27 AFZETTINGEN WTKG21 (2). 2000
Beelden uit
mijn kinderjaren
AntonJanse*
Herinneringen.
De
volgende dag,
nahetontbijt,
boterhammenmee voor onder demiddag, Eindelijk
danop
pad
naarde Kaloot! Eenkippenstukje
fietsennadeinspanningen
vandedag
ervoor.De fiets stallen
bij
de laatste bewoondeplek
achter dedijk.
Desteevandegebroeders
van‘tWesteinde,
oudebaasjes
meteenobserverendeblik,
in traditioneel Bevelandspak.
Een paar honderdmeterovereenonverhardpad
doordelanderijen,
dedijk
op, uitzicht over de Scheldeen de Kaloot. Inmijn
ogeneen enorm schorrenen slikkenge-bied,met
droogvallende zandplaten
verwegbij
het Sloe. Ditpanoramazal ik nooitvergeten,aande horizon het sil-houetvan
Vlissingen, gedomineerd
door de kranenvandeScheldewerf,
iets naarhet noordendetaps toelopende
schoorstenenvandeelektriciteitscentraleenop hetwater,
tussende andere
schepen
de wittecontouren vandeveer-bootnaarBreskens. Vanaf het schor klonk de melancho-liek rollende
roepvande
wulp,
vande Schelde het keffen van een zeehond,dienu en dan in de buurtvan eenboeiopdook
enzijn rustplaats
verstoordzag door
indringers.
Vanafde Nol hetstrand op, dat al
aardig begon
aftekal-ven, het
afgaande
watervolgen. Sommige blootgespoelde
kleilaagjes
van een oudewadafzetting
zatenstijfvol
metHydrobia'
s.Langs
het strand naarhet westenlopend,
mooie fossielen oprapen, Astarteincerta, Diplodonta’s,
eenColusendiverse Nassariussen. Al wandelendopde
zandplaten
aandeSloezijde aangekomen, begon
hetspan-nendte
worden,
hierwasde kansom groteklapstukken
te vinden hetgunstigst. Neptunea, Valuta,
soms eenCassi-dariaengrote Pectenswaren toch wel de krenten in de
pap. Dit
gebied
vanmegaribbels
engolfkuilen
wasdaar-toemooi ontsloten.
Wanneer de
laagwater kentering
wasgeweest
endepla-tenweer
onderliepen, begon mijn
vaderzachtjes
tedram-men datwe
terug
moestengaan. Wanneer de
diepe
kre-ken dicht onder dedijk volliepen,
wasdeterugwegver-sperd
en moestje
eentij
overop hetvolgende laagwater
wachten. Dat was hemeens voorde
oorlog
overkomentoen
hij
nogals kweekschoolstudentmet
zijn
broer daarvogels
was wezenfotograferen. Terug bij
de fiets infor-meerden de Westeindes “ofetnogwat eweestwas”.Mijn
vader vroeg ofzezelf nog iets leuks hadden
gevonden
enkonden laten zien. De boot werd
afgehouden
met;“’t is d’n laesten tied niezovee” Later heb ikbegrepen
dat hetzelf notoire struinerswaren en zede mooie stukkenvoor
een
aardige
duitaanliefhebbersvan de hand deden. Nanog een
dag
onsgeluk beproefd
tehebben,werden de vondstenzorgvuldig
inkrantenpapier gerold
enrammel-vrij
inaangespoelde
blikken enpotten verpakt.
Hetvol-gende
reisdoel was een determinatiezitting bij
de heer Brakman. We werden verwelkomd doormevrouwBrak-man, evenalstantePie in Zeeuwse dracht
gekleed.
Brak-manzelf,in
mijn
ogeneenindrukwekkendeautoriteit,wasevenals
mijn
vader schoolmeester. Metgrote
kennis vanzaken doceerde
hij zijn
kunde oppaleontologisch gebied
vandatmomenten
wij
luisterdenleergierig
naarzijn
aan-wijzingen
enrichtlijnen
opschelpengebied.
Ritthemwashet
volgende
doel. We moesten danbij
Kam-metjes
wezenzoalsmijn
vader zei. Na deoorlog
washij
nog werkzaamgeweest
bij
de Dienstdroogmaking
Wal-cheren.Bij
hetdijksluitingswerk
daar hadhij
eenaantal leuke zakengevonden
in hetopgespotenzand. Hetstrandje
vanhet
sluitgat
leverde veel klein materiaalop. Maarookveelfraaie
grote
Astarte’sen eengaveArcopagia
crassa,een
geslaagd
bezoek.Op
weg naarDomburg,
hetvolgende
fossielendorado,
eerstnogeenbezoekbrengen
aantanteMarie in St.Lau-rens. Een authentiek Walchers
boeltje, witgekalkt
woon-huis,
met leiboomaan demuur,
zwartgeteerde
schuur,
daarachtereenkeu in het hok. Van tanteMarie: ”wa bin Medio december 1999 las ik uit depagina
economievande
krant,
dat hetcontractwasgetekend
voor de nieuwe containerterminalaandeWesterschelde.... Exit Kaloot. Zo onder het uitzoekenvan eeninteressantgruismonster,
dat ik daar
onlangs
noghadverzameld,
schieten allerleiherinneringen
doorhet hoofd. Vaneenaantalvoormij
nos-talgische
zaken wil ik op deze manierjullie deelgenoot
ma-ken.
Aan het eindevandegrotevakantievan 1948
ging
iksa-menmet
mijn
vader op de fietsvanAlphen
a/dRijn,
waarwij
toenwoonden,
oppad
naarZeelandom fossielente verzamelen. Deeerstestopop deze reiswasvoor hetpon-tje
vanKralingse
veer,oost vanRotterdam,
om overtestekennaarIJsselmonde. Daneenflinke ruk
langs Dordt,
deMoerdijkbrug
over, omdan in de buurtvanZeven-bergen
demiddagboterhammen
tenuttigen,
bevloeidmeteenfles
melk,
diebij
de lokale melkboerwasaangeschaft.
Verder door de Wouwse
plantage,
de KreekakdamoverZeeland in. In de buurt van
Kapelle-Biezelinge
eenvol-gende
pauze omverseappelen bij
eenboomgaard
te ko-penendirect teconsumeren.Eindpunt
van dedag
wasNieuwdorp
waartantePie woondeendie door pa perbrief-kaart op de
hoogte
wasgebracht
van ons voorgenomenbezoek. Ikwasbest wel
blij
als de kerktorenvanhetdorp
in zicht
kwam,
Wantvoor eenknaapje
vannog geen tienjaar
washeteenheleonderneming.
Nu realiseer ikmij,
dat ik toenal heb lerenafzien,
hoewelmijn
vader best welbezorgd
voor me was enregelmatig
informeerdeof het nog welging. Bij
tantePie mochtenwe in de bedsteeslapen,
ookweer eennieuwongekend
fenomeenvoormij.
AFZETTINGEN WTKG 21 (2), 2000 28
joe
eenhrotejoen eworden”, kreeg
ikeenappel,
eenpeer vande leiboomen eengulden.
Zulkeperen,aande boomgerijpt,
vindje
niet meer,trouwens,degulden
wastoen ook nog vanzilver.We haddeneenklein
legertentje bij
ons, in dedump
ge-kocht.Aandevoetvanhet duin de
Manteling, bij
de boervanhoeve“deTrommel”
gevraagd
ofwehem achter dewindsingel
neermochtenzettenomdaar,vlakbij
eenvol-gend spannend strand,
tekunnen overnachten. Nadat hetkampement
wasingericht,
kwam deboerin,
inkleder-dracht,
zelf eenspoolshoogte
nemen.“Bel, bel,
mojulle
daer in
slaepe?” Waarschijnlijk
waren wetoen deeerstenaoorlogse kampeerders
in diehoek,wanneerje
nuom-streeks die
tijd
vanhetjaar
daargaatkijken, weetje datje
een
hoop discipelen
gemaakt
hebt.Gelukkig
komen ze nietallemaal om fossielen tezoeken,
want danwerd despoeling
nog dunner. Boven op het duinvan deonder-gaande
zon en de peervan tante Mariegenoten,om devolgende
ochtend fris deavonturen van hetDomburgse
strandteondergaan.
We
zijn
in ditverhaal wel flinkvande Kalootafgedwaald,
maar voor
mij
houdt het allemaal verbandmet elkaarenhoort het
hij
de “ruis”vanmijn Kalootherinneringen.
De kerstvakantie werd benutomde vondstentebewerkenenin de kollektie opte
bergen,
eengoede traditie,
vind iknogsteeds.Een
jaarof
tienhebbenweditexcursiepatroon
volgehouden,
metonderbreking
in1953,
hetjaar
van deramp,toenschadeherstel toerisme in het Zeeuwse verhin-derde.
Vooruitgang.
Na ’53 veranderde Het beeldvande Kaloot ai.
Rijsdammen
van honderdenmeters
lang
bepaalden
het beeld.Land-aanwinningswerken
enoeverbescherming
waren na dedure les van ’53 het credo. Nederland werd
krap,
indus-trialisatie enwerkgelegenheid
hadden
dehoogste
priori-teit. De overheid stimuleerde zelfs ondernemende
land-genotenomzich in den vreemdeeennieuwe toekomstop
tebouwen. De Kaloot is hieraan
opgeofferd.
Sloehavenen
bedrijvenpark
vandeze“vooruitgang” bepalen
nuhetbeeld. Nu is het laatste
stukje
Scheldestrand
vandevoor-malige
Kalootaande beurt.Watblijft, zijn
deherinnerin-genen eenfraaie
collectie,
die nog steedseen warm
plekje
in
mijn
hart hebben.Na de
aanleg
vanhetSloegebied
ben ikervelejaren
nietmeergeweest.Toteen
berichtje
van Dick Hoeksema ineen CB van 1979
mijn
aandacht trok. Dat meldde dat ophetstrandvande
voormalige
Kaloot nog steeds leuke din-gentevindenwaren.Geprikkeld
door dit verhaalenmijn
herinneringen
heb ik een bezoekgebracht
en nog velemalen nadien. De weidsheid dieik
mij
herinnerdewasweg,maarleuke fossielenvondstenen eendaglekker luch-ten kon
nog steeds. Binnenkort zal dat opdeze
plek
tothetverledenbehoren. Ik realiseermedatovereen
periode
van meerdan 50
jaar
de Kaloot beeldensfeerbepalend
isgeweest
voorhobby
enrecreatie in dewarezin des woords.Hopelijk
kan ik nogeenpoosje nagenieten
metdeverza-melde
gruismonsters,
waarop ikzuinig
moetworden!*Anton