• No results found

Demersal Fish Survey gegevens van het Eierlandsche Gat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Demersal Fish Survey gegevens van het Eierlandsche Gat"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV

Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

RIVO Rapport

Nummer: C 043/04

Demersal Fish Survey gegevens van het Eierlandsche

Gat

Drs. L.J. Bolle Opdrachtgever: ECOSUB Dr. G.W.N.M. van Moorsel Postbus 126 3940 AC Doorn Project nummer: 3.88.99999.02 Contract nummer: 04.035 Akkoord: Drs. E. Jagtman

Hoofd afdeling Biologie en Ecologie

Handtekening: __________________________

Datum: 3 juni 2004

De Directie van het RIVO Is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van het RIVO; opdrachtgever vrijwaart het RIVO van aanspraken van derden in verband met deze toepassing.

In verband met de verzelfstandiging van de Stichting DLO, waartoe tevens RIVO behoort, maken wij sinds 1 juni 1999 geen deel meer uit van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wij zijn geregistreerd in het Aantal exemplaren: 4 Aantal pagina's: 5 Aantal tabellen: 2 Aantal figuren: 1 Aantal bijlagen: 1

Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets van dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

Handelsregister Amsterdam nr. 34135929 BTW nr. NL 808932184B09.

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding... 3

Methoden ... 3

(3)

Inleiding

In het kader van een MER voor het leggen van een kabel tussen Texel en Vlieland, is het RIVO gevraagd om gegevens te leveren van de visfauna in het Eierlandsche Gat. Dit gebied wordt tijdens de “Demersal Fish Survey (DFS)” bemonsterd.

Methoden

De DFS wordt jaarlijks uitgevoerd in september-oktober en bemonstert het Nederlandse kustgebied, de Waddenzee en de Wester- en Oosterschelde. In de Waddenzee wordt de bemonstering uitgevoerd met een 3m-boomkor die is opgetuigd met 1 wekkerketting en een garnalennet met een klossenpees en een fijnmazige binnenkuil (20mm). De vangst aan vis en epibenthos wordt uitgezocht en de vissen en garnalen worden gemeten. Van een aantal doelsoorten worden otolieten verzameld voor leeftijdsbepalingen.

Het Eierlandsche Gat bestaat uit 2 geulenstelsels. Tijdens de DFS wordt het zuidelijke geulenstelsel van het Robbengat Gat tot en met het Foksdiep bemonsterd (gebied 612). In principe worden er jaarlijks 6-7 trekken uitgevoerd in dit gebied, maar omdat het moeilijk bereikbaar is over het wad wordt het overgeslagen in jaren waarin geen volledige Waddenzee bemonstering mogelijk is. Gebied 612 is bemonsterd in de jaren 1973-78, 1980-87, 1991-92, 1996 en 1998. Er zijn in totaal 115 trekken gedaan in dit gebied tijdens de DFS.

Omdat met name het gebied tussen Texel en Vlieland belangrijk is voor de MER, is gebied 612 opgedeeld in twee deelgebieden, het gebied ten westen van 4o55’ OL en het gebied ten oosten

van deze meridiaan. Om geografische variatie gerelateerd aan diepte te beschrijven is er onderscheid gemaakt tussen verschillende dieptezones. Alle trekken liggen tussen de 3 en 9 meter. Omdat 3 dieptezones te weinig trekken per stratum opleverde is besloten om de gemiddelde vangst te berekenen voor 2 dieptezones per deelgebied (Tabel 1).

De gemiddelde vangst per stratum is berekend voor een aantal vissoorten en voor garnaal. Voor schol en tong zijn leeftijdsgegevens beschikbaar waardoor onderscheid gemaakt kon worden tussen de 0 groep en de 1+ groep. De gemiddelde vangst is berekend door de vangst per trek om te rekenen naar de vangst per 1000m2 en deze te middelen over alle trekken

binnen een stratum.

Tabel 1. Aantal trekken per stratum voor 2 deelgebieden (west en oost) en 2 of 3 dieptezones.

dieptezone deelgebied west oost 3-5m 25 15 6-9m 20 55 totaal 45 70 3-4m 21 06 5-6m 09 26 7-9m 15 38 totaal 45 70

(4)

Resultaten en Discussie

Tabel 2 geeft alle vissoorten die tijdens de DFS zijn aangetroffen in gebied 612. Deze soorten zijn zowel in het westelijk als in het oostelijk deel van gebied 612 gevangen. Aangezien een aantal van de onderstaande vissoorten niet representatief bemonsterd worden met een boomkor, zijn deze niet meegenomen in de verdere opwerking van de gegevens. Tabel 2. Vissoorten gevangen tijdens de DFS in gebied 612 (Robbengat t/m Foksdiep).

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam

Anguilla anguilla Aal

Alosa fallax Fint

Clupea harengus Haring

Sprattus sprattus Sprot

Osmerus eperlanus Spiering

Gadus morhua Kabeljauw

Trisopterus minutus Dwergbolk

Trisopterus luscus Steenbolk

Merlangius merlangus Wijting

Ciliata mustela Vijfdradige meun

Zoarces viviparus Puitaal

Atherina presbyter Grote koornaarvis

Syngnathidae (S. rostellatus en/of S. acus) kleine en/of grote zeenaald

Trigla lucerna Rode poon

Myoxocephalus scorpius Zeedonderpad

Agonus cataphractus Harnasmannetje

Liparis liparis Slakdolf

Cyclopterus lumpus Snotolf

Trachurus trachurus Horsmakreel

Pholis gunnellus Botervis

Ammodytidae (A. tobianus en/of A. marinus) Kleine en/of Noorse zandspiering

Hyperoplus lanceolatus Smelt

Callionymus lyra Pitvis

Gobiidae (P. microps en/of P. minutes) Grondels (brakwatergrondel en/of dikkopje)

Psetta maxima Tarbot

Scophthalmus rhombus Griet

Limanda limanda Schar

Microstomus kitt Tongschar

Platichthys flesus Bot

Pleuronectes platessa Schol

Solea vulgaris Tong

Voor alle vissen die in principe goed gevangen kunnen worden met een boomkor is de

gemiddelde vangst (N/ 1000m2) per deelgebied en dieptezone berekend. Deze getallen worden

gepresenteerd in Bijlage 1, samen met de standaard fout van het gemiddelde, het totaal aantal trekken en het totaal aantal vissen per stratum.

Sommige vissoorten komen in lage aantallen voor (zie Bijlage 1). De toevalskans dat een vis wel of niet in een bepaald deelgebied of dieptezone voorkomt is daardoor erg groot. Daarom is in Figuur 1 een verdere selectie gemaakt van het aantal vissoorten, uitgaande van minimaal 50 vissen in alle 115 trekken.

(5)

Er worden soms grote verschillen waargenomen tussen de deelgebieden en/of dieptezones. In hoeverre deze verschillen betekenis hebben is twijfelachtig gezien het relatief klein aantal trekken per stratum en de grote variabiliteit in vangsten tussen nabij gelegen stations. Voor alle vissoorten opgenomen in Bijlage 1 is met een ANOVA onderzocht in hoeverre de variatie in vangsten verklaard kan worden door het deelgebied en/of de dieptezone. Deze analyses toonden aan dat slechts in een beperkt aantal gevallen de waargenomen verschillen statistisch significant zijn:

- significant verschil tussen deelgebieden: pitvis en 0 groep schol - significant verschil tussen dieptezones: vijfdradige meun

(6)

schol 0 groep 0 20 40 60 80 100 120 140 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost schol 1+ groep 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost tong 0 groep 0 1 2 3 4 5 6 7 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost tong 1+ groep 0 0.05 0.1 0.15 0.2 0.25 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost schar 0 20 40 60 80 100 120 140 160 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost bot 0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost grondels 0 20 40 60 80 100 120 140 160 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost 5-dradige meun 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 1.2 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost zeedonderpad 0 1 2 3 4 5 6 7 8 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost slakdolf 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 1.2 1.4 1.6 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost

Figuur 1. De gemiddelde vangst (N/ 1000m2) per deelgebied en dieptezone en de standaard

(7)

puitaal 0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 4.5 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost harnasmannetje 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 1.2 1.4 1.6 1.8 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost pitvis 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost wijting 0 0.5 1 1.5 2 2.5 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost kabeljauw 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost steenbolk 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 1.2 1.4 1.6 1.8 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost gewone garnaal 0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 3-5m 6-9m N / 1000 m 2 west oost

Figuur 1 vervolgd. De gemiddelde vangst (N/ 1000m2) per deelgebied en dieptezone en de

standaard fout van het gemiddelde voor een aantal vissoorten en voor garnaal.

Bijlage 1. Excel file met de volgende sheets:

- Tabel met de gemiddelde vangst (N/ 1000m2), standaard fout, totaal aantal trekken en

totaal aantal vissen per deelgebied en dieptezone (3 diepteklassen).

- Tabel met de gemiddelde vangst (N/ 1000m2), standaard fout, totaal aantal trekken en

totaal aantal vissen per deelgebied en dieptezone (2 diepteklassen). - Pivot-tables en grafieken gebaseerd op analyses met 2 diepteklassen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om dubbeltellingen te vermijden met de reguliere tewerkstelling, geme- ten op de laatste kwartaaldag (zie hoger), nemen we enkel de studenten in beschouwing die op de laatste dag

Een kind inzicht in zijn eigen vermogen/onvermogen geven en laten aangeven wa ze graag willen

Mijn leerlingen zijn mensen in ontwikkeling naar volwassenheid?.

Meer plekken waar kinderen kunnen werken in groepen en het maken van leerpleinen waar kinderen ook gebruik kunnen maken van meerdere materialen om tot oplossingen te komen. Ook zou

Indien de verkopende makelaar uitdrukkelijk aangeeft met u in onderhandeling te zijn, of als de verkopende partij reageert op uw bod middels een tegenbod, bent u in

Gemiddeld genomen over de periode van juli 2018 tot en met september 2020 was de hoogte van een vordering vanwege overtreding van de inlichtingenplicht €2.201.. De gemiddelde

Verlaan Schoonmaakbedrijf t.h.o.d... Alblasserdams

[r]