 van de Gaswet.. Op grond

Op 17 februari 2005 heeft de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) van de gezamenlijke netbeheerders een voorstel ontvangen voor de tariefstructuren zoals bedoeld

De Autoriteit Consument en Markt stelt met betrekking tot het transport van gas dat bestemd is voor levering aan afnemers voor iedere netbeheerder de tarieven, die kunnen

Aan de hand van artikel 81b, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet, heeft ACM met gebruikmaking van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek de hoogte van de

Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtsreeks is betrokken binnen zes weken na bekendmaking beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven,