De systeembenadering van organisaties
Citation for published version (APA):
Leeuw, de, A. C. J. (1968). De systeembenadering van organisaties. (TH Eindhoven. Vakgr. organisatiekunde : rapport; Vol. 3). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1968
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
De systeembenadering van organisaties ire A.C.J. de Leeuw
groep organisatieleer rapport nr.
3.
oktober
1968.
_.- -""'.l! - . O...-.· .... ..,- ... ~ ... """" ... •
T.H.E. Afd. Bdk. i.o. De sYsteembenadering van organisaties.
A. de Leeuw.
1. Inleiding 1
2. Enkele begrippen 1
1. Verzameling van objekten 1
2. Objekten 2
3.
Definieren van een bepaalde verzameling 24.
Enkele verzamelingstheoretische begrippen 2 ~1. Deelverzameling 2
2. Het verschil tussen twee verzamelingen 3
5.
Het begrip "relatie"3
6. Het begrip "systeem" 3 7. Open - versus gesloten systemen 48.
Het begrip "struktuur"9. Attributen 10. Model
3.
De organisatie alssysteem4.
Het onbehagenover de ontW1kkeling van de wetenschap1. "General systems theory - The skeleton of science"
2. De onvrede met de organisatie - c.q.
5
5
5 5 6 6 management theorie 85.
Enkele benaderingen van de laatste decennia9
1. Opnieuw spraakverwarring 9 2. Enkelesysteemtheorieen van organisaties 111. De systeemtheorie van Miller ,on Rice 11 2. De theorie van Johnson, Kast en
Rozenzweig 6~:Slotbeschouwing.~ 15-10-1968 A rlL/M,vfi 12 13
\..
1
-De systeembenader~ng van organisaties.
1. Inleiding.
Gedurende de .laatste decen~a zijn een groot'aantal boeken en artikelen verschenen waarin enerzijds onbehagen wordt uitgedrukt over de ontwikkeling van'de organisatietheor~e o.q. management-theorie en anderzijds richtingen worden aangeduid om uitde ~passe te geraken.
Wij zullen niet proberen een allesomvattende samenvatting van deze literatuur te gevenmaar slechts enkele, naar ons inzicht waardevolle bijdragen te belichten. Een centraal begrip of kQncept wat in die literatuur wordt gebruikt ~s
hetbegrip ':systeem" 0 Daarom zullen wij in paragraaf 2 een
omschrijving geven van hetbegrip systeem. Daarnaast zullen we in paragraaf ~ laten zien dat de systeembenadering in wezen niet nieuw is. Impliciet hebben organisatietheoretici voortdurend gebruik gemaakt van het begrip "systeem,,(1) • . Hetnieuwe element in: de literatuurwan de laatste deoennia
is vooral hieringelegen dat detheoretici trachten het be-grip explioiet te stellen en.aande hand daarvan te geraken tot een nauwkeur~ge definitie van begrippen en een rudiment van een methodolog~e.die bruikbaaris bij hetbestuderen van organisaties.
!:
Het is zeer welmogelijknu met behulp van de mathemat~sohe
logica en de verzamelingenleereen strikt ~omat~sohe systeem-theorie te konstrueren.Het is.onzeovertuiging dat deze
theor~e in de komende decen~a tot ontwikkeling zal worden gebraoht. In d~t oollege echter zou het tever voeren h~erop uitgebreid in te gaan.
Daarom zullen we in dit hoofdstuk Minder formeel te werk gaan als voor een axiomatische theorie noodzakelijk zou zijn. 2. Enkele begriPpen.(2)
2.1 Verzameling van objekten.
A11~reerst zullen wij met behulp van enkele voorbeelden
(1) Hierop werd ik gewezen door dr, H. Fe1tsma, leotor un de T.H.E. (2) V~~r een inleiding in de wiskunde verwijzen we naar o.a.(12)
verduidelijken wat de betekenis is van het wiskundige begrip "verzameling"o
Voorbeelden
De verzameling van alle Nederlanders.
De verzameling van aIle werknemers bij de firma X. De verzameling van aIle leden van een groep.(1)
2.2 Objekten.
De elementen van een verzameling zullen wij objekten noemen.
2.3 Definieren van een bepaalde verzameling.
Wij zullen twee wijzen aangeven waarop een verzameling kan worden gedefinieerd.
-. Door aIle objekten (elementen) .die behoren tot de ver-zameling aan te duiden.
Bijvoorbeeld:
W
=
{1,
3, 7}
. W
=
de verzameling van dQ.gQtQ11Qn 1y 3_~n7.
- Door het aangeven vpeenzogenaamd predicaat.
W
=[wlw is eenwerkn~mer
bij de firmax}
W is de verzameling van alle werknemers bij de firma
X.
Het zal duidelijk zijn dat de twee manieren slechta hierin verschillen dat in bepaalde gevallen de ene voorkeur
verdient boven de andere.
2.4 Enkele verzamelingstheoretische begrippen. 2.4.1 Deelverzameling. , De fini tie. Zij W 1'" een verzameling W 2 een verzameling .y..w(Wc.W 1 ~ w.eW2) .... W1 is een deel verzameling van W 2~ W 1
c...
W 2 In woorden:Indien voor elk element van W
1 geldt dat het tevens element van W
2 is noemenwe W1 een deelverzameling ",van W2 (notatie W
1 C. W2).
204.2 Het verschil van twee verzamelingen. Zij W
1 een verzameling,
W
2 een verzameling.
Het verschil tussen W1 en W
2 wordt genoteerd met
W~!W2 en als volgt gedefinieerd: Definitie
W1
\W
2=
[wl,w~
W1 . &wI:-
w
21
In woorden: .W1\W2 is de verzameling van alle elementen die wel element zijn van W1 en niet element van W
2• Indien W2C W1 noemen we W
1
\W
2 het komplement van W2 ten opzichte van W102.5 Het begrip relatie.
Wij onderstellen het begrip relatie,intuitief bekend en zullen slechts een nota tie invoeren.
Zij W
1 en W2 beide verzamelingen die geen gemeenschap-pelijke elementen bevatten(1)
en w1 en w2 twee verschillende objekten die geen
ele-~ent zijn van W1 en/of W 2• Notatieo'
E:r is een relatie tussen w1 en W1
#
R{w1 ;w11 op analoge wijze komen we tot de volgende notaties R {w1 ;w21
R {W1 ;W21
0pmerking.
Naast het begriprelatie komtmen in deliteratuur andere begrippen tegen die sterk hiermee verwant zijn. We noemen daarvan: samenhang, afharikelijkheid,
inter-dependentie, be!nvloeding. 2.6 IHet begrip IIsysteemllo(2)
~et behulp van de thans ingevoerde begrippen kunnen we nu het begrip "systeeml' definiereno
(1) Men noemt W1 en W'2 disjUDeto Notatie
w./'
W 2 =9J
9J
is de lege verzamelingo4 -Definitieo
Zij Ween verzamelingvan objekten. Indien voor elke deelverzamelin~ van W, die Diet de lege verzameling is, geldt dat
er
een relatie is tussen die deelverzameling en het komplement van die deelverzameling t.o.v. W isWeen systeem. Formeel genoteerd:
V,A (A
I
¢ & AC W~R fA;W\AJ )<=t W
is een systeemoEe.n .iets mnder .abstrakte (en minder ondubbelz+nnige) definitie luidt aldus:
Een systeem is een verzameling van objekten die onder-ling relaties vertonen.
2.7
Open - versus gesloten systemen.In de definitie van het begrip systeem wordt aangeduid dat e.en systeem een verzameling is die .aan bepaalde eigenschappen voldoet.
Omgeving Eo
E~
f
wlwfS & Rfw ;s]
In woorden:
De omgeving van S is de verzameling van alle objekten die niet tot S behoren en relaties vertonen met S. Open systeemo"
Indian E
I
¢ is Seen open systeem. (1) In woorden:Indien de omgeving van een systeem niet de lege verzameling is heet Seen open systeem.
Gesloten systeem. . .
Geheel. analoog aan het voorgaande stellen we: Indian E
=
¢
is Seen gesloten systeemo(1) Wij wijken hier bewust af van de definitites van het begrip "open" welke elementen bevatten als adaptatie, zelfaanpassing,
2.8 Het begrip struktuur.
De struktuur van een systeem zullen we omschrijven ala de verzameling van relaties tussen de deelverzamelingen vanhet systeem.
2.9
AttributenoEigensohappen van objekten zullen wij aanduiden met het 'begrip at~buten.Attributen zijn op te vatten als ab-. strakte begrippen om hetgedragte beschrijvenab-.
Voorbeelden:
E1ektrische weerstand met o.a. de attributen weerstand, stroom door de weerstand, spanning over de weerstand. Individu met o.a. de attributen leeftijdt kleur van het
haar,motivatie, attitude.
2.10 Model.
Voor ons doelis, het voldoende' eenmodel te omschrijven als eensysteem,terbestuderingvan een ander systeem. Vanzelfsprekend is hier een zekere mate van "gelijkenis" noodzakelijk.Het te bestuderen syateem kan zowel besta811d .. ". alsgeplandzijn.
, . De or~anisatie ale srsteemo
Uit de in paragraaf 2 gegeven definitie van het begrip . systeem moge blijkeni:dat daarin· twee wezenlijke elementen
voorkomen.
Ten eerste een verzameling van objekten en ten tweede de samenhang •
. 'Nu is'hetzoeken 'naar ':samenhangtus,sen'objekten of kortweg het zoeken naar ,samenhan,g eenzeer fundamentele bezigheid 'vannagenoegelke"zo m.etelke .wetenschappelijke discipline.
Wij volstaanmet optemerken datde bewering dat organisatie-theoretici zichvoor de·laatstedecennia !liet met het speuren naar samenhang hebben beziggehouden"geen recht doet aan het wetensohappelijk werk "at door hen is verricht.
Het nieuweelement in de organisatietheorie van de laatste decennia is.nu dat,daarin,expliciet wordt gesteld dat de organisatie wordt beschouwd als een systeem in de zin van de in paragraaf 2 gegeven definitm. Dat de "oudere" orga-nisatietheorieen in een aantal gevallen ontoelaatbare
ab-•
- v
-straktieshebben gepleegd betekent in de eerste plaats dat zij een onju:i..stinzicht hadden in .de samenhang en niet dat zij n:i..et naar samenhang hebben gezocht. Als Miller and Rice
C1J
in hun inleiding stellen "Any ellterprise may be seen as an open system ••• n dan. is het nieuwe niet "system" maar "opanlt•
Na aldus te hebbengestelddat de organisatie een systeem is (d.w.z. voldoet aan de de!initie) kan nader worden ge-specificeerd welke eigenschappen dat systeem heeft. V~~r
het aanduiden van deze eigenschappen zijn een veelheid van begrippen in gebruik. Met'een ervan maakten we reeds kennis: het begrip "opeD. systeem".
De algemenesysteemtheorieis een theorie van abstrakt
karakter die uitspraken doet over aIle objektenverzamelingen die voldoen aandedefinitievan het begrip systeem.
4.
Het onbehagen over de ontwikkeling van de wetenscha~.In deze paragraaf zu~len we aan de hand van enkele artikelen ·deonvredemetde.wetenschappelijkethaorievorming bespreken.
4.1
"General systems theory - The skeleton of science". In· een artikel [3] heeftBoulding zijn~isie betreffende de spraakverwarring tussen de verschillende disciplines·f·
uiteengezet.
Hij stelt dat wetenschap datgene is waarover wetenschaps-mensen, in hun r91 als wetenschapsman met voordeel kunnen . spreken. De icrisis in,de wetenschap spru:i..t hieruit voort
c:iat deze kommunicatie tussen de verschillende disciplines in toenemende mate wordt bemoeilijkt. ·Dit vindt vooral zijn oorzaak in de toenemende specialisatie.
"One wonders sometimes if soience will not grind to stop in an assemblage 'of walled - in hermits, eaoh mumbling to himself words in a private language that only he can understand" •
. De "general, systems' theory" zal nu de taal moeten ont-wikkelen die kommunicatie tussen disciplines weer mogelijk maakt. Ook.de zogenaamde interdisc~plinaire disciplines zouden voordeel genie ten van een "general systems theory".
Deze zoukunnen verhoeden dat interdiaciplinair degenereert tot ondisciplinair. Vervolgens geeft Boulding twee bena-deringen van een "general systems theory".
Kortgekarakteriseerd:
10 Zoeknaargelijksoortige verschijnselen in verschillende disoiplines enkonstrueer daarvan een theordtisch model. 2. Stel een rangorde naar komplexiteit op van de empirisohe
onderzoekgebieden (de te bestuderen systemen; mijn interpretatie).
Voorbeelden van' de aerste benadering.
- groeiverschijnselen worden in vele disciplines bestudeerd. Zekunnen vaak worden beschreven door een eenvoudig
systeem van differentievergelijkingen - evenwichtsverschijnselen
- in vele disciplines tracht men het gedrag van een systeem te verklaren door uit te gaan van het gedrag van de
'objekten en h'unrelaties.
De,tweedebenadering.Een hierarchie van systemen. Boulding suggereertde volgende ordening.
1. Statische strukturen. ("frameworks")
2. Eenvoudige dynamische systemen,("clockworksn)
3.
Control mechanism ("thermostattt )4.,
Open systeem,,(l1 cell").5. Genetisch - sociaal systeem (l1planttf)
60 Niveau van di.erlijk leven ("animal")
7.
Mens ("human")8.
Sociale'organisaties 9. Transcendente ,systemen.,De theoretische systemen bevinden zich nog voornamelijk op de eerste niveaus hoeweler in,ditopzicht vooruit- ' gang wordt geboekt.
De hierarchie van systemenis zod~g dat in zeker opzicht elk niveau de systemen van de lagere niveaus omvat. De tweez~ geschetste benaderingen vullen elkaar aan. Wij hebben ten aanzien hiervanhet volgende standpunt. De hierarchie van systemen is zeer dienstig om vast te stellen van welke graad van komplexiteit het te bestuderen systeem is. Het is evident dat een volledig bevredigend
model van hetzelfdeniveau mo.etzijn. Indien een theo-retisch systeem van hetgewen~te niveau ontbreekt en
wij dusmeteen model van een lager niveau moetenvol-·staan,'geeft·het niveauverschil een eerste indicatie
voor de ·mate van overeenkomsttussenmodel en systeem. De "universele·taal"·evenwel,zal noodzakelijk zijn om de systemen uit de hierarchie theoretisch te beschrijven. Deze taal.zalmathematisch zijn en worden gebruikt om hetgedrag van een systeem te verklaren uitgaande van het gedrag van de objekten en hun relaties. Dit ligt, gezien de'def1nitie'vanhet begrip'systeem, voor de hand.
4.2 De onvrede met de organisatie - c.q. management theorie.(1) Sprekendover managementtheorie stelt Koontz
t4]:
"o~. we now see these and other early beginnings over-grown and entangled by a jungl'e of, approaches and approachers to management theory".
Deze·verscheidenheid van benaderingen is ontstaan doordat beoefenaren·vanvelerlei disciplines de organisatie als verschijnselbest-udeerden (en nog bestuderen). Deze .' visie is sterk verwantmet die van Boulding. Daarom
zullenwe hier niet uitgebreidopingaan. De door Koontz voorgestelde oplossingen duiden we kort aan. Na de ver-schillendebenaderingen te hebben gekarakteriseerd stelt hij onder meer:
1.: "The semantics Jungle"
Debetekenis vande door·organisatietheoretici ge-hanteerdebegrippen is nieteenduidig. Duidelijk is
ditmet name voor het begrip "organisatie". De beoefenaren van de organisatie-theorie dienenhet·over deze
be-. tekenis eenste worde,nbe-.
'2.Een gelijksoortig probleem kan worden gekarakteriseerd
.,
.metde vraag "Wat is 'een ma:nager?".
3.·Indien overeenstemming is bereikt over de betekenis van management zal blijken dat de integratie van
management-theorie met andere disciplines noodzakelijk is.
(1) Wij zullen geen duidelijk onderscheid maken tussen management--theorie en organisatiemanagement--theorie aangezien dat hier niet relevant is.
9
-Koontz is dusvoorstander van de zg. integrale benadering. Het is evident dat daarvoor een algemene taal noodzakelijk
<t
is. Hieruit blijkt wederom de samenhang met de visie van Boulding.
5.
Enkele benaderingen van de laatste decennia.5.1
Opnieuw spraakverwarring •.Scott
t5]
steltin een artikel onder meer "Modern organisation theory needs tools of analysis and a conceptual framework... It may be that the framework will come ·from general systems theory".Frederick (6] geeft aan welke komponenten een algemene organisatietheorie dient te bevatten. Hij noemt:
10 Klassieke management principes
2. "Human relations" bijdragen
3.
Beslissingstheorie4.·
Gedragswetenschappen5.
"Value Theory"Als belangrijke karakteristieken van de theorie noemt hij: 1. De theorie za:l een mathematisch karakter dragen
2. Zij zal zwaar' steunen op de gedragswetenschappen
3.
Zij zal wetenschappelijk zijn4.
Zij zal filosofisch georienteerd zijn.Ret bovenstaande ondersteunt de volgende stelling. De organisatietheorie dientontwikkeld te worden al.e eentheorie van systemen met bepaalde eigenschappen.
Czoals bijvoorbeeld:De objektenverzameling bevat indiv:Lduen). De algemene systeemtheoriezoals we die in paragraaf 3
omschrevenzal daarbij als kader·dienen. Het defin:1eren van attributen.van deobjekten en de spec:i.fieke relaties tussen deobjekten zal interdisciplinair moeten gebeuren. Daarbij zal·· de· uniforme . taalzeerverwant, zo niet iden-tiek moeten zijn met die van de algemene systeemtheorie. De taa~ van de algemene systeemtheorie moet mathematisch zijn.
Uit de meer recente literatuur blijken evenwel nog ver-schillen van inzicht.
In hun boekL7] stellen Johnson, Kast en Rozenzweig in het eerste hoofdstuk:
"The" systems concept· is primarily a way of thinking about the job of managing". De door hen gebruikte taal is niet mathematisoh. ·Dit geldt eveneens voor het werk van
Miller en Rioe
11J .
Nesarovio e.a.(8]
daarentegen maken veelvuldig gebruik van wiskundige symboliek~Cyert en Maroh[9] trachten eveneens wiskundige modellen te konstrueren.
Hieruit moge .hlijken dat ondanks het feit dat al de
genoemde auteurs aanhangers zijn van de systeembenadering van organisaties zijhetnieteens zijn over de bij deze benadering te gebruiken taal.
Daarnaast bestaatverschil van mening over wat de ob-jekten van het systeem zijn. Wijgeven twee benaderingen.
WoG. Soott noemt ala objekten ("parts of the system") in (51
het individu
- de formele organisatie - de informele organisatie - ·,statusen·rol
- fysische omgeving
H. Thierry noemt daarentegen
[1cLl
- mens- maohine methode.
Het spreekt wel haast vanzelf dat ook over de aard van de relaties tussen de objekten geen overeenstemming bestaat. Scott
(5]
noemt: - kommun:t.katie ..; ~venwicht - beslissingen nemen. Thierry[10:1
noemt: -kommunikatieen voorts, maar niet expliciet: - sociometrische relaties •
. Resumerend.
Hoewel vele theoretioi uitgaan van een systeemconcept zijn zij het one ens over de voor een ~ysteemtheorie te hanteren taal.
Daarenboven is er een gebrek aan overeenstemming over de tweewezenlijke bestanddelen van de definitie van hetbegripsysteem: de objekten en de relaties.
DUB: Weer spraakverwarring, maar oplosbaar daar de begrippen,van'paragraaf 2 een gesprek mogelijk maken.
5.2,Eftkele systeemtheorieen van organisaties.
In dezeparagraaf zullen we twee systeemtheorieen van organisaties kort behandelen die geen gebruik maken vanwiskundigesymboliek. De theorieen zijn ook niet voldoende geformaliseerd om dat zonder meer mogelijk te maken. De terminologie nemen we derhalve zonder meer over vande auteurs.
. 1
5.2.1 De systeemtheorie van Miller en Rice
[1J,
Miller en Rice beschouwen een onderneming als een open systeem.
"Any enterprise may be seen as an open system . which has characteristics in common with a
bio-logical organism. An open system exists, and can only exist, by exchanging materials with its environment". Hun naar ons inzioht ietwat vreemde interpretatie van het begrip "materials" blijkt uit een voorbeeld wat even later wordt gegeven. "An eduoational enterprise, for example, imports
.
students, teaches them and provides them with opportunities to learn; it exports ex-students who have either acquired some qualification or failed" •. " Uitdeze ·aanhaling moge blijken dat in hun visie een open systeem wordt gekenmerkt door relaties met ,deomge"Ving'in·de vorm van input (of import
of "in-take") en output (of export).
Derelatie tussen input en output wordt
gekarak-teriseerd als "thrOlgh pu ttl of "conversion ,. processes". Voorts onderscheiden Miller en Rice een drietal
·"activities"~
1. "operating activities". Dit zijn die.aktiviteiten welke direkt bijdragen tot die import-conversion-export processes welke het karakter van de
onder-neming vastleggen.
2. "maintenance activities I f . Deze v~rzorgen en
vervangen die hulpbronnen waardoor de "operating activities" tot stand worden gebraoht.
3.
"regulatory activities". Deze coordineren de IIoperatingactivitiesl1 onderling en voorts hetgeheeldvan ~tiviteiten met de omgeving. Tenslotte nog een drietal definities.
itA system of activities is that complete of activities 'whioh'is'required to oomplex the prooess of
trans-forming an in take to an output"
"A task system is a system of activities(1) plus the human and physical recources required to perform the activities" •
. "ThUs 8l.;:system has, a boundary which separates i t , fromi ts· environment".
Wij zullen de theorie niet verder behandelen. De belangstellende wordt verwezen naar het boek van .·Miller . en . Rice
r
11 05.2.2 De theorie van Johnson, Kast en Rozenzweig[7l • Het"overigens vrijbekende,. werk van Johnson, Kasten Rozenzweig is naar ons inzicht van beduidend mind ere kwaliteit dan [1]
. Volgens Geisler
r
11J :"This is a dissapointing book because it presents a glossy and superficial picture of the systems approach".
Wij zijn het daarmeeeens.
Daarnaast echter blijktuitde definitie van het begrip'systeem (zie
[7J
p. ·111), een gebrek aan overeenstemming met het door ons in paragraaf 2 geIntroduceerde begrip."A system is an array of components designed to accomplis,' a particular objective according to plan".
Wij'zijn van mening datdeze definitie te eng is.
Met name konflikten in organisaties en aspekten van,menselijk gedrag vinden in een systeemtheorie
. (1) overdeze systemen naar ons gevoel nauwelijks plaatso Vattenwij het boek kort samen, met aIle gevaren van dien, dan komt dat neer op een hernieuwd in-voeren vanbegrippen zoals planning, gezag
"control" in het kader van het door hen gehanteerde begrip systeem.
Daarenboven wordt een groot aantal "nieuwere" koncepten geIntroduceerd zoals informatie, kommu-nikatie, beslissingsproces, terugkoppeling, regelaar
("control unit"), homeostase, groei.
Dit alles wordt geooordineerd binnen een systeem-oonoept. 6.S1otbeschouwing.
Het is goed tebedenkendat hetlaatste woord over een systeem-benadering nogniet gesproken is.Naar onze mening zal de
systeem benadering,meer formeel moe ten worden opgeset dan gebeurt in ,de inparagraaf 5.2.1 en 5.2.2 behandelde boeken. Enkele voorbeelden om aan teduiden wat we daarmee bedoelen zijn tevinden,in paragraaf'2van'dit hoofdstuk.
Extra literatuurverwijzingen zullen we niet geven. De gein-teresseerde lezer kan zioh aan de hand van de literatuur-lijst verder orienteren.
(1) Blijkens een diskussie over adaptatie (zie p. 67 van (7J ) menen Johnson e.a. dat dit weI mogelijk is.
, ...
LITERATUUR
[1J E.J. Miller and A.K. Rice "Systems of organisation" 1967 Tavistock Publications Ltd •.
[2J . A.D. Hall and R.E. Fagen "Definition of system" General Systems vol I (1956)
[3J K"E. Boulding, "General systems theory - The skeleton of science"
Management Science vol 2 no. 3 april 1956 [4] H. Koontz "The management theory jungle"
J.A.M. dec. 1961
C5] W.G.Scott "Organisation Theory: An overview and an appraisal"
J.A.M. april 1961
[6} W.C. Frederick "The next Development in management science: A General theory"
, J.A .1-1. september·· 1963 '
C71
R.A.· Johnson, F .E. Kast" J .E. Rozenzweig "The thepry and management of systems" 1963/ 1967Mc. Graw' Hill (1)[81
M.D. Mesarovic, J.L. Sanders, C.F. Sprag~e"An axiomatio approach to organisation't> from a general systems vieWpoint"
Hoofdstuk 26 in: W.W.Cooper e.a. ~
"New perspeotives in organisation research" Wiley 1964 [91 R.M. Cyert, J .G. March
Prentice Hall 1963
"A behavioral theory of the firm"
(1) .De uitgave van 1963 is in het Nederlands vertaald en ver-,krijg,baar als Marka pocket.
" .
.I
LITERATUUR -
vervolg·--H. Thierry "Organisatie en leiding" tweede geheel herziene drUk
Stenfert Kroese 1968
[1~
M.A.
GeislerB~sprekingen
van [7J Man.So.vol 9 1963 'p.702[12]
W.R. Starbuok ''Mathematios and organisation Theory" hoofdstuk8
in: J.G. Maroh ed"Handbook of organisations"